Oefententamens Internationaal Recht

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.


Oefententamen 2008

 

Opgave 1: (15 punten)

 

De buurlanden Magua en Natea hebben decennia lang tegen elkaar oorlog gevoerd. Beide landen hebben zich tijdens deze strijd schuldig gemaakt aan genocide. Eindelijk heerst er weer vrede. Bij wekelijkse informele bijeenkomsten hebben de presidenten van beide landen regelmatig verklaard dat zij nooit meer genocide willen plegen en bovendien alles willen doen om genocide te voorkomen. Dit hebben partijen steeds genoteerd in de notulen van de bijeenkomsten. Na een tijd van rust is het leger van Magua toch weer overgegaan tot het plegen van genocide. Vele burgers van Natea zijn inmiddels het slachtoffer geworden van deze genocide. Natea stelt, dat Magua in strijd handelt met zijn verplichtingen die voortvloeien uit het verdrag dat tijdens de informele bijeenkomsten werd gesloten. Het verdrag houdt volgens Natea in dat het plegen van genocide verboden is. Magua stelt, dat er geen sprake is van een verdrag.

228-236

 

a. Is er sprake van een verdrag? Motiveer uw antwoord. (8 punten)

 

NB: de vraag heeft betrekking op de vorm en niet op totstandkoming, inwerkingtreding of geldigheid van verdragen.

 

Definitie Verdrag: artikel 2 (1) WVV (of op basis van het gewoonterecht):

-           internationale overeenkomst

-           tussen staten

-           schriftelijk

-           onder internationaal recht

 

(2 punten, noemen van artikel/gewoonterecht en vereisten)

Vindplaats: Nollkaemper randnummer 286

 

Indien staten niet uitdrukkelijk hebben aangegeven of zij de bedoeling hadden een verdrag te sluiten, moet uit de aard en inhoud van de overeenkomst, alsmede van de overige omstandigheden van het geval worden afgeleid of er sprake is van een verdrag. (1 punt, aard en inhoud bepalend indien niet in de tekst staat of het een verdrag moet zijn of niet)

Vindplaats: Nollkaemper randnummer: 292

In casu is geen sprake van een ‘verdrag’. Er zijn slechts notulen van informele bijeenkomsten. De vraag is derhalve of deze notulen als een verdrag kunnen worden beschouwd. (1 punt,feiten: in de notulen staat niet dat het een verdrag is)

 

Jurisprudentie:

 

Aegean Continental Shelf:

Het hof zei dat ‚[…] the Court must have regard above all to its actual terms and to the particular circumstances in which it was drawn up.’ (para. 96). In het licht van het meeting kijkt het Hof naar de context (para. 100) en naar de notities/opvattingen/uitwisselingen van de partijen (paras. 100-107)

Ogv deze zaak kan men tot twee conclusies komen.

Context: Partijen zijn wekelijks bijeengekomen. Regelmatig kwam ook het onderwerp van genocide aan bod. Maar het zijn echter informele bijeenkomsten

Notities: Er staat duidelijke genoteerd in de notulen dat beide partijen nooit meer genocide willen plegen en genocide willen voorkomen. Er zijn echter geen aanduidingen dat het om een verdrag gaat.

Intentie: Partijen hebben regelmatig verklaard, dat zij nooit meer genocide willen plegen en alles willen doen om genocide te voorkomen. Maar partijen hebben nooit verklaard dat zij ook een verdrag (dus ook niet indirect) willen sluiten.

Conclusie: Afhankelijk van de argumentatielijn is er wel of niet sprake van een verdrag.

Vindplaats: Nollkaemper randnummer: 64

 

Qatar –Bahrain:

Het Hof vindt dat het niet noodzakelijk is om ook nog naar de intentie van de partijen te kijken (para. 27), maar slechts naar de ‚actual terms and to the particular circumstances’, para. 23)

Ook op grond van deze zaak kan men ook tot twee conclusies komen. Of, omdat het hof in deze zaak zegt dat notulen als agreement kunnen worden beschouwd is het niet meer vereist nog naar de intenties van partijen te kijken.

Vindplaats: Nollkaemper randnummer: 247

 

Of er zijn wellicht notulen, maar het ging slechts om informele notulen. Deze zijn niet gelijkwaardig met notulen van formele bijeenkomsten. Derhalve geen sprake van een verdrag.

 

Eindconclusie: Op grond van beide zaken kan er wel of geen sprake zijn van een verdrag.

Punten: 3 Punten (noemen van 1 zaak en plaatsen in de juiste context) of 4 Punten (noemen van twee zaken en plaatsen in de juiste context)

 

b. Op grond van welke andere rechtsregel zou het plegen van genocide verboden kunnen zijn? (7 punten)

 

Het genocideverbod is een erkende regel van gewoonterecht. Gewoonte recht is ex artikel 38 IGH een van de bronnen van het internationaal publiek recht. (4 punten)

Vindplaats: Nollkaemper randnummer 230, 231, 242

 

Omdat het genocideverbod ook een regel van jus cogens is, is handelen in strijd verboden. Gewoonterecht is dwingend recht er mag onder geen beding van worden afgeweken Artikel 53 WVV (2 punten)

Vindplaats: Nollkaemper randnummer 280

 

Indien Mague lid is van het Genocideverdrag of het Statuut van Rome zou het plegen van Genocide ook op basis van deze twee bronnen verboden zijn (1 punt)

 

Opgave 2: (15 punten)

 

Lees het volgende bericht (Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken):

 

“Somalië kampt al decennialang met conflicten en rivaliteit tussen (sub-) clans en belangengroeperingen onder leiding van elkaar bestrijdende krijgsheren. Het land gaat gebukt onder extreme armoede en kent al 16 jaar geen effectieve regering. […] De situatie werd sinds 2006 complexer door de opkomst van de Unie van Islamitische Rechtbanken (UIC), een groepering die zich langs godsdienstige lijnen verzet tegen de internationaal erkende overgangsregering (TFG) en de krijgsheren. […] De spanning tussen de UIC en de TFG liep in de tweede helft van 2006 hoog op. Diplomatieke initiatieven van de Arabische Liga en de regionale organisatie IGAD om een politieke oplossing voor het conflict te vinden liepen op niets uit waarop een militaire interventie volgde. In verrassend korte tijd heroverde de TFG, met steun van het Ethiopische leger en de VS, een groot deel van zuid-Somalië op de UIC. De situatie in het land blijft echter zeer instabiel. De UIC voert dagelijks guerilla-achtige aanvallen uit op de TFG. Een vredesmacht van de Afrikaanse Unie probeert de situatie in Somalië te stabiliseren.”

 

 

a. In hoeverre voldoet Somalië aan de kenmerken voor staat-zijn? (8 punten)

 

De kenmerken van staat-zijn (Montevideo Conventie) zijn: een territoir met een daarop woonachtige bevolking die onder het effectieve gezag staat van een regering met de mogelijkheid betrekkingen aan te gaan met andere staten. De laatste twee criteria worden ook wel interne en externe soevereiniteit genoemd (4 punten).
Vindplaats: Nollkaemper randnummer: 53
 

Toepassing op Somalië: er is een duidelijk omschreven territoir (de grenzen van Somalië worden niet betwist) met een bevolking. Het feit dat de bevolking onderling in groepen is verdeeld doet daar niets aan af. Ook is Somalië als staat blijkbaar in staat betrekkingen aan te gaan met andere staten (externe soevereiniteit): het heeft in ieder geval de steun van de VS en Ethiopië (2 punten).

 

Of er een effectief gezag is valt te betwisten. Hierbij wordt een aantal afwegingen goedgekeurd (2 punten):

  • op grond van de failed-state doctrine wordt gesteld dat een tijdelijke afwezigheid van een effectief gezag niet leidt tot het wegnemen van staat-zijn. Of 16 jaar gezien kan worden als tijdelijk valt te betwisten, maar het feit dat de internationale gemeenschap blijkbaar van mening is dat de Somalische overgangsregering geholpen moet worden steunt de positie dat Somalië een staat is;
  • de overgangsregering heeft geen geweldsmonopolie en is niet in staat een rechtstaat af te dwingen. NB: het feit dat het bericht stelt dat er geen effectieve regering is, is niet voldoende, evenmin het blote feit dat er strijd plaatsvindt in Somalië.
  • Vindplaats: Nollkaemper randnummer 57

 

 

b. Als Ethiopië en de VS niet op verzoek van de overgangsregering TFG hadden gehandeld, maar in plaats daarvan op eigen initiatief militair zouden hebben ingegrepen, welke beginselen van internationaal recht zouden deze landen dan hebben geschonden?

