Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2012 (2)


Meerkeuzevragen

Over het onderdeel ‘vennootschapsrecht’

Vraag 1

Welke stelling is juist?

  1. Een vennoot van een maatschap is bevoegd individueel zowel beheershandelingen als beschikkingshandelingen te verrichten;
  2. Een vennoot van een maatschap is wel bevoegd individueel beheershandelingen te verrichten maar niet bevoegd individueel beschikkingshandelingen te verrichten;
  3. Een vennoot van een maatschap is niet bevoegd individueel beheershandelingen te verrichten maar wel bevoegd individueel beschikkingshandelingen te verrichten;
  4. Een vennoot van een maatschap is niet bevoegd individueel beheershandelingen of beschikkingshandelingen te verrichten.

Vraag 2

Welke stelling is juist?

  1. Zowel de vennoten van een maatschap als de vennoten van een vennootschap onder firma zijn voor de schulden van de personenvennootschap voor gelijke delen aansprakelijk;
  2. De vennoten van een maatschap zijn voor de schulden van de personenvennootschap voor gelijke delen aansprakelijk, maar de vennoten van een vennootschap onder firma zijn voor de schulden van de personenvennootschap hoofdelijk aansprakelijk;
  3. De vennoten van een maatschap zijn voor de schulden van de personenvennootschap hoofdelijk aansprakelijk, maar de vennoten van een vennootschap onder firma zijn voor de schulden van de personenvennootschap voor gelijke delen aansprakelijk;
  4. Zowel de vennoten van een maatschap als de vennoten van een vennootschap onder firma zijn voor de schulden van de personenvennootschap hoofdelijk aansprakelijk.

Vraag 3

Welke stelling is juist?

  1. Wanneer een commanditaire vennoot het beheersverbod overtreedt wordt die vennoot voor gelijke delen aansprakelijk voor de schulden van de commanditaire vennootschap;
  2. Wanneer een commanditaire vennoot het beheersverbod overtreedt wordt die vennoot hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de commanditaire vennootschap;
  3. Wanneer een commanditaire vennoot het beheersverbod overtreedt wordt die vennoot hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de commanditaire vennootschap voor zover die schulden niet door de gewone vennoten kunnen worden voldaan;
  4. Wanneer een commanditaire vennoot het beheersverbod overtreedt heeft dat niet tot gevolg dat die vennoot aansprakelijk wordt voor de schulden van de commanditaire vennootschap.

Vraag 4

De statuten van een naamloze of besloten vennootschap bevatten de volgende bepalingen over de vertegenwoordigingsbevoegdheid:

(1) Bestuurder X is niet bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen;

(2) Bestuurder Z is slechts bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen na goedkeuring van de algemene vergadering.

De inhoud van deze statutaire bepalingen is ook gepubliceerd in het handelsregister.

Welke stelling is juist?

  1. Zowel de bepaling onder (1) als de bepaling onder (2) hebben externe werking;
  2. De bepaling onder (1) heeft wel externe werking, maar de bepaling onder (2) heeft geen externe werking;
  3. De bepaling onder (1) heeft geen externe werking, maar de bepaling onder (2) heeft wel externe werking;
  4. De bepaling onder (1) en de bepaling onder (2) hebben geen van beide externe werking.

Vraag 5

In een enquêteprocedure kan de Ondernemingskamer oordelen dat sprake is van gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid van een rechtspersoon en dat sprake is van wanbeleid van een rechtspersoon. Daarbij geldt dat de Ondernemingskamer:

  1. Wanneer zij tot het eerste oordeel komt verplicht is een onderzoek naar het beleid van die rechtspersoon te bevelen, en wanneer zij tot het tweede oordeel komt verplicht is ten aanzien van die rechtspersoon voorzieningen te treffen;
  2. Wanneer zij tot het eerste oordeel komt verplicht is een onderzoek naar het beleid van die rechtspersoon te bevelen, maar wanneer zij tot het tweede oordeel komt niet verplicht is ten aanzien van die rechtspersoon voorzieningen te treffen;
  3. Wanneer zij tot het eerste oordeel komt niet verplicht is een onderzoek naar het beleid van die rechtspersoon te bevelen, maar wanneer zij tot het tweede oordeel komt wel verplicht is ten aanzien van die rechtspersoon voorzieningen te treffen;
  4. Wanneer zij tot het eerste oordeel komt niet verplicht is een onderzoek naar het beleid van die rechtspersoon te bevelen, en wanneer zij tot het tweede oordeel komt niet verplicht is ten aanzien van die rechtspersoon voorzieningen te treffen.

Vraag 6

De eerste fase van een enquêteprocedure kan ertoe leiden dat de Ondernemingskamer een onderzoek naar het beleid van een naamloze of besloten vennootschap beveelt en de tweede fase van een enquêteprocedure kan ertoe leiden dat de Ondernemingskamer ten aanzien van een naamloze of besloten vennootschap definitieve voorzieningen treft. Daarbij geldt als uitgangspunt dat:

  1. Het verzoek tot het bevelen van een onderzoek en het verzoek definitieve voorzieningen te treffen zowel kunnen worden gedaan door de aandeelhouders als door een vakbond;
  2. Het verzoek tot het bevelen van een onderzoek alleen kan worden gedaan door de aandeelhouders en niet door een vakbond, en het verzoek definitieve voorzieningen te treffen niet kan worden gedaan door aandeelhouders van een naamloze of besloten vennootschap maar alleen door een vakbond;
  3. Het verzoek tot het bevelen van een onderzoek alleen kan worden gedaan door een vakbond en niet door de aandeelhouders, en het verzoek definitieve voorzieningen te treffen alleen kan worden gedaan door de aandeelhouders en niet door een vakbond;
  4. Het verzoek tot het bevelen van een onderzoek en het verzoek definitieve voorzieningen te treffen niet kunnen worden gedaan door de aandeelhouders en ook niet door een vakbond.

Vraag 7

In zijn uitspraak van 10 januari 1997, NJ 1997, 360 (Van de Ven) heeft de Hoge Raad beslist dat voor aansprakelijkheid op de voet van art. 2:9 BW:

  1. Voldoende is dat aan een bestuurder een gering verwijt kan worden gemaakt;
  2. Vereist is dat aan een bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt;
  3. Vereist is dat aan een bestuurder het verwijt moet kunnen worden gemaakt dat die bestuurder bewust roekeloos of opzettelijk handelde;
  4. Vereist is dat aan een bestuurder het verwijt moet kunnen worden gemaakt dat die bestuurder opzettelijk handelde.

Vraag 8

In zijn uitspraak van 9 juli 2010, NJ 2010, 544 (ASMI) heeft de Hoge Raad beslist dat bij conflicten tussen bestuur en aandeelhouders:

  1. De raad van commissarissen de verplichting heeft een bemiddelende rol te vervullen tussen aandeelhouders en bestuur;
  2. De raad van commissarissen de verplichting heeft een bemiddelende rol te vervullen tussen aandeelhouders en bestuur wanneer de raad door de aandeelhouders wordt benaderd met verzoeken om bemiddeling;
  3. De raad van commissarissen de vrijheid heeft om een afweging te maken of bemiddeling tussen aandeelhouders en bestuur wenselijk is;
  4. De raad van commissarissen de vrijheid heeft om een afweging te maken of bemiddeling tussen aandeelhouders en bestuur wenselijk is, maar verplicht is over te gaan tot bemiddeling wanneer de raad wordt benaderd met verzoeken om bemiddeling door aandeelhouders die ten minste een tiende gedeelte van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen.

Vraag 9

Wanneer in de statuten van een naamloze of besloten vennootschap is opgenomen dat de algemene vergadering bepaalde besluiten slechts kan nemen met een meerderheid van ten minste tweederde van de uitgebrachte stemmen, stellen de statuten aan die besluitvorming het vereiste van:

  1. Een volstrekte meerderheid;
  2. Een versterkte meerderheid;
  3. Een aanwezigheidsquorum;
  4. Een besluitvormingsquorum.

Vraag 10

Tenzij in de statuten van een naamloze of besloten vennootschap anders is bepaald, is bij uitgifte van aandelen het voorkeursrecht niet van toepassing op preferente aandelen. Deze regel brengt mee dat:

  1. Bij uitgifte van gewone aandelen zowel houders van gewone aandelen als houders van preferente aandelen voorkeursrecht hebben;
  2. Bij uitgifte van gewone aandelen houders van gewone aandelen wel, maar houders van preferente aandelen geen voorkeursrecht hebben;
  3. Bij uitgifte van preferente aandelen zowel houders van gewone aandelen als houders van preferente aandelen voorkeursrecht hebben;
  4. Bij uitgifte van preferente aandelen houders van gewone aandelen wel, maar houders van preferente aandelen geen voorkeursrecht hebben.

