Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (1)


Vragen

Vraag 1

Sterre koopt samen met haar broer Martin een polyester zeilboot (geen registergoed) voor € 2.800. Ze betalen ieder € 1.400 van de aanschafprijs en huren een ligplaats voor de boot in het zomerseizoen in een jachthaventje aan het Paterswoldsemeer. Ze zijn zich ervan bewust dat er snel ruzie kan ontstaan over de boot. Om dat risico te verkleinen, maken ze duidelijke afspraken. Zij komen overeen dat Sterre de boot in het zomerseizoen mag gebruiken in de even kalenderweken en dat Hans de boot mag gebruiken in de oneven kalenderweken. Ze leggen de afspraken schriftelijk vast. Sterre kan slecht met geld omgaan en laat veel rekeningen onbetaald. Eline, een van haar schuldeisers, ziet Sterre op een mooie zomerdag varen op het Paterswoldsemeer. Zij vraagt zich af of de boot haar een verhaalsmogelijkheid kan bieden.

  1. Biedt de wet Eline een mogelijkheid tot uitwinning? (5 punten)

Vervolg vraag 1a.

Stel dat Eline er verder geen werk van maakt en dat Sterre in maart 2017 met toestemming van Martin haar aandeel in de boot verkoopt en levert aan neef Ruben. Ruben wil in kalenderweek 35 van 2017 gebruik maken van de zeilboot en deelt dat Martin per mail mee. Hans antwoordt dat hij van plan is de boot in die week te gebruiken en stuurt hem het document waarin de afspraken zijn neergelegd, die hij met Sterre heeft gemaakt over de even en oneven weken. Martin is niet bereid om af te wijken van die afspraken. Ruben acht zich niet gebonden aan de afspraken die Sterre met Martin heeft gemaakt. Sterre heeft hem niet op de hoogte gesteld van die afspraken. Zij heeft hem alleen gezegd dat Martin en zij even vaak gebruik mochten maken van de boot. De afspraken die Sterre met Martin heeft gemaakt, komen Ruben niet goed uit. Zijn vriendin die in Maastricht woont, kan hem door haar werk alleen in de weekenden van de oneven weken bezoeken. Hij zou graag met haar willen zeilen in die weekenden.

  1. Heeft Martin het exclusieve gebruiksrecht in de oneven weken of zullen Martin en Ruben nog afspraken met elkaar moeten maken over het gebruik van de boot? Besteed in uw antwoord ook aandacht aan de vraag of Ruben de hulp van de kantonrechter kan inroepen als hij met Martin geen overeenstemming kan bereiken over het gebruik van de boot. (5 punten)

Vraag 2

Samira heeft een teeltsysteem onder eigendomsvoorbehoud gekocht en geleverd gekregen. De koopprijs heeft zij nog niet voldaan. Samira wenst haar voorwaardelijk eigendomsrecht over te dragen aan DnB B.V.

Hoe kan Samira dit voorwaardelijk eigendomsrecht leveren? Ga ervan uit dat het teeltsysteem een roerende zaak, niet zijnde een registergoed is. (5 punten)

Vraag 3

Michael exploiteert al jaren een gezellig dorpscafé in het dorp Haren, vlakbij de stad Groningen. Omdat hij toe is aan een nieuwe uitdaging, zet hij het horecapand te koop. Het pand wordt opgenomen op een website voor commercieel vastgoed. De uitgebreide omschrijving en foto’s op die website wekken de belangstelling van Tim. Nadat Tim het pand enkele keren van binnen en van buiten heeft bezichtigd, doet hij een bod op het pand dat door Michael aanvaard wordt. Tim vindt op het internet een model van een koopakte en print dat uit. Partijen vullen dit met ballpoint in en geven het af aan een administratief medewerker van Tim, die belooft om de gegevens netjes in het model te typen. Niet alle gegevens zijn al met ballpoint ingevuld. Achter de naam van het dorp ontbreekt nog de naam van de gemeente. De administratief medewerker gaat even snel het internet op en concludeert dat het dorp Haren in de gemeente Oss ligt. Daarom vult hij in de koopakte de gemeente Oss in. In werkelijkheid ligt het verkochte dorpscafé in het dorp Haren in de gemeente Haren. De fout valt Michael en Tim niet op als zij de koopakte ondertekenen. Het adres Dorpstraat 36 Haren wordt in de koopakte juist vermeld. De koopakte wordt overhandigt aan de notaris die de overdracht regelt. De vermelding van de gemeente Oss wordt overgenomen in de notariële akte van levering. De akte tot levering wordt ingeschrevenin de openbare registers. Overigens is toevallig ook in het dorp Haren in de gemeente Oss een café gevestigd aan de Dorpstraat 36.

Is Tim eigenaar van het horecapand in de gemeente Haren? (10 punten)

Vraag 4

Een kippenboer in Groningen sluit een contract met een supermarktconcern op grond waarvan hij op 10 december 2017 50.000 vrije-uitloopeieren moet leveren tegen een prijs van € 5.000. Op 8 december 2017 wordt echter door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een ophokplicht voor pluimvee afgekondigd, omdat er vogelgriep is geconstateerd bij een eendenbedrijf in de buurt. De leghennen die op dat moment buiten rondscharrelen, hadden gelukkig al 30.000 eieren gelegd. Maar omdat de leghennen na 8 december hun gescharrel binnen moeten voortzetten, zijn de eieren die daarna gelegd worden, geen vrije-uitloopeieren maar slechts scharreleieren. De kippenboer levert daarom op 10 december 30.000 vrije-uitloopeieren en 20.000 scharreleieren in een andere verpakking aan het supermarktconcern.

  1. Het supermarktconcern wil de 20.000 ontvangen scharreleieren terugsturen en 2/5e deel van de koopprijs onbetaald laten. Kan dat? (5 punten)
  2. Het supermarktconcern wil alle eieren houden, dus ook de 20.000 ontvangen scharreleieren, maar er minder voor betalen dan de overeengekomen prijs. Kan dat? (5 punten)

Vraag 5

X en Y staan op het punt een duurovereenkomst met elkaar aan te gaan. In het overleg dat X en Y met elkaar hebben, komt naar voren dat zij koste wat het kost willen voorkomen dat vorderingen die zij op elkaar hebben, overgaan op anderen. Omdat zij niet weten of dat wettelijk mogelijk is, belt X in het bijzijn van Y zijn buurman, die juridisch geschoold is. Die buurman verzekert X ervan dat X en Y door een afspraak kunnen voorkomen dat vorderingen overgaan op anderen. Op basis van deze informatie besluiten X en Y een dergelijk beding op te nemen in hun overeenkomst. Om de afspraak kracht bij te zetten, besluiten ze ook nog een boete te zetten op overtreding van het verbod tot overdracht. Zij nemen daarom het volgende beding op in de overeenkomst: “Partijen mogen vorderingen die zij op elkaar hebben niet overdragen aan derden, op straffe van een boete van € 1.000 per vordering.” Op een zeker moment heeft Y € 80.000 te vorderen van X. Hij heeft er spijt van dat hij X een betalingstermijn van vier maanden gegund heeft, omdat hij dringend geld nodig heeft voor het doen van bestellingen. Hij besluit in strijd met de afspraken, de vordering op X te verkopen en openbaar te cederen aan Z voor € 70.000 en de boete voor lief te nemen. Kort nadat X een mededeling heeft ontvangen van Y dat hij de vordering heeft overgedragen aan Z, gaat Y failliet.

Behoort de vordering op X tot de boedel in faillissement? (5 punten)

Vraag 6

Wouter rijdt op 1 november 2010 ten gevolge van overmatig alcoholgebruik tegen de geparkeerde auto van Bram aan. Vraag (5 punten): Wanneer is de vordering tot schadevergoeding van Bram verjaard? U hoeft in uw antwoord geen aandacht te schenken aan de strafrechtelijke aspecten van het gedrag of de daaraan gekoppelde gevolgen voor de civielrechtelijke verjaring.