 

  • Basisprincipe = soevereine gelijkheid van staten (staatssoevereiniteit) (1 punt) (Art. 2, § 1 VN Handvest) (1 punt)

Vindplaats: Nollkaemper randnummer 58

  • exclusieve bevoegdheid van de staat op zijn grondgebied: non-interventiebeginsel in de binnenlandse aangelegenheden van een andere staat (basisprincipe internationaal recht (1 punt) (AV resoluties 2131 en 2625 en Nicaragua-zaak, en toepassing van het principe van art. 2,§ 7.
    VN Handvest) (1 punt) Vindplaats: Nollkaemper randnummer 114.
  • territoriale integriteit (1 punt)
  • Verbod tot gebruik van geweld (1 punt) (gewoonterecht en Art. 2,§ 4 VN Handvest) (1 punt) (eigenlijk ook een toepassing van beide eerste principes) Randnummer 401
  • (eventueel ook zelfbeschikkingsrecht – alternatief punt)

Vindplaats: Nollkaemper randnummer 99.

Opgave 3: (10 punten)

 

 

a. Onder welke voorwaarden mag een advies aan het Internationaal Gerechtshof gevraagd worden? Verwijs in uw antwoord naar relevante rechtspraak van het Hof.

 

Art. 96 VNH en 65 Statuur IGH (1 punt)

  1. De Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad mogen een advies vragen (1 punt)

à “any legal question” + ‘Wall’ advisory opinion (1 punt)

  1. andere organen van de VN en de gespecialiseerd organisaties kunnen ook een vraag stellen, maar alleen:

à na machtiging van de Algemene Vergadering (1 punt)

à als het in het werkterrein van de organisatie valt (specialisatiebeginsel) (1 punt) (WHO - nuclear weapons) (1 punt)
Vindplaats: Nollkaemper randnummer 638

 

b. Bespreek de verschillen tussen de contentieuze en adviserende rechtsmacht van het Internationaal Gerechtshof.

 

  • contentieus procedure is alleen open voor staten, advies is voor internationale organisaties en organen VN (1 punt)
    Vindplaats: Nollkaemper randnummer 627,638
  • contentieus is bindend, advies is niet-bindend (1 punt)
    Vindplaats: Nollkaemper 637, 638
  • contentieus kan alleen betrekking hebben op een geschil, een advies is rechtsvraag, en niet noodzakelijk een geschil (het is zelfs problematisch bij een geschil tussen staten) (1 punt)
    Vindplaats: Nollkaemper 625, 638
  • IGH moet uitspraak doen bij contentieuze procedure, maar mag weigeren een advies te geven (1 punt)
    Vindplaats: Nollkaemper 637, 638

 

 

Opgave 4: Casus (20 punten)

 

Marguria en Bulenia zijn twee staten. Beide staten zijn VN lidstaten, partij bij het Statuut van het Internationaal Gerechtshof, het Weens Verdragenverdrag en de Weense Verdragen inzake Diplomatieke en Consulaire Betrekkingen. Marguria heeft een multi-etnische bevolking en dit leidt met enige regelmaat tot spanningen. Twee groepen in het bijzonder vliegen elkaar voortdurend in de haren met slachtoffers aan beide zijden. Een van deze twee groepen, de Lavas, vormt met afstand de grootste groep in Marguria en is goed vertegenwoordigd in de regering. Ook binnen het leger van Marguria is er veel sympathie voor de Lavas. Dit heeft ertoe geleid dat de Lavas gesteund worden door het leger en dat het leger en de gewapende militie van de Lavas (GML) soms zelfs samen opgetrokken zijn. De officiële lijn van de regering van Marguria is dat zij het leger hierin niet steunt. De andere groep, de Popos, is veel kleiner, maar kan dan weer rekenen op steun uit Bulenia: 80% van de inwoners van Bulenia zijn Popos. Tot grote ergernis van de regering van Marguria zijn de Buleense media op de hand van de Popos en steunen politici in Bulenia de groep in Marguria openlijk.

Op 25 november 2008 ontploft er een bom in het centrum van de hoofdstad van Marguria. De aanslag wordt onmiddellijk opgeëist door de Bulenen in Marguria, maar bij nader onderzoek blijkt dat ook de Ambassadeur van Bulenia in Marguria betrokken was bij de voorbereidingen van de aanslag. De gewapende militie van de Lavas is woest en zint op wraak. Op 2 december wordt de Ambassadeur door de GML opgepakt. Met een legerauto wordt hij naar een afgelegen legerbasis gebracht en daar gevangen gehouden. De GML wil hiermee voorkomen dat hij het land ontvlucht en zo zijn straf ontloopt.

 

a. Onder welke voorwaarde(n) kan Marguria onder internationaal recht aansprakelijk gehouden worden voor de handelingen van de GML? Verwijs in uw antwoord naar de relevante bronnen.

 

De eerste voorwaarde is dat er een internationaal onrechtmatige daad plaatsgevonden heeft die toerekenbaar is aan Marguria op grond van Art. 2 van de ILC Articles on State Responsibility (2 punten, zonder bronvermelding of wanneer slechts 1 criterium vermeld wordt: 1 punt).
 Vindplaats: Nollkaemper randnummer 570

Om de activiteiten van de GML te kunnen toerekenen aan Marguria moet een van de artikelen 4 t/m 11 van de Articles on State Responsibility van toepassing zijn (2 punten).

De GML is geen officieel overheidsorgaan, oefent geen officiële overheidstaken uit, is niet ter beschikking gesteld door een andere staat, is geen orgaan dat ultra vires handelt, voert geen handelingen uit in afwezigheid van de staat en het is ook geen opstandige beweging die zich tegen de staat keert. Artikelen 4, 5, 6, 7,9 en 10 zijn dus niet van toepassing. Waar het hier wel om zou kunnen gaan zijn twee mogelijkheden:

  • onder Artikel 8 zou de GML onder directe controle van de staat kunnen staan en in dat geval is Marguria aansprakelijk. Dit is in casu moeilijk aan te tonen: weliswaar helpt het leger, maar er zijn geen aanwijzingen om aan te nemen dat er gehandeld wordt in opdracht van de staat. Hierbij wordt verwezen naar de Nicaragua zaak en/of de Congo-Uganda zaak
  • onder Artikel 11 zou Marguria aansprakelijk gehouden kunnen worden voor de handelingen van de GML wanneer zij deze expliciet goedkeurt en als de zijne aanneemt. Dit moet echter wel expliciet gebeuren en aangezien Marguria laat weten de handelingen van de GML niet te steunen kan aansprakelijkheid niet aangenomen worden onder dit artikel. Hierbij moet verwezen worden naar de Tehran Hostages zaak.

Voor de toepassing van artikel 8 en 11 waren, met verwijzing naar de relevante jurisprudentie 6 punten te verdienen.

N.B. de vraag was NIET in hoeverre Marguria aansprakelijk is voor zijn eigen handelen of nalaten of in hoeverre Marguria aansprakelijk is voor de handelingen van het leger.

 

 

b. Kan de Ambassadeur van Bulenia zich beroepen op immuniteit? Zo ja, op welke immuniteit, zo nee waarom niet? Motiveer uw antwoord.

 

Voor diplomaten kunnen twee verschillende soorten immuniteiten gelden: immuniteit ratione personae en immuniteit ratione materiae. De eerste vorm is een absolute immuniteit die zowel geldt voor privé handelingen als voor handelingen in functie. De tweede vorm is een functionele immuniteit die alleen geldt voor handelingen in functie. Een Ambassadeur geniet immuniteit ratione personae. Hierbij moet verwezen worden naar ofwel het Weens Verdrag inzake diplomatieke betrekkingen, de Arrest Warrant zaak of de Pinochet zaak (5 punten, zonder verwijzing: 4 punten).

Vindplaats: Nollkaemper randnummer: 148, 158

Een organiseren van een bomaanslag zal naar alle waarschijnlijkheid niet vallen binnen de functie van een Ambassadeur en kan zo’n activiteit (eventueel) gezien worden als een schending van jus cogens, maar zoals zowel in de Pinochet zaak als in de Arrest Warrant zaak is aangetoond dit neemt de immuniteit niet weg als dit een immuniteit ratione personae is. De Ambassadeur kan zich dus met succes beroepen op immuniteit ratione personae. (5 punten).

Vindplaats: Nollkaemper randnummer 149

Afhankelijk van de formulering zijn in sommige gevallen nog punten toegekend wanneer studenten wel goed uitlegden wat het verschil is tussen immuniteit ratione materiae en immuniteit ratione personae maar deze immuniteiten verkeerd toepasten.

De vraag was NIET onder welke omstandigheden de Ambassadeur wèl vervolgd zou kunnen worden.

 

 

Oefententamen 2009

 

Opgave 1 (10 punten)

Gewoonterecht bestaat uit twee elementen. Welke elementen zijn dit? (6 Punten) Geef van ieder element één concreet voorbeeld (4 Punten).

