Psychology and behavorial sciences - Theme
- 17034 reads
In dit artikel wordt beschreven welke problemen er zijn met betrekking tot kinderartsen. Kinderartsen worden relatief vaak aangeklaagd voor hun bijdrage aan medisch bewijs in de rechtszaal. Dit heeft ervoor gezorgd dat kinderartsen terughoudender zijn geworden om te getuigen bij kindermishandeling. Aan de hand van de kwestie van twee professoren wordt het probleem beschreven.
Ouders moeten zich veilig voelen als ze contact hebben met een kinderarts. Ze zijn vaak bang dat ze onterecht beschuldigd zullen worden door een kinderarts en hebben weinig vertrouwen in hem. Dit werd veroorzaakt door publieke rechtszaken waarbij ouders door een kinderarts beschuldigd werden van het mishandelen of vermoorden van hun kind. Ook kinderartsen zelf voelen zich aangevallen en ze zijn zich bewust van hun slechte reputatie. Steeds meer kinderartsen worden aangeklaagd met betrekking tot de bescherming van kinderen. In een derde van de gevallen heeft dit ervoor gezorgd dat ze terughoudend werden om zich bezig te houden met zaken rondom bescherming van kinderen in de toekomst. Dit heeft weer gevolgen voor de werving van kinderartsen. In dit artikel wordt de kwestie van twee kinderartsen besproken.
Professor Meadow is wereldberoemd, maar hij blijkt fouten te hebben gemaakt. Professor Meadow was opgeroepen als expertgetuige in de zaak van Sally Clark. Zij werd aanvankelijk schuldig bevonden voor de moord op twee van haar kinderen, maar is later in hoger beroep vrijgesproken. Professor Meadow achtte de kans dat beide kinderen van Sally Clark aan Sudden Infant Death Syndrome (SIDS) waren overleden, heel klein (statistisch gezien is dat één op 73 miljoen). Sally Clark voerde als verdediging aan dat professor Meadow de statistiek op een verkeerde manier gebruikt had. Het gerechtshof verwierp dit echter omdat ze vertrouwden op professor Meadows’ deskundige beoordeling van het medische bewijs. Het tweede hoger beroep van Sally Clark werd ook afgewezen, omdat een lijkschouwer niet bekendmaakte dat er een hoeveelheid bacteriën op kweek was gezet na de dood van haar tweede kind. Professor Meadow werd schuldig bevonden aan een beroepsfout en uit het medische register gehaald. Na in hoger beroep gegaan te zijn, mocht hij toch weer in het medische register komen, omdat hij niet de intentie had om de rechtbank te misleiden en zelf in de validiteit van zijn bewijs geloofde.
Professor David Southall was expert in opzettelijke verstikking bij kinderen. Hij zag op tv dat de man van Sally Clark uitlegde dat de baby 10 dagen voor het overlijden een bloedneus en moeite met ademhalen gehad had en vervolgens spontaan herstelde. Er werd echter geen arts geraadpleegd.
Professor Southall belde de kinderbescherming en beweerde dat meneer Clark het kind waarschijnlijk met opzet had geprobeerd te laten stikken. Dat zou betekenen dat Sally Clark onterecht was veroordeeld en dat het derde kind weer naar de moeder moest, omdat het kind bij de vader in gevaar was. Professor Southall werd echter beschuldigd van het uiten van een valse beschuldiging. Ook had hij te snel zijn vermoedens aan de politie bekendgemaakt, schreef hij in zijn rapport niet dat hij de medische resultaten nooit had gezien, maakte hij een verwijzing zonder dat hij de ouders gezien had, deed werk met betrekking tot kindermishandeling, terwijl hem dat verboden was en gebruikte alleen zijn eigen informatie om zijn hypothese te bevestigen. Hiervoor kreeg professor Southall uiteindelijk verschillende beperkingen opgelegd. Later werden deze beperkingen echter weer opgeheven.