Vraag 11

Kenmerkend voor een zuivere splitsing is dat:

  1. Het vermogen van één rechtspersoon die ophoudt te bestaan wordt verkregen door één andere rechtspersoon;
  2. De vermogens van twee of meer rechtspersonen die ophouden te bestaan worden verkregen door één andere rechtspersoon;
  3. Het vermogen van één rechtspersoon die ophoudt te bestaan wordt verkregen door twee of meer andere rechtspersonen;
  4. Een gedeelte van het vermogen van één rechtspersoon die blijft voortbestaan wordt verkregen door één of meer andere rechtspersonen.

Vraag 12

De kenmerken van een groep in de zin van Boek 2 BW zijn de aanwezigheid van:

  1. Economische eenheid, organisatorische verbondenheid en aansprakelijkheid tegenover derden voor elkaars schulden;
  2. Centrale leiding en aansprakelijkheid tegenover derden voor elkaars schulden;
  3. Economische eenheid, organisatorische verbondenheid en centrale leiding;
  4. Economische eenheid, organisatorische verbondenheid, centrale leiding en aansprakelijkheid tegenover derden voor elkaars schulden.

Vraag 13

Een naamloze of besloten vennootschap mag aan haar aandeelhouders slechts dividend uitkeren voor zover haar eigen vermogen groter is dan het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal vermeerderd met de reserves die krachtens de wet of de statuten moeten worden aangehouden. Deze regel houdt in dat dividenduitkeringen toelaatbaar zijn wanneer:

  1. Het eigen vermogen van de vennootschap groter is dan het vreemd vermogen;
  2. De vennootschap beschikt over een positieve vrije reserve;
  3. De vennootschap volgens de winst- en verliesrekening winst heeft gemaakt;
  4. Het vreemd vermogen van de vennootschap kleiner is dan de positieve vrije reserve.

Vraag 14

Een regeling in de statuten van een naamloze of besloten vennootschap over de benoeming van enkele bestuurders of commissarissen door een derde (dat wil zeggen door een persoon buiten de vennootschap) is:

  1. Mogelijk voor benoeming van zowel bestuurders als commissarissen;
  2. Alleen mogelijk voor benoeming van bestuurders en commissarissen van een besloten vennootschap;
  3. Alleen mogelijk voor benoeming van commissarissen;
  4. Alleen mogelijk voor benoeming van commissarissen van een naamloze vennootschap.

Vraag 15

Een bepaling in de statuten van een naamloze of besloten vennootschap die regelt dat het bestuur zich dient te gedragen naar de aanwijzingen van een orgaan van de vennootschap op nader in de statuten aangegeven terreinen:

  1. Kan alleen betrekking hebben op aanwijzingen over de algemene lijnen van het te voeren beleid;
  2. Kan betrekking hebben op aanwijzingen over zowel de algemene lijnen van het voeren beleid als de concrete uitvoering daarvan;
  3. Kan bij een naamloze vennootschap betrekking hebben op aanwijzingen over zowel de algemene lijnen van het voeren beleid als de concrete uitvoering daarvan, maar bij een besloten vennootschap alleen betrekking hebben op algemene aanwijzingen;
  4. Kan bij een besloten vennootschap betrekking hebben op aanwijzingen over zowel de algemene lijnen van het voeren beleid als de concrete uitvoering daarvan, maar bij een naamloze vennootschap alleen betrekking hebben op algemene aanwijzingen.

Over het onderdeel ‘intellectueel eigendomsrecht’

Vraag 16

In 2007 wordt aan Kwibus een Nederlands octrooi verleend (op een in 2006 door hem ingediende aanvrage) voor een bepaald mechanisme van een vulpotlood. Achteraf blijkt echter dat dit mechanisme al in Japan bekend was uit een reeds in 1938 gepubliceerd Japans octrooischrift.

Welk alternatief is juist?

  1. Het Nederlandse octrooi kan worden nietigverklaard, in beginsel met terugwerkende kracht;
  2. Het Nederlandse octrooi kan worden nietigverklaard. De Rijksoc­trooiwet 1995 kent daarbij geen terugwerkende kracht;
  3. De bekendheid uit het Japanse octrooischrift is irrelevant in de verleningsproce dure met betrekking tot het Nederlandse octrooi;
  4. Het Nederlands octrooi is van rechtswege nietig.

Vraag 17

Ten aanzien van het begrip “overeenstemmend teken” in art. 2.20, lid 1, onder b Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom geldt:

  1. dat daarvan slechts sprake is indien het merk en het be­weerdelijk inbreukmakende teken identiek zijn;
  2. dat daarvan slechts sprake is indien het publiek het merk en het beweerdelijk inbreukmakende teken met elkaar verwart;
  3. dat daarvan sprake is ingeval van direct of indi­rect verwarringsgevaar bij het publiek tussen het merk en het beweerdelijk inbreukmakende teken;
  4. dat daarvan niet alleen in het onder C bedoelde geval spra­ke is, maar ook ingeval van associatiegevaar bij het publiek tussen het merk en het beweerdelijk inbreukmakende teken, zonder dat er tevens sprake is van verwarringsgevaar.

Vraag 18

Arba NV is in de Benelux houdster van het modelrecht voor een schaal. Identieke schalen worden in Duitsland in het verkeer gebracht door Wurst AG, een vennootschap die geen enkele juridische of economische band met Arba heeft. In de V.S. wordt de betrokken schaal in het verkeer gebracht door de vennoot­schap Aldrikant, een 100% dochter van Arba. Op een dag bemerkt Arba dat een zekere Virully schalen in Duitsland (afkomstig van Wurst AG) en in de V.S. (afkomstig van Aldrikant) opkoopt en in Luxemburg invoert en verder verkoopt.

Kan Arba hiertegen met succes optreden?

  1. Ja, tegen schalen uit de V.S. en Duitsland;
  2. Alleen tegen schalen uit de V.S.;
  3. Alleen tegen schalen uit Duitsland;
  4. Nee, noch tegen schalen uit de V.S., noch tegen schalen uit Duitsland.

Vraag 19

Wat is indirecte octrooi-inbreuk?

  1. Het verschaffen van middelen tot octrooi-inbreuk;
  2. Octrooi-inbreuk door een licentiehouder;
  3. Octrooi-inbreuk door een dochtervennootschap in een concern, toegerekend aan de moeder;
  4. Octrooi-inbreuk waarvan de elementen door de inbreukmaker niet ineens maar in etappes worden vervuld.

Vraag 20

Aan A is op 2 maart 2011 een werkwijzeoctrooi verleend voor een procédé dat rechtstreeks leidt tot een bepaald soort glazen vazen. Tevens heeft hij per die datum een Benelux-modelrecht verkregen op de sierlijke vorm van de vazen. B maakt in Nederland per 1 februari 2012 via een andere methode precies dezelfde vazen en hij geeft deze dezelfde sierlijke vorm. Kan A met succes iets tegen B ondernemen?

  1. A kan B alleen wegens octrooi-inbreuk aanspreken;
  2. A kan B alleen wegens modelinbreuk aanspreken;
  3. A kan B zowel wegens octrooi-inbreuk als wegens modelinbreuk aan­spreken;
  4. A kan B niet op grond van octrooi-inbreuk en ook niet op grond van modelinbreuk aanspreken.

Vraag 21

Jansen drijft te Utrecht al sinds 1995 een kapsalon onder de naam “De Windhoos”. Op een kwade dag wordt hij in rechte wegens merkinbreuk aangesproken door Pietersen, die sinds 1 februari 2008 houder van het Beneluxmerk “De Windhoos” blijkt te zijn en onder dat merk haardrogers op de markt brengt. Zal Jansen een andere naam voor zijn kapsalon moeten bedenken?

  1. Nee, in dit geval mag hij zijn zaak “De Windhoos” blijven noemen;
  2. Nee, op voorwaarde dat diens zaak “De Windhoos” slechts van plaatse­lijke betekenis is;
  3. Ja, omdat de diensten van de kapsalon enerzijds en de haardro­gers anderzijds als soortgelijk aangemerkt moeten worden;
  4. Ja, omdat verwarring tussen de beide “Windhozen” te duchten is.

Vraag 22

Welke van de volgende handelsnamen is op grond van de bepalingen van de Handelsnaamwet verboden?

  1. Drogisterij “Prins Willem-Alexander”;
  2. Antiquariaat “Rembrandt”;
  3. Sigarenwinkel “Franssen & Co. ”, voor de uitsluitend door J. Frans­sen opgezette en gedreven zaak;
  4. Fietsenhandel “Antilope”, indien er ook een jonger merk “Antilo­pe” voor fietsen bestaat.

Vraag 23

Komt een nieuw computerprogramma als zodanig in aanmerking voor octrooi- en/of auteursrechtelijke bescherming?

  1. Nee, noch voor octrooirechtelijke, noch voor auteursrechtelijke bescherming;
  2. Wel voor octrooirechtelijke, maar niet voor auteursrechtelijke bescherming;
  3. Niet voor octrooirechtelijke, maar wel voor auteursrechtelijke bescherming;
  4. Ja, zowel voor octrooirechtelijke, als voor auteursrechtelijke bescherming.