 

  • Artikel 38 van het Statuut van het Internationaal Gerechtshof (IGH) geeft een lijst met bronnen van het internationale recht.
  • Gewoonterecht is een van de formele rechtsbronnen (artikel 38 1(b))

 

Elementen gewoonterecht:

 

1. Praktijk = objectief element (Nollkaemper randnummer 231)

            a. gedurende een zekere periode (North Sea Continental Shelf, par. 74, Nollkaemper randnummer 235)

            b. op een bepaalde wijze gedragen (Nollkaemper randnummer 234)

            c. uniform (representatief) & omvangrijk (Nicaragua 186; Cont. Shelf, par. 74, Nollkaemper randnummer 233,234)

 

= 1 Punt voor het element, 1 Punt voor sub-elementen, 1 Punt voor jurisprudentie

 

Voorbeeld:                   handelingen van alle staatsorganen (regering, wetgever of rechter, Nollkaemper randnummer 225, 232), verdragenpraktijk (sluiten van mensenrechtverdragen)

 

                                    = 1 voorbeeld = 2 Punten (geen extra punten voor het noemen van meerdere voorbeelden)

 

2. Opinio Juris = Rechtsovertuiging = subjectief element (Nollkaemper randnummer 231, 236)

 

Overtuiging:                 Staten zijn van oordeel dat bepaalde praktijk door internationaal recht wordt vereist dan wel is toegestaan. Zij volgen deze praktijk niet uitsluitend omdat deze politiek wenselijk is, maar handelen ter uitvoering van een juridische verplichting. (Nollkaemper, randnummer 236, North Sea Continental Shelf, para. 78, Nicaragua)

 

= 2 Punten voor het element, 1 Punt voor jurisprudentie

 

Voorbeeld:                   uitdrukkelijke verklaringen van Staten en regeringsvertegenwoordigers, protest (humanitaire interventie in Kosovo), beroep op uitzonderingenbesluiten van internationale organisaties (Nollkaemper randnummer 237)

 

                                    = Noemen van 1 voorbeeld = 2 Punten (geen extra punten voor het noemen van meerdere voorbeelden)

Opgave 2 (15 punten)

 

a. Mag Apollonia de daders zelf arresteren op het grondgebied van Mercuria? Waarom wel/niet?

Het gaat hier om handhavende jurisdictie (bevoegdheid om regels te handhaven). Hiervoor geldt dat een Staat deze in beginsel uitsluitend op eigen grondgebied mag uitoefenen (territorialiteitsbeginsel). Dit heeft het Permanente Hof van Internationale Justitie bepaald in de Lotus-zaak (“a State may not exercise its power in any form in the territory of another State”). Een Staat mag alleen verdachten arresteren op het grondgebied van een andere Staat als deze daarvoor toestemming heeft gegeven of indien de bevoegdheid voortvloeit uit een verdrag waarbij beide Staten zijn aangesloten. De casus geeft geen informatie over het bestaan van een verdrag. Derhalve, als Apollonia de daders wil arresteren, zal het daarvoor toestemming moeten vragen aan Mercuria. Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat Mercuria toestemming zal geven, aangezien het de daders zelf wil berechten. (Nollkaemper randnummer 130, 132)

 

Punten: 10

 

Territorialiteitsbeginsel met toelichting: 5 punten (of: verwijzing naar uitgangspunt soevereiniteit van staten met uitleg: 3 punten); noemen uitzonderingen op het territorialiteitsbeginsel: 4 punten; noemen Lotus-zaak: 1 punt.

 

b. Op grond van welk beginsel mag Mercuria de daders zelf berechten?

Het gaat hier om rechtsprekende jurisdictie (bevoegdheid om rechtsregels toe te passen). Mercuria mag de daders die de Mercuriaanse nationaliteit bezitten, berechten op grond van het actieve nationaliteitsbeginsel. De overige daders kan Mercuria in beginsel niet berechten.(Nollkaemper randnummer 123)

Punten: 5

 

Noemen actieve nationaliteitsbeginsel: 2 punten; motivering: 2 punten; onderscheid daders: 1 punt.

 

Alternatieve antwoorden die deels goed zijn gerekend:

  • Universaliteitsbeginsel met de redenatie dat het om een ernstig internationaal misdrijf gaat/schending ius cogens-norm: 3 punten
  • Passief nationaliteitsbeginsel als de slachtoffers Mercuriaans zijn: 2 punten

 

Opgave 3 (15 punten)

 

Beschrijf het collectieve veiligheidssysteem van de Verenigde Naties, zoals dat is neergelegd in het VN Handvest.

401-414

  • Het eerste centrale element van het collectieve veiligheidssysteem van de VN is het verbod van de dreiging of het gebruik van geweld (1 punt) zoals neergelegd in art. 2 lid 4 van het VN-Handvest (1 punt). (NK rn 401)
  • Een uitzondering op het geweldsverbod is het gebruik van geweld ter zelfverdediging (1 punt) zoals neergelegd in Artikel 51 (1 punt).  (NK rn 405)
  • Het tweede element is de verplichting voor staten om hun geschillen op vreedzame wijze op te lossen (1 punt). Deze verplichting is neergelegd in art. 2 lid 3 en Artikel 33 van het VN-Handvest (1 punt voor noemen van een van deze artikelen). (NK rn 405)
  • Het derde element is de centralisering van de handhaving (enforcement) van de internationale vrede en veiligheid. Dit is het doel van de Verenigde Naties, in het bijzonder de VN Veiligheidsraad (evt. verwijzing naar Artikel 1(1) en/of Artikel 24/25). (1 punt). (NK rn 406)
  • Voordat de VR (militaire) dwangmaatregelen  kan nemen dient hij echter twee stappen te nemen. Eerst dient de VR vast te stellen dat een bepaalde situatie kan worden aangemerkt als een bedreiging van de vrede, inbreuk op de vrede of een daad van agressie (1 punt), zoals neergelegd in Artikel 39 (1 punt).  (NK rn 407, 409)
  • Vervolgens dient hij te beslissen welke maatregelen hij zal nemen. Dat kunnen niet-militaire dwangmaatregelen zijn, zoals b.v. het instellen van een economische boycot of een wapenembargo (1 punt), zoals neergelegd in Art. 41 (1 punt). (NK rn 410)
  • Het kunnen ook militaire dwangmaatregelen zijn (1 punt), zoals neergelegd in Art. 42 (1 punt). (NK rn 413)
  • Aangezien de VR niet zelf over kan gaan tot het gebruik van geweld, kan de VR hooguit lidstaten en/of internationale organisaties (zoals de NAVO) het recht geven (of ‘autoriseren’ of ‘machtigen’) om geweld te gebruiken (2 punten). (NK rn 414)

 

NB1. Voor goed verhaal over humanitaire interventie: max. 2 punten.

NB2. Het noemen van Artikel 42 met daarbij de opmerking dat de VN Veiligheidsraad geweld mag gebruiken is 2 punten. De overige 2 punten worden verdiend door uit te leggen hoe dit in de praktijk werkt (dus niet middels het ‘VN-leger’ van Artikel 43 VN Hv. (dat levert 0 punten op), maar juist door Staten die bereid zijn namens de Veiligheidsraad, op basis van een mandaat van die Raad, militair geweld te gebruiken.

NB3. Een algemeen verhaal over de hoofdorganen van de Verenigde Naties etc. levert geen punten op.

 

 

Check page access:
Public
Check more or recent content:

International law

Exam Questions Public International Law

Exam Questions Public International Law

This summary was written in the year 2012-2013.


Exam questions

Exam 2010

Question 1:

The prohibition of genocide is considered to be a jus cogens norm.

  1. Explain what jus cogens means.
  2. Explain at least two legal effects of the fact that the prohibition of genocide is a jus cogens norm.

Question 2:

Since the second half of the twentieth century international courts and tribunals have proliferated. One of the often-mentioned consequences of this process is fragmentation of international law.

  • Explain, with the help of at least one concrete example, what fragmentation of international law means in the light of proliferation of courts and tribunals.

Question 3:

The International Court of Justice (ICJ) has no so-called compulsory jurisdiction.

  1. Explain under what circumstances the ICJ has jurisdiction to settle an inter-state dispute.
  2. Explain whether or not in the view of the ICJ its “provisional measures” are binding.

Question 4:

Aspatria, a UN member state and a state party to the International Covenant on Civil and Political Rights (ICCPR), is accused by several human rights NGOs of breaching the prohibition of torture. The government of Aspatria denies these accusations and states that: (i) the interrogation techniques used by the Aspatrian authorities do not amount to torture within the meaning of the ICCPR; and (ii) Aspatria is presently at war with a neighbouring state and has proclaimed a state of emergency, accordingly it is line with the ICCPR temporarily not obliged to uphold the prohibition of torture.

  1. The Government’s first argument regards the precise meaning of torture and the scope of the torture prohibition. Explain what rules of public international law apply to questions of interpretation of treaty provisions. (5 pts)
  2. Assess the legal validity of the Government’s second argument regarding the state of emergency. (5 pts)

Question 5:

Adova and Rotania have a legal dispute concerning the border between the two countries. At one point the situation escalates and Rotania threatens to enforce its rights through bombing parts of Adova. As a response, Adova decides to bomb military strategic targets in Rotania.