Professor Southall werd gevraagd om in een gezin waarin een ouder kind zichzelf opgehangen had, te onderzoeken of het voor het jongere kind veilig was om thuis te blijven wonen. Ook moest hij proberen om de diagnose ‘fabricated or induces illness’ (FII) uit te sluiten. Dit wordt ook wel Münchhausen by Proxy genoemd en is een conditie waarin een kind opzettelijk ziek gemaakt wordt door een ouder om medische aandacht te krijgen. Om dit te kunnen bepalen, moest eerst onderzocht worden of de dood van het oudere kind veroorzaakt was door een ongeluk, zelfmoord of moord. Professor Southall ondervraagde de moeder (mevrouw M.) op een beschuldigende wijze. Uiteindelijk werd hij schuldig bevonden en werd zijn naam uit het medische register gehaald.
De professoren waren beperkt in hun manier van werken: Ze zochten alleen naar factoren die hun vermoedens bevestigden en niet naar andere relevante factoren. Hun fouten waren echter gemakkelijk te herstellen. Echter, in de Clark rechtszaak gebruikten verschillende professionals de statistieken op een verkeerde manier, terwijl professor Meadow als enige daar de consequenties van moest dragen. Ook de intentie van professor Southall was goed, maar was gebaseerd op zijn ervaring met opzettelijke verstikking en de sterke correlatie met neusbloedingen en verstikking. Een vraag die bij kinderartsen speelt, is hoe ze zich veilig kunnen voelen bij de beschuldigingen die op hen af kunnen komen als gevolg van hun medische bewijs.
De beschuldiging aan mevrouw Clark voor het vermoorden van twee van haar kinderen, werd uiteindelijk ingetrokken. Vastgesteld werd dat het om wiegendood ging. Van professor Meadow werd vastgesteld dat hij niet de intentie had om te misleiden, maar dat hij wel slechts een klein deel van het bewijs had gebruikt. Doordat professor over een langere periode herhaaldelijk fouten had gemaakt, werd besloten dat een schorsing voor een bepaalde periode niet voldoende zou zijn en er niet voor zou zorgen dat het vertrouwen in kinderartsen weer toe zou nemen.
Bij de beschuldigingen van professor Southall werd gebruikgemaakt van wetenschappelijke informatie die ten tijde van zijn handelen nog niet bekend was. Uiteindelijk werd de rechtszaak tegen professor Southall gestopt.
Het GMC moet de publieke belangen wegen, waaronder de bescherming van patiënten, het handhaven van het publieke vertrouwen in het beroep van kinderarts en het handhaven van het juiste gedrag.
Het GMC heeft richtlijnen voor kinderen van 0-18 jaar opgesteld voor alle kinderartsen. Deze richtlijnen sluiten zowel aan bij wat de regering vereist als wat verwacht wordt in de rechtszaal. De autoriteiten hebben de taak om kinderen te beschermen. Ook staat in de richtlijnen van de GMC dat eerst alle feiten bekeken moeten worden voordat er stappen ondernomen mogen worden. Verder moet de mening van de expert onafhankelijk, betrouwbaar, eerlijk, onpartijdig en objectief zijn. Tot slot mag een expert niet optreden als er een conflict van interesse is (bijvoorbeeld als de expert één van de partijen kent). Professor Southall kan gezien worden als een partijdige adviseur.
De vereisten voor het bewijs bij de GMC waren ten tijde van de zaken van de professoren Southall en Meadow twijfelachtig. Sindsdien is er een hoop veranderd. Voorheen werd vaker de nadruk gelegd op de ‘criminele standaard’. Juristen moesten op zo’n manier over de verdachte praten alsof ze zeker wisten dat de misdaad gepleegd was. Tegenwoordig wordt meer nadruk gelegd op de ‘burgerlijke standaard’ (‘civil standard’).
Hierbij wordt gekeken naar de waarschijnlijkheid van een gebeurtenis. Hoe onwaarschijnlijker de gebeurtenis, hoe sterker het bewijs moet zijn. Er is hierbij maar één test, namelijk de eenvoudige balans van kansen. De vereisten voor het bewijs zijn lager en het is gemakkelijker om een zaak te bewijzen met de burgerlijke standaard.
In zaken met betrekking tot kindermishandeling moet erop gelet worden dat het kind ook gehoord wordt. De belangen van het kind, de ouders en het GMC kunnen verschillen. Daarom is het belangrijk dat deze drie partijen verschillende personen toegewezen krijgen om hen te vertegenwoordigen. Als kinderartsen een vermoeden hebben van kindermishandeling, is het hun plicht om die vermoedens te melden. Dit kan er echter voor zorgen dat ze in conflict komen met de ouders of verzorgers van het kind. Toch ligt hun eerste plicht bij het kind.