Wanneer is de vordering tot schadevergoeding van Bram verjaard? U hoeft in uw antwoord geen aandacht te schenken aan de strafrechtelijke aspecten van het gedrag of de daaraan gekoppelde gevolgen voor de civielrechtelijke verjaring. (5 punten)

Vraag 7

Nicolette koopt op 1 september 2017 van Guido een monumentale boerderij in Oost Groningen. Het pand is al bijna volledig gerestaureerd door Guido. Er ontbreken alleen nog enkele binnendeuren. Guido heeft al vier binnendeuren met glas in lood uit 1906 aangeschaft bij een handelaar in antieke bouwmaterialen. Nicolette en Guido spreken af dat Nicolette de deuren in de boerderij zal monteren nadat de boerderij aan haar is geleverd. Guido wil de deuren liever niet zelf monteren, omdat hij onder eigendomsvoorbehoud aan hem zijn geleverd en de handelaar hem onder verbeurte van een boete verboden had de deuren te monteren voordat de koopprijs betaald was. Nadat Nicolette eigenaar van de boerderij (en grond) is geworden, monteert zij de deuren. Een dag later wordt er aangebeld door de handelaar in antieke bouwmaterialen. Guido blijkt de koopprijs van de binnendeuren nog niet te hebben voldaan. De handelaar wil de deuren uit de scharnieren tillen en meenemen. Tegen zijn gewoonte in, had de handelaar in antieke bouwmaterialen zich de eigendom voorbehouden en andere voorwaarden gesteld bij aflevering, omdat Guido bekend staat als wanbetaler.

Aan wie behoren de deuren toe? (5 punten)

Vraag 8

De heer Goosing is projectontwikkelaar. Hij heeft een lap grond gekocht waarop hij een appartementencomplex wil bouwen. Het appartementencomplex kan pas gebouwd worden als de gemeente vrijstelling heeft verleend van het bestemmingsplan. Hij vraagt de vrijstelling aan bij de gemeente. De gemeente stelt omwonenden in de gelegenheid om vóór 1 december 2017 zogeheten zienswijzen in te dienen. Mevrouw Vliet is eigenaar en bewoner van een naastgelegen perceel. Zij vreest dat de waarde van haar woning zal dalen als de plannen van de heer Goosing verwezenlijkt worden. Daarom is zij van plan om tijdens een bijeenkomst van Dorpsbelangen op 16 november 2017 een presentatie te houden en een stapel concepten van zienswijzen mee te nemen. Zij hoopt veel bewoners ertoe te bewegen om zienswijzen in te dienen bij de gemeente en zo te voorkomen dat de gemeente vrijstelling verleent. Als de heer Goosing dit verneemt, biedt hij mevrouw Vliet aan om haar € 60.000 te betalen op 1 december 2017 in ruil voor het achterwege laten van haar plannen. Mevrouw Vliet accepteert het aanbod, maar houdt op 16 november 2017 toch een presentatie en verspreidt tijdens de vergadering de concepten van zienswijzen.

Is de heer Goosing verplicht om op 1 december 2017 € 60.000 te betalen aan mevrouw Vliet? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kan de heer Adelaar zich dan bevrijden van zijn verplichting? U mag ervan uitgaan dat de overeenkomst die Goosing en Vliet sloten geldig is. (10 punten)

Vraag 9

Architectenbureau Goes BV sluit een overeenkomst met aannemer Ben om een nieuwe etage op haar bedrijfspand in het Gooi te laten plaatsen. Ben schakelt op zijn beurt onderaannemer Chris in. Chris veroorzaakt door grove onvoorzichtigheid brand waardoor Goes BV schade lijdt (€ 85.000). In de overeenkomst tussen Goes BV en Ben staat een exoneratieclausule. Goes BV vraagt zich af wie zij voor haar schade aansprakelijk kan stellen.

  1. Kan Ben zich op het exoneratiebeding beroepen indien Goes BV hem aanspreekt? (5 punten)
  2. Kan Chris zich op het exoneratiebeding beroepen indien Goes BV hem aanspreekt? (5 punten)

Antwoordindicatie

Vraag 1a

Er is in deze casus sprake van een gemeenschap in de zin van art. 3:166 lid 1 BW. Eline is schuldeiser van een deelgenoot. Zij kan op grond van artikel 3: 175 lid 3 BW het aandeel van Sterre in de boot uitwinnen. N.B. Er is geen sprake van een bijzondere gemeenschap in de zin van art. 3:189 BW. De artt. 3:190/191 zijn dan ook niet van toepassing. N.B. Een antwoord gebaseerd op 3:180 verdient niet de voorkeur, maar is niet geheel fout gerekend.

Vraag 1b

Sterre en Martin hebben bij overeenkomst het gebruik en genot van de boot geregeld. Zie artikel 3:168 lid 1 BW. Deze regeling is op grond van artikel 3: 168 lid 4 BW ook bindend voor rechtsverkrijgenden van een deelgenoot. Voor wat betreft het inroepen van de hulp van de kantonrechter staat voor Ruben alleen de weg van artikel 3:168 lid 3 open en niet die van artikel 3:168 lid 2 BW. Er is geen situatie waarin een regeling ontbreekt. Ruben kan de kantonrechter alleen verzoeken om de bestaande regeling wegens onvoorziene omstandigheden te wijzigen of buiten werking te stellen.

N.B.1. Art. 3:171 is niet van toepassing. De in dit artikel bedoelde rechtsvorderingen en verzoekschriften hebben alleen betrekking op de relatie van een deelgenoot tot derden en niet op de verhouding tot mededeelgenoten.

N.B.2. De toets van art. 3:168 lid 3 is ruimer dan die van 6:258 BW.

Vraag 2

Het is noodzakelijk om een onderscheid te maken tussen de zaak en het voorwaardelijk eigendomsrecht. Vanwege het eigendomsvoorbehoud is de verkrijger nog geen eigenaar van de zaak. Volgens Rabobank/Reuser is hij echter wel voorwaardelijk eigenaar en kan hij zijn voorwaardelijk eigendomsrecht vervreemden op de wijze voorzien voor de levering van de zaken zelf. Dat zou zijn door bezitsverschaffing (art. 3:90 BW). Het probleem is dat voorbehoudskoper nog geen bezit heeft en ook de verkrijger van de voorwaardelijke eigendom evenmin bezitter wordt. Denkbaar is dat art. 3:91 BW analogisch wordt toegepast (hoewel dat strikt genomen ziet op levering op grond van een voorwaardelijke titel). Mogelijk is ook de bezitsverschaffing te betrekken op het voorwaardelijk eigendomsrecht. Nu het bezit van dat voorwaardelijk eigendomsrecht, tot uiting komt door de macht die de voorbehoudskoper over de zaak heeft, komen beide wegen op hetzelfde neer: een levering van het voorwaardelijk eigendomsrecht geschiedt door machtsverschaffing.

N.B.1. Art. 3:97 is niet van toepassing, omdat het voorwaardelijk eigendomsrecht, anders dan de zaak zelf, geen toekomstig goed is, maar een bestaand en aan Samira toebehorend eigendomsrecht.

N.B.2. Art. 3:94 BW is niet van toepassing, omdat voorwaardelijke eigendom geen vordering is.

Vraag 3

Voordat Tim eigenaar kan worden van het horecapand in de gemeente Haren, moet voldaan zijn aan de eisen van artikel (3:83 en) 3:84 lid 1 BW. Het pand moet (overdraagbaar zijn, en) zijn geleverd krachtens een geldige titel door een beschikkingsbevoegde. De levering dient o.g.v. art. 3: 89 (jo 3:3) BW te geschieden door het opmaken en inschrijven van een notariële akte.

(M.b.t. de titel) De koopakte is (slechts) bestemd om tot bewijs te dienen van de koopovereenkomst (de titel). Voor de beantwoording van de vraag wat verkocht is, komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan het verklaarde (al of niet in de akte geschrevene) mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (de subjectieve Haviltex-maatstaf). Daarbij kunnen tal van omstandigheden een rol spelen, zoals de inhoud van de website waarop het horecapand te koop werd aangeboden en het feit dat Tim het pand een aantal malen heeft bezichtigd. Gelet op die omstandigheden zal er tussen partijen geen enkel misverstand over bestaan dat het horecapand in de gemeente Haren verkocht is en niet het horecapand in de gemeente Oss. Er is dus wel een geldige titel voor de overdracht van het horecapand in de gemeente Haren.

(M.b.t. de levering) Voor de uitleg van de notariële akte tot levering geldt een andere maatstaf, te weten die van het arrest Eelder Woningbouw/ Van Kammen. Voor de levering is beslissend de in de notariële akte uitgedrukte partijbedoeling die moet worden afgeleid uit de in de akte opgenomen, naar objectieve maatstaven in het licht van de gehele inhoud van de akte uit te leggen, omschrijving van de over te dragen onroerende zaak. Nu na toepassing van de maatstaf uit het arrest Eelder Woningbouw/van Kammen niet kan worden geconcludeerd dat in de akte van levering voldoende duidelijk is uitgedrukt dat partijen het horecapand in de gemeente Haren hebben willen overdragen, is dat pand niet geleverd. In dat geval is de overdracht mislukt en is Tim geen eigenaar geworden.