Discuss the attack of Adova on Rotania in the light of public international law. (10 pts)

Question 6:

Mr Zelaya was removed from office as President of Honduras by the army and judiciary of Honduras. Subsequently, elections were held and President Porfirio Lobo was elected. A large Honduran community lives in Nicaragua supporting Zelaya. This community disagrees with the removal of Mr. Zelaya from office and with the outcome of the recent election. As a response, they have been demonstrating peacefully in front of the Honduran Embassy for 5 days. The police have been monitoring the demonstrations. However, at one point the crowd becomes more violent and they.....read more

Access: 
Public
Handbook of International Law

Handbook of International Law

This summary of Handbook of international Law by Aust is written in 2013


Chapter 1. International law

Private international law and transnational law

The term ‘private international law’ refers to what is known as the ‘conflict of laws’. It covers the body of rules of a State’s domestic law which addresses legal issues with foreign elements; these rules determine which legal rules and jurisdiction are applicable.

A number of institutions are responsible for harmonisation of rules concerning conflict of laws. The Hague Conference on Private International Law, established in 1893 is tasked with the harmonisation of domestic rules on conflict of laws; UNIDROIT is responsible for the harmonisation of commercial domestic laws; UNCITRAL is tasked with harmonising international trade law.

The term ‘transnational law’ primarily connotes the study of the laws of multiple States, comparative law, supranational law, and (commercial) public international law. The study of transnational law gives the impression that the laws of States are becoming ever more similar; however, this is not the case.

The nature of international law

International law is generally known as ‘public international law’ (sometimes also as ‘general international law’), in contrast to the public international law described above. It was previously known as the ‘Law of Nations’. Public international law is the product of the actions of States instead of a single national legal system.

The history of public international law is generally said to have started with Hugo Grotius, a Dutch jurist and diplomat, who lived from 1583 to 1645. Another important event in the early history of Public International Law is the Peace of Westphalia in 1648, which concluded the end of the Thirty Years’ War and the period of feudalism in European history. It also marked the emergence of the modern nation state with a strong centralised government exercising control over its subjects. These new states were in need of rules to govern conduct between them. From the mid-seventeenth century these

.....read more
Access: 
Public
Summary of International Law by Shaw: 7th edition

Summary of International Law by Shaw: 7th edition


Chapter A The nature and development of international law

The principal actors in international law are nation-states, not individual citizens like in domestic or municipal law. International law is divided into conflict of law, private international law and public international law. The latter is usually termed ‘international law’. Public international law covers relations between states in all their forms, and regulates the operations of the many international institutions. It may be universal or general, binding upon all states, or regional, binding upon a select group of states.

International law has no legislature. There is no system of courts operating outside the situation when both parties agree and recognize the concerned Court. International law is constituted in a very different manner than domestic law. Also, there is no unified system of sanctions in international law, but there are circumstances in which the use of force is regarded as justified and legal. Within the United Nations, the Security Council can impose sanctions upon the determination of a threat to the peace, a breach of the peace or an act of aggression. Such sanctions may be economic or military. Another justification of the use of force is in the case of self-defense, but it is bound to rules provided by international law. It is important to realize that states do feel the need to obey the rules of international law, because if they do not act accordingly, the system of international law ceases to exist.

The international system

The international system has a horizontal structure; all states are considered equal. In municipal law, the law is above individuals, but in international law the law only exists between the states. Also, in municipal law, the individual has no influence on the creation of law. In international law, states create it themselves, as international law consists mostly of agreements and treaties developed and signed by states. An important element for states in order to obey international law is the principle of reciprocity. States often do not pursue one particular course of action which might bring them short-term gains, because it could

.....read more
Access: 
Public
Aantekeningen bij de hoorcolleges van Public International Law

Aantekeningen bij de hoorcolleges van Public International Law


Hoorcollege week 1

Aim of Public International law: regulating international relations through norms:

  • Order and stability

  • Justice

  • Dispute-settlement

It’s not only about nations, but also about intergovernmental organisations and sometimes even people.

1648: treaty of westfahlen → it ended the thirty-year war. For the first time in human history all sovereign states were equal. This meant that every state had territorial sovereignty.

Aim of Private International law: regulating legal relations between individuals (can also include corporations as such)



 

National Law

International Law

Legislation

Centralized

Decentralized

Dispute-settlement

Compulsory

Not compulsory

Administration and enforcement

Centralized

decentralized

International Law developed from law of co-existence to law of cooperation and to law of integration.

Case 1: Nicaragua

There was a war between the SU and the US. US supported the rebels, the contras. Nicaragua went to court, saying that the US violated their borders and that force had been used against Nicaragua. The case is important for the use of force and state responsibility. Art. 2(4) of human/united nations charter could not be applied because the US did not accept the jurisdiction

Werkgroep 1

Law making on national and international levels:

Legislative

On national level the legislative power lies with the stage-general and the government together. On international level however, the legislative power comes from treaties, customary law and general principles. The difference is consent to be bound. Also on a national level we have a centralized power and on international level we have an decentralized power.

Executive

On national level: the Government.

On international level: States

Judiciary

National: Courts (binding jurisdiction)

International: ICJ (International court of justice), ICC (International Criminal Court), ECtHR (European Court of Human Rights), ECJ (European Court of Justice). There’s no binding jurisdiction on international level. Agreement is needed, this is also known as consent to be bound. Sometimes there’s no treaties or customs, and we need general principles to fill in the void. International law consists of private and public law. Public international law deals with the relations between states and private international law with the relations between individuals. Public international law consists of many more fields, such as

Access: 
JoHo members
Public International Law (PIL) - B1 - Rechten - UU - Aantekeningen hoorcolleges

Public International Law (PIL) - B1 - Rechten - UU - Aantekeningen hoorcolleges

Deze aantekeningen zijn gebasseerd op het het vak Public International Law (PIL) in 2015-2016.


Hoorcollege week 1

Aim of Public International law: regulating international relations through norms:

  • Order and stability

  • Justice

  • Dispute-settlement

It’s not only about nations, but also about intergovernmental organisations and sometimes even people.

1648: treaty of westfahlen → it ended the thirty-year war. For the first time in human history all sovereign states were equal. This meant that every state had territorial sovereignty.

Aim of Private International law: regulating legal relations between individuals (can also include corporations as such)

 

National Law

International Law

Legislation

Centralized

Decentralized

Dispute-settlement

Compulsory

Not compulsory

Administration and enforcement

Centralized

decentralized

International Law developed from law of co-existence to law of cooperation and to law of integration.

Case 1: Nicaragua

There was a war between the SU and the US. US supported the rebels, the contras. Nicaragua went to court, saying that the US violated their borders and that force had been used against Nicaragua. The case is important for the use of force and state responsibility. Art. 2(4) of human/united nations charter could not be applied because the US did not accept the jurisdiction

Hoorcollege week 2

Relationship between sources of international law

There are also other sources of international law not listed in article 38, namely:

  • Decisions of international organizations (only the binding decisions)

  • Unilateral acts (nuclear tests)

  • Soft law, it looks like law but it are basically political norms. States comply with those laws because they don’t want to have a bad name.

Treaty and custom are not more important than one another. The way it is solved is on basis of lex specialis and lex posterior.

Lex specialis: more specific law prevails over more common law.

Lex posterior: younger law prevails over older law.

Jus cogens: peremptory norms, more important than any other source of international law!

Treaty Law (treaty, convention, statute, charter, agreement, protocol are all other words with the same meaning)  Vienna Convention on the Law of Treaties (VCLT)

VCLT only deals with treaties between states.

Treaties are only applicable to the parties. (art. 34 VCLT)

Treaties are formed in the following way and order:

Access: 
Public
Hoorcollege aantekeningen internationaal recht

Hoorcollege aantekeningen internationaal recht

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013.


Hoorcollege week 1

Deze week zal het gaan over begrip en aard van het internationaal recht en in het speciaal over de bronnen van het internationaal recht.

Als eerste wordt het internationaal recht geïllustreerd aan de hand van het conflict over een aantal eilanden in de Chinese zee. Zowel China als Japan denkt daar aanspraak op te kunnen maken.  De belangen hierbij zijn uitbreiding van het territoir en toegang tot natuurlijke hulpbronnen. Het toepasbare recht in deze casus zijn onder andere het zeerecht en een bilateraal verdrag, bovendien speelt geschilbeslechting een rol.

Het internationaal (publiek)recht komt voor uit internationale bronnen:

  1. Verdragen
  2. Gewoonterecht
  3. Besluiten van internationale organisaties
  4. Algemene rechtsbeginselen

N.B Niet alle regels zijn bindend voor alle staten.

Artikel 38 van het Statuut van het Internationaal Gerechtshof geeft als bronnen:

  1. Verdragen
  2. Gewoonterecht
  3. Algemene beginselen
  4. Subsidiair: gerechtelijke beslissingen en doctrine

Daarnaast zijn nog van belang:

  1. Bindende besluiten van internationale organisaties
  2. Eenzijdige handelingen (Een soort juridische belofte; een verplichting op zich nemen ten opzichte van alle andere staten
  3. Redelijkheid en billijkheid

Verdragen als bron van het internationaal recht

Verdragen zijn (anders dan gewoonterecht) altijd geschreven recht alsook geregistreerd en gepubliceerd, omwille van de toegankelijkheid. Bovendien zijn verdragen niet beperkt tot bepaalde onderwerpen, verdragen mogen alleen niet ingaan tegen dwingend recht (ius cogens).

