Psychology and behavorial sciences - Theme
- 17117 keer gelezen
Cornish en Clarke ontwikkelden het rationele keuze perspectief. Deze theorie bestaat uit zes veronderstellingen die de basis vormen van de theorie.
Het plegen van criminaliteit is een opzettelijke en weloverwogen handeling van de dader, met als doel om er zelf beter van te worden.
Daders maken niet altijd de keuze die voor henzelf het beste uitpakt, omdat er altijd een risico en bepaalde mate van onzekerheid aan de keus verbonden is.
Het proces van het maken van een beslissing door de dader verschilt per delict.
Er zit een onderscheid tussen de beslissing die de dader maakt om mee te doen aan een delict en de beslissing om iemand anders opdracht te geven om mee te helpen in een bepaald delict.
Beslissingen die gaan over het al dan niet meehelpen in een delict kunnen opgedeeld worden in drie fasen. De eerste fase is betrokken raken bij een delict (initiation). De tweede fase is blijvend betrokken zijn (habituation) en de derde fase is de beslissing om niet meer betrokken te zijn (desistance). Deze drie fasen moeten apart bestudeert worden.
Beslissingen die gemaakt worden tijdens het plegen van een delict bestaan uit elkaar opeenvolgende keuzes. Deze keuzes worden gemaakt tijdens elke fase van het te plegen delict.
Deze zes basisveronderstellingen worden in de loop van het artikel, en in deze samenvatting, verder belicht.
Het startpunt van de theorie is dat het plegen van criminaliteit nooit nutteloos is voor de dader. De dader wordt altijd beloont voor zijn daad. Daarom moet je zijn motieven begrijpen voordat je het plegen van een criminele daad als irrationeel of gevoelloos bestempelt.
Het rationele keuze perspectief gaat uit van beperkte rationaliteit. Dit betekent dat daders de best mogelijke keuze maken, maar wel op basis van de beschikbare tijd, hulpmiddelen en informatie, die (bijna) altijd beperkt is.
Verschillende overtredingen brengen verschillende voordelen met zich mee en worden elk met een afzonderlijk doel gepleegd. Daarom verschilt het proces van het maken van een beslissing per delict, andere variabelen beïnvloeden de keuze. Om deze redenen is het belangrijk om per delictscategorie te kijken naar de criminal choice (het proces van het maken van criminele keuzen) en voor elke categorie een apart theoretisch verklaringsmodel te ontwikkelen. Belangrijk hierbij is de vraag hoe specifiek je iets wilt verklaren. Sommige daders (bijv. straatcriminelen) zijn eerder generalisten dan specialisten. Dit neemt niet weg dat daders uit andere delictscategorieën wel specialistisch te werk gaan en daarbij een ander keuzeproces maken.
De keuzes die daders maken kunnen opgesplitst worden in twee categorieën. Event keuzes zijn keuzes die gemaakt worden voorafgaand aan het plegen van een delict. denk bijvoorbeeld aan de keuze voor een bepaald doelwit. De tweede categorie bestaat uit Involvement keuzes. Hiermee worden de keuzes bedoelt die de dader maakt om ergens bij betrokken te raken. Dit keuzeproces heeft drie fasen, te weten initiation, habituation en desistance, die hierboven zijn uitgelegd. Sommige delicten lijken op elkaar en daardoor is het logisch dat wanneer de dader heeft gekozen om betrokken te raken bij het ene delict, hij of zij ook betrokken zal raken bij het andere delict. Dit is echter niet zo voor elk delict. Het is wel belangrijk om te kijken per dadergroep. Bankiers die fraude willen plegen maken op een andere manier involvement keuzes dan drugscriminelen.
Elke fase van de involvement keuze wordt beïnvloede door andere variabelen. Er zijn drie typen variabelen. Ten eerste zijn er achtergrondfactoren, ten tweede de huidige levensomstandigheden en ten derde situationele variabelen. In de initiation fase spelen achtergrondfactoren de belangrijkste rol. In de habituation fase zijn de huidige levensomstandigheden het belangrijkst. In de laatse fase, de fase van descistance spelen huidige levensomstandigheden samen met situationele omstandigheden de belangrijkste rol.
Waarin onderscheidt deze theorie zich van andere theorieën? Ten eerste focust het rationele keuze perspectief zich op de individuele keuzes van de dader met veel aandacht voor de details, terwijl andere theorieën zich richten op het verklaren van de keuze door te kijken naar de politieke en sociale. Zij kijken dus meer op macro niveau, terwijl het rationele keuze perspectief meer kijkt naar het microniveau. Daarnaast is het rationele keuze perspectief een dynamische theorie die let op de achtergrondfactoren en situationele kenmerken van elk afzonderlijk delict. Ten derde heeft de theorie veel aandacht voor situationele factoren. Ten vierde heeft het rationele keuze perspectief aandacht voor de motieven van daders, terwijl andere theorieën juist veel focussen op de motivaties van daders. Ook legt het perspectief juist de nadruk op de banaalheid van het plegen van criminaliteit. Juist gewone mensen plegen ook weleens een criminele daad, er is geen strikt onderscheid tussen niet-criminelen en criminelen. Ten zesde geeft het perspectief een algemene verklaring voor elke vorm van criminaliteit. Ten slotte gaat het perspectief ervan uit dat elke dader voorafgaand aan het plegen van een strafbaar feit, in meer of mindere mate een keuze heeft. Hij of zij kan daarom ook verantwoordelijk worden gehouden voor die keuze. Andere criminologische theorieën gaan ervan uit dat daders zo sterk worden beïnvloed door omstandigheden, dat zij eigenlijk helemaal geen keuze hebben.
Het rationele keuze perspectief is toepasbaar op verschillende problemen. Zo geeft het een verklaring voor herhaald slachtofferschap, door te stellen dat verschillende achtergrondfactoren de keuze van de dader beïnvloeden om bijvoorbeeld bij een inbraak weer terug te keren naar hetzelfde huis. Ook kunnen met het perspectief de verschillende voorkeuren van dieven worden verklaard. Dieven stelen namelijk objecten met bepaalde eigenschappen, die worden beschreven in het CRAVED- model van Clarke. Daarnaast stelt het perspectief dat bijvoorbeeld seriemoordenaars dicht bij hun huis moorden plegen, omdat ze de buurt kennen en hun uitvalsbasis dicht in de buurt hebben. Ook kan met behulp van het perspectief de daling van het aantal zelfmoorden in Engeland in een specifieke periode worden verklaard. Het rationele keuze perspectief heeft het meeste invloed gehad op het beleid in het aanpassen van situationele omstandigheden om criminaliteit te verlagen.
Er is daarnaast ook veel kritiek gekomen op het rationele keuze perspectief. Er zijn drie belangrijke punten van kritiek.
Criminelen zijn niet rationeel.
Alleen sommige criminelen zijn rationeel.
Het rationele keuze perspectief is niet nieuw.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2066 | 2 |
Add new contribution