N.B.1. Partijen zullen alsnog een juiste notariële akte tot levering moeten opstellen en laten inschrijven in de openbare registers.

N.B.2. Het horecapand in de gemeente Oss is in ieder geval niet overgedragen. Daarvoor ontbrak een titel en ontbrak bovendien de beschikkingsbevoegdheid.

Vraag 4a

Ja, dat kan. De kippenboer is tekortgekomen in de nakoming, omdat de geleverde scharreleieren niet beantwoordden aan de overeenkomst. (art. 7:15 BW) Iedere tekortkoming geeft de schuldeiser op grond van artikel 6:265 de bevoegdheid de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden. Het was voor de kippenboer onmogelijk om op 10 december 2017 50.000 vrije-uitloopeieren te leveren. Bij tijdelijke of blijvende onmogelijkheid is voor ontbinding geen verzuim vereist (zie artikel 6:265 lid 2). Het maakt niet uit dat het de kippenboer niet is toe te rekenen dat hij 20.000 vrije-uitloopeieren niet kon leveren. Het supermarktconcern zal de overeenkomst gedeeltelijk kunnen ontbinden. Het gaat dan om een vermindering van de prestatie in hoeveelheid (minder eieren) tegenover een evenredige vermindering van de andere prestatie (verlaging koopprijs). Zie artikel 6:270 BW en het boek Verbintenissenrecht algemeen nr. 252 onder a op blz. 231. De gedeeltelijke ontbinding bevrijdt de kippenboer van de verbintenis tot levering van de resterende 20.000 vrije-uitloopeieren. Het supermarktconcern zal de scharreleieren terugsturen om te voldoen aan zijn verbintenis tot ongedaanmaking van de ontvangen prestatie (20.000 scharreleieren). Zie art. 6:271 BW. N.B.1. Studenten die er van uitgingen dat het geen landelijke ophokplicht betrof en die stelden dat de kippenboer alle vrije-uitloopeieren had kunnen leveren omdat het soortzaken zijn, konden ook 5 punten voor de vraag verdienen. In dat geval is er verzuim vereist voor gedeeltelijke ontbinding en kan worden aangenomen dat de kippenboer op grond van artikel 6:83 sub a BW zonder ingebrekestelling in verzuim is geraakt. N.B.2. Alhoewel in de vraag niet is gesteld dat het supermarktconcern de betaling van de resterende 20.000 eieren onbetaald wilde laten totdat het alsnog 20.000 vrije-uitloopeieren had ontvangen, zijn er bij vraag 2a ook veel punten toegekend aan het antwoord dat gebaseerd was op 6:262 BW.

Vraag 4b

Het antwoord is gelijk aan het antwoord onder a. Het supermarktconcern zal de overeenkomst gedeeltelijk kunnen ontbinden. Nu houdt de gedeeltelijke ontbinding een vermindering in van prestatie in hoedanigheid (scharreleieren in plaats van vrije-uitloopeieren) tegenover een evenredige vermindering van de andere prestatie (verlaging koopprijs). Zie artikel 6:270 BW en het boek Verbintenissenrecht algemeen nr. 252 onder b op blz. 231. NB. Artikel 6:272 BW is niet van toepassing. Dat artikel is van toepassing op situaties waarin een geleverde prestatie naar haar aard onvatbaar is voor restitutie, zoals een schilder die een huis heeft geschilderd in een verkeerde kleur (Verbintenissenrecht algemeen, nr. 246) of verschaft huurgenot. Artikel 6:272 BW kan zich dus voordoen bij prestaties die niet in het geven van een goed of de betaling van een geldsom bestaan. In tentamenvraag 2 gaat het om een prestatie tot levering van goederen. Deze prestatie kan ongedaan worden gemaakt door de eieren terug te sturen.

Vraag 5

In deze casus gaat het om de vraag of het beding slechts verbintenisrechtelijke werking heeft of ook goederenrechtelijke werking als bedoeld in art. 3:83 lid 2 BW. In het laatste geval is de vordering onoverdraagbaar en is Z hoe dan ook geen rechthebbende geworden. X en Y hebben een goederenrechtelijke werking beoogd, maar dat is niet doorslaggevend. In het arrest Coface/Intergamma heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een dergelijk beding dient te worden uitgelegd naar objectieve maatstaven, met inachtneming van de Haviltex-maatstaf. Als uitgangspunt bij de uitleg van bedingen die de overdraagbaarheid van een vorderingsrecht uitsluiten, moet worden aangenomen dat zij uitsluitend verbintenisrechtelijke werking hebben, tenzij uit de -naar objectieve maatstaven uit te leggen- formulering blijkt dat daarmee goederenrechtelijke werking is beoogd. De formulering van het beding in de overeenkomst tussen X en Y wijst niet op een goederenrechtelijke bedoeling. Sterker nog, door de overeengekomen boete lijkt het juist dat zij slechts verbintenisrechtelijke werking beoogd hebben. De vordering was dus overdraagbaar. Er was aan de eisen van artikel 3:84 BW voldaan geldige titel (koopovereenkomst Y-Z), levering d.m.v. openbare cessie 3:94 lid 1 en beschikkingsbevoegdheid van Y ten tijde van de levering). Z is rechthebbende. De vordering behoort dus niet tot de boedel in faillissement.

NB 1. Een onoverdraagbaarheidsbeding leidt niet tot beschikkingsonbevoegdheid. Zie PRH nr. 110 (het arrest Oryx/Van Eesteren) en zie hoorcollege 11, slide 9 en 10.

NB 2. Er is hier geen sprake van een toekomstig goed. Zie PHR nr. 324.

Vraag 6

Het betreft een vordering tot schadevergoeding zodat de verjaringstermijn vijf jaar is (3:310 lid 1). De termijn gaat lopen op 2 november 2010 en is dus verstreken op 2 november 2015 om 0.00 uur. 

Vraag 7

Aan Nicolette. De deuren zijn na montage bestanddelen van de boerderij geworden, omdat zij daarvan naar verkeersopvatting deel zijn gaan uitmaken. Zie artikel 3:4 lid 1 BW en PRH nr. 12 . Zij behoren daarom toe aan de eigenaar van de boerderij. Zie artikel 5:3 BW en PRH nr. 496. Vóór montage was Nicolette eigenaar van de boerderij zonder binnendeuren. Na montage was hij eigenaar van een boerderij met binnendeuren. Toen de deuren bestanddelen werden van de boerderij, waren zij geen zaken meer in de zin van het recht omdat zij niet meer zelfstandig bestonden. Zie PRH nr. 12. De handelaar in antieke bouwmaterialen verloor daarom zijn eigendomsrecht. Zie PRH nr. 509.

Nadere informatie die niet in het antwoord hoeft te staan:

NB. Guido had een eigendomsrecht onder opschortende voorwaarde. Dat was een goed dat kon worden overgedragen. Zie arrest Rabobank/Reuser. Er blijkt niet uit de casus dat dat goed overgedragen is. Dat maakt verder ook niet uit voor de casus. Omdat de deuren geen zelfstandige zaken meer zijn, is er geen voorwaardelijk eigendomsrecht meer; geen eigendomsrecht onder ontbindende voorwaarde en evenmin een eigendomsrecht onder opschortende voorwaarde.

NB 2.Het is voor de beantwoording van de vraag niet nodig om na te gaan of Nicolette al voor de montage door overdracht onvoorwaardelijk eigenaar van de deuren is geworden. Dat is overigens niet het geval, omdat – als er sprake was van een titel voor overdracht- hij verkreeg van een beschikkingsonbevoegde en er niet voldaan is aan het vereiste van goede trouw voor bescherming van artikel 3:86 BW. Nicolette was bekend met het eigendomsvoorbehoud en de situatie is anders dan in het arrest Hoogovens/Matex.

NB 3. Het beding dat het Guido niet was toegestaan om de afgeleverde deuren in de boerderij te monteren totdat de kooprijs volledig betaald was, doorbreekt de natrekking niet.

NB 4. Art. 5:14 BW is niet van toepassing. Dat artikel ziet op roerende zaken.