Gewoonterecht

Het gewoonterecht wordt behelsd door de statenpraktijk en de opinio iuris. Een discussiepunt is of het gewoonterecht valt te wijzigen. Ergo: Is een afwijkende praktijk schending van de regel of het begin van een nieuwe regel? In ieder geval is het gewoonterecht niet onveranderlijk, het gewoonterecht moet geïnterpreteerd worden. Zie in dit verband ook paragraaf 86 van de Nicaragua zaak.

Wanneer er samenloop is van bronnen van het internationaal recht is de hiërarchie als volgt:

  1. Lex specialis derogat lege generali
  2. Lex posterior derogat lege priori
  3. Artikel 3 van het Handvest van de VN
  4. Ius Cogens

Bij het gewoonterecht wordt ervan uitgegaan dat de wil verweven zit in de rechtsbron, de staten hebben tenslotte zelf invloed op wat ze doen.

Een normatieve vraag hierover is: Is het wenselijk dat het zo in elkaar zit?

De empirische vraag is vervolgens: Gebeurt dit ook?

 

Hoorcollege week 2

Deze week gaat het over bronnen en verdragenrecht.

Sommige bronnen bevatten primair recht, andere bronnen bevatten secundair recht. Een voorbeeld dat hierbij wordt gegeven is de regel dat foltering verboden is (primair recht) en het recht op compensatie nadat foltering toch heeft plaatsgevonden.....read more

Access: 
Public
Werkgroepaantekeningen internationaal recht

Werkgroepaantekeningen internationaal recht

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Bekijk hier ons huidige aanbod.


Week 1

Het internationaal (publiek-)recht kent bevoegdheden toe aan actoren, hetgeen niet per sé staten hoeven te zijn. Echter, het erkent niet alleen bevoegdheden, maar het kan tevens het handelen van internationale actoren beperken.

 

Internationaal publiekrecht

Alvorens er sprake kan zijn van internationaal recht dient er sprake te zijn van drie elementen:

  1. Internationaal;

  2. publiek;
    Aan dit element is voldaan als er sprake is van gezag dat tussen staten wordt uitgeoefend dan wel als het publieke belangen betreft.

  3. juridisch.
    Aan dit element is voldaan als de norm voortvloeit uit een internationale rechtsbron dan wel wanneer er sprake is van sanctionering als een norm wordt geschonden.

 

In de nationale rechtsordes, is er in tegenstelling tot de internationale rechtsordes, sprake van een verticale gezagsstructuur/verhouding; er is een centrale overheid. In het internationale recht is er sprake van een decentrale/horizontale gezagsstructuur/verhouding; er is geen centrale overheid. Staten dienen de internationale rechtsorde zoveel mogelijk zelf te handhaven, hetgeen kan geschieden via diplomatiek protest en sanctionering.

 

 

Rechtsbronnen

Artikel 38 IGH somt enkele bronnen op die als internationale rechtsbron worden aangemerkt:

  • verdragen;

  • gewoonterecht;

  • algemene beginselen;

  • subsidiair: gerechtelijke beslissingen en doctrine.

 

Dit artikel wordt als gezaghebbend aangemerkt, nu er geen ander artikel bestaat waarin de internationale rechtsbronnen worden aangegeven. Naast de in dit artikel opgesomde bronnen bestaan er nog overige bronnen, namelijk (bindende!) besluiten van internationale organisaties, eenzijdige handelingen en de redelijkheid en billijkheid. Een staat kan een eenzijdige handeling verrichten door, uit zichzelf, een verplichting op zich te nemen, ten opzichte van (alle) andere staten. Dit kan een recht dan wel een verplichting opleveren. Frankrijk heeft bijvoorbeeld door toezeggingen van de president de plicht op zich genomen om bepaalde kernproeven niet meer uit te voeren. Dit is een juridische belofte die een verplichting oplevert. Of redelijkheid en billijkheid als (internationale) rechtsbron kunnen worden aangemerkt, wordt door sommigen betwist. Het zijn algemene beginselen die een oplossing kunnen bieden in een conflict dan wel een aanwijzing kunnen geven over hoe het recht (zou) moet(en) zijn. Het is dan tot op zekere hoogte een rechtsbron, maar het is altijd een algemeen beginsel.

 

Een niet-bindend besluit van een internationale organisatie, bijvoorbeeld een resolutie, is op zichzelf geen internationale rechtsbron, maar kan wel een aanwijzing zijn voor het bestaan van gewoonterecht.

 

Soms geniet het vaststellen van een regel in een verdrag de voorkeur boven het ontstaan van een regel als gewoonterecht. Hiervoor zijn enkele redenen te bedenken. Ten eerste.....read more

Access: 
Public
Arresten Internationaal Recht

Arresten Internationaal Recht

Deze samenvatting bestaat uit een verzameling van arresten zoals voorgeschreven bij een bachelor cursus over Internationaal Recht en is gebaseerd op collegejaar 2012-2013.


.....read more
Access: 
Public
Oefenpakket Internationaal Recht
Aanvullende 3 arresten Inleiding internationaal en Europees recht

Aanvullende 3 arresten Inleiding internationaal en Europees recht

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.


Administratie van de staatsfinanciën/Simmenthal, HvJ 09-03-1978, zaak 106/77

Onderwerp: de inroepbaarheid van de voorrang van het Europese recht voor een nationale rechter.

Casus

Het is op 26 juli 1973 dat de NV Simmenthal, gevestigd te Monza Frankrijk, een partij rundvlees in Italië invoert. Bij de invoering van dit rundvlees worden keuringsrechten geheven. Deze keuringsrechten zijn voorgeschreven door de Italiaanse wetgeving. Simmenthal is het hier niet mee eens en is van mening dat deze keuringen, en dus de keuringsrechten, een belemmering zijn van het vrije goederenverkeer en dus verboden zijn. Hij vordert het betaalde bij de Italiaanse rechter terug. Deze verzoekt het Hof van Justitie om een prejudiciële beslissing op basis van art. 177 EEG-Verdrag (nu art. 267 VWEU). Vraag is hierbij: indien nationaal recht in strijd is met de voorrang van het Europees recht, moet een nationale rechter de desbetreffende nationale wetgeving dan buiten toepassing laten of moet hij wachten tot het eigen nationale constitutionele hof het ongeldig heeft verklaard?

 

Het Hof van Justitie

Het Hof bevestigt dat het al dan niet systematisch verrichten van keuringen aan de grens op het invoeren van producten, maatregelen van gelijke werking in de zin van art. 30 EEG-verdrag vormen(nu art. 34 VWEU).

Daarnaast, en dit is het belangrijkste, geeft het Hof van Justitie antwoord op de hoofdvraag van de Italiaanse rechter. Het arrest is te zien als een bevestiging van het Costa/E.N.E.L. arrest. Het Hof herhaalt hierbij bijna woordelijk wat hij reeds uitvoerig beargumenteerde in het Costa/E.N.E.L.

De communautaire rechtsorde is een nieuwe internationaal-rechtelijke rechtsorde, waarvan niet alleen de Lid-Staten maar ook hun onderdanen de subjecten zijn. Het is een eigen rechtsorde die is geïntegreerd in het rechtsstelsel der Lid-Staten en waaraan de nationale rechter is onderworpen. Het gemeenschapsrecht is dwingend en absoluut van aard.”

Hiernaast beargumenteerde het Hof ook dat Lid-Staten op basis van hun nationale wetgeving of rechtspraak geen uitzonderingen of afwijkingen op het gemeenschapsrecht kunnen toestaan. Dit kan zelfs niet indien het bepalingen van constitutionele aard betreft. Het gemeenschapsrecht werkt rechtstreeks en creëert rechten voor particulieren. Dit zorgt ervoor dat de nationale rechter deze moet handhaven.

Een voorwaarde aan deze voorrang stellen door te bepalen, op nationaal niveau, dat voorrang pas is toegestaan indien het hoogste nationale constitutionele Hof de desbetreffende wetgeving ongeldig heeft verklaard, is dan ook niet toegestaan.

 

De actiegroep Iraanse studenten/de Staat der Nederlanden, Rb ’s Gravenhage 3-02-2010, LJN BL.....read more

Access: 
Public
Tentamenvragen: Inleiding Internationaal en Europees Recht

Tentamenvragen: Inleiding Internationaal en Europees Recht

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.


Tentamenvragen deel 1

 

Meerkeuzevragen

 

Vraag 1:

Het beginsel van voorrang van het gemeenschapsrecht:

 

a. geldt niet ten opzichte van nationale regels die reeds bestonden op het moment van totstandkomen van de desbetreffende Gemeenschapsrechtelijke regel.

b. is een wezenlijk kenmerk van de communautaire rechtsorde.

c. heeft alleen betrekking op het primaire gemeenschapsrecht.

d. geldt niet ten opzichte van de nationale Grondwetten van de lidstaten.

 

Vraag 2:

De theorie van de acte clair:

 

a. is door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verworpen.

b. betekent dat een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen achterwege kan blijven als de juiste toepassing van het Gemeenschapsrecht zo duidelijk is, dat redelijkerwijze geen twijfel meer kan bestaan over de wijze waarop de prejudiciële vraag dient te worden beantwoord.

c. duidt op de rechtstreekse toepasselijkheid van een Verordening.

d. betekent dat, als een richtlijn voldoende duidelijk en precies is, er geen omzetting in het nationale recht vereist is.