Vraag 24

Wat is het omgekeerde van inburgering van een merk?

  1. Het uit de gratie raken van een merk;
  2. De verwording van een merk tot soortnaam;
  3. Het proces waarbij een beroemd merk vervalt tot de status van een gewoon merk, met de daaraan door het Hof van Justitie van de EU verbonden consequenties;
  4. Het proces waarbij een merk steeds minder bekendheid geniet bij het grote publiek en steeds meer bij een bepaald deel van het pu­bliek.

Vraag 25

Welke voorwaarde maakt geen deel uit van de drie-stappen-toets in het TRIPS-verdrag?

  1. Beperkingen op het auteursrecht mogen slechts betrekking hebben op bepaalde bijzondere gevallen;
  2. Beperkingen op het auteursrecht mogen geen afbreuk doen aan de normale exploitatie van werken;
  3. Beperkingen op het auteursrecht mogen de wettige belangen van rechthebbenden niet onredelijk schaden;
  4. Beperkingen op het auteursrecht mogen alleen betrekking hebben op een werk dat reeds voor de eerste maal rechtmatig openbaargemaakt is.

Open vragen

Over het onderdeel ‘vennootschapsrecht’

Open vraag 1 (totale waarde vijf punten)

A BV heeft drie aandeelhouders, te weten X, Y en Z. Het geplaatste kapitaal van A BV is verdeeld in 1000 aandelen met dezelfde nominale waarde. X houdt 500 aandelen, Y houdt 475 aandelen en Z houdt 25 aandelen. Begin 2012 verwerft X het gehele pakket aandelen van Y. X biedt daarop Z aan ook het aandelenpakket van Z over te nemen. Z weigert dit.

Deelvraag 1.1 (waarde drie punten)

Geeft de wettelijke regeling van de besloten vennootschap X een mogelijkheid om de aandelen van Z, ondanks de weigering van Z, op eenvoudige wijze te verwerven?

Deelvraag 1.2 (waarde twee punten)

Stel dat in statuten van A BV een regeling is opgenomen die inhoudt dat de algemene vergadering van A BV besluiten altijd bij unanimiteit moet nemen. Heeft dit gevolgen voor de mogelijkheid voor X om de aandelen van Z heeft op eenvoudige wijze te verwerven?

Open vraag 2 (totale waarde vijf punten)

M BV wil haar activiteiten uitbreiden. Op haar balans staat weliswaar een positieve reserve, maar haar financiële middelen zijn onvoldoende om de gewenste uitbreiding te realiseren. Deze kwestie wordt door het bestuur en de aandeelhouders besproken tijdens de algemene vergadering die begin 2012 plaatsvindt. Dit leidt tot twee besluiten: een besluit van het bestuur en een besluit van de algemene vergadering.

Deelvraag 2.1 (waarde drie punten)

Omdat niet alle aandeelhouders van M BV hun aandelen volledig hebben volgestort, besluit het bestuur de aandeelhouders die niet aan hun volledige stortingsplicht hebben voldaan te vragen het restant bij te storten. Eén aandeelhouder (Z) weigert dit met het argument dat hij een vordering heeft op de vennootschap zodat hij zich kan beroepen op verrekening.

Komt aan Z een beroep op verrekening toe?

Deelvraag 2.2 (waarde twee punten)

De algemene vergadering besluit bij grote meerderheid dat iedere aandeelhouder aan M BV een lening zal verstrekken tegen een lage rente en met een looptijd van tien jaar. Eén aandeelhouder (wederom Z) stemt tegen dit besluit en geeft aan dat hij niet bereid is dat besluit uit te voeren.

Heeft het besluit van de algemene vergadering tot gevolg dat Z verplicht is M BV een lening te verstrekken?

Over het onderdeel ‘intellectueel eigendomsrecht’

Open vraag 3 (waarde drie punten)

De student Kooistra, in opleiding tot werktuigbouwkundig inge­nieur, loopt stage bij de motorenfabriek Clavan B.V. te Rotterdam. Tijdens deze stage vindt hij – op het terrein van zijn werkzaamheden – een revolutionaire motor uit. Kooistra wil voor deze motor een Nederlands octrooi aanvragen, doch Clavan B.V. meent dat Kooistra op octrooi geen aanspraak kan maken. Vaststaat dat Kooistra’s stageovereenkomst in dit opzicht niets bevat dat in casu van belang zou kunnen zijn.

Wie heeft/hebben in dit geval aanspraak op het octrooi: Kooistra, Clavan B.V., of beiden, en waarom?

Open vraag 4 (waarde twee punten)

Pedrokos drijft sinds 1990 onder de handelsnaam Pedroboot een kleine jachtwerf te Amsterdam. Deze handelsnaam geniet bekendheid in Noord- en Zuid-Holland en in Utrecht. In 2006 opent hij een tweede vestiging van zijn bedrijf in Maastricht. Ook hier voert hij de handelsnaam Pedroboot. Vervolgens ontstaat er over de handelsnaam ruzie met een zekere Pedro die sedert 2000 te Maastricht een jachtwerf drijft onder de in heel Maastricht bekende handelsnaam Pedroboot.

Wie kan met succes een verbodsactie instellen met betrekking tot de handelsnaam Pedroboot, voor zover die in Maastricht wordt gevoerd, Pedro of Pedrokos?

Antwoordindicatie

Meerkeuzevragen

  1. B

  2. B

  3. B

  4. B

  5. D

  6. A

  7. B

  8. C

  9. B

  10. B

  11. C

  12. C

  13. B

  14. C

  15. A

  16. A

  17. C

  18. A

  19. A

  20. B

  21. A

  22. C

  23. C

  24. B

  25. Geen antwoordindicatie beschikbaar

Open vraag 1

Antwoord 1.1

Ja, de wettelijke regeling van art. 2:201a BW geeft een aandeelhouder, die voor eigen rekening ten minste 95% van het geplaatste kapitaal verschaft, de mogelijkheid tegen de gezamenlijke andere aandeelhouders een vordering in te stellen tot overdracht van hun aandelen. Dit wordt de “uitkoopregeling” genoemd. Voor de NV bestaat een vergelijkbare bepaling in art. 2:92 BW.

Antwoord 1.2

Nee, weliswaar bepaalt art. 2:201a(4) BW dat de rechter de vordering afwijst indien een gedaagde houder is van een aandeel waaraan de statuten een bijzondere zeggenschapsrecht toekennen, maar die bepaling gaat (alleen) over prioriteitsaandelen.

Open vraag 2

Antwoord 2.1

Nee, dit blijkt uit art. 2:191(3) BW: een aandeelhouder is niet bevoegd tot verrekening.

Antwoord 2.2

Nee, dit blijkt uit art. 2:192 BW. De tweede zin van dit artikel bepaalt dat aan een aandeelhouder niet tegen zijn wil enige verplichting kan worden opgelegd. De aandeelhouder kan dus ook niet tegen zijn wil verplicht worden bóven het nominale bedrag te storten.

Open vraag 3

Clavan B.V., zie art. 12 leden 2 en 5 ROW 1995; In Kooistra’s stageovereenkomst is immers niet bepaald dat van art. 12 lid 2 ROW wordt afgeweken.

Open vraag 4

Pedro, omdat die als eerste in Maastricht de handelsnaam voerde, zie art. 5 HNW.

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....

Onderneming en Recht - UL - B2 - Oefenbundel - Gedeelte Onderneming & Recht

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit winter 2018

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit winter 2018


Vragen

Vraag 1

Verhuisbedrijf Major Movers BV, gevestigd te Rotterdam (Zuid-Holland) verhuist spullen in zowel Nederland als de rest van de wereld. Daarnaast biedt Major Movers BV ook de mogelijkheid om spullen tijdelijk op te slaan in de pakhuizen die ze hebben. Dankzij de aantrekkende economie krijgt het verhuisbedrijf veel nieuwe opdrachten van expats die van en naar Nederland verhuizen, de spullen moeten vaken tijdelijk opgeslagen worden in de pakhuizen. Het bestuur van Major Movers BV, bestaande uit Dijkhuizen (voorzitter), Palboom (financieel directeur) en Redding (technisch directeur) besluit daarom een nieuwe opslagloods te laten bouwen. Dijkhuizen en Redding geven bouwbedrijf BUILD NV opdracht tot de bouw van een nieuw pakhuis; de totale bouwkosten bedragen 550.000 euro. Door de enorme werkdruk vergeet het bestuur de Raad van Commissarissen hierover te informeren en goedkeuring te vragen. Redding herinnert Dijkhuizen hier diverse keren aan, maar laat het vervolgens rusten. Als de voorzitter van de Raad van Commissarissen, Niklaassen, het bericht in de plaatselijk krant leest is hij dan ook verontwaardigd.