Vraag 8

Ja, er is uit de overeenkomst een verplichting voortgevloeid tot betaling van 60.000 euro. Die verbintenis is niet automatisch vervallen door het enkele feit dat mevrouw Vliet haar verplichting tegenover de heer Goosing niet is nagekomen. De heer Goosing kan zich echter wel bevrijden van de verplichting tot betaling van 60.000 euro. Hij zal de overeenkomst kunnen ontbinden. Mevrouw Vliet is tekortgekomen in de nakoming van haar verplichting, omdat zij een verplichting om niet te doen heeft geschonden. Nakoming is daarom blijvend onmogelijk. Zie het arrest Schwarz/Gnatovic. Als nakoming blijvend onmogelijk is, is geen verzuim nodig voor ontbinding (zie artikel 6:265 lid 2 BW).

NB. Het antwoord kan ook vanuit een andere invalshoek ingekleed worden. Of Vliet een presentatie gaat geven op 16 november, kan eventueel opgevat worden als een voorwaarde (een toekomstige onzekere gebeurtenis), waarvan de werking van de verbintenis van Goosing tot betaling van € 60.000 afhankelijk is. Zie artikel 6:21 BW en Verbintenissenrecht algemeen, nr. 64 en nr. 69. Een opschortende voorwaarde doet de werking van de verbintenis eerst met het plaatsvinden van de gebeurtenis aanvangen. Een ontbindende voorwaarde doet de verbintenis met het plaatsvinden van de gebeurtenis vervallen. Zie artikel 6:22 BW. In de casus zou de opschortende voorwaarde dan zijn: Vliet  houdt geen presentatie op 16 november en verspreidt geen concept-zienswijzen. In de casus zou de ontbindende voorwaarde kunnen zijn: Vliet houdt een prestentatie op 16 november en verspreidt concept-zienswijzen.

Vraag 9a

Volgens het arrest Kuunders/Swinkels kan men zich niet vrijtekenen voor opzet of grove schuld van zichzelf of van leidinggevende ondergeschikten. Exoneratie met betrekking tot opzet of grove schuld van andere ondergeschikten is wel toegestaan. In casu gaat het om een grove fout van een onderaannemer, niet-ondergeschikte. Volgens Matatag/De Schelde is het in een verhouding tussen twee professionele partijen mogelijk zich vrij te tekenen voor grove fouten van tewerkgestelde personen. Onderaannemer Chris valt hieronder en daarom kan Ben zich in casu beroepen op het exoneratiebeding.

Vraag 9b

Goes BV verricht hier een zogenaamde ‘paardensprong’ door niet haar contractuele wederpartij, maar diens hulppersoon aan te spreken. Art. 6:257 BW bepaalt echter dat de aangesprokene zich alleen op het exoneratiebeding kan beroepen indien hij een ondergeschikte is. Een onderaannemer is evenwel geen ondergeschikte en daarom strandt het beroep op art. 6:257 BW reeds hierop. Het gegeven dat volgens het materiële toepassingsbereik van art. 6:257 BW Chris aan het exoneratiebeding geen verweermiddel zou kunnen ontlenen omdat hij een grove fout heeft begaan is in casu irrelevant omdat Chris geen ondergeschikte is en art. 6:257 BW niet voor hem openstaat. 

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Oefententamens Burgerlijk Recht 2 - RUG

Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2018/2019 (1)

Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2018/2019 (1)


Vragen

Vraag 1

Taxibedrijf ‘TicTacTaxi’ huurt een zestal auto’s van het merk Volkswagen Passat van een Gronings autobedrijf. Afgesproken wordt dat de auto’s op 19 januari 2019 ter beschikking zullen worden gesteld van het taxibedrijf. In december 2018 worden de auto’s die in Duitsland worden geproduceerd, van de fabriek aldaar met een autotransport-vrachtwagen naar het Groningse autobedrijf vervoerd. Door een stuurfout van de chauffeur botst de autotransport-vrachtwagen met de bestelde auto’s tegen de vangrail. De auto’s zijn ernstig beschadigd. De reparatie zal ten minste drie maanden gaan duren. Aan het taxibedrijf wordt meegedeeld dat de auto’s pas op zijn vroegst ter beschikking zullen worden gesteld op 1 april 2019. Daarom wil het taxibedrijf de overeenkomst annuleren zodat het andere auto’s kan huren die wel vanaf 19 januari kunnen worden ingezet bij taxiritten.
Vraag: Is dit mogelijk? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet? (7 punten)

Vraag 2

Arnoud is eigenaar van een perceel grond van 10.000 m 2 in de Drentsche Aa. Hij gebruikt het om te jagen en als pleisterplaats voor zijn camper. In mei 1998 besluit hij een hek om zijn perceel te plaatsen. Hij snoept daarbij een stukje van het buurperceel af, dat toebehoort aan Natuurmonumenten, omdat, meent Arnoud, er toch alleen maar koeien op grazen, die die schamele 500 m2 niet zullen missen. In april 2017 besluit Arnoud het perceel te verkopen. Als Jimmy het op Funda ziet staan, is hij op slag verliefd. Hij biedt de vraagprijs en in juli 2017 wordt het perceel geleverd. Jimmy heeft geen idee dat een deel van het omheinde perceel aan Natuurmonumenten toebehoort. Wanneer Natuurmonumenten in januari 2019 van plan is de waterloop van de Drentsche Aa in de oorspronkelijke staat terug te brengen, stuit zij op het hek. Zij vordert van Jimmy dat het hek wordt verwijderd en stelt daartoe (i) dat zij eigenaar is van de door Arnoud afgesnoepte 500 m 2 ; (ii) dat Arnoud en later Jimmy het perceel onrechtmatig in bezit heeft gehouden en op grond van onrechtmatige daad gehouden is het desbetreffende deel aan Natuurmonumenten over te dragen. Jimmy weigert.
Vraag: Wie heeft gelijk? Ga in op de beide stellingen van Natuurmonumenten. (8 punten)

Vraag 3

Gerard is assistent-inkoper bij installatiebedrijf Solar Tech BV. Zijn baas, de heer Mika, heeft hem gezegd dat hij zelfstandig aankopen mag doen voor Solar Tech BV tot € 50.000. Mika heeft dat ook aan vaste zakenrelaties van Solar Tech BV laten weten toen Gerard als nieuwe medewerker aan deze vaste relaties werd voorgesteld. Een van die vaste zakenrelaties is Epsilon BV. Epsilon BV is met een grote partij zonnepanelen blijven zitten vanwege het faillissement van een klant. Omdat de markt wordt overspoeld door goedkope Chinese zonnepanelen, is Epsilon BV bereid om de panelen tegen een aantrekkelijke korting weg

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2018/2019 (2)

Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2018/2019 (2)


Vragen

Vraag 1

SprayCannot BV houdt zich bezig met het vakkundig verwijderen van graffiti van bushokjes, lantarenpalen en andere objecten. Voor dit werk gebruikt zij een straalmachine die met hoge druk straalgrit op de objecten spuit, waardoor een schurend effect ontstaat. SprayCannot koopt dat straalgrit altijd bij Stralende Straalmiddelen BV, een handelaar in straalmiddelen. In december 2018 bestelt zij bij Stralende Straalmiddelen BV een grote partij straalmiddel van het merk NoNo. Nadat de partij bij SprayCannot is afgeleverd, gebruikt zij het op 15 januari 2018 om graffiti van stalen afvalbakken te verwijderen, die de gemeente voor dat doel naar de werkplaats van SprayCannot heeft gebracht. Op 17 januari 2018 ontvangt SprayCannot een e-mail van Stralende Straalmiddelen waarin Stralende Straalmiddelen stelt dat de producent van het middel die ochtend heeft gemeld dat door een fout in het productieproces asbest in een bepaalde partij van het straalmiddel NoNo is terechtgekomen.

Na dit bericht laat SprayCannot haar werkplaats op asbestvezels onderzoeken. De werkplaats blijkt inderdaad te zijn vervuild met asbest en kan pas weer gebruikt worden na een grondige sanering door
een asbestsaneringsbedrijf.

SprayCannot stelt Stralende Straalmiddelen aansprakelijk voor de gemaakte saneringskosten. De advocate van Stralende Straalmiddelen wijst aansprakelijkheid van de hand om de volgende redenen:

“Stralende Straalmiddelen is niet tekortgekomen in de nakoming van de overeenkomst. Volgens de overeenkomst moest Stralende Straalmiddelen het middel NoNo leveren. Dat heeft Stralende Straalmiddelen gedaan. Bovendien is de verontreiniging van het middel niet aan haar te wijten. Ten eerste produceert ze het niet zelf. Ze verhandelt het alleen. Ten tweede was het onvoorzienbaar dat het middel een verontreiniging met asbest zou bevatten. Stralende Straalmiddelen verhandelt het middel NoNo al meer dan tien jaar en er heeft zich in die periode niet eerder zoiets voorgedaan.”

