Psychology and behavorial sciences - Theme
- 16106 reads
Uit verschillende studies blijkt dat tussen de 14 en 24% van de misbruikte jongens en 6 en 14% van de misbruikte meisjes misbruikt zijn door een vrouw. Echter is maar 2 tot 5% van seksuele overtreders in het rechtssysteem vrouw. Dit kan komen door stigma, het idee dat misbruik door een vrouw minder schadelijk is, of de angst van slachtoffers om niet geloofd te worden. In sommige landen kunnen vrouwen zelfs niet terecht gesteld worden voor verkrachting. Echter is er een opkomend veld in het onderzoek naar geslacht specifieke factoren in de etiologie en behandeling van seksuele overtredingen.
Wat wellicht kan bijdrage zijn negatieve ervaringen in de kindertijd, zoals kindermishandeling en disfunctioneren in het huishouden. Deze factoren worden vaker gezien in misbruikers dan in niet-seksuele criminelen en de algemene populatie. In de huidige studie wordt gekeken naar verschillende nare ervaringen in de jeugd en de relatie met eigenschappen in vrouwelijke overtreders.
Vrouwen hebben meer ervaring met seksueel (25%) en emotioneel (13%) misbruik dan mannen (16 en 8%), terwijl mannen iets vaker fysiek misbruikt worden (30% vs. 27%). Vrouwen worden ook vaker emotioneel verwaarloosd, zijn vaker getuige van huiselijk geweld en hebben vaker een middelen misbruikende of mentaal zieke ouder. Verder blijkt dat de kans op een negatieve ervaring verhoogd na een eerdere negatieve ervaring. Het lijkt erop dat vrouwen vaker een negatieve ervaring meemaken in de kindertijd dan mannen. Wanneer er hoger gescoord wordt op verwaarlozing en misbruik, is de kans op alcohol en drugs misbruik, roken, depressie, zelfmoordpogingen, hartziekten, etc. ook hoger.
Uit een onderzoek kwam naar voren dat zo’n 36,7% van de vrouwen in de gevangenis seksueel of fysiek misbruik hadden meegemaakt voor hun 17e. Bovendien was dit misbruik gerelateerd aan een hogere kans op een geweldsovertreding en huishouden disfunctioneren. Er zijn meer vrouwen dan mannen in de gevangenis, die mishandeld zijn. Het komt maar weinig voor dat kindermishandeling en familie disfunctie alleen voorkomen. Vaak komen er meerdere nare ervaringen bij, zoals familie geweld, ouderlijk middelen misbruik, of het overlijden van een familielid.
Kindermishandeling is een voorspeller voor crimineel gedrag in jongens en meisjes. Ook de kans op mentale en persoonlijkheidsstoornissen wordt hierdoor verhoogd. Ondanks dat vele studies verschillen in resultaten door verschillende definities van negatieve ervaringen en verschillen in steekproefgrootte, vergelijkingsgroepen en methoden, zien we dat negatieve ervaringen in de kindertijd vaker voorkomen in vrouwelijke overtreders dan in de algemene populatie en dat dit de kans op medische en psychosociale problemen vergroot.
Uit onderzoek blijkt dat veel seksuele overtredingen door vrouwen samen worden gedaan met een man. Vaak zijn ze tegen kinderen en in een derde van de gevallen tegen hun eigen kind. Een derde van de overtredende vrouwen had emotionele verwaarlozing, fysiek en/of psychologisch misbruik of seksueel misbruik meegemaakt. Vrouwelijke overtreders zijn vaker seksueel misbruikt dan mannen, maar rapporteren ook een groter aantal misbruikers, jongere leeftijd bij het eerste misbruik en vaker fysiek misbruik dan mannen.