Hij en de andere twee commissarissen eisen tekst en uitleg van het bestuur, temeer als blijkt dat een ander bouwbedrijf het pakhuis aanzienlijk goedkoper had kunnen bouwen.
De statuten van Major Movers BV bevatten de volgende bepalingen die voor de beantwoording van belang kunnen zijn:

  • De naam van de vennootschap: Major Movers BV;
  • Vertegenwoordigingsbevoegdheid: Naast het bestuur is de voorzitter samen met een medebestuurder bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen;
  • Commissarissen: De vennootschap heeft een Raad van Commissarissen bestaande uit minimaal één en maximaal drie commissarissen;
  • Besluiten: Investeringen boven 200.000 euro moeten worden goedgekeurd door de commissarissen.

Aan alle inschrijvingsverplichtingen is voldaan.

Deelvraag 1.1 (2 pnt)

Is het door het bestuur van Major Movers BV genomen besluit geldig, nietig of vernietigbaar? Geef een korte toelichting.

Deelvraag 1.2 (4 pnt)

Is Major Movers BV gebonden aan het contract met BUILD NV? Motiveer uw antwoord met gebruikmaking van het stappenplan. Uw antwoord op deelvraag 1.1 hoeft u niet in de beantwoording mee te nemen.

Deelvraag 1.3 (4 pnt)

Ziet u mogelijkheden de bestuurders van Major Mvoers BV aansprakelijk te stellen? Besteed in uw antwoord in ieder geval aandacht aan de volgende aspecten: de wettelijke grondslag, wie i.c. de bestuurders aansprakelijk kan/kunnen stellen en wie van de bestuurders aansprakelijk kan/kunnen worden gesteld.

Vraag 2

De drie kamergenoten Linda, Roos en Jessica wonen samen met nog een aantal andere pas afgestudeerden in een gezamenlijke woning in het centrum van Amsterdam. Ze zijn handig met een camera en besluiten over hun leven in de Amsterdamse mode wereld te gaan vloggen. De hype slaat snel aan en de dames krijgen al snel meer dan een miljoen subscribers. De drie designers kiezen ervoor hun vlogs voortaan te publiceren onder de naam ‘Lavish Styles vof’ om zo nog meer naamsbekendheid te verwerven.

.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit lente 2018

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit lente 2018


Vragen

Vraag 1

Ali Achaboun is stucadoor en doet opdrachten voor de mensen die het best betalen. Ali zou alleen inmiddels ook wel wat mensen voor hem willen laten werken.. Daarom besluit Ali een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid op te richten. Nog voordat de vennootschap is opgericht neemt Ali op 1 februari 2017 drie stukadoors aan aan en tekent de arbeidsovereenkomsten in naam van Smooth Sailing BV i.o. Ook tekent Ali in naam van de op te richten BV op 1 februari 2017 een overeenkomst van opdracht met BOOM Builders BV om een stel muren af te werken in drie recent gebouwde appartementen. Die nieuwe werknemers gaan direct aan de slag met het nodige stucwerk.
Op 15 maart 2017 wordt Smooth Sialing BV bij notariële akte opgericht. Ali Achaboun neemt 100 aandelen met een nominale waarde van € 1,- per aandeel en wordt (naast enig aandeelhouder) tevens de bestuurder van Smooth Sailing BV. In die hoedanigheid bekrachtigt Ali Achaboun op de dag van de oprichting van de BV de overeenkomst van opdracht met BOOM Builders BV, maar niet de overeenkomsten met de twee stucadoors die hij had aangenomen.

Deelvraag 1.1 (2 pnt)

Kunt u aangeven wat het geplaatst kapitaal van Smooth Sailing BV op 15 maart 2017 is? Zo nee, welke informatie ontbreekt? Verwijs naar relevante wetgeving.

Deelvraag 1.2 (3 pnt)

Is Smooth Sailing BV gebonden aan de met de twee werknemers gesloten arbeidsovereenkomsten? Leg uit waarom wel of juist niet

Deelvraag 1.3 (4 pnt)

De zaken gaan goed en Ali Achaboun wil wat gaan uitbreiden. Hij zoekt en vindt een zakelijke partner in Hans Kretteman. Ze komen overeen dat Ali 49 van zijn 100 aandelen overdraagt aan Hans tegen betaling van €1.500,- per aandeel. De statuten van Smooth Sailing BV bevatten geen bijzondere bepalingen over de overdracht van aandelen.

Leg aan de hand van relevante wettelijke bepalingen uit op welke wijze Ali Achaboun de aandelen rechtsgeldig kan overdragen aan Hans Kretteman en wanneer hij zijn aandeelhoudersrechten kan uitoefenen.

Deelvraag 1.4 (8 pnt)

Na bijna twee jaar gaan de zaken toch iets slechter en wordt het voor Ali Achaboun wel wat lastiger. De vennootschap heeft inmiddels 40 werknemers in dienst die werkzaam zijn op tien verschillende plekken om daar het stucwerk te doen. Door allerlei fouten wordt het stucwerk echter vaak zeer halfbakken gedaan waardoor opdrachtgevers weigeren te betalen tenzij de zaken rechtgezet worden, Ali raakt hier qua cashflow flink mee in de problemen en kan de salairissen niet meer betalen. Op 25 februari 2018 wordt Smooth Sailing BV failliet verklaard. De curator, mr. Knaak, gaat direct op zoek naar de administratie, maar merkt al snel dat deze zeer gering is en kan alleen een paar van de contracten vinden die Smooth Sailing heeft getekend.

Kan mr. Knaak de bestuurder van

.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2017

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2017


Vragen

Vraag 1

Scheepsbouw Harlingen BV exploiteert in Harlingen een aantal scheeps- werven waar zij kleine vissersschepen bouwt. Zij wil één van deze scheepswerven uitbreiden om ook middelgrote vissersschepen te kunnen bouwen. Scheepsbouw Harlingen BV heeft onvoldoende middelen om de uitbreiding te kunnen financieren. Om de uitbreiding toch mogelijk te ma- ken, gaat zij samenwerken met Urk Schepen BV, die ook een aantal scheepswerven exploiteert. Scheepsbouw Harlingen BV en Urk schepen BV komen overeen dat Urk Schepen BV gaat participeren in de scheepswerf in Harlingen. Urk Schepen BV stelt € 20.000.000,- ter beschikking en Scheepsbouw Harlingen BV wijzigt de eigendomsverhouding van de scheepswerf door de scheepswerf in mede-eigendom over te dragen aan Urk Schepen BV. De waarde van de scheepswerf is € 20.000.000,-. Scheepsbouw Harlingen BV en Urk Schepen BV komen ook overeen dat eventuele winst die de scheepswerf maakt gelijk tussen hen zal worden verdeeld, maar dat Scheepsbouw Harlingen BV alle eventuele verliezen die de scheepswerf lijdt voor haar rekening zal nemen. Scheepsbouw Harlingen BV en Urk Schepen BV geven uit overwegingen van concurrentie geen ruchtbaarheid aan hun samenwerking. De leiding over de scheepswerf leggen zij in handen van een door hen samen aangesteld managementteam.

Deelvraag 1.1 (7 pnt)

Hoe kwalificeert u de samenwerking tussen Scheepsbouw Harlingen BV en Urk Schepen BV in ondernemingsrechtelijke zin ? Motiveer uw antwoord aan de hand van het stappenplan.

Deelvraag 1.2 (3 pnt)

Na vijf jaar besluiten Scheepsbouw Harlingen BV en Urk Schepen BV hun samenwerking te beëindigen. Scheepsbouw Groningen BV zal de scheeps- werf alleen voortzetten. Scheepsbouw Harlingen BV en Urk Schepen BV komen overeen dat Scheepsbouw Harlingen BV te scheepswerf (die inmiddels een waarde heeft van € 30.000.000,-) weer in eigendom zal verkrijgen, dat Urk Schepen BV € 20.000.000,- zal ontvangen, en dat de winst na betaling van alle openstaande vorderingen van derden tussen hen beide zal worden verdeeld. Nadat alle vorderingen van derden zijn voldaan, blijkt uit de eindbalans dat de volgende activa resteren:

  • scheepswerf: waarde: € 30.000.000,-
  • positief saldo bankrekening: € 40.000.000,-.

Hoe wordt het vermogen tussen Scheepswerf Harlingen en Urk Schepen BV verdeeld ?

Deelvraag 1.3 (2 pnt)

In dit geval waren Scheepsbouw Harlingen BV en Urk Schepen BV overeengekomen dat Scheepsbouw Harlingen BV alle eventuele verliezen die de scheepswerf lijdt voor haar rekening zal nemen. Hoe beoordeelt u de (in dit geval niet gemaakte) afspraak die zou inhouden dat Scheepsbouw Harlingen BV niet alleen alle eventuele verliezen voor haar rekening zal nemen, maar ook alle eventuele winst die de scheepswerf maakt zal krijgen?