Is er sprake van wanprestatie van Stralende Straalmiddelen? (7 punten)

Vraag 2

Op vrijdagmiddag 15 augustus 1997 kreeg het paard Penny van Rivka de Ruiter symptomen van koliek. Rivka liet het paard opnemen bij een dierenkliniek. Dierenarts Kain koos voor een behandeling met pijnstilling. Op maandag 18 augustus 1997 verslechterde de situatie. Kain besloot het paard toen te opereren. Tijdens de operatie trad helaas een scheuring van de darmwand op en overleed het paard.

Op donderdag 11 oktober 2018 raakt Rivka op een receptie van haar werk in gesprek met een nieuwe collega, Zoey. Zoey is net als Rivka een groot paardenliefhebber en blijkt in een ver verleden stagiaire te zijn geweest bij dierenarts Kain. Als Ankje haar zegt dat ze nog steeds erg verdrietig is wegens het overlijden van haar paard Penny, kan Zoey zich opeens herinneren dat dit voorval zich heeft voorgedaan in haar eerste stageweek. Ze had het destijds erg vreemd gevonden dat dierenarts Kain niet eerder was overgegaan tot operatief ingrijpen en had dit nog met een docent van haar

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (1)

Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (1)


Vragen

Vraag 1

Sterre koopt samen met haar broer Martin een polyester zeilboot (geen registergoed) voor € 2.800. Ze betalen ieder € 1.400 van de aanschafprijs en huren een ligplaats voor de boot in het zomerseizoen in een jachthaventje aan het Paterswoldsemeer. Ze zijn zich ervan bewust dat er snel ruzie kan ontstaan over de boot. Om dat risico te verkleinen, maken ze duidelijke afspraken. Zij komen overeen dat Sterre de boot in het zomerseizoen mag gebruiken in de even kalenderweken en dat Hans de boot mag gebruiken in de oneven kalenderweken. Ze leggen de afspraken schriftelijk vast. Sterre kan slecht met geld omgaan en laat veel rekeningen onbetaald. Eline, een van haar schuldeisers, ziet Sterre op een mooie zomerdag varen op het Paterswoldsemeer. Zij vraagt zich af of de boot haar een verhaalsmogelijkheid kan bieden.

  1. Biedt de wet Eline een mogelijkheid tot uitwinning? (5 punten)

Vervolg vraag 1a.

Stel dat Eline er verder geen werk van maakt en dat Sterre in maart 2017 met toestemming van Martin haar aandeel in de boot verkoopt en levert aan neef Ruben. Ruben wil in kalenderweek 35 van 2017 gebruik maken van de zeilboot en deelt dat Martin per mail mee. Hans antwoordt dat hij van plan is de boot in die week te gebruiken en stuurt hem het document waarin de afspraken zijn neergelegd, die hij met Sterre heeft gemaakt over de even en oneven weken. Martin is niet bereid om af te wijken van die afspraken. Ruben acht zich niet gebonden aan de afspraken die Sterre met Martin heeft gemaakt. Sterre heeft hem niet op de hoogte gesteld van die afspraken. Zij heeft hem alleen gezegd dat Martin en zij even vaak gebruik mochten maken van de boot. De afspraken die Sterre met Martin heeft gemaakt, komen Ruben niet goed uit. Zijn vriendin die in Maastricht woont, kan hem door haar werk alleen in de weekenden van de oneven weken bezoeken. Hij zou graag met haar willen zeilen in die weekenden.

  1. Heeft Martin het exclusieve gebruiksrecht in de oneven weken of zullen Martin en Ruben nog afspraken met elkaar moeten maken over het gebruik van de boot? Besteed in uw antwoord ook aandacht aan de vraag of Ruben de hulp van de kantonrechter kan inroepen als hij met Martin geen overeenstemming kan bereiken over het gebruik van de boot. (5 punten)

Vraag 2

Samira heeft een teeltsysteem onder eigendomsvoorbehoud gekocht en geleverd gekregen. De koopprijs heeft zij nog niet voldaan. Samira wenst haar voorwaardelijk eigendomsrecht over te dragen aan DnB B.V.

Hoe kan Samira dit voorwaardelijk eigendomsrecht leveren? Ga ervan uit dat het teeltsysteem een roerende zaak, niet zijnde een registergoed is. (5 punten)

Vraag 3

Michael exploiteert al jaren een gezellig dorpscafé in het dorp Haren, vlakbij de stad Groningen. Omdat hij toe is aan een nieuwe uitdaging, zet hij het horecapand te koop. Het pand wordt opgenomen op een website voor commercieel vastgoed. De

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (2)

Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (2)


Vragen

Vraag 1

Firtec BV geeft aan Bouw BV opdracht om een specifieke machine te bouwen die goed aansluit op de wijze waarop zij haar productieproces heeft ingericht. Bouw BV kan de machine niet (af)bouwen, omdat buiten haar schuld haar fabriek tot de grond toe afbrandt. Firtec BV heeft nog niet betaald en benadert u met de vraag welke optie(s) zij heeft. Geef aan welke mogelijkheden een schuldeiser kan hebben bij tekortkoming in de nakoming door de schuldenaar (onder meer opgesomd in een hoorcollege) en bespreek in hoeverre deze mogelijkheden openstaan in de casus. (6 punten)

Vraag 2

In 1997 wordt Nikkie's Aston Martin DB5 gestolen. Nikkie doet aangifte, maar de dief wordt niet opgespoord. Het betekent voor Nikkie een fiks verlies; niet alleen was zij aan deze door haarzelf gerestaureerde auto gehecht, maar hij vertegenwoordigde ook een flinke waarde en de auto was niet allrisk verzekerd. Maar de tijd heelt alle wonden en langzamerhand verdwijnt de auto uit Nikkie's gedachten. Vlak na nieuwjaar 2018 wordt de auto bij toeval bij een politiecontrole aangetroffen bij Gert. Hij bekent vrijwel onmiddellijk de auto in een ver verleden gestolen te hebben en te hebben laten overspuiten en de auto sindsdien (met een andere nummerplaat) in gebruik te hebben gehad.

Kan Nikkie nog enige aanspraak doen gelden ter zake van de auto? Zo ja, welke? Zo neen, waarom niet? (7 punten)

Vraag 3

X sluit als zelfstandige zonder personeel een overeenkomst voor het beheer van een park met recreatiebungalows. De taken van X bestaan onder meer uit het maaien van grasvelden, het verrichten van onderhoud aan de wegen op het park en het zo nodig vervangen en repareren van terreinverlichting. Met de eigenaar van het park wordt afgesproken dat X voor het uitvoeren van zijn taken iedere maand op de 29e van de maand € 3.000 zal ontvangen. De overeenkomst wordt aangegaan voor 1 jaar (januari 2017 tot januari 2018). De eigenaar van het park betaalt in januari 2017 nog trouw op het afgesproken tijdstip, maar de maanden daarna niet meer. X vraagt zich af of de eigenaar van het park wel altijd in staat is om hem te betalen. Hij vindt het echter heel vervelend om hem aan te sporen en is ook bang dat dat negatieve gevolgen kan hebben voor hun zakelijke relatie. Daarom besluit X in mei 2017 zijn rechten jegens de eigenaar van het park te verkopen en te cederen aan Y. Y is bereid daarvoor een bedrag ineens te betalen. X en Y stellen een onderhandse akte op tot levering van huidige en toekomstige vorderingen van X op de eigenaar van het park en laten de akte registreren op 1 juni 2017. Op 1 oktober 2017 gaat X failliet. De curator heeft besloten dat X gedurende het faillissement zijn werk als zelfstandige zonder personeel nog mag voortzetten tot

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2016/2017 (1)

Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2016/2017 (1)


Vragen

Vraag 1

Paulina sluit als (direct )vertegenwoordiger van een restaurant een overeenkomst met Gerard tot levering van 100 liter vissoep. Vervolgens blijkt dat Paulina niet vertegenwoordigingsbevoegd is en dat Gerard zich ook niet op vertrouwensbescherming kan beroepen. Gerard kan de soep niet meer elders verkopen en moet deze weggooien. Alle kosten die hij voor het maken van de soep heeft gemaakt komen neer op € 300. Als de overeenkomst zou zijn afgewikkeld zou Gerard winst hebben behaald van € 500. Gerard wendt zich tot u met de vraag of hij Paulina persoonlijk kan aanspreken tot schadevergoeding.