 

Vraag 3:

Beoordeel de juistheid van de volgende twee stellingen:

 

I. Ook nationale rechters zijn gebonden aan het beginsel van Gemeenschapstrouw.

II. De rechtsbasis voor het opzetten van de gemeenschappelijke handelspolitiek is artikel 3, lid 1 onder b EG.

 

a. beide stellingen zijn onjuist

b. beide stellingen zijn juist

c. stelling I is juist, stelling II onjuist

d. stelling I is onjuist, stelling II is juist

 

Vraag 4:

Welke van de volgende elementen is geen doelstelling van de interne markt?

 

a. vrij verkeer van derde landen onderdanen

b. vrij verkeer van kapitaal

c. vrij verkeer van goederen

d. vrij verkeer van diensten

 

Vraag 5:

De nationale rechter:

 

a. is altijd verplicht een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen ingeval van onduidelijkheid van een regel van Gemeenschapsrecht.

b. mag nationale regels Gemeenschapsrechtconform interpreteren, maar is daartoe niet verplicht.

c. dient toepassing te geven aan direct werkende bepalingen van Gemeenschapsrecht, tenzij dat strijdt met nationale bepalingen.

d. dient altijd toepassing te geven aan direct werkende bepalingen van Gemeenschapsrecht.

 

Vraag 6:

De Europese Raad is samengesteld uit:

 

a......read more

Access: 
Public
Begrippenlijst Inleiding Internationaal en Europees Recht

Begrippenlijst Inleiding Internationaal en Europees Recht

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.

 

 

Stamplijst Internationaal en Europees Recht
Inleiding:
Codificatie – Het op schrift stellen van recht
Internationaal publiekrecht – Volkenrecht
Ius gentium – Het recht van volken
Ius inter gentes – Het recht tussen volken
Soevereiniteit –De hoogste macht afhankelijk van geen ander gezag.
Volmachtige – Een afgevaardigde vertegenwoordiger van een staat die namens zijn staat de onderhandelingen mag doen.
Volkenrecht – Internationaal publiekrecht
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 1:
Cuius regio, euis natio – Eén staat, één natie.
Cuius regio, euis religio – Eén staat, één godsdienst.
De iure belli ac pacis – Over het recht van oorlog en vrede. Een boek van Hugo de Groot uit 1625.
Haves – De welvarende oude staten ten tijde van de fase der Vredelievende Staten.
Have nots – De arme jonge staten ten tijde van de fase der Vredelievende Staten.
Have nevers – De arme jonge staten die door het Non-proliferatieverdrag uit 1968 beloofden bepaalde informatie nooit te verwerven. Daarmee werden ze van have nots, have nevers.
Mare liberum – Vrije zeevaart. Een boek van Hugo de Groot uit 1604
Sub deo ac lege– Onder God en de wetten
Hoofdstuk 2:
Founding Fathers – Oprichters van de Verenigde Naties
Soft Law – Regels die niet voor een ieder bindend zijn
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 4:
Bilateraal Verdrag - Een geschreven overeenkomst tussen staten, internationale organisaties of een mix daarvan resulterend in een verdrag.
Clausula rebus sic santibis – Een clausule in het Weense Verdragenvedrag (1968) die inhoudt dat bij onvoorziene verandering van omstandigheden er een wederzijdse optie is om het verdrag te beëindigen.
Doctrines – Leerstelling van de meest bevoegde schrijvers. Een hulpmiddel bij de internationale rechtsvinding.
Multilateraal Verdrag - Een geschreven overeenkomst tussen twee meerdere staten, internationale organisaties of een mix daarvan resulterend in een verdrag.
Nemo plus juris transferre potest quam ipse habet – Geen staat kan meer recht overdragen dan hij bezit.
Opinio iuris sive necessitatis – Een rechtsovertuiging, welke samen met de Usus, noodzakelijk moet worden geacht om te kunnen spreken van een internationale gewoonte.
Pacta sunt servanda – Gesloten overeenkomsten moeten worden nagekomen

Persistent Objector – Een staat die van meet af aan zich verzet heeft tegen een bepaalde Usus en het onstaan van de regel van internationaal gewoonterecht. Zij zijn dan ook niet gebonden aan deze betreffende regel.
Permissive resolutions – Resoluties die bepaalde gedragingen aanbevelen die zonder aanbeveling internationaalrechtelijk niet geoorloofd zouden zijn.
Preambule - Een preambule is een inleidende bepaling in de tekst van een wet of verdrag. In de preambule wordt vaak het doel geschetst, een onderliggende filosofie en/of de omstandigheden die hebben geleid tot de wet of het verdrag.
Usus – Gewoonte, gebruik of praktijk welke samen met de Opinio iuris vereist is om te kunnen spreken van een internationale gewoonte.
Wijdverbreid – Als een.....read more

Access: 
Public
Boeksamenvatting bij de 10e druk van Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht van Strikwerda en Schaafsma

Boeksamenvatting bij de 10e druk van Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht van Strikwerda en Schaafsma


1 Inleiding

1.1 Internationaal privaatrecht

Bestaansvoorwaarden

Er zijn twee redenen die verklaren waarom er behoefte is aan internationaal privaatrecht (afgekort ipr). De eerste reden is dat het privaatrecht in elk land verschillend is. Er worden weliswaar pogingen ondernomen om bepaalde rechtsgebieden te harmoniseren maar het is niet mogelijk, en niet wenselijk, om een wereldwijd uniform rechtsstelsel tot stand te brengen. De tweede reden is dat het regelmatig voorkomt dat rechtshandelingen en rechtsfeiten zich niet beperken tot het grondgebied van een land. Grensoverschrijdende rechtsverhoudingen zijn door de globalisering al lang geen exceptie meer.

Hoofdonderdelen

Het doel van ipr is een doelmatige en rechtvaardige regeling van het internationale rechtsverkeer. Internationaal privaatrecht kent drie hoofdonderdelen: welk rechtsstelsel, welke rechter en welke tenuitvoerlegging. Het eerste hoofdonderdeel betreft het verwijzingsrecht, ofwel conflictenrecht. Dit deelgebied van het ipr geeft aan welke rechtsregels van toepassing zijn op een grensoverschrijdende casus. Het beantwoordt de vraag welke nationale rechtsregels of –regelingen toegepast moeten worden op een internationale rechtsverhouding. Conflictenrecht vormt het materiële ipr.

Het tweede hoofdonderdeel van het ipr betreft het internationale bevoegdheids- of jurisdictierecht. Bij dit deelgebied van het ipr gaat het erom welke rechter bevoegd is om een zaak met een internationaal karakter in behandeling te nemen. Het conflictenrecht bepaalt dus welk recht er moet worden toegepast en het internationale bevoegdheids- of jurisdictierecht bepaalt welke rechter, uit welk land, dit recht mag toepassen.

Het internationale bevoegdheidsrecht vormt, samen met erkennings- en executierecht, het formele ipr. Het erkennings- en executierecht is een derde hoofdonderdeel van het ipr. Het gaat dan om het internationale erkennings- en executierecht. Als een rechter uitspraak doet in een internationale zaak, kan de begunstigde partij er belang bij hebben dat het vonnis ook consequenties heeft op het grondgebied van een andere staat dan die van de rechter die de uitspraak doet. Het internationale erkennings- en executierecht ziet er daarom op toe dat buitenlandse vonnissen, als zij aan alle voorwaarden voldoen, ten uitvoer worden gelegd.

Internationaal recht?

Ipr is geen internationaal recht, maar nationaal recht. Internationaal recht geeft in principe niet aan of een nationale rechter bevoegd is om kennis te nemen van een bepaalde zaak. Daarnaast bepalen nationale jurisdicties welk recht er toegepast dient te worden op internationale rechtsverhoudingen. En ook is het zo dat het een nationale aangelegenheid is welke buitenlandse rechterlijke beslissingen wel en niet worden erkend op het eigen grondgebied. Een staat mag bovenstaande rechtsvragen zelf invullen, hoewel men wel kan aannemen dat een staat die alleen maar zijn eigen recht en zijn eigen rechters erkent in strijd handelt met het volkerenrecht.

Internationaal recht speelt wel een rol bij de totstandkoming van het nationale ipr. Staten hebben namelijk verdragen.....read more

Access: 
JoHo members
Stamplijst bij Internationaal Publiekrecht als Wereldrecht van Schrijver

Stamplijst bij Internationaal Publiekrecht als Wereldrecht van Schrijver


.....read more

Stamplijst 'Internationaal Publiekrecht als wereldrecht'

Inleiding

 

 

 

Internationaal publiekrecht (formeel)

het gebied dat toeziet op de internationale publiekrechtelijke positie van staten, organisaties van staten, internationale ondernemingen, volken en mensen.

 

 

Internationaal publiekrecht (functioneel)

het scheppen van orde en rechtszekerheid in internationale betrekkingen en het behartigen van internationaal overeengekomen doelstellingen. Dit is een meer dynamische instelling.