Het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD) heeft de taak om een deskundigenregister op te stellen. De deskundigen uit dat register moeten kunnen optreden als getuige in een rechtszaak. Deze deskundige moet onafhankelijk, zorgvuldig, vakbekwaam, integer en onpartijdig zijn. De gedragscode is als volgt opgesteld:
De gedragscode van het NRGD geldt voor alle deskundigen die geregistreerd staan bij deze vereniging. Als een deskundige opgenomen wil worden in deze lijst, geeft hij daarmee aan dat hij op de hoogte is van de gedragsregels van de gedragscode en dat hij die regels zal houden. Ook stemt hij ermee in dat hij uit de lijst geschrapt zal worden als hij zich niet aan de regels houdt.
De deskundige moet zich onafhankelijk, zorgvuldig, vakbekwaam, integer en onpartijdig opstellen.
De deskundige komt op een zelfstandige manier tot een oordeel wat gebaseerd is op zijn deskundigheid, geeft informatie daarover en brengt er verslag van uit. Ook wanneer de deskundige samenwerkt met andere deskundigen, geldt dit principe.
De deskundige heeft de plicht om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen zijn vakgebied.
De deskundige is niet bevooroordeeld, heeft geen inhoudelijk belang (belang dat iemand kan hebben bij een gunstige uitslag) bij het onderzoek en laat zich niet beïnvloeden door belangen van de opdrachtgever of van derden.
Iedere (poging tot) beïnvloeding wordt door de deskundige vermeld aan de opdrachtgever. Dit wordt ook in het verslag van de deskundige opgenomen.
Als er een conflict van belangen is, moet de deskundige dit schriftelijk aan zijn opdrachtgever melden. Dit wordt ook in het verslag van de deskundige opgenomen.
De deskundige meldt schriftelijk dat hij betrokken is geweest bij de zaak aan zijn opdrachtgever.
Binnen de grenzen van de deskundigheid van de deskundige moeten de werkzaamheden verricht worden.
De opdracht wordt door de deskundige zelf gedaan, bij hulp van derden moet dit aan de opdrachtgever gemeld en in het verslag gezet worden.
Wanneer afgeweken wordt van de regels die in het beroep van de deskundige gelden, moet dit uitdrukkelijk schriftelijk doorgegeven worden aan de opdrachtgever.
De deskundige zorgt voor een goede kwaliteit van het onderzoek en vermeldt de beperkingen ervan. Hij gebruikt alleen geschikte materialen, methoden en apparatuur.
De deskundige verzamelt het onderzoeksmateriaal persoonlijk of laat dit onder zijn verantwoordelijkheid doen.
Hij gaat zorgvuldig om met het onderzoeksmateriaal en behandelt gegevens vertrouwelijk.
Bij onduidelijkheden moet de deskundige de opdrachtgever schriftelijk om verheldering vragen.
Als de deskundige de opdracht niet uit kan voeren, moet hij de opdrachtgever daarvan schriftelijk (met opgaaf van redenen) op de hoogte stellen.
Bovenstaande geldt ook wanneer de deskundige er tijdens het uitvoeren van de opdracht achter komt dat het niet op tijd uit te voeren is.
Wanneer de deskundige conclusies of interpretaties vindt, mag dit gemeld worden.
In het verslag wordt alleen informatie opgenomen die noodzakelijk is voor de opdracht. Daarbij vermeldt hij belangrijke feiten en omstandigheden.
De deskundige geeft de informatie in goede woorden en met voldoende motivatie weer en brengt daar verslag van uit.
Het verslag is op zo’n manier gemaakt dat het controleerbaar is.
De deskundige wil eventueel naar het verslag laten kijken door vakgenoten.
Wanneer de deskundige na het uitbrengen van het verslag nieuwe gegevens of andere inzichten heeft verkregen, meldt hij dit schriftelijk aan de opdrachtgever.
Wanneer de informatie van de deskundige verkeerd wordt uitgelegd, moet de deskundige dit schriftelijk melden aan zijn opdrachtgever.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1891 | 2 |
Add new contribution