Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2010 (2)

Meerkeuzevragen

Vraag 1

De bestuurders van een stichting worden benoemd:

  1. Door de algemene vergadering van aandeelhouders van de stichting.
  2. Door de algemene ledenvergadering van de stichting.
  3. Door degenen die uitkeringen ontvangen van de stichting.
  4. Op een wijze die is omschreven in de statuten van de stichting.

Vraag 2

De overeenkomst van vennootschap met betrekking tot de openbare vennootschap X houdt in dat besturend vennoot A niet bevoegd is om namens de vennootschap rechtshandelingen aan te gaan waarmee een bedrag of waarde van meer dan Euro 100.000 is gemoeid. Deze beperking van de vertegenwoordigingsbevoegdheid:

  1. Kan geen externe werking hebben.
  2. Heeft externe werking, zelfs als de beperking niet in het handelsregister is ingeschreven.
  3. Heeft externe werking, mits de beperking in het handelsregister is ingeschreven.
  4. Heeft alleen externe werking als de wederpartij bij de rechtshandeling van de beperking op de hoogte was.

Vraag 3

De commanditaire vennoot:

  1. Behoeft in het verlies van de commanditaire vennootschap niet verder te delen dan tot het bedrag van hetgeen hij heeft ingebracht (of verplicht is in te brengen).
  2. Is voor de verbintenissen van de commanditaire vennootschap hoofdelijk verbonden.
  3. Is geen partij bij de overeenkomst van vennootschap.
  4. Is tevens gewoon vennoot.

Vraag 4

Welke van de onderstaande stellingen is juist?

  1. Zowel de vennoten van een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid als de vennoten van een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid zijn hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap.
  2. De vennoten van een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid zijn wel hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap, de vennoten van een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid zijn niet hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap.
  3. De vennoten van een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid zijn niet hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap, de vennoten van een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid zijn wel hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap.
  4. Noch de vennoten van een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid noch de vennoten van een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid zijn hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap.

Vraag 5

Stelling 1: Indien de notaris bij de oprichting van een NV/BV niet een zogeheten bankverklaring hecht aan de akte van oprichting is de NV/BV nietig.

Stelling 2: In het wetsvoorstel tot vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht wordt het verplichte minimumkapitaal bij oprichting van een BV gelijkgesteld met dat van een NV.

Welk alternatief is juist?

  1. Beide stellingen zijn juist.
  2. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
  3. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.
  4. Beide stellingen zijn onjuist.

Vraag 6

Jan en Sayed, twee Leidse rechtenstudenten, geven onder de naam “Jansa BV i.o.” juridisch advies aan startende ondernemers. Ten behoeve van hun online-dienstverlening sluit Jan namens de BV i.o. een duur onderhoudscontract met Hostex BV, een bekend hosting- en softwareontwikkelingsbedrijf. Als Sayed hiervan hoort is hij verontwaardigd: dat kon zijn broertje veel goedkoper! Jan en Sayed besluiten vervolgens het contract met Hostex eenzijdig schriftelijk te beëindigen. Een dag later wordt Jansa BV opgericht, met Jan en Sayed als enige bestuurders. Hostex heeft inmiddels voor de uitvoering van het contract kosten gemaakt en wenst deze schade te verhalen op Jansa BV, dan wel Jan en/of Sayed. Welke stelling is juist?

  1. Jansa BV is niet gebonden aan het contract dat Jan sloot met Hostex BV.
  2. Jansa BV is alleen aansprakelijk voor de schade van Hostex BV indien Jansa BV binnen een jaar na haar oprichting failliet gaat.
  3. Jan is eerst persoonlijk gebonden aan het contract met Hostex BV nadat Jansa BV nadrukkelijk heeft verklaard de overeenkomst niet te zullen bekrachtigen.
  4. Noch Jan noch Sayed zijn door Hostex BV aan te spreken voor haar schade.

Vraag 7

BV X is bestuurder van de failliete BV Y en door de curator hoofdelijk aansprakelijk gesteld op grond van art. 2:248 lid 1 BW. Welk alternatief is juist?

  1. De aansprakelijkheid van BV X rust tevens hoofdelijk op ieder die bestuurder is van BV X.
  2. De aansprakelijkheid van BV X rust alleen op BV X en niet op de bestuurders van BV X.
  3. De aansprakelijkheid van BV X wordt geacht alleen te rusten op ieder die bestuurder is van BV X, maar niet op BV X zelf.
  4. De aansprakelijkheid van de bestuurders van BV X vanwege haar aansprakelijkheid als bestuurder van BV Y is niet in de wet geregeld

Vraag 8

Volgens het Nederlandse NV/BV-recht kan:

  1. De algemene vergadering van aandeelhouders bindende instructies geven aan het bestuur van de vennootschap inzake concrete bestuursaangelegenheden.
  2. De algemene vergadering van aandeelhouders alleen instructies van algemene aard geven aan het bestuur van de vennootschap.
  3. Aan een niet-vennootschapsorgaan in de statuten de bevoegdheid worden verleend tot het geven van bindende instructies aan het bestuur van de vennootschap.
  4. De moedermaatschappij bij gebrek aan een concrete instructiebevoegdheid geen centrale leiding uitoefenen over haar dochtermaatschappijen.