 

 

Intergouvernementele organisaties

het door staten in een geordende en geïnstitutionaliseerde rechtsverhouding treden.

 

 

Supranationale organisaties

het overdragen van bepaalde bevoegdheden door staten aan een Statenorganisatie. Een staat kan hier tegen zijn wil gebonden worden door een meerderheidsbeslissing, een deel van de soevereiniteit wordt hierdoor dus ingeleverd.

 

 

Ius gentium

het recht van volken

 

 

Horizontale ontwikkeling in de internationaal publiekrechtelijke rechtsverhouding tussen staten onderling

het groeien van het aantal staten door onder andere de dekolonisatie.

 

 

Verticale ontwikkeling in de internationaal publiekrechtelijke rechtsverhouding tussen staten onderling

het ontstaan van steeds meer partijen in het internationaal publiekrecht, zoals internationale organisaties en volken.

 

 

De wetten en gebruiken van de oorlog

geldende normen ten aanzien van gevechtshandelingen. Dit staat bekend als 'Haags' recht.

 

 

Humanitair recht

geldende normen voor bezet gebied. Dit staat bekend als 'Geneefs' recht.

 

 

Neutraliteitsrecht

de rechten en plichten tussen de partijen die oorlog voeren en de neutralen.

 

 

 

Hoofdstuk 1

 

 

 

 

 

Godsdienstvrede van Augsburg (1555)

ging uit van cuius regio, eius religio. Godsdienstoorlog binnen een staat voorkomen door een religie in de staat aan te houden.

 

 

Vrede van Westfalen (1648)

ging uit van cuius regio, eius natio. In de internationale politiek hield met religie op de achtergrond, zodat dit het nationale van de staat ten goede kwam. Een territorium had bovendien slechts een soeverein

Access: 
Public
Oefententamens Internationaal Recht

Oefententamens Internationaal Recht

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.


Oefententamen 2008

 

Opgave 1: (15 punten)

 

De buurlanden Magua en Natea hebben decennia lang tegen elkaar oorlog gevoerd. Beide landen hebben zich tijdens deze strijd schuldig gemaakt aan genocide. Eindelijk heerst er weer vrede. Bij wekelijkse informele bijeenkomsten hebben de presidenten van beide landen regelmatig verklaard dat zij nooit meer genocide willen plegen en bovendien alles willen doen om genocide te voorkomen. Dit hebben partijen steeds genoteerd in de notulen van de bijeenkomsten. Na een tijd van rust is het leger van Magua toch weer overgegaan tot het plegen van genocide. Vele burgers van Natea zijn inmiddels het slachtoffer geworden van deze genocide. Natea stelt, dat Magua in strijd handelt met zijn verplichtingen die voortvloeien uit het verdrag dat tijdens de informele bijeenkomsten werd gesloten. Het verdrag houdt volgens Natea in dat het plegen van genocide verboden is. Magua stelt, dat er geen sprake is van een verdrag.

228-236

 

a. Is er sprake van een verdrag? Motiveer uw antwoord. (8 punten)

 

NB: de vraag heeft betrekking op de vorm en niet op totstandkoming, inwerkingtreding of geldigheid van verdragen.

 

Definitie Verdrag: artikel 2 (1) WVV (of op basis van het gewoonterecht):

-           internationale overeenkomst

-           tussen staten

-           schriftelijk

-           onder internationaal recht

 

(2 punten, noemen van artikel/gewoonterecht en vereisten)

Vindplaats: Nollkaemper randnummer 286

 

Indien staten niet uitdrukkelijk hebben aangegeven of zij de bedoeling hadden een verdrag te sluiten, moet uit de aard en inhoud van de overeenkomst, alsmede van de overige omstandigheden van het geval worden afgeleid of er sprake is van een verdrag. (1 punt, aard en inhoud bepalend indien niet in de tekst staat of het een verdrag moet zijn of niet)

Vindplaats: Nollkaemper randnummer: 292

In casu is geen sprake van een ‘verdrag’. Er zijn slechts notulen van informele bijeenkomsten. De vraag is derhalve of deze notulen als een verdrag kunnen worden beschouwd. (1 punt,feiten: in de notulen staat niet dat het een verdrag is)

 

Jurisprudentie:

 

Aegean Continental Shelf:

Het hof zei dat ‚[…] the Court must have regard above all to its actual terms and to the particular circumstances in which it was drawn up.’ (para. 96). In het licht van het meeting kijkt het Hof naar de context (para. 100) en naar de notities/opvattingen/uitwisselingen van de partijen (paras. 100-107)

Ogv deze zaak kan men tot twee conclusies komen.

Context: Partijen zijn wekelijks bijeengekomen. Regelmatig kwam ook het onderwerp van genocide aan bod. Maar het zijn echter informele bijeenkomsten

Notities: Er staat duidelijke genoteerd in de notulen dat beide partijen nooit meer genocide willen plegen en genocide willen voorkomen. Er zijn echter geen aanduidingen dat het om een verdrag gaat.

Intentie: Partijen hebben regelmatig verklaard, dat zij nooit meer.....read more

Access: 
Public
Supersamenvatting Internationaal Recht

Supersamenvatting Internationaal Recht

Deze samenvatting somt de belangrijkste begrippen bij het internationaal recht op (geschreven 2013-2014)


Deel 1 : Begrip en aard van het internationaal publiekrecht

internationaal recht

Internationaal recht heeft betrekking op rechtsbetrekkingen in de gehele wereld. Grensoverschrijdende problemen leiden tot de noodzaak van nauwere internationale samenwerking.

 

internationaal publiekrecht

Internationaal publiekrecht regelt de uitoefening van publiek gezag in de internationale gemeenschap. Het kent bevoegdheden toe aan de entiteiten die publiek gezag uitoefenen (staten en internationale organisaties) en bepaalt het juridische kader waarbinnen zij deze bevoegdheden moeten uitoefenen.

 

internationaal privaatrecht

Internationaal privaatrecht bestaat deels uit verdragen die conflicten tussen rechtsstelsels voorkomen door het privaatrecht van staten te uniformeren. Om belangen van de internationale gemeenschap te beschermen kan het wenselijk zijn privaatrechtelijke betrekkingen te reguleren. Daarnaast laten staten publieke taken in toenemende mate vervullen door private instellingen. Het onderscheid met het internationaal publiekrecht is niet heel scherp.

 

rechtsbronnen

Internationaal recht kent 4 rechtsbronnen: gewoonterecht (recht dat ontstaat uit de praktijk van staten in combinatie met een rechtsovertuiging), verdragen, besluiten van internationale organisaties en algemene rechtsbeginselen.

 

dualisme en monisme

In de dualistische leer wordt aangenomen dat de internationale rechtsorde en de nationale rechtsorde gescheiden zijn; zij hebben gescheiden rechtsbronnen en verschillende subjecten. Gevolg van deze scheiding is dat internationaal recht geen rechtsbetrekkingen in de nationale rechtsorde kan bepalen en nationaal recht zonder juridische betekenis is in de internationale rechtsorde. In de monistische leer wordt ervan uitgegaan dat er één rechtsorde bestaat waarvan zowel internationaal recht als nationaal recht deel uitmaken.

 

De verhouding tussen de internationale en de nationale rechtsorde kan niet strikt dualistisch of monistisch genoemd worden.

 

3 vormen internationaal publiekrecht

Het internationaal publiekrecht kent 3 vormen: het recht van co-existentie (de bescherming van de aanspraak van staten op de uitoefening van publiek gezag binnen hun grondgebeid), het recht van samenwerking (kenmerkt zich dor een actieve samenwerking waarbij onderlinge bevoegdheden naast elkaar bestaat, staten informatie uitwisselen en beleid op elkaar afstemmen) en het recht van integratie (waarbij de bescherming en de uitvoering van publieke taken georganiseerd wordt op bovennationaal niveau).

 

.....read more

Access: 
Public
Supersamenvatting bij de 5e druk van Kern van het internationaal Publiekrecht van Nollkaemper

Supersamenvatting bij de 5e druk van Kern van het internationaal Publiekrecht van Nollkaemper


Supersamenvatting Internationaal recht

Deel 1 : Begrip en aard van het internationaal publiekrecht

 

internationaal recht

Internationaal recht heeft betrekking op rechtsbetrekkingen in de gehele wereld. Grensoverschrijdende problemen leiden tot de noodzaak van nauwere internationale samenwerking.

 

internationaal publiekrecht

Internationaal publiekrecht regelt de uitoefening van publiek gezag in de internationale gemeenschap. Het kent bevoegdheden toe aan de entiteiten die publiek gezag uitoefenen (staten en internationale organisaties) en bepaalt het juridische kader waarbinnen zij deze bevoegdheden moeten uitoefenen.

 

internationaal privaatrecht

Internationaal privaatrecht bestaat deels uit verdragen die conflicten tussen rechtsstelsels voorkomen door het privaatrecht van staten te uniformeren. Om belangen van de internationale gemeenschap te beschermen kan het wenselijk zijn privaatrechtelijke betrekkingen te reguleren. Daarnaast laten staten publieke taken in toenemende mate vervullen door private instellingen. Het onderscheid met het internationaal publiekrecht is niet heel scherp.