Vraag 2

De structuurvennootschap Drukkerij en Uitgeverij Lezen BV geeft boeken en tijdschriften uit in tien verschillende talen. Het bestuur bestaat uit P. Colden (Chief executive officer (CEO)), A. Yildrim (Chief financial officer (CFO)) en K. Van Straten (Chief operational officer (COO)). De raad van

.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2016

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2016


Vragen

Vraag 1 (totale waarde 14 punten)

De research and development-afdeling van Samsung heeft revolutionair onderzoek verricht naar het verduurzamen van batterijen en accu’s. Deze batterijen en accu’s zijn interessant voor de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden. Vele autofabrikanten zijn geïnteresseerd in de producten van Samsung en willen een samenwerking aangaan met Samsung. Uiteindelijk bereiken Samsung en Audi overeenstemming. De R&D- afdelingen van beide multinationals gaan samenwerken in de verdere ontwikkeling van duurzame batterijen en accu’s. De partners verwachten grote belangstellingvoor hun product. Er wordt gekozen voor het oprichten van een N.V., genaamd Green Roads N.V. De kosten voor de ontwikkeling zullen beide partners naar rato dragen en tevens zullen zij naar rato delen in de winsten. Aangezien Samsung de uitvinder van het product is, wil Samsung een meerderheidsbelang houden. Samsung verkrijgt 60% van de aandelen en Audi 40% van de aandelen. Het maatschappelijk kapitaal van Green Roads N.V. bedraagt EUR 2.300.000. Het geplaatst en volgestort kapitaal bedraagt EUR 2.000.000. De nominale waarde van een aandeel is EUR 1000. De vennootschap kent slechts aandelen op naam. Na jaren van ontwikkeling is het eerste prototype van de nieuwe elektrische auto klaar voor gebruik. Het nieuwe elektrisch rijden blijkt met name interessant voor busvervoer. Zodoende raken partijen in gesprek met Arriva en Arriva besluit een samenwerking aan te gaan met beide multinationals. Besloten wordt dat Green Roads N.V. 4000 400 aandelen met een totale waarde van EUR 400.000 uitgeeft aan Arriva.

Vraag 1a (waarde 7 punten)

Partijen nemen contact met u op als juridisch adviseur om de participatie van Arriva in Green Roads N.V. te verwezenlijken en vragen u om een stappenplan te maken. Geef kort weer welke handelingen moeten worden verricht om Arriva voor EUR 400.000 te laten participeren in de vennootschap. U hoeft niet in te gaan op de details over het bijeenroepen en vergaderen van het bevoegde orgaan.

Vraag 1b (waarde 2 punten)

In vervolg op het toetreden van Arriva als nieuwe aandeelhouder besluit de algemene vergadering van Green Roads N.V. over te gaan tot een statutenwijziging. In de statuten komt de volgende bepaling te staan:

‘Het bestuur zich dient te gedragen naar de aanwijzingen van de algemene vergadering van de vennootschap’.

Vervolgens geeft de algemene vergadering het bestuur de aanwijzing om een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan met Siemens. Is deze aanwijzing bindend voor bestuur?

De populariteit van elektrisch rijden neemt toe. Dit zorgt voor verschillende concurrenten op de markt. Eén van de grote concurrenten op de markt is EletroCar B.V. De aandeelhouders van Green Roads N.V. en ElectroCar B.V. zijn de moordende concurrentie zat en na vele intensieve gesprekken besluiten zij per 1 juli 2016 verder te gaan als één nieuwe rechtspersoon genaamd Electro Roads N.V.

Vraag 1c (waarde 5 punten)

Hoe kwalificeert u in casu het samengaan tussen

.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2016 (2)

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2016 (2)


Vragen

Vraag 1 (totale waarde 10 punten)

‘Stichting Kinderboerderij Leiden Oost’ is opgericht door de schatrijke mevrouw Altena. Mevrouw Altena heeft € 250.000,- beschikbaar gesteld aan de stichting met de bedoeling dat kinderen uit de buurt gratis naar de kinderboerderij kunnen gaan. De stichting huurt een stuk grond met de daarop staande boerderij en heeft een groot aantal dieren, waaronder kippen, eenden, geiten, konijnen, hamsters en pony’s. Mevrouw Altena is in de oprichtingsakte van de stichting tot eerste en enige bestuurder benoemd. De statuten van de stichting bepalen dat zij (bij terugtreden) wordt opgevolgd door één van haar neven, te beginnen met de oudste neef.

Vraag 1a (waarde 5 punten)

Is de kinderboerderij een onderneming die in het handelsregister moet worden ingeschreven? Beantwoord de vraag door te toetsen aan alle elementen van het relevante ondernemingsbegrip.

Na het terugtreden van mevrouw Altena neemt haar oudste neef, de heer Zwiers, het bestuur van de stichting op zich. De heer Zwiers vindt dat het tijd wordt om de stichting een meer professioneel en democratisch karakter te geven. In de eerste plaats besluit hij dat kinderen niet langer gratis naar de kinderboerderij kunnen gaan, maar alleen wanneer hun ouders/verzorgers een jaarlijkse contributie van 10 euro betalen. In de tweede plaats besluit hij een ‘vergadering van ouders/verzorgers’ in te stellen die binnen de stichting een groot aantal bevoegdheden krijgt. Die bevoegdheden zijn onder meer het benoemen en ontslaan van bestuurders van de stichting en van de leden van een raad van toezicht, het vaststellen van de jaarrekening van de stichting, en het nemen van een aantal beslissingen waaronder: het wijzigen van de statuten, het aangaan en opzeggen van huurovereenkomsten, beslissingen over samenwerking en fusie, het invoeren van contributies en het vaststellen van de hoogte daarvan, en ontbinding van de stichting.

Vraag 1b (waarde 5 punten)

Welk gevolg kunnen de besluiten van de heer Zwiers hebben voor het voortbestaan van de stichting?

Vraag 2 (waarde 8 punten)

Arjen, Dilber en Geert hebben als hobby het ontwikkelen van computergames. In de zomer van 2016 besluiten zij dit voortaan samen te gaan doen. Arjen en Dilber stellen elk een startkapitaal ter beschikking en zullen samen computergames gaan ontwikkelen. Ook spreken beiden af de winst die zij met de verkoop van de computergames hopen te maken onderling te verdelen. Geert zal incidenteel op verzoek van Arjen en Dilber tegen een vaste vergoeding per uur meewerken aan het ontwikkelen van de computergames. Onderling gebruiken Arjen, Dilber en Geert voor hun samenwerking de naam “Dutch Game Projects”.

Vraag 2 (waarde 8 punten)

Kwalificeer de samenwerking als rechtsvorm. Motiveer uw antwoord op basis van de gegeven

.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2013

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2013


Meerkeuzevragen

Over het onderdeel ‘vennootschapsrecht’

Vraag 1

Welke stelling is juist?

  1. Een binnen een NV of BV genomen besluit tot uitgifte van aandelen boven het bedrag van het maatschappelijk kapitaal, en een binnen een NV of BV genomen besluit tot benoeming van een rechtspersoon tot commissaris zijn beide vernietigbaar;
  2. Een binnen een NV of BV genomen besluit tot uitgifte van aandelen boven het bedrag van het maatschappelijk kapitaal is vernietigbaar, en een binnen een NV of BV genomen besluit tot benoeming van een rechtspersoon tot commissaris is nietig;
  3. Een binnen een NV of BV genomen besluit tot uitgifte van aandelen boven het bedrag van het maatschappelijk kapitaal is nietig, en een binnen een NV of BV genomen besluit tot benoeming van een rechtspersoon tot commissaris is vernietigbaar;
  4. Een binnen een NV of BV genomen besluit tot uitgifte van aandelen boven het bedrag van het maatschappelijk kapitaal, en een binnen en NV of BV genomen besluit tot benoeming van een rechtspersoon tot commissaris zijn beide nietig.

Vraag 2

In zijn arrest van 13 juli 2007, NJ 2007, 434 (ABN AMRO/LaSalle) heeft de Hoge Raad beslist:

  1. Dat het bepalen van de strategie van een vennootschap en de daaraan verbonden onderneming in beginsel een aangelegenheid is van de algemene vergadering van de vennootschap, en dat de algemene vergadering – behoudens afwijkende wettelijke of statutaire regelingen – niet verplicht is het bestuur vooraf in zijn besluitvorming te betrekken als het gaat om handelingen waartoe de algemene vergadering bevoegd is;
  2. Dat het bepalen van de strategie van een vennootschap en de daaraan verbonden onderneming in beginsel een aangelegenheid is van de algemene vergadering van de vennootschap, en dat het bestuur – behoudens afwijkende wettelijke of statutaire regelingen – verplicht is de algemene vergadering vooraf in zijn besluitvorming te betrekken als het gaat om handelingen waartoe het bestuur bevoegd is;
  3. Dat het bepalen van de strategie van een vennootschap en de daaraan verbonden onderneming in beginsel een aangelegenheid is van het bestuur van de vennootschap, en dat het bestuur – behoudens afwijkende wettelijke of statutaire regelingen – niet verplicht is de algemene vergadering vooraf in zijn besluitvorming te betrekken als het gaat om handelingen waartoe het bestuur bevoegd is;
  4. Dat het bepalen van de strategie van een vennootschap en de daaraan verbonden onderneming in beginsel een aangelegenheid is van het bestuur van de vennootschap, en dat het bestuur – behoudens afwijkende wettelijke of statutaire regelingen – verplicht is de algemene vergadering vooraf in zijn besluitvorming te betrekken als het gaat om handelingen waartoe het bestuur bevoegd is.