Volgens Gannon, Rose and Ward (2008) zijn er drie typen overtreders:
Met subklinische psychopathologische niveaus en middelen misbruik problemen
Hoog risico voor borderline persoonlijkheidsstoornis
Ernstig verstoorde individuen
Wijkman, Bijleveld en Hendriks (2011) maken een ander onderscheid:
Generalisten laten diversiteit in hun criminele overtredingen zien
Specialisten laten een patroon van meerdere seksuele overtredingen zien en weinig andere overtredingen
Eenmalige overtreders
Bovendien misbruiken specialisten mensen van beide geslachten en mensen die ze kennen. Ze zijn ook vaker seksuele misbruikt vroeger, terwijl generalisten vaker fysiek misbruikt zijn. Ook zijn er meer specialisten die samen met hun intieme partner een overtreding begingen, dan generalisten.
Nare ervaringen in de kindertijd kunnen leiden tot sociale, emotionele en cognitieve problemen. Daarnaast ontwikkelen deze individuen risicovol gedrag als maladaptieve coping strategie. Dit kan leiden tot meer medische, mentale en psychosociale problemen. Als gevolg van stressoren worden er teveel stress hormonen aangemaakt, wat vervolgens de groei en verbindingen van neuronen beperkt. Dit kan leiden tot gebreken in affect regulatie, sociale hechting en cognitieve processen. Het verwerken van een trauma wordt negatief beïnvloed als de omgeving hen niet geloofd.
Misbruik wordt vaak gepleegd door iemand die ze vertrouwen, met overschrijding van hiërarchische grenzen. Vaak wordt het geheim gehouden en zijn slachtoffers bang om de relatie te verlaten. Als kinderen niet genoeg liefde ontvangen van hun ouders kan dit leiden tot gebrek aan vertrouwen, vijandigheid en onzekere hechting, waardoor het later lastiger wordt om zelf persoonlijke relaties aan te gaan. Vroege tegenspoed kan leiden tot crimineel gedrag, doordat tieners het geweld thuis ontvluchten en hierdoor financiële problemen hebben, maar ook kans op verslaving, geweld en gedrag dat hen in aanraking brengt met het rechtssysteem.
In deze studie wordt gekeken naar de prevalentie en impact van nare ervaringen in de kindertijd bij vrouwen die seksuele overtredingen begaan zijn. De frequentie van nare ervaringen wordt vergeleken tussen vrouwelijke seks overtreders en de algemene vrouwelijke populatie. Ook worden correlaties tussen de ervaringen bekeken. Als laatste kijken ze naar de individuele items van de ACE questionnaire, de totaal score en de eigenschappen van de overtreding. De hypotheses zijn als volgt:
Meer kindermishandeling en familie disfunctie in seksovertreders dan de algemene populatie
Relatie tussen de verschillende nare ervaringen
Opeenstapeling van traumatische gebeurtenissen is geassocieerd met verhoogd afwijkend en crimineel gedrag
De steekproef bestaat uit 47 vrouwelijke seksuele overtreders. De meeste zaten in de leeftijdscategorie tussen de 30 en 60 jaar (66%). In 95% van de gevallen was er seksueel contact met een minderjarige geweest. De meeste overtredingen waren tegenover andere vrouwen begaan (58%) en in 43% tegen kinderen voor de puberteit. 89% van de vrouwen was maar één keer gearresteerd voor een seks overtreding. Ook was 80% niet eerder gearresteerd voor een niet-seksueel gerelateerde overtreding.
In het onderzoek is gebruik gemaakt van de Adverse Childhood Experiences (ACE) schaal, waarbij gekeken wordt of er sprake is geweest van misbruik, verwaarlozing of huishoudelijk disfunctioneren. De ACE score geeft aan hoeveel nare ervaringen iemand heeft meegemaakt. Ook is er navraag gedaan naar de geschiedenis van overtredingen en demografische eigenschappen van het slachtoffer.