 

rechtsbronnen

Internationaal recht kent 4 rechtsbronnen: gewoonterecht (recht dat ontstaat uit de praktijk van staten in combinatie met een rechtsovertuiging), verdragen, besluiten van internationale organisaties en algemene rechtsbeginselen.

 

dualisme en monisme

In de dualistische leer wordt aangenomen dat de internationale rechtsorde en de nationale rechtsorde gescheiden zijn; zij hebben gescheiden rechtsbronnen en verschillende subjecten. Gevolg van deze scheiding is dat internationaal recht geen rechtsbetrekkingen in de nationale rechtsorde kan bepalen en nationaal recht zonder juridische betekenis is in de internationale rechtsorde. In de monistische leer wordt ervan uitgegaan dat er één rechtsorde bestaat waarvan zowel internationaal recht als nationaal recht deel uitmaken.

 

De verhouding tussen de internationale en de nationale rechtsorde kan niet strikt dualistisch of monistisch genoemd worden.

 

3 vormen internationaal publiekrecht

Het internationaal publiekrecht kent 3 vormen: het recht van co-existentie (de bescherming van de aanspraak van staten op de uitoefening van publiek gezag binnen hun grondgebeid), het recht van samenwerking (kenmerkt zich dor een actieve samenwerking waarbij onderlinge bevoegdheden naast elkaar bestaat, staten informatie uitwisselen en beleid op elkaar afstemmen) en het recht van integratie (waarbij de bescherming en de uitvoering van publieke taken georganiseerd wordt op bovennationaal niveau).

 

Deel 2 : Subjecten van Recht

 .....read more

Access: 
Public
Collegeaantekeningen Inleiding Internationaal Publiekrecht

Collegeaantekeningen Inleiding Internationaal Publiekrecht


Week 1

Hoorcollege 1

 

Voorbeelden internationaal publiekrecht

Het hoorcollege begint met een aantal recente voorbeelden waardoor duidelijk wordt wat internationaal publiekrecht in de praktijk precies betekent:

  1. Het incident van september 2013 waar een boot van Greenpeace onder Nederlandse vlag zich aan het Russische boorplatform had vastgeketend. Volgens Nederland had Rusland alleen met Nederlandse toestemming de boot mogen betreden;
  2. Het Srebrenica-arrest waar het de vraag is of de Nederlandse staat of de Verenigde Naties aansprakelijk zijn voor Dutchbat die daar onschuldige burgers om het leven hebben gebracht. De conclusie was dat Nederland verantwoordelijk is;
  3. MH17 wordt ook kort genoemd, waar verschillende staten en hun rechten samenkomen.

 

Definitie

Internationaal publiekrecht reguleert primair de betrekkingen tussen soevereine staten. Dat is anders dan internationaal privaatrecht, dat op personen uit verschillende staten betrekking heeft.

 

Ontwikkeling

Internationaal publiekrecht is in de late Middeleeuwen ontstaan door de vorming van statelijke eenheden en de toenemende globalisering.

Hugo de Groot (1583-1645) – bekend onder zijn Latijnse naam Grotius – wordt gezien als de vader van dit recht. Hij heeft onder andere boeken geschreven over het recht in oorlog en vrede en het zeerecht.

De Vrede van Westfalen (1648) bestaat uit de Vrede van Münster en de Vrede van Osnabrück. Dit heeft gezorgd voor de soevereiniteit van staten en zo dus bijgedragen aan het volkenrecht, ook wel internationaal publiekrecht genoemd.

De term soevereiniteit (afkomstig uit het Latijnse suprema potestas dat hoogste macht betekent) is een begrip bedacht door de Franse Jean Bodin.  Bodin vond dat de soeverein vorst boven de adel en steden stond. Hiermee wilde hij de hiërarchie onderstrepen. Dit wordt ook wel de interne werking van de soevereiniteit genoemd.
We kennen ook een externe werking: die van de juridische onafhankelijkheid van de koning ten opzichte van de keizer van de katholieke kerk.

Het gevolg van deze soevereiniteit is dat alle staten gelijkwaardig aan elkaar zijn en dat ieder een exclusieve rechtsmacht in zijn eigen staat heeft – andere staten mogen zich daar dus niet mee bemoeien.

Met rechten zijn ook verantwoordelijkheden gemoeid. Het onderling afspraken maken is de hoofdzakelijke verantwoordelijkheid van het Internationale Publiekrecht.

Bij co-existentie worden de onderlinge verhoudingen van staten geregeld. Zoals het zeerecht en het diplomatieke recht: dit is al heel oud recht, maar geldt nog steeds. Als voorbeeld wordt genoemd dat diplomaten in landen waar ze verblijven niet vervolgd mogen worden, ook niet als ze hun kinderen mishandelen of verkeersboetes niet betalen (recentelijk voorgekomen in Nederland).

In de 20e eeuw is dat veranderd in co-operatie, waarbij gemeenschappelijke doelstellingen verwezenlijkt worden en samen problemen opgelost kunnen worden (denk aan milieu).

Hierdoor is het internationaal publiekrecht ontstaan dat bestaat uit bilaterale (tussen twee landen) en multilaterale (tussen meerdere landen) verdragen......read more

Access: 
Public
Artikel Kroniek internationaal publiekrecht

Artikel Kroniek internationaal publiekrecht

De MH17-ramp en strijd om Oost-Oekraïne

De reden dat het Internationaal Strafhof zich niet buigt over de MH17-zaak is vanwege het complementariteitsbeginsel: indien een land in staat en bereid is tot vervolging over te gaan, houdt het Strafhof zich afzijdig. In dit geval was dit land Nederland. Het conflict in Oekraïne sluimerde al geruime tijd en kwam tot een uitspatting in februari 2014 met de opstand in Kiev, waarbij de zittende pro-Russische regering werd verdreven en hierop volgend de annexatie van de Krim door Rusland. Dit was het geval van twee zaken: de Russische vrees dat het Westen militair te dichtbij komt en hun toenemend zelfvertrouwen. Tegenwoordig bestaan nog diverse overlegfora over deze annexatie, zoals de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en ac hoc-groepen zoals de Trilaterale Contactengroep (bestaande uit Oekraïne, opstandelingen en de OVSE) en de Normandië-groep (bestaande uit Oekraïne, Rusland, Frankrijk en Duitsland). De vredespogingen van eerstgenoemde bleken nauwelijks effect te hebben, waarop laatstgenoemde in 2015 een ‘Pakket van Maatregelen voor de Tenuitvoerlegging van de (eerdere) Minskovereenkomsten’ tot stand bracht, wat juridisch de vorm van een verdrag heeft. Hierin wordt onder meer opgeroepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren, terugtrekking van zware wapens en voorbereiding van lokale verkiezingen en zelfbestuur in de regio. Ook is er een afspraak over een constitutionele hervorming van Oekraïne inclusief een nieuwe Grondwet. Het Pakket is ondertekend door de Trilaterale Contactengroep en de Normandië-groep belooft zich “individueel en gezamenlijk volledig te committeren aan de overeenkomst”. De VN Veiligheidsraad schaart zich ook hierachter en eist een vreedzame oplossing van het conflict.

Syrië en de Responsibility to Protect

Waar er een rechtsgrondslag bestaat voor het uitvoeren van bombardementen op IS-stellingen in Irak, ontbreekt deze in Syrië, waardoor het onmogelijk is om het conflict militair op te lossen. De oplossing ligt in multilaterale vredesdiplomatie met niet alleen het Westen, maar ook Rusland, China en de Arabische regio. Enkele stappen die al zijn genomen zijn het verwijderen van chemische wapens in de strijd (aansluitend op het verbod hierop), versterkte toezicht op en het verlenen van humanitaire hulp ondanks dat er geen expliciete toestemming bestaat van Syrië hiervoor, en het kenmerken van IS als terroristische organisatie wat een effectievere strafrechtelijke aanpak mogelijk maakt. De roep om een uitgebreide VN-vredesoperatie wordt tot op heden geblokkeerd; echter zou de Responsibility to Protect een uitkomst kunnen bieden.

Israël en Palestina

Palestina wordt langzaamaan steeds meer beperkt in omvang door de illegale bouw van Israëlische nederzettingen op het grondgebied. De uitspraak van het Internationaal Gerechtshof in de Wall-zaak, waarin opgeroepen werd tot het afbreken van de Israëlische Muur in bezet Palestijns gebied en het recht op zelfbeschikking van de Palestijnen werd benoemd, verliest steeds meer zijn kracht. Vooral de erkenning van Palestina zorgt voor problemen; inmiddels hebben 135 Staten haar erkend en heeft zij een non-member observer State status bij de Algemene Vergadering van de VN. Ook gekeken naar de vier Montevideo-criteria omtrent het Staat-zijn voldoet Palestina als een Staat, zowel de facto als de iure. Daarnaast heeft de Palestijnse Autoriteit.....read more

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1737
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.