Vraag 3

In de statuten van Nautilus NV staat onder meer dat de vennootschap slechts kan worden vertegenwoordigd door de bestuurders Piet en Jan gezamenlijk (een zogenoemde tweehandtekeningenclausule). Deze beperking

.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2013 (2)

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2013 (2)

Meerkeuzevragen

Multiple choice vragen over het onderdeel ‘vennootschapsrecht’

Vraag 1

Bij de benoeming van de leden van een raad van commissarissen van een naamloze of besloten vennootschap die onder de structuurregeling valt

  1. Hebben de algemene vergadering en de ondernemingsraad een aanbevelingsrecht, maar voor een derde van het aantal leden moet de raad van commissarissen in beginsel de door de algemene vergadering aanbevolen persoon overnemen;
  2. Hebben de algemene vergadering en de ondernemingsraad een aanbevelingsrecht, maar voor een derde van het aantal leden moet de raad van commissarissen in beginsel de door de ondernemingsraad aanbevolen persoon overnemen;
  3. Hebben de algemene vergadering en de ondernemingsraad een aanbevelingsrecht, maar voor de helft van het aantal leden moet de raad van commissarissen in beginsel de door de algemene vergadering aanbevolen persoon overnemen;
  4. Hebben de algemene vergadering en de ondernemingsraad een aanbevelingsrecht, maar steeds voor een derde van het aantal leden moet de raad van commissarissen in beginsel de door de algemene vergadering of de ondernemingsraad aanbevolen persoon overnemen.

Vraag 2

Welke stelling is juist over de benoeming van bestuurders van een naamloze vennootschap en een besloten vennootschap die niet onder de structuurregeling valt?

  1. De benoeming van bestuurders van een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap gebeurt altijd door de gehele algemene vergadering;
  2. De benoeming van bestuurders van een naamloze vennootschap gebeurt altijd door de gehele algemene vergadering, de benoeming van bestuurders van een besloten vennootschap gebeurt door de algemene vergadering of door een vergadering van houders van aandelen van een bepaalde soort of aanduiding;
  3. De benoeming van bestuurders van een naamloze vennootschap gebeurt door de algemene vergadering of door een vergadering van houders van aandelen van een bepaalde soort of aanduiding, de benoeming van bestuurders van een besloten vennootschap gebeurt altijd door de gehele algemene vergadering;
  4. De benoeming van bestuurder van een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap gebeurt door de algemene vergadering of door een vergadering van houders van aandelen van een bepaalde soort of aanduiding.

Vraag 3

De uitkoopregeling

  1. Geeft een aandeelhouder van een naamloze vennootschap de mogelijkheid een vordering in te stellen tegen zijn mede-aandeelhouders tot overdracht van hun aandelen, mits hij voor eigen rekening ten minste 95% van het geplaatst kapitaal verschaft en hij ten minste 95% van de stemrechten in de algemene vergadering kan uitoefenen;
  2. Geeft een aandeelhouder van een besloten vennootschap de mogelijkheid een vordering in te stellen tegen zijn mede-aandeelhouders tot overdracht van hun aandelen, mits hij voor eigen rekening ten minste 95% van het geplaatst kapitaal verschaft en hij ten minste 95% van de stemrechten in de algemene vergadering kan uitoefenen;
  3. Geeft een aandeelhouder van een naamloze vennootschap de mogelijkheid een vordering in te stellen tegen zijn mede-aandeelhouders tot overdracht van hun aandelen, mits hij
.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2012

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2012


Meerkeuzevragen

Over het onderdeel ‘vennootschapsrecht’

Vraag 1

Welke stelling is juist?

  1. Zowel inbreng door de vennoten van een personenvennootschap als storting op aandelen door de aandeelhouders van een naamloze of besloten vennootschap kan bestaan uit arbeid;
  2. Inbreng door de vennoten van een personenvennootschap kan wel, maar storting op aandelen door de aandeelhouders van een naamloze of besloten vennootschap kan niet bestaan uit arbeid;
  3. Inbreng door de vennoten van een personenvennootschap kan niet, maar storting op aandelen door de aandeelhouders van een naamloze of besloten vennootschap kan wel bestaan uit arbeid;
  4. Noch inbreng door de vennoten van een personenvennootschap noch storting op aandelen door de aandeelhouders van een naamloze of besloten vennootschap kan bestaan uit arbeid.

Vraag 2

Welke stelling is juist?

  1. In een openbare maatschap en in een vennootschap onder firma kunnen zowel beroepsactiviteiten als bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend;
  2. In een openbare maatschap kunnen alleen beroepsactiviteiten worden uitgeoefend en in een vennootschap onder firma kunnen alleen bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend;
  3. In een openbare maatschap kunnen alleen bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend en in een vennootschap onder firma kunnen alleen beroepsactiviteiten worden uitgeoefend;
  4. In een openbare maatschap kunnen alleen beroepsactiviteiten worden uitgeoefend en in een vennootschap onder firma kunnen zowel beroepsactiviteiten als bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend.

Vraag 3

Welke stelling is juist?

  1. Een vennoot van een maatschap of van een vennootschap onder firma is zonder volmacht van de andere vennoten niet bevoegd de andere vennoten te vertegenwoordigen;
  2. Een vennoot van een maatschap is zonder volmacht van de andere vennoten niet bevoegd de andere vennoten te vertegenwoordigen, maar een vennoot van een vennootschap onder firma is zonder volmacht van de andere vennoten wel bevoegd de andere vennoten te vertegenwoordigen;
  3. Een vennoot van een maatschap is zonder volmacht van de andere vennoten wel bevoegd de andere vennoten te vertegenwoordigen, maar een vennoot van een vennootschap onder firma is zonder volmacht van de andere vennoten niet bevoegd de andere vennoten te vertegenwoordigen;
  4. Een vennoot van een maatschap of van een vennootschap onder firma is zonder volmacht van de andere vennoten bevoegd de andere vennoten te vertegenwoordigen.

Vraag 4

Uitkering van winst aan de aandeelhouders van een naamloze of besloten vennootschap is mogelijk:

  1. Wanneer uit de winst- en verliesrekening blijkt dat het eigen vermogen van de vennootschap groter is dan het gebonden vermogen, dat wordt gevormd door het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal;
  2. Wanneer uit de winst- en verliesrekening blijkt dat het eigen vermogen van de vennootschap groter is dan het gebonden vermogen, dat wordt gevormd door het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal vermeerderd met de verplichte reserves;
  3. Wanneer uit de balans blijkt dat het eigen vermogen van de vennootschap groter is dan het gebonden vermogen, dat wordt gevormd door het
.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2012 (2)

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2012 (2)


Meerkeuzevragen

Over het onderdeel ‘vennootschapsrecht’

Vraag 1

Welke stelling is juist?

  1. Een vennoot van een maatschap is bevoegd individueel zowel beheershandelingen als beschikkingshandelingen te verrichten;
  2. Een vennoot van een maatschap is wel bevoegd individueel beheershandelingen te verrichten maar niet bevoegd individueel beschikkingshandelingen te verrichten;
  3. Een vennoot van een maatschap is niet bevoegd individueel beheershandelingen te verrichten maar wel bevoegd individueel beschikkingshandelingen te verrichten;
  4. Een vennoot van een maatschap is niet bevoegd individueel beheershandelingen of beschikkingshandelingen te verrichten.

Vraag 2

Welke stelling is juist?

  1. Zowel de vennoten van een maatschap als de vennoten van een vennootschap onder firma zijn voor de schulden van de personenvennootschap voor gelijke delen aansprakelijk;
  2. De vennoten van een maatschap zijn voor de schulden van de personenvennootschap voor gelijke delen aansprakelijk, maar de vennoten van een vennootschap onder firma zijn voor de schulden van de personenvennootschap hoofdelijk aansprakelijk;
  3. De vennoten van een maatschap zijn voor de schulden van de personenvennootschap hoofdelijk aansprakelijk, maar de vennoten van een vennootschap onder firma zijn voor de schulden van de personenvennootschap voor gelijke delen aansprakelijk;
  4. Zowel de vennoten van een maatschap als de vennoten van een vennootschap onder firma zijn voor de schulden van de personenvennootschap hoofdelijk aansprakelijk.

Vraag 3

Welke stelling is juist?