Een derde van de vrouwen had fysiek misbruik meegemaakt, 38% verbaal misbruik, 40% emotionele verwaarlozing en 11% fysieke verwaarlozing. De helft was seksueel misbruikt. Ook kwam huishoudelijk disfunctioneren vaak voor, zoals ongetrouwde ouders, getuigenis van huiselijk geweld, ouderlijk middelen misbruik, ouder met mentale stoornis of familielid in de gevangenis. Een vijfde had geen negatieve ervaringen meegemaakt in de kindertijd en 41% vier of meer nare ervaringen. In de algemene vrouwelijke populatie had 15% vier of meer nare ervaringen meegemaakt. Bij vrouwelijke seksuele overtreders kwamen alle ACE items vaker voor dan bij de algemene vrouwelijke populatie, behalve fysiek misbruik, fysieke verwaarlozing en mentale stoornis in huis (Tabel 3, p.270).
Ook laat het onderzoek zien dat veel ACE items positief met elkaar correleren. Dit betekent dat kindermishandeling vaak voorkomt in huishoudens waar meerdere typen disfunctie zijn (Tabel 4, p.272). Seksueel kindermisbruik was bijvoorbeeld significant gerelateerd met ongetrouwde ouders en middelenmisbruik in huis.
Hogere ACE scores waren significant negatief gecorreleerd met opleidingsniveau en gecorreleerd met slachtoffers onder 12 jaar. Verbaal misbruik was gecorreleerd met slachtofferschap binnen de familie en onder de 12 jaar. Seksueel misbruik, emotionele verwaarlozing en middelenmisbruik was gerelateerd aan slachtoffers onder 12 jaar. Huiselijk geweld en middelenmisbruik waren gerelateerd aan slachtofferschap in de familie. Het hebben van een familielid in de gevangenis was gerelateerd aan niet-gerelateerd slachtoffer en vele slachtoffers.
Uit het onderzoek komt naar voren dat vrouwelijke seksuele overtreders vaker nare ervaringen mee hebben gemaakt in de kindertijd dan de vrouwelijke algemene populatie. De kans op seksueel misbruik was drie keer zo hoog bij seksuele overtreders dan bij de algemene populatie, en ook hoger dan bij mannelijke seksuele overtreders. Meerdere mishandelingen gingen vaak samen met meerdere typen familie disfunctioneren. Dit suggereert dat misbruik en verwaarlozing ontstaan in een omgeving met chaos doordat verzorgers hun dochters niet tegen schade kunnen beschermen.
De helft van de vrouwelijke overtreders had seksueel misbruik meegemaakt. Uit eerder onderzoek komt naar voren dat seksuele misbruik bijna nooit alleen voorkomt, maar vaak met andere vormen van mishandeling. Dit leidt, samen met ernstig en frequent misbruik, jongere leeftijd en meerdere daders, tot hogere trauma scores. Het kan ook leiden tot Cluster B persoonlijkheidsstoornissen. Als seksueel kindermisbruik gepleegd wordt door een verzorger of iemand die hecht is met het kind is de kans op depressie, angst en suïcidaliteit hoger.
Hogere ACE scores zijn gerelateerd aan het hebben van jongere slachtoffers, vooral seksueel kindermisbruik, emotionele verwaarlozing, verbaal misbruik en middelenmisbruik in de huiselijke omgeving. Gebrek aan steunende, beschermende verzorging gaat samen met chaotisch en niet-beschikbaar ouderschap, wat de kwetsbaarheid van seksueel kindermisbruik verhoogd. Dit kan leiden tot zelf-troosten of het zoeken van seksuele contact met anderen. Dit draagt bij aan seksueel misbruikend gedrag. Het kiezen van jonge kinderen kan zijn omdat zij hen waarschijnlijk niet zullen afwijzen of emotioneel bedreigen, zoals volwassenen kunnen doen.