Vraag 9

Het voorkeursrecht als bedoeld in art. 2:96a en 2:206a BW strekt tot bescherming van:

  1. Bestaande aandeelhouders.
  2. Toekomstige aandeelhouders.
  3. De vennootschap.
  4. Bestuurders.

Vraag 10

De algemene vergadering van aandeelhouders van een vennootschap waarop het structuurregime onbeperkt van toepassing is, kan de bestuurders van de vennootschap:

  1. Niet ontslaan.
  2. Te allen tijde ontslaan.
  3. Te allen tijde ontslaan, mits er aanleiding is voor ontslag op staande voet.
  4. Alleen ontslaan met toestemming van de kantonrechter.

Vraag 11

Voor welke van de hieronder genoemde alternatieven kent de wet geen verzetsregeling voor crediteuren:

  1. Juridische fusie.
  2. Intrekking van aandelen.
  3. Afstempeling van aandelen.
  4. Uitkering van dividend.

Vraag 12

Bij de naleving van de Nederlandse corporate governance code speelt het comply or explain-beginsel een belangrijke rol. Dit betekent dat een vennootschap waarop de code van toepassing is de bepalingen in de code moet naleven tenzij:

  1. Het bestuur en de raad van commissarissen tegenover de (centrale) ondernemingsraad zorgvuldig gemotiveerd uiteenzetten waarom een bepaling niet is toegepast.
  2. Het bestuur tegenover de raad van commissarissen zorgvuldig gemotiveerd uiteenzet waarom een bepaling niet is toegepast.
  3. Het bestuur en de raad van commissarissen tegenover de algemene vergadering van aandeelhouders zorgvuldig gemotiveerd uiteenzetten waarom een bepaling niet is toegepast.
  4. Het bestuur en de raad van commissarissen in een persbericht zorgvuldig gemotiveerd uiteenzetten waarom een bepaling niet is toegepast.

Vraag 13

Stel de bestuurders A, B en C van een rechtspersoon zijn blijkens de statuten elk individueel bevoegd om de rechtspersoon te vertegenwoordigen tot een transactiebedrag van € 20.000. Bestuurder A sluit een sponsorcontract met een voetbalclub ter waarde van jaarlijks € 30.000. De rechtspersoon is aan dit sponsorcontract gebonden indien:

  1. De rechtspersoon een NV of BV is, maar niet indien de rechtspersoon een stichting of vereniging is.
  2. De rechtspersoon een stichting of vereniging is, maar niet indien de rechtspersoon een NV of BV is.
  3. De rechtspersoon een NV, BV, stichting of vereniging is.
  4. De bevoegdheidsbeperking is ingeschreven in het handelsregister.

Vraag 14

Het bestuur van een besloten vennootschap benoemt Y BV tot commissaris van de vennootschap. Dit benoemingsbesluit is:

  1. Nietig.
  2. Nietig, maar kan door de algemene vergadering van aandeelhouders worden bekrachtigd.
  3. Vernietigbaar.
  4. Vernietigbaar, maar kan door de algemene vergadering van aandeelhouders worden bevestigd.

Vraag 15

Bij een aandelenfusie:

  1. Houdt zowel de verkrijgende vennootschap als de overgenomen vennootschap (‘de doelvennootschap’) op te bestaan.
  2. Houdt noch de verkrijgende noch de overgenomen vennootschap (‘de doelvennootschap’) op te bestaan.
  3. Houdt alleen de verkrijgende vennootschap op te bestaan.
  4. Houdt alleen de overgenomen vennootschap (‘de doelvennootschap’) op te bestaan.

Vraag 16

Barboel, die een eenmanszaak drijft, treedt in het handelsverkeer soms op onder de handelsnaam "Barboel BV", soms onder de handelsnaam "Barboel Fonds". Welke naam (namen) kan (kunnen) krachtens de Handelsnaamwet geoorloofd zijn?

  1. Beide namen.
  2. Alleen de naam "Barboel BV".
  3. Alleen de naam "Barboel Fonds".
  4. Geen van beide namen.

Vraag 17

Het leveren van middelen hier te lande door A aan B waarmee B het hier te lande geoctrooieerde product van C zonder diens toestemming wil gaan vervaardigen:

  1. Is zonder meer geoorloofd.
  2. Is zonder meer ongeoorloofd.
  3. Is onder omstandigheden ongeoorloofd ingevolge de bepalingen van de Rijksoctrooiwet 1995.
  4. Vindt geen regeling in de Rijksoctrooiwet 1995 doch dient volgens art. 6:162 BW beoordeeld te worden.