  1. Wanneer een commanditaire vennoot het beheersverbod overtreedt wordt die vennoot voor gelijke delen aansprakelijk voor de schulden van de commanditaire vennootschap;
  2. Wanneer een commanditaire vennoot het beheersverbod overtreedt wordt die vennoot hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de commanditaire vennootschap;
  3. Wanneer een commanditaire vennoot het beheersverbod overtreedt wordt die vennoot hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de commanditaire vennootschap voor zover die schulden niet door de gewone vennoten kunnen worden voldaan;
  4. Wanneer een commanditaire vennoot het beheersverbod overtreedt heeft dat niet tot gevolg dat die vennoot aansprakelijk wordt voor de schulden van de commanditaire vennootschap.

Vraag 4

De statuten van een naamloze of besloten vennootschap bevatten de volgende bepalingen over de vertegenwoordigingsbevoegdheid:

(1) Bestuurder X is niet bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen;

(2) Bestuurder Z is slechts bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen na goedkeuring van de algemene vergadering.

De inhoud van deze statutaire bepalingen is ook gepubliceerd in het handelsregister.

Welke stelling is juist?

  1. Zowel de bepaling onder (1) als de bepaling onder (2) hebben externe werking;
  2. De bepaling onder (1) heeft wel externe werking, maar de bepaling onder (2) heeft geen externe werking;
  3. De bepaling onder (1) heeft geen externe werking, maar de bepaling onder (2) heeft wel externe werking;
  4. De bepaling onder (1) en de bepaling onder (2) hebben geen van beide externe werking.

Vraag 5

In een enquêteprocedure kan de Ondernemingskamer oordelen dat sprake is van gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid van een rechtspersoon

.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2011

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2011


Meerkeuzevragen

Over het onderdeel ‘vennootschapsrecht’

Vraag 1

Welke stelling is juist?

  1. In een openbare en een stille vennootschap zijn de vennoten verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap, en in een besloten vennootschap en een naamloze vennootschap zijn de aandeelhouders persoonlijk aansprakelijk voor hetgeen in naam van de vennootschap wordt verricht;
  2. In een openbare en een stille vennootschap zijn de vennoten verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap, maar in een besloten vennootschap en een naamloze vennootschap zijn de aandeelhouders niet persoonlijk aansprakelijk voor hetgeen in naam van de vennootschap wordt verricht;
  3. In een openbare en een stille vennootschap zijn de vennoten niet verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap, maar in een besloten vennootschap en een naamloze vennootschap zijn de aandeelhouders persoonlijk aansprakelijk voor hetgeen in naam van de vennootschap wordt verricht;
  4. In een openbare en een stille vennootschap zijn de vennoten niet verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap, en in een besloten vennootschap en een naamloze vennootschap zijn de aandeelhouders niet persoonlijk aansprakelijk voor hetgeen in naam van de vennootschap wordt verricht.

Vraag 2

Een commanditaire vennoot van een commanditaire vennootschap is als regel:

  1. Bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen;
  2. Slechts bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen indien hij in eigen naam handelt;
  3. Niet bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen;
  4. Niet bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen, tenzij hij in naam van de vennootschap handelt.

Vraag 3

Een openbare vennootschap:

  1. Heeft altijd rechtspersoonlijkheid;
  2. Heeft nooit rechtspersoonlijkheid;
  3. Kan reeds vanaf haar totstandkoming rechtspersoon zijn;
  4. Kan alleen na haar totstandkoming rechtspersoonlijkheid verkrijgen.

Vraag 4

De Hoge Raad heeft in zijn oudere rechtspraak enkele beslissingen gegeven over de verhouding tussen de organen van een naamloze vennootschap en de verantwoordelijkheden van die organen. In dit verband zijn onder meer de uitspraken van 1 april 1949, NJ 1949, 465 inzake Doetinchemse IJzergieterij en van 21 januari 1955, NJ 1959, 43 inzake Forum-Bank van belang. Welke stelling juist?

  1. De Hoge Raad besliste in Doetinchemse IJzergieterij dat de raad van commissarissen voorrang moet geven aan het belang van een aandeelhouder wanneer dat belang botst met het belang van de vennootschap, en besliste in Forum-Bank dat de algemene vergadering van aandeelhouders de vrijheid heeft de grenzen van haar bevoegdheid zoals die in de wet en de statuten zijn neergelegd te negeren;
  2. De Hoge Raad besliste in Doetinchemse IJzergieterij dat de raad van commissarissen voorrang moet geven aan het belang van de vennootschap wanneer dat belang botst met het belang van een aandeelhouder, en besliste in Forum-Bank dat de algemene vergadering van aandeelhouders de vrijheid heeft de grenzen van haar bevoegdheid zoals die in de wet en de statuten zijn neergelegd te negeren;
  3. De Hoge Raad besliste in Doetinchemse IJzergieterij dat de raad van commissarissen
.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2011 (2)

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2011 (2)


Meerkeuzevragen

Over het onderdeel ‘vennootschapsrecht’

Vraag 1

De broers Jan, Piet en Kees van der Grinten zijn de drie vennoten in de openbare vennootschap Schildersbedrijf Van der Grinten. De drie vennoten hebben afgesproken dat Kees alleen met Jan of Piet samen overeenkomsten boven 2.500 euro namens de vennootschap aan mag gaan. Ze hebben die beperking bovendien ingeschreven in het handelsregister. In strijd met de ingeschreven beperking koopt Kees een bedrijfsauto van 10.000 euro namens de vennootschap. Wat is juist?

  1. Iedere vennoot in een openbare vennootschap is bevoegd om de vennootschap te vertegenwoordigen, dus de beperking in het handelsregister kan niet aan Kees worden tegengeworpen;
  2. De vennootschap is aan de koop gebonden, want de onderlinge afspraken tussen vennoten in een openbare vennootschap hebben alleen interne werking;
  3. De beperking in de vertegenwoordigingsbevoegdheid van Kees heeft door de inschrijving in het handelsregister externe werking, dus de vennootschap is niet gebonden aan de koop;
  4. Door het afgescheiden vermogen kan Kees door de verkoper van de bedrijfsauto tot niet meer dan zijn inbreng in de vennootschap worden aangesproken.

Vraag 2

Welke van de onderstaande vennootschappen dient meer dan één aandeelhouder c.q. vennoot te hebben:

  1. De besloten vennootschap;
  2. De naamloze vennootschap;
  3. De structuurvennootschap;
  4. De openbare vennootschap.

Vraag 3

De benoeming van een bestuurder van een besloten vennootschap waarop de structuurregeling niet van toepassing is:

  1. Vindt plaats door middel van een besluit van de algemene vergadering;
  2. Vindt plaats door middel van een besluit van de algemene vergadering en houdt per definitie in dat met de bedoelde bestuurder een arbeidsovereenkomst tot stand komt;
  3. Vindt plaats door middel van een besluit van de algemene vergadering en geldt altijd voor een duur van 4 jaar (met de mogelijkheid van herbenoeming);
  4. Laat de wet over aan de statuten.

Vraag 4

De huidige wettelijke regeling van de besloten vennootschap bepaalt dat iedere aandeelhouder in de algemene vergadering ten minste één stem heeft, en dat een aandeelhouder niet geheel kan worden uitgesloten van het delen in de winst. Welke stelling is juist met betrekking tot de toekomstige regeling van de zogenoemde flex-BV (wetsvoorstel 31 058 tot vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht)?

  1. De genoemde regelingen over het stemrecht en over het recht op het delen in de winst blijven ongewijzigd;
  2. Een flex-BV kan zowel stemrechtloze aandelen als winstrechtloze aandelen hebben;
  3. Een flex-BV kan wel stemrechtloze aandelen hebben maar kan geen winstrechtloze aandelen hebben;
  4. Een flex-BV kan geen stemrechtloze aandelen hebben maar kan wel winstrechtloze aandelen hebben

Vraag 5

De wettelijke regeling van de naamloze vennootschap en van de besloten vennootschap bepaalt dat het bestuur en de raad van commissarissen aan de algemene vergadering van aandeelhouders alle door de algemene vergadering verlangde inlichtingen moeten verschaffen, tenzij een zwaarwichtig belang

.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2010

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2010


Meerkeuzevragen

Over het onderdeel personenvennootschappen

Vraag 1

Welke stelling is onjuist?

  1. Wat de statuten zijn voor de NV/BV, is de vennootschapsovereenkomst voor de personenvennootschap.
  2. De vennootschapsovereenkomst van een stille vennootschap of een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid is vormvrij.
  3. Bij ontbinding en vereffening hebben de vennoten van een personenvennootschap, net als de aandeelhouders van een NV/BV, een achtergestelde positie.
  4. Anders dan bij aandeelhouders in een NV/BV kan een privéschuldeiser van een vennoot in een personenvennootschap zich ook verhalen op diens aandeel in het vennootschapsvermogen.

