Psychology and behavorial sciences - Theme
- 15738 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Grootschalige en ernstige mensenrechtenschendingen zijn gecriminaliseerd door de internationale gemeenschap in verdragen en omvatten misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en genocide. De toepassing van het internationaal recht en de criminologische bestudering, richten zich op individuen en staten als daders. Ondernemingen kunnen echter ook een belangrijke ondersteunende of profiterende rol vervullen bij internationale misdrijven. Bij het Neurenberg Tribunaal zijn ook managers van verschillende ondernemingen veroordeeld voor hun betrokkenheid bij oorlogsmisdrijven. Matthews (2006) heeft geprobeerd om met behulp van het criminologisch concept state-corporate crime de rol van Amerikaanse bedrijven bij het naziregime duiding te geven. Het kan waardevol zijn om organisatiecriminaliteit theorieën toe te passen op betrokkenheid van bedrijven bij het naziregime. De centrale vraag van dit artikel is: welke verklaringen vanuit organisatiecriminaliteit theorieën kunnen worden gegeven voor de betrokkenheid van de firma Topf bij de Holocaust?
Er zijn belangrijke overeenkomsten tussen verklaring van internationale misdrijven en organisatiecriminaliteit, zoals de bureaucratische aard van organisaties, nastreven van organisatiedoelen en de morele ambiguïteit van de gedragingen (onduidelijkheid over rechtsregels die wel/niet overtreden zijn en overheden die hier niet tegen optreden).
Verklaringen van organisatiecriminaliteit worden afgeleid uit de organisatorische context waarin individuele organisatieleden optreden en de omgeving waarin de organisatie werkt. Er zijn verklarende elementen op het niveau van de omgeving, organisatie en individu. Verschillende onderzoekers hebben getracht om diverse verklaringen samen te brengen in een theoretisch raamwerk waarbij er drie verklarende elementen zijn (motivatie, gelegenheid, controle), die opereren op de drie niveaus (omgeving, organisatie, individu).
De firma Topf werd in 1878 opgericht en leverde eind 1939 voor de eerste keer aan de SS (op initiatief van de SS). Er was concurrentie met een ander bedrijf (Heinrich Kori). Het bedrijf Topf werkte bij de bouw van het concentratiekamp Auschwitz samen met de SS. Vanaf de tweede helft van 1942 veranderde de kampen in vernietigingskampen en hiermee veranderde ook de rol van Topf. De producten van Topf werden gebruikt voor een efficiënte uitvoering van massamoorden. Strafrechtelijke onderzoeken door de West-Duitse justitiële autoriteiten leidden tot niets, aangezien veel bewijsmateriaal in Oost-Duitsland lag.
Matthews (2006) kent Duitse bedrijven drie soorten motivatie toe: ideologische nationaalsocialistische of antisemitische overtuigingen; economische motivatie door vraag naar goederen en diensten; angst voor kampstraffen of nazi's om orders te weigeren.
Er lijkt geen sprake te zijn geweest van dwang, maar van een gelijkwaardige samenwerking tussen de SS en Topf. Er werden betalingsherinneringen gestuurd en de ingenieurs kwamen op eigen initiatief met ideeën voor een efficiëntere lijkverbranding.
De gebroeders Topf en ingenieur Prufer waren sinds 1933 lid van de NSDAP, maar waren geen fanatieke nazi's. Het bedrijf hield Joden in dienst. Lidmaatschap van de nazipartij lijkt vooral instrumenteel in plaats van politieke aard te zijn geweest. Ideologie lijkt dus geen dominant motief te zijn geweest voor de firma Topf.
Het puur nastreven van winst lijkt ook geen volledige verklaring te geven, omdat de omzet afkomstig van verkoop aan de SS slechts een klein deel in de totale omzet was. Verliesminimalisatie en de hoop op toekomstige opdrachten kunnen tevens een rol gespeeld hebben. Pas in 1942 ging het beter met het bedrijf door een verbeterde liquiditeit. Amorele innovatiedrang en technisch perfectionisme lijken belangrijke motivaties te zijn geweest bij de firma Topf. Topmanagement drukt een belangrijke stempel op de bedrijfscultuur, blijkt uit organisatiecriminaliteit studies. Een cultuur van perfectionisme (in plaats van een cultuur van competitie) lijkt verklarend voor de rol van Topf.
De gelegenheid voor bedrijven om mee te werken aan de misdrijven werd vooral veroorzaakt door de politiek van het nazi-regime. Deze hield het bedrijfsleven steeds sterker in zijn greep en de toegenomen vraag naar producten bood nieuwe kansen. De gelegenheden hangen vooral samen met de aard van de opdracht en de opdrachtgever, namelijk het faciliteren van massamoord door de SS. De persoonlijke contacten van de hoofdingenieur met de SS lijken een belangrijke rol gespeeld te hebben om zijn expertise en competentie te gebruiken voor de uitvoering van de verbrandingen. Deze casus is een state-corporate crime, door de symbiose van belangen en persoonlijke contacten tussen Topf en de SS en een wederzijdse afhankelijkheid. Het lijkt tevens een corporate-facilitated state crime te zijn, doordat het bedrijf de staatscriminaliteit faciliteerde.
Doorgaans wordt overheidscontrole gezien als een negatieve variabele: toezicht moeten bedrijven afhouden van het overtreden van regels. In deze casus was er echter een tegenovergesteld effect, doordat de sterke controle van het naziregime de samenwerking stimuleerde. In het modernistische proces wordt morele verantwoordelijkheid vervangen door technische verantwoordelijkheid, waardoor de Holocaust mogelijk werd (Bauman, 2006). Na de oorlog kwamen de neutralisaties, bijvoorbeeld door te stellen dat door levering van de ovens ernstige ziektes voorkomen werden en het zijn van een machteloos instrument in de hand van amorele nazi's. Neutralisaties vonden plaats achteraf om beschuldigingen te ontkrachten. In de nazimaatschappij konden bedrijven hun handelen in een genormaliseerd model inbedden.
De rol van ondernemingen mag niet onderbelicht blijven in het kader van internationale misdrijven. Het streven naar technische innovatie en perfectie lijken een belangrijke motivatie te zijn geweest voor de betrokkenheid van Topf bij de Holocaust. Gelegenheid kwam tot stand door technische kennis, competentie en persoonlijke contacten met de SS.
Er is sprake van ambiguïteit, aangezien het niet duidelijk is welke rechtsregels overtreden zijn, een overheid die niet bereidwillig is om op te treden en het gedrag dat in eigen sociale kring niet gezien wordt als deviant. Tot op heden is het in het internationaal strafhof nog steeds niet mogelijk om private rechtspersonen aansprakelijk te stellen voor betrokkenheid bij internationale misdrijven.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1097 | 1 |
Add new contribution