Trauma leidt tot interpersoonlijke problemen en niet werkende coping strategieën. Bovendien zijn er neurobiologische responsen, die aanpassingen aan nieuwe omgevingen moeilijker maken. Als kinderen niet beschermend zijn opgevoed is het lastig om later mensen te kunnen vertrouwen. Doordat ze ook een gebrek aan zelfvertrouwen hebben kan het zijn dat ze slechte keuzes maken en relaties aangaan met gewetenloze leeftijdsgenoten of misbruikende partners. Behandeling moet hierop worden aangesloten.
De misbruik cyclus moet worden doorbroken. Een belangrijk behandelingstarget is de rol van vroege nare ervaringen. Vroeger trauma moet eerst begrepen en verwerkt worden voordat er aan een betere toekomst gewerkt kan worden. Een mogelijke behandeling is ‘trauma-informed care’ (TIC), waarbij gekeken wordt naar de rol van traumatische gebeurtenissen in de ontwikkeling van hoog risico gedrag en de subjectieve interpretatie van trauma.
TIC houdt in het aanbieden van klinische service rekening met de prevalentie van trauma en de impact ervan. De omgeving is veilig en gericht op de cliënt, waarbij maladaptief gedrag gezien wordt als coping en overlevingsvaardigheden. Er wordt gekeken naar de betekenis die cliënten hebben gekoppeld aan traumatische ervaringen en hoe deze ervaringen hun schema’s aantasten. Het belangrijkste is dat cliënten met respect en mededogen behandeld worden.
Behandeling moet ook specifiek zijn per geslacht. Zo is trauma belangrijk in de ontwikkeling van mentale gezondheid, middelen misbruik en relatie problemen bij vrouwen. Bij vrouwen in de gevangenis moet ook aandacht besteed worden aan fundamentele benodigdheden, zoals behuizing, medische en mentale gezondheidszorg en steunsystemen. Ook belangrijk in de behandeling van vrouwen is de relationele component, zoals empathie. Doordat de vroege familie omgeving waarschijnlijk geen veilig relaties bood, moet binnen de therapie geleerd worden beschermende relaties aan te gaan. Vooral bij vrouwen zijn emotionele verbindingen belangrijk.
Confrontatie lijkt niet te werken, omdat het kan leiden tot schaamte, herhaling van traumatische ervaringen en maladaptieve coping strategieën. Wat beter werkt is de focus op competenties en het promoten van zelfvertrouwen. TIC kan makkelijk worden toegevoegd aan andere behandelingen, zoals cognitieve gedragstherapie. Door het ontwikkelen van een niet-bedreigende omgeving kunnen nieuwe vaardigheden geleerd en geoefend worden. Door TIC ontwikkelen cliënten zelf observatie vaardigheden om hun zelf regulatie te verbeteren. Hierdoor worden ook nieuwe neurale paden in het brein aangemaakt.
Het beleid in Amerika is zo ingesteld dat er vooral gefocust wordt op straffen en managen van overtreders, en niet zo zeer op preventie strategieën. Echter weten we dat vooral kinderen die vroege mishandeling hebben meegemaakt vaak criminele overtreders worden. Daarom zouden preventie programma’s bij families die risico lopen moeten worden gebruikt. Echter is dit het eerste wat eruit vliegt als er een tekort aan geld is.
Het huidige onderzoek had maar een kleine steekproefgrootte, waardoor generalisatie lastig is. Bovendien gaat het alleen om vrouwelijke overtreders die behandeld worden, en niet om overtreders die niet gevangen of veroordeeld zijn. Ook is er alleen gekeken naar nare ervaringen in de kindertijd en niet naar die in volwassenheid. Hier moet bij toekomstig onderzoek ook naar gekeken worden. Als laatste blijft de vraag of zelf gerapporteerde data betrouwbaar genoeg is, zonder sociaal wenselijke antwoorden. Bovendien kunnen mensen ervaringen vergeten zijn, ontkennen of minimaliseren. In de toekomst moet gekeken worden naar de relatie tussen ACE scores en volwassen uitkomsten en naar de rol van TIC in behandeling.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1289 | 2 |
Add new contribution