Vraag 18

Stelling 1: Een wiskundige methode als zodanig, die de mogelijkheid geeft de omvang van een menselijk orgaan nog beter te berekenen dan tot nu toe het geval was, is een uitvinding in de zin van de Rijksoctrooiwet 1995.

Stelling 2: Een nieuwe werkwijze om de vorm van de neus van een levend mens langs heelkundige weg te veranderen komt in beginsel voor octrooiverlening in aanmerking.

Wat is rechtens?

  1. Stelling 1 is juist, stelling 2 is juist.
  2. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
  3. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.
  4. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is onjuist.

Vraag 19

Fabrikant De Kikker te Lelystad is in de Benelux houder van het merk De Kikker. Onder dit merk brengt hij in Nederland paraplu’s in het verkeer. Bovendien exporteert hij grote hoeveelheden paraplu’s onder dit merk naar landen over de hele wereld, waaronder:

  • partij A, door hem in het verkeer gebracht in Peru;

  • partij B, door hem in het verkeer gebracht in Zweden.

Kan fabrikant De Kikker zich, op grond van zijn merkrecht, verzetten tegen het onder hetzelfde merk in Nederland op de markt brengen van deze partijen door derden, die deze partijen in Peru, respectievelijk Zweden bij De Kikker hebben gekocht?

  1. Ja, zowel wat betreft partij A als wat betreft partij B.
  2. Ja, wel wat betreft partij A, maar niet wat betreft partij B.
  3. Nee, niet wat betreft partij A, maar wel wat betreft partij B.
  4. Nee, noch wat betreft partij A, noch wat betreft partij B.

Vraag 20

Fabrikant Bontekoe is sinds 1 februari 2007 in de Benelux houder van het merk Milco, dat hij gebruikt voor allerlei zuivelproducten. Op zekere dag bemerkt hij dat zijn naaste concurrent Jan Milco het merk Milco met ingang van 1 augustus 2009 ter onderscheiding van diens zuivelproducten is gaan gebruiken. Kan Bontekoe Jan Milco met succes wegens merkinbreuk aanspreken?

  1. Nee, want Jan Milco is gerechtigd zich op de geschetste wijze van zijn eigen naam te bedienen.
  2. Ja, mits Bontekoe bewijst dat Jan Milco geen geldige reden heeft voor het gebruik van het merk.
  3. Ja, mits Bontekoe bewijst dat hij door het gedrag van Jan Milco schade heeft geleden.
  4. Ja, onder de geschetste omstandigheden zal Bontekoe met deze actie succes hebben.

Vraag 21

In de concurrentiestrijd is het profiteren door een derde van wanprestatie van een lid van een gesloten verkooporganisatie ten opzichte van degene jegens wie de wanprestatie gepleegd wordt:

  1. Zonder meer onrechtmatig.
  2. Zonder meer geoorloofd, gezien het beginsel van de vrijheid van bedrijf.
  3. Onder omstandigheden onrechtmatig.
  4. Volgens de Hoge Raad slechts in één geval ongeoorloofd, namelijk indien de wanprestatie is uitgelokt.

Vraag 22

Indien iemand in de Benelux een beeldmerk, voorstellende een koe (een teken dat roomboter pleegt te symboliseren), heeft laten inschrijven ter onderscheiding van margarine, welke merkenrechtelijke actie kan een belanghebbende dan met succes instellen?

  1. Zowel een nietigheidsactie als een vervalactie.
  2. Alleen een nietigheidsactie.
  3. Alleen een vervalactie.
  4. Noch een nietigheidsactie, noch een vervalactie.

Vraag 23

Welk alternatief is juist?

  1. Een auteursrechtelijk beschermd werk moet worden geregistreerd bij het Benelux AuteursrechtenBureau (BAB).
  2. Een auteursrechtelijk beschermd werk moet worden geregistreerd bij de Kamer van Koophandel.
  3. Een auteursrechtelijk beschermd werk moet worden geregistreerd bij een notaris.
  4. Een auteursrechtelijk beschermd werk mag worden geciteerd.

Vraag 24

Welk alternatief is juist?

  1. Verveelvoudigen betekent in de Auteurswet uitsluitend het vervaardigen van exacte kopieën.
  2. Verveelvoudigen betekent in de Auteurswet uitsluitend het vervaardigen van drie of meer kopieën.
  3. Verveelvoudigen betekent in de Auteurswet uitsluitend het vervaardigen van bewerkingen in gewijzigde vorm.
  4. Verveelvoudigen betekent in de Auteurswet zowel het vervaardigen van exacte kopieën als het vervaardigen van bewerkingen in gewijzigde vorm.