Als Paulina aansprakelijk mocht zijn, wil hij ook weten voor welk bedrag zij dat is, voor € 300 of voor € 500. Hoe luidt uw antwoord? (8 punten)

Vraag 2

Liam is eigenaar van een schilderij van een adept van Salvador Dali, dat bekend staat onder de naam ‘Wiebelende Manen’. Het Surrealistisch Museum wil dit doek dolgraag verwerven. Liam heeft daar op zich wel oren naar, maar hij heeft onlangs gelezen dat het schilderij wel eens van Dali zelf zou kunnen zijn. Het museum heeft hier alle begrip voor en op in maart 2016 wordt een overeenkomst gesloten waarin Liam zich verplicht het doek te leveren onder de ontbindende voorwaarde dat het doek van Dali blijkt te zijn; de levering geschiedt meteen daaropvolgend. Het museum kampt intussen met liquiditeitskrapte en sluit een lening af bij de bank. Alle doeken die eigendom zijn van het museum worden verpand, waaronder ook ‘Wiebelende Manen’ (met de geschiedenis waarvan de bank overigens bekend is). Uiteindelijk komt het museum er niet bovenop; het wordt in december 2016 failliet verklaard. In januari 2017 verschijnt een nieuwe studie naar het vroege werk van Dali, waaruit onomwonden blijkt dat ‘Wiebelende Manen’ van de hand van Dali zelf is. Verheugd met dit nieuws wil Liam het schilderij terug van het museum. De curator verweert zich echter met de stelling dat door het faillissementsbeslag ex art. 20 jo. 23 jo. 35 Fw het museum is beschikkingsbevoegd is en het schilderij derhalve niet meer kan terug leveren aan Liam. Het doek valt in de faillissementsboedel en Liam mag zijn vordering ter verificatie indienen, aldus de curator. Ook de bank mengt zich in de strijd met de mededeling dat zij haar pandrecht zal uitoefenen.

Wat is de goederenrechtelijke positie van Liam, het museum en de bank ten aanzien van ‘Wiebelende Manen’? (9 punten)

Vraag 3

Elektronicabedrijf Electro heeft haar magazijn recentelijk uitgebreid en om die reden heeft zij een energiezuinige heftruck gehuurd bij Til BV. Op 1 december 2016 brengt Electro de heftruck voor een kleine reparatie naar garagebedrijf Key BV. Op 4 december 2016 komt Max, een belangrijke klant van Electro, een bezoek brengen aan het bedrijf van Electro. Wanneer Max over de heftruck hoort, is hij meteen enthousiast en hij besluit te heftruck van Electro te kopen. Omdat Max bereid is om een hoge

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2016/2017 (2)

Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2016/2017 (2)


Vragen

Vraag 1

Kacper en Sander zijn al jaren als verkoper werkzaam bij Autobedrijf Carz BV, een specialist in Fiat. Kacper is dol op de nieuwe Fiat 500 en zijn enthousiasme werkt aanstekelijk. Een scherp onderhandelaar is hij echter niet. De directeur van Autobedrijf Carz BV besluit daarom in mei 2016 dat Kacper wel in de showroom mag blijven rondlopen om auto’s bij aspirant-kopers aan te prijzen, maar dat hij voortaan niet meer mag overgaan tot verkoop en inkoop van auto’s. Dat betekent dat hij de hulp moet inroepen van collega Sander als de contacten met aspirant-kopers het punt bereiken dat er moet worden onderhandeld over prijzen en inruilwaardes. In juli 2016 komt Evelien de showroom binnen. Kacper heeft haar ooit een gerestaureerde Fiat 500 verkocht en nu is zij op zoek naar een nieuw exemplaar. In al zijn enthousiasme vergeet Kacper dat hij de hulp van Sander moet inroepen. Hij sluit een deal met Evelien waarbij Evelien een nieuwe Fiat koopt en het gerestaureerde exemplaar inruilt. Met de overeengekomen prijs is op zich zelf niets mis. Sander had dezelfde deal kunnen sluiten. Is er een koopovereenkomst tot stand gekomen tussen Autobedrijf Carz BV en Evelien? (8 punten)

Vraag 2a

Eldert exploiteert een yoga- en meditatiecentrum. Het centrum is gevestigd in een verbouwde boerderij. De grote tuin rondom de boerderij vergt veel onderhoud. Daarom heeft Eldert een overeenkomst gesloten met hovenier Tom. Tom zal twee jaar lang voor een vast bedrag per maand alle nodige snoei- en maaiwerkzaamheden verrichten. Op grond van de overeenkomst mag Tom bij zijn werk in de ochtenden geen luidruchtige machines gebruiken, omdat er ’s ochtends vaak meditatielessen worden gegeven in de tuin. Nadat Tom de overeenkomst een half jaar lang naar volle tevredenheid heeft uitgevoerd, gaat hij op een dag om 9.30 uur met een elektrische heggen schaar in de weer. Eldert vordert ontbinding van de overeenkomst bij de rechter. Tom voert twee verweren.

Ten eerste betoogt Tom dat Eldert geen recht op ontbinding heeft, omdat Eldert hem na het voorval niet heeft aangemaand om zich in het vervolg te houden aan het verbod. Tom belooft zich voortaan aan de afspraken te houden.

Ten tweede betoogt Tom dat de tijd waarop de werkzaamheden uitgevoerd worden, niet de kern van de overeengekomen prestaties raakt. De hoofdverplichtingen zijn de snoei- en maaiwerkzaamheden en die zijn altijd naar volle tevredenheid uitgevoerd. Niet-naleving van een nevenverplichting levert volgens Tom alleen een grond voor ontbinding op wanneer Eldert heeft aangetoond dat hij een groot belang heeft bij naleving ervan.

Hoe zal het oordeel van de rechter luiden ten aanzien van het eerste verweer? (5 punten)

Vraag 2b

Hoe zal het oordeel van de rechter luiden ten aanzien van het tweede verweer? (4 punten)

Vraag 3

Hans en Jacob zijn samen eigenaar van een

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2016/2017 (3)

Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2016/2017 (3)


Vragen

Vraag 1

Plato is een groot bewonderaar van Socrates. Antiekhandelaar Aristoteles vertelt hem binnenkort een unieke buste van Socrates geleverd te zullen krijgen van een museum in een klein Frans dorp dat de deuren sluit. Plato biedt Aristoteles een flinke som geld voor de buste. Tussen Plato en Aristoteles komt een koopovereenkomst tot stand op grond waarvan Plato de koopprijs zal betalen zodra hij het beeld feitelijk zal hebben ontvangen. De heren spreken verder af dat zodra Aristoteles de buste ontvangt, Aristoteles deze gaat houden voor Plato.

Een dag nadat Aristoteles deze afspraken heeft gemaakt met Plato, komt Aristoteles Phaedrus tegen. Aristoteles vertelt Phaedrus over het beeld dat hij binnenkort zal krijgen. Phaedrus weet niets van de afspraken tussen Plato en Aristoteles. Hij wil het beeld graag van Aristoteles kopen voor een bedrag dat flink hoger is dan de koopsom die Plato heeft beloofd te zullen betalen. Aristoteles gaat akkoord. Phaedrus betaalt Aristoteles meteen. Phaedrus en Aristoteles spreken af dat Aristoteles de buste zal houden voor Phaedrus, zodra hij deze ontvangt.

Twee weken later bezorgt het museum de buste bij Aristoteles thuis. Aristoteles belt Phaedrus, die dezelfde middag het beeld bij Aristoteles komt ophalen en het bij hem thuis een ereplaats geeft. De volgende dag staat Plato op de stoep bij Aristoteles. Plato is zeer verontwaardigd als hij hoort over de gang van zaken en bovendien teleurgesteld in Aristoteles, die een goede naam heeft. Plato meent dat hij wel degelijk eigenaar is geworden van het beeld en stelt om die reden de revindicatie in tegen Phaedrus. Phaedrus meent echter dat hij eigenaar is geworden van het beeld.

Kan Plato met succes de revindicatie instellen tegen Phaedrus? Zo ja, leg uit waarom. Zo nee, waarom niet? (6 pnt)

Vraag 2

Hans huurt een eengezinswoning van Klaziena. Alhoewel hij aan het begin van de huurrelatie alle maandelijkse huurtermijnen (steeds te betalen voor de eerste van de maand) netjes betaalt, wordt Hans na verloop van tijd minder zorgvuldig met de maandelijkse betalingen. Op 1 maart 2010 heeft hij de huur over januari, februari en maart van datzelfde jaar nog steeds niet betaald. Klaziena is echter druk met haar eigen bedrijf bezig en laat na om Hans tot betaling aan te sporen.