Vraag 2

Tot het eigen vermogen van een BV behoort respectievelijk behoren niet:

  1. Het geplaatste kapitaal.
  2. Agio.
  3. Statutaire reserves.
  4. Voorzieningen.

Vraag 3

Welke stelling is juist?

  1. Een NV/BV die alleen maar winst maakt heeft geen schulden.
  2. Het eigen vermogen is gelijk aan de nominale waarde van het geplaatste kapitaal.
  3. Zowel het bedrag van de schulden als van het aandelenkapitaal worden aan de passiefzijde van de balans opgevoerd.
  4. Agioreserve is een voorbeeld van een door de wet voorgeschreven, verplichte reserve.

Vraag 4

Voor welke van de hieronder genoemde alternatieven kent de wet een verzetsregeling voor crediteuren:

  1. Uitgifte van aandelen.
  2. Intrekking van aandelen.
  3. Inkoop van aandelen.
  4. Uitkering van dividend.

Vraag 5

Welke van de onderstaande stellingen is juist?

  1. Zowel prioriteitsaandelen als preferente aandelen zijn aandelen waaraan bijzondere zeggenschaprechten zijn toegekend met betrekking tot de besluitvorming in de algemene vergadering van aandeelhouders.
  2. Prioriteitsaandelen zijn aandelen waaraan bijzondere zeggenschaprechten zijn toegekend met betrekking tot de besluitvorming in de algemene vergadering van aandeelhouders, preferente aandelen zijn aandelen waarop uit de in een bepaald boekjaar behaalde winst eerst dividend wordt uitgekeerd voordat daarna uit het restant van de winst dividend op de gewone aandelen wordt uitgekeerd.
  3. Prioriteitsaandelen zijn aandelen waarop uit de in een bepaald boekjaar behaalde winst eerst dividend wordt uitgekeerd voordat daarna uit het restant van de winst dividend op de gewone aandelen wordt uitgekeerd, preferente aandelen zijn aandelen waaraan bijzondere zeggenschaprechten zijn toegekend met betrekking tot de besluitvorming in de algemene vergadering van aandeelhouders.
  4. Zowel prioriteitsaandelen als preferente aandelen zijn aandelen waarop uit de in een bepaald boekjaar behaalde winst eerst dividend wordt uitgekeerd voordat daarna uit het restant van de winst dividend op de gewone aandelen wordt uitgekeerd.

Vraag 6

Welke van de onderstaande stellingen is juist?

  1. Zowel de statuten van een NV als die van een BV moeten de overdraagbaarheid van aandelen beperken door middel van een blokkeringsregeling.
  2. De statuten van een NV moeten de overdraagbaarheid van aandelen aan toonder beperken door middel van een blokkeringsregeling, de statuten van een BV moeten de overdraagbaarheid van al haar aandelen beperken door middel van een blokkeringsregeling.
  3. De statuten van een NV mogen de overdraagbaarheid van aandelen op
.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2010 (2)

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2010 (2)


Meerkeuzevragen

Vraag 1

De bestuurders van een stichting worden benoemd:

  1. Door de algemene vergadering van aandeelhouders van de stichting.
  2. Door de algemene ledenvergadering van de stichting.
  3. Door degenen die uitkeringen ontvangen van de stichting.
  4. Op een wijze die is omschreven in de statuten van de stichting.

Vraag 2

De overeenkomst van vennootschap met betrekking tot de openbare vennootschap X houdt in dat besturend vennoot A niet bevoegd is om namens de vennootschap rechtshandelingen aan te gaan waarmee een bedrag of waarde van meer dan Euro 100.000 is gemoeid. Deze beperking van de vertegenwoordigingsbevoegdheid:

  1. Kan geen externe werking hebben.
  2. Heeft externe werking, zelfs als de beperking niet in het handelsregister is ingeschreven.
  3. Heeft externe werking, mits de beperking in het handelsregister is ingeschreven.
  4. Heeft alleen externe werking als de wederpartij bij de rechtshandeling van de beperking op de hoogte was.

Vraag 3

De commanditaire vennoot:

  1. Behoeft in het verlies van de commanditaire vennootschap niet verder te delen dan tot het bedrag van hetgeen hij heeft ingebracht (of verplicht is in te brengen).
  2. Is voor de verbintenissen van de commanditaire vennootschap hoofdelijk verbonden.
  3. Is geen partij bij de overeenkomst van vennootschap.
  4. Is tevens gewoon vennoot.

Vraag 4

Welke van de onderstaande stellingen is juist?

  1. Zowel de vennoten van een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid als de vennoten van een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid zijn hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap.
  2. De vennoten van een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid zijn wel hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap, de vennoten van een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid zijn niet hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap.
  3. De vennoten van een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid zijn niet hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap, de vennoten van een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid zijn wel hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap.
  4. Noch de vennoten van een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid noch de vennoten van een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid zijn hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap.

Vraag 5

Stelling 1: Indien de notaris bij de oprichting van een NV/BV niet een zogeheten bankverklaring hecht aan de akte van oprichting is de NV/BV nietig.

Stelling 2: In het wetsvoorstel tot vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht wordt het verplichte minimumkapitaal bij oprichting van een BV gelijkgesteld met dat van een NV.

Welk alternatief is juist?

  1. Beide stellingen zijn juist.
  2. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
  3. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.
  4. Beide stellingen zijn onjuist.

Vraag 6

Jan en Sayed, twee Leidse rechtenstudenten, geven onder de naam “Jansa BV i.o.” juridisch advies aan startende ondernemers. Ten behoeve van hun online-dienstverlening sluit Jan namens de

.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2009

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2009


Meerkeuzevragen

Vraag 1

De eenmanszaak:

  1. Is een onderneming waarin geen personen krachtens arbeidsovereenkomst werkzaam kunnen zijn.
  2. Behoort toe aan een natuurlijke persoon.
  3. Wordt opgericht bij notariële akte.
  4. Behoeft niet te worden ingeschreven in het handelsregister.

Vraag 2

Welke stelling is juist?

  1. Een naamloze vennootschap mag als hoofdregel aan haar aandeelhouders bewijzen van aandelen aan toonder afgeven ongeacht of aan de stortingplicht is voldaan.
  2. Een naamloze vennootschap mag aan haar aandeelhouders geen aandeelbewijzen afgeven.
  3. Een besloten vennootschap mag aan haar aandeelhouders bewijzen van aandelen op naam afgeven ongeacht of aan de stortingsplicht is voldaan.
  4. Een besloten vennootschap mag aan haar aandeelhouders geen aandeelbewijzen afgeven.

Vraag 3

Verkrijging door een besloten vennootschap van aandelen in haar kapitaal (“eigen aandelen”):

  1. Is als regel nietig.
  2. Kan zijn toegestaan, maar leidt tot vermindering van het geplaatste kapitaal van de vennootschap.
  3. Kan zijn toegestaan, maar de vennootschap kan op de verkregen eigen aandelen geen stemrecht uitoefenen.
  4. Geen van bovenstaande alternatieven is juist.

Vraag 4

Aandeelhouders van een NV en een BV hebben zowel het zogenoemde agenderingsrecht als het recht om (na machtiging door de voorzieningenrechter van de rechtbank) de algemene vergadering van aandeelhouders bijeen te roepen. Wat is in dit verband de algemene regel?

  1. Het agenderingsrecht en het recht om de algemene vergadering bijeen te roepen komt toe aan aandeelhouders die alleen of samen ten minste 1% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen.
  2. Het agenderingsrecht komt toe aan aandeelhouders die alleen of samen ten minste 1% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, het recht om de algemene vergadering bijeen te roepen komt toe aan aandeelhouders die alleen of samen ten minste 10% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen.
  3. Het agenderingsrecht komt toe aan aandeelhouders die alleen of samen ten minste 10% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, het recht om de algemene vergadering bijeen te roepen komt toe aan aandeelhouders die alleen of samen ten minste 1% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen.
  4. Het agenderingsrecht en het recht om de algemene vergadering bijeen te roepen komt toe aan aandeelhouders die alleen of samen ten minste 10% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen.

Vraag 5

Welke stelling is juist met betrekking tot de regeling van de bevoegdheden van de algemene vergadering van aandeelhouders (ava) van een NV in Boek 2 BW?

  1. De ava heeft zowel de bevoegdheid tot het goedkeuren van besluiten van het bestuur omtrent een belangrijke verandering van de identiteit of het karakter van de vennootschap of de onderneming, als de exclusieve bevoegdheid het beleid op het terrein van de bezoldiging van het bestuur vast te stellen.
  2. De ava heeft wél de bevoegdheid tot het goedkeuren van besluiten van het bestuur omtrent een belangrijke verandering van de identiteit of het karakter van
.....read more
Access: 
Public
Onderneming & Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Onderneming & Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Image

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Onderneming & Recht voor de opleiding Rechtsgeleerdheid, jaar 2, aan de Universiteit Leiden

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar Rechten Leiden: Bachelor en Master UL - Samenvattingen en studiehulp

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
oneworld magazine
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2039 1