Open vragen

Open vraag 1

ABC NV is een naamloze vennootschap die de structuurregeling toepast. Zij is de houdstervennootschap van drie dochtervennootschappen. ABC NV verschaft aan elk van deze dochtervennootschappen het gehele geplaatste kapitaal. Eind 2009 ontvangt het bestuur van ABC NV een aanbod van een Belgische vennootschap die alle aandelen wil overnemen die ABC NV houdt in één van haar dochtervennootschappen. Dit aanbod betreft de in Terneuzen (Zeeuws-Vlaanderen) gevestigde belangrijke dochtervennootschap van ABC NV. Het bestuur van ABC NV staat positief tegenover het aanbod.

Deelvraag 1

Welke twee organen van de ABC NV dienen mogelijk op grond van de wet hun goedkeuring te verlenen aan de verkoop van de dochtervennootschap?

Deelvraag 2

Stel het bestuur van ABC NV gaat zonder de vereiste goedkeuring van bovenbedoelde organen over tot verkoop van de dochtervennootschap, heeft het bestuur ABC NV dan desondanks rechtsgeldig vertegenwoordigd?

Open vraag 2

Minister van Justitie Hirsch Ballin heeft op 29 oktober 2009 een wetsontwerp tot wijziging van het enquêterecht gepubliceerd. Het is de bedoeling dat bij NV’s en BV’s met een geplaatst kapitaal van 22,5 miljoen euro of meer, aandeelhouders minimaal 1% van het geplaatste kapitaal moeten vertegenwoordigen om een verzoek tot het instellen van een onderzoek te mogen doen.

Deelvraag 1

Krijgen de aandeelhouders hierdoor gemakkelijker of juist minder gemakkelijk toegang tot de Ondernemingskamer?

Deelvraag 2

Het wetsontwerp bepaalt verder dat de Ondernemingskamer de belangen van allen die bij de vennootschap zijn betrokken moet afwegen als een ‘onmiddellijke voorziening’ noodzakelijk blijkt. Op grond van welke wetsbepaling kan de Ondernemingskamer thans onmiddellijke voorzieningen treffen, en kan de Ondernemingskamer dan alleen de voorzieningen van art. 2:356 BW treffen?

Open vraag 3

Deelvraag 1

Wat is er vreemd aan de formulering ‘indien daardoor bij het publiek verwarring kan ontstaan, inhoudende het gevaar van associatie met het merk’ in art. 2 .20 lid 1 sub b BVIE?

Deelvraag 2

Hoe is dit in de rechtspraak van het Hof van Justitie opgelost?

Antwoordindicatie

Meerkeuzevragen

  1. D

  2. C

  3. A

  4. A

  5. D

  6. A

  7. A

  8. B

  9. A

  10. A

  11. D

  12. C

  13. C

  14. D

  15. B

  16. B

  17. C

  18. D

  19. B

  20. D

  21. C

  22. B

  23. D

  24. D

Open vragen

Deelvraag 1.1

Goedkeuring van de ava op grond van art. 2:107a(1), met name onder c BW; goedkeuring van de rvc op grond van art. 2:164(1), met name onder e BW.

Deelvraag 1.2

Het bestuur heeft ABC NV rechtsgeldig vertegenwoordigd. Art. 2:107a(2) BW bepaalt: Het ontbreken van de goedkeuring van de algemene vergadering op een besluit als bedoeld in lid 1 tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van bestuur of bestuurders niet aan, en art. 2:164(2) BW bepaalt: Het ontbreken van de goedkeuring van de raad van commissarissen op een besluit als bedoeld in lid 1 tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van bestuur of bestuurders niet aan.

Deelvraag 2.1

Toegang tot het enquêterecht is voor aandeelhouders geregeld in art. 2:346 onder b BW: 10% van het geplaatste kapitaal of rechthebbende tot een aandelenbedrag van ten minste € 225.000. De voorgestelde wijziging leidt ertoe dat voor de daar bedoelde categorie vennootschappen nog slechts één grens geldt: het verschaffen van ten minste 1% van het geplaatst kapitaal. Dat is dus (> 22.500.000 : 100 = > 225.000) in het algemeen meer dan de huidige eis van € 225.000.

Deelvraag 2.2

Art. 2:249a(2) BW geeft de OK de bevoegdheid onmiddellijke voorzieningen te treffen; de OK is daarbij niet gebonden aan de voorzieningen die art. 2:356 BW noemt.

Deelvraag 3.1

associatie is veel ruimer dan verwarring.

Deelvraag 3.2

zie HvJEG inzake Puma/Sabel: associatie is niet voldoende voor merkinbreuk ingevolge het genoemde onderdeel van art. 2.20.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activities abroad, study fields and working areas:
This content is also used in .....

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2076 1