Hans betaalt de daaropvolgende jaren gewoon weer netjes elke maand de voor die maand openvallende huur. Wanneer Klaziena op 17 februari 2015 in geldnood komt te zitten, herinnert zij zich opeens dat Hans enkele jaren geleden een huurachterstand heeft opgelopen die hij nog steeds niet ingelost heeft. Klaziena spreekt Hans alsnog aan op betaling van de huur over januari, februari en maart 2010. Hans meent echter dat die vorderingen reeds verjaard zijn en dat hij in het geheel geen achterstanden heeft.

Vraag 2a

Heeft Hans gelijk? (6 pnt)

Stel dat Hans en Klaziena in

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2015/2016 (1)

Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2015/2016 (1)


Vragen

Vraag 1

Jantje Bakker BV koopt op eigen naam maar voor rekening van de Van Dijk BV tarwe bij Boer BV. De tarwe worden daarna zonder tussenkomst van Jantje Bakker BV door Boer BV bij Van Dijk BV afgeleverd. Later blijkt de tarwe bedorven, waardoor Van Dijk BV € 60.000 schade heeft geleden. Van Dijk BV wil deze schade verhalen. De tekortkoming blijkt toerekenbaar te zijn aan Boer BV, maar levert desondanks geen onrechtmatige daad op. Is Boer BV toch verplicht om deze schade te vergoeden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, onder jegens wie en onderhevig aan welke eisen moet Boer BV dat dan?

Vraag 2

Op 12 februari 1994 leent Brian $15.000 dollar (nu, omgerekend € 25.000) aan Jilles. Daarbij overleggen ze dat Brian het bedrag op ieder moment kan opeisen en dat Jilles geen rente hoeft te betalen. In 2009 krijgen ze ruzie over een meisje en sinds die tijd spreken ze elkaar niet meer. Totdat Brian, op 14 november 2012, aan Jilles schrijft dat hij zijn € 25.000 terug wil. Deze mededeling ontvangt Jilles op 15 november 2012 per post. Jilles trekt zich er niets van aan: hij geeft geen reactie en weigert te betalen. Wat is de laatste dag dat Brian zijn

€25.000 kan/kon opeisen?

Vraag 3

Robin wil graag zijn boot schilderen voordat hij de wereld rondreist. Hij heeft echter geen zin om het zelf te doen en schakelt schilder Piet in. In de overeenkomst die ze sluiten wordt opgenomen dat Piet tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden in geen geval aansprakelijk is voor door hem of door zijn personeel veroorzaakte schade.

  1. Kan op dit beding in alle omstandigheden een beroep worden gedaan?

Stel dat Luc, de werknemer van Piet, ingezet wordt bij de schilderwerkzaamheden in de tuin van Robin. Bij het manoeuvreren met een ladder slaat Luc per ongeluk het raam van de schuur in. Robin wil aanvankelijk de kosten voor de vervanging van het raam verhalen op Piet maar herinnert zich dat Piet zich heeft vrijgetekend. Robin probeert dit te omzeilen en besluit niet Piet maar Luc rechtstreeks aan te spreken.

Tijdens het schilderen van de boot slaat Luc per ongeluk met een ladder het raam van de schuur van Robin in. Robin wil de schade verhalen op Piet, maar bedenkt zich dat deze in het contract is vrijgetekend. Robin probeert dit te omzeilen door niet Piet maar Luc rechtstreeks aan te spreken.

  1. Kan Robin Luc succesvol aanspreken?

Vraag 4

Bart is verzamelaar van modeltreinen en bestelt bij modeltreinspecialist Edu de nieuwste Faalies 3000, inclusief het bijpassende spoor. Afgesproken wordt dat Edu op 1 januari 2012 de trein bij Bart zal komen afleveren en dat Bart op 15 januari 2012 de koopprijs aan Edu zal

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2015/2016 (2)

Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2015/2016 (2)


Vragen

Vraag 1

Irisma is de onderaannemer van Kooistra BV. Tijdens de werkzaamheden begeeft de heftruck het. Omdat Irisma zo niet verder kan en hij al achterloopt laat hij dezelfde dag nog een nieuwe heftruck van Mulder komen ter waarde van €10.000. Als de rekening tien dagen later op de mat van Kooistra BV valt weigert deze te betalen, aangezien Irisma niet bevoegd is om overeenkomsten aan te gaan van meer dan €7.500. Dit is exclusief uitgesloten in zijn arbeidscontract. Mulder is het hier echter niet mee eens, aangezien hij niet op de hoogte was van deze beperking en het gebruikelijk is dat onderaannemers bevoegd zijn overeenkomsten aan te gaan voor €10.000. Kan Mulder succesvol Kooistra BV aanspreken voor het gehele bedrag van €10.000? Betrek hierbij de stellingen van Mulder en Kooistra BV?

Vraag 2

Kledingreparatiebedrijf Koster, met 8 werknemers, wil de reparatie van leder graag uitbesteden. Het benadert het familiebedrijf Post, met 3 werknemers. In de offerte die Post aan Koster stuurt stelt Post dat zijn algemene voorwaarden van toepassing zijn. In de reactie daarop verwerpt Koster dit en verklaart de eigen algemene voorwaarden van toepassing en vermeldt dat deze opgestuurd zullen worden op verzoek van Post. Het accepteert in deze reactie de offerte van Post. In een latere brief van Post wordt niet meer gesproken over de voorwaarden, maar wel worden de algemene voorwaarden van Post meegestuurd. De algemene voorwaarden van de twee verschillen aanmerkelijk.

  1. Beredeneer waarom de algemene voorwaarden van Koster in dit geval toepasselijk zouden zijn..

  2. Welke vernietigingsgronden kunnen succesvol worden ingeroepen?

Vraag 3

Milan en Emma gaan scheiden. Milan heeft Emma betrapt met haar nieuwe liefde: Lucas. Wanneer Milan op 2 augustus 2013 er achter komt dat Emma bij Lucas is ingetrokken, gaat hij naar hun huis om verhaal te halen. Ze zijn echter niet thuis en uit frustratie slaat hij de ramen van de auto’s van Emma en Lucas in. Als Emma en Lucas thuis komen – op de fiets – bellen ze de politie. Emma zegt hierbij te vermoeden dat het Milan is geweest. De politie gaat op 13 augustus 2013 bij Milan langs om hem te ondervragen. Hij bekent gelijk dat hij het was die de ramen heeft ingeslagen. Dit wordt op 16 augustus 2013 aan Emma en Lucas medegedeeld. Op 9 oktober 2013 komt de scheiding rond en dit wordt op 16 oktober 2013 ingeschreven. Op welk moment verjaren de vorderingen tot schadevergoeding tegen Milan? Laat het strafrecht hierbij buiten beschouwing.

Vraag 4

Thomas heeft een vordering op Jesse. Deze is opeisbaar geworden op 1 oktober 2012, maar op 1 december 2012 heeft Jesse nog steeds niet betaald. Thomas vindt dat hij lang genoeg op zijn geld heeft zitten wachten en maant Jesse op 2 december schriftelijk aan

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (1)

Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (1)


Vragen

Vraag 1

Lotte koopt een cartridge bij een winkel, maar meteen nadat ze hem in gebruik neemt vertoont het allerlei mankementen. De cartridge lekt, de inkt vlekt op het papier en het is niet eens de juiste kleur. Lotte weet niet zoveel van het verbintenissenrecht en vraagt daarom haar vriendin, die het vak burgerlijk recht 2 volgt, om juridisch advies. Ze heeft vijf vragen:

  1. Op welke manier kan ze de overeenkomst met de winkel het eenvoudigst ontbinden?

  2. Wat moet ze voor een rechtsgeldige ontbinding aantonen?

  3. Dient ze voor de ontbinding eerst een ingebrekestelling te sturen?

  4. Wat zijn de gevolgen van de ontbinding voor de overdracht van de cartridge?

  5. Op grond waarvan krijgt ze haar geld terug bij een ontbinding?

Vraag 2

Amy heeft een stamboek KWPN’er paard, genaamd Lightning. Helaas heeft ze een drukke baan en kan ze niet de aandacht schenken die Lightning verdient. Boris, een KWPN’er fanaat, is jaren geleden al verliefd geworden op Lightning en gaf aan dat als Amy haar paard ooit zou verkopen hij zeker interesse zou hebben. Omdat Amy het te druk heeft om de verkoop allemaal te regelen vraagt ze aan haar vriendin Noa, tevens paardenhandelaar, of zij Boris wil benaderen om te peilen of hij nog interesse heeft. De vriendin neemt contact op met Boris en vraagt of hij interesse heeft in Lightning voor €15.000. Boris reageert dat hij zeker nog interesse heeft en dat hij verwacht dat de overdracht volgend weekend wel plaats kan vinden. Noa laat dit weten aan Amy, die vervolgens volledig in de stress raakt. Eigenlijk wil ze Lightning echt niet kwijt. Boris is zeer teleurgesteld en vordert nakoming. Amy betuigt echter dat het niet de bedoeling was dat Amy een daadwerkelijk aanbod zou doen, maar alleen zou polsen of hij Lightning nog zou willen hebben.

  1. Beschrijf het juridische kader aan de hand waarvan bepaald moet worden of Amy gebonden is aan het aanbod dat is gedaan door Noa. Hierbij hoeft niet beantwoord te worden of Amy ook daadwerkelijk gebonden is.

Ga er nu van uit dat tussen Amy en Boris geen overeenkomst tot stand is gekomen door een onbevoegd gedaan aanbod. Direct nadat Amy hoort dat Boris graag Lightning van haar koopt gaat Amy daar toch graag op in. Ze vraagt zich af wat ze moet doen.

  1. Hoe kan Amy ervoor zorgen dat de koopovereenkomst alsnog tot stand komt tussen Amy en Boris?

Vraag 3

Lars is een professionele programmeur. Omdat hij ook buitenshuis aan zijn werk wil kunnen zitten en hij speciale eisen heeft, koopt hij een zogenaamde “built to order” (BTO) laptop. Hij gaat naar de winkel van een speciale BTO laptop aanbieder. Hier krijgt hij

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (2)

Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (2)


Vragen

Vraag 1

Bakker BV wil graag een uitje organiseren voor de medewerkers. Daarom huurt het een Shakespeare theater in, genaamd “Macbeth”. Er wordt overeengekomen dat dit optreden op 29 oktober 2012 zal plaatsvinden en dat Bakker BV voor 10 oktober 2012 de afgesproken €250 zal overmaken. Op 6 oktober 2012 laat Macbeth weten dat ze een nieuwe moderne interpretatie hebben van Romeo en Julia, compleet met moderne slang en rapmuziek. Bakker BV ziet dit absoluut niet zitten. Ze willen graag een originele versie en dit laten ze weten aan Macbeth. Als ze op 10 oktober 2012 nog geen bevestiging hebben gekregen dat er een klassieke versie zal worden opgevoerd laten ze weten de betaling nog even uit te stellen tot ze dit zeker weten.

  1. Kan Bakker BV rechtsgeldig wachten met de betaling?

Stel, alle communicatieproblemen zijn opgelost en Macbeth voert op 29 oktober 2012 een originele versie van Romeo en Julia op. Het is alleen totaal geen succes. De acteurs waren geregeld hun teksten kwijt en het acteerwerk was absoluut waardeloos. Bakker BV is zeer teleurgesteld en stuurt Macbeth een brief waarin het de overeenkomst ontbindt. Macbeth vraagt zich af of dat maar zomaar kan. Ze hebben het toneelstuk al immers al opgevoerd.

  1. Is er rechtsgeldig ontbonden? Ga hierbij ook in op het feit dat de prestatie niet teruggedraaid kan worden.

Vraag 2

Bos BV bestelt per fax vier bestelauto’s bij Peters BV. Het is de eerste keer dat de twee zaken doen en daarom verwijst Bos BV naar hun algemene voorwaarden en stuurt deze mee. Bij de bevestiging van de bestelling, per post, verwijst Peters BV op hun beurt naar hun algemene voorwaarden en stuurt ook deze mee. In de voorwaarden van Peters BV staat tussen de voorwaarden dat ze alle algemene voorwaarden van andere partijen uitdrukkelijk van de hand wijzen, maar dit wordt niet in de brief zelf gesteld. Zijn er algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing? En zo ja, welke algemene voorwaarden.

Vraag 3

Bas huurt voor een maand van De Groot BV een cirkelzaag voor de renovatie van zijn huis. Wanneer hij de zaag voor de eerste keer wil gebruiken blijkt de zaag zo bot dat deze onbruikbaar is. Hij belt met De Goot BV die zegt dat er niets mis was met de zaag en dat Bas niet zo moeilijk moet doen. Bas is er al helemaal klaar mee. Hij werd in de winkel ook al zo ontzettend slecht geholpen en nu dit. Hij zoekt even op internet en vindt al snel een goedkopere verhuur. Hij wil zo snel mogelijk van zijn huurovereenkomst met De Groot BV af. Op welke manier kan Bas van de overeenkomst af? Is daar een ingebrekestelling voor nodig?

Vraag 4

Floor heeft

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (3)

Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (3)


Vragen

Vraag 1

Dekker BV maakt kunstmest voor boeren in het hele land. Hiervoor krijgt het mineralen aangeleverd door De Wit BV. Na de laatste levering van De Wit BV blijkt tijdens het testen dat de kunstmest niet geschikt is voor bemesting van het land. Er lijkt iets mis te zijn. Na wat onderzoek blijkt dat de mineralen in contact zijn gekomen met pesticiden, die De Wit BV ook in de loodsen heeft liggen om aan boeren te verkopen. De Wit BV is nalatig geweest met de preventie voorschriften. De kunstmest is hierdoor compleet onbruikbaar, waardoor Dekker BV veel grote bestellingen mist en veel schade lijdt. Dekker BV wil De Wit BV hiervoor aansprakelijk stellen.

  1. Op welke grondslag kan Dekker BV de aansprakelijkheid van De Wit BV baseren? Laat buiten beschouwing of De Wit BV in verzuim is of niet.

Stel, Dekker BV wil niet alleen de schade vorderen die het gevolg is van inkomstderving, maar ook de schade die voortkomt uit de verkwiste andere bestanddelen van de kunstmest. Als Dekker BV dit aan De Wit BV meldt zegt De Wit BV dat prestatie niet onmogelijk is en Dekker BV daarom eerst een ingebrekestelling zal moeten sturen.

  1. Heeft De Wit BV hierin gelijk?

Vraag 2

Blom BV bouwt voor Van Vliet BV een nieuw ICT systeem. Er wordt afgesproken dat de oplevering op 1 september 2012 plaats zal vinden. Daarnaast wordt er een boete beding opgesteld. Elke dag dat Blom BV te laat oplevert zal het een boete ter waarde van €800 verbeuren. Ook wordt ook afgesproken dat onverlet het boetebeding Van Vliet BV ook schadevergoeding kan vorderen bij wanprestatie door Blom BV. Is dit beding rechtsgeldig?

Vraag 3

Op 1 juli 2007 verkoopt Stijn zijn playstation aan Jelle voor €150. Stijn levert het dezelfde dag en Jelle betaalt hem de eerste €20. Op 15 oktober 2007 ziet Stijn Jelle weer op de kroeg en herinnert zich dat hij nog €130 van Jelle krijgt. Jelle heeft op dat moment maar €30, maar geeft het gelijk af aan Stijn en belooft de overige €100 de volgende dag over te maken. De mannen komen elkaar niet meer tegen, maar als Stijn niet kan slapen een paar jaar later bedenkt hij zich opeens weer dat hij nog steeds €100 te goed heeft van Jelle. De volgende dag, 6 oktober 2012, maant Stijn Jelle schriftelijk aan. Jelle heeft echter ooit “Rechten voor Dummies” gelezen en stuurt Stijn een brief terug dat hij zich beroept op verjaring. Stijn is het hier niet mee eens. Wanneer verloopt de verjaringstermijn en kan Stijn nog in rechte de €100 van Jelle vorderen?

Vraag 4

Vermeulen BV produceert meubels. Het hout die het daarvoor nodig heeft wordt gekocht bij Van Beek BV. Dit

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk Recht 2: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Burgerlijk Recht 2: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Burgerlijk Recht 2 voor de opleiding Rechten jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp maak je gebruik van de zoekfunctie. Zoek bijvoorbeeld naar de dit jaar voorgeschreven arresten of nieuw gedeelde boeksamenvattingen.

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check all content related to:
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2234
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer