Stampvragen bij de 16e druk van Inleiding in het Nederlandse recht van Verheugt

Hoofdstuk 1: Inleiding

  1. Omschrijf het verschil tussen objectief en positief recht.

  2. Geef de vier verschillende rechtsvormen en licht hun werking toe.

  3. Welke rechtsvormen hebben voorrang op elkaar?

  4. Beschrijf wat materieel recht inhoudt.

  5. Beschrijf wat formeel recht inhoudt.

  6. Noem de vijf rechtsgebieden.

  7. Licht het belang van twee van de voorgaande vijf rechtsgebieden toe.

  8. Waarom is het belangrijk om verschillende rechtsgebieden te hebben.

  9. Noem conflicten die zich voor kunnen doen met betrekking tot de rechtsgebieden.

  10. Geef een voorbeeld van een subjectief recht.

Hoofdstuk 2: Trias politica

  1. Wat houdt de Trias Politica in?

  2. Waarom is het hebben van een Trias Politica van belang?

  3. Waaruit bestaat de regering?

  4. Licht het fenomeen decentralisatie toe en maak onderscheid tussen de twee verschillende vormen.

  5. Welke vorm van decentralisatie heeft een grotere voorrang in een bepaalde situatie?

  6. Wat is de functie van de Staten-Generaal?

  7. Wat zijn AVV’s en waarvoor dienen deze?

  8. Wat houdt de volksvertegenwoordiging in?

  9. Wat zijn de drie elementen van een parlementaire democratie?

  10. Wat is het doel van legisme?

Hoofdstuk 3: wetgeving

  1. Leg de werking van internationale verdragen uit.

  2. Geef de vier legaliteitsvereisten waaraan een wettelijk voorschrift moet voldoen.

  3. Geef de Romeinsrechtelijke regels die van belang zijn en geef de voorrang tussen deze twee regels aan.

  4. Licht het onderwerp delegatie toe en geef aan in welke situaties dit van toepassing is.

  5. Op welke verschillende manieren wordt de bevoegdheid tot wetgeving gevormd?

  6. Van wie kunnen AVV’s afkomstig zijn?

  7. Welke delen van de grondwet zijn belangrijk bij de toepassing van recht?

Hoofdstuk 4: Rechtspraak

  1. Geef de belangrijke elementen van de Grondwet aan.

  2. Leg uit hoe een terechtzitting werkt.

  3. Licht de werking van het Openbaar Ministerie toe.

  4. Geef een beschrijving van de organisatie en bevoegdheden van de rechtbank.

  5. Leg de functie van het gerechtshof uit.

  6. Leg de functie van de Hoge Raad uit.

Hoofdstuk 5: de Bestuurlijke Macht

  1. Licht het materieel bestuursrecht toe.

  2. Welke handelingen kan een bestuursorgaan verrichten?

  3. Leg uit wat het doel van beschikkingen is.

  4. Wat zijn de vier rechtsregels voor beschikkingen?

  5. Hoe werkt de handhaving?

  6. Wat is de functie van de nationale ombudsman?

  7. Wat is de functie van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven?

Hoofdstuk 6: Burgerlijk Wetboek

  1. Wat valt onder vermogen bij vermogensrecht?

  2. Welke vormen vermogensrechten bestaan er en wat is hun functie?

  3. Op welke wijze wordt een verbintenis aangegaan en kan deze tot stand komen?

  4. Wie kunnen dragers van rechten of plichten zijn?

  5. Welke soorten rechtsfeiten bestaan er?

  6. Waarom wordt er onderscheid gemaakt in rechtsfeiten?

  7. Wat houdt een wanprestatie in?

  8. Op basis van welke beginselen wordt de handelingsbekwaamheid bepaald?

  9. Geef een voorbeeld van een wanprestatie.

  10. Geef een voorbeeld van een onrechtmatige daad.

Hoofdstuk 7: absolute rechten

  1. Wat wordt onder een zaak verstaan? Geef twee voorbeelden.

  2. Leg uit hoe een overdracht plaatsvindt en welke regels daarbij gelden.

  3. Hoeveel soorten goederen bestaan er voor een levering?

  4. Hoe werkt de faillissementswet bij de verdeling van het vermogen? Wie hebben voorrang?

  5. Wat zijn genotsrechten? Hoe werken deze?

  6. Wat is het onderscheid tussen volledige en beperkte rechten?

Hoofdstuk 8: overeenkomsten

  1. Wanneer komt een wederzijdse overeenkomst tot stand?

  2. Welke elementen kunnen een totstandkoming van een overeenkomst in de weg staan?

  3. Noem vier vormen waarbij er sprake is van een wilsgebrek.

  4. Welke vormen van obligatoire overeenkomsten kun je van elkaar onderscheiden?

  5. Wat is een koopovereenkomst en hoe komt deze tot stand?

  6. Noem twee vormen van leasing en geef aan wat het doel van leasing is.

  7. Wat zegt de vertrouwensleer en wanneer is deze van toepassing?

Hoofdstuk 9: Onrechtmatige daad en andere verbintenissen uit de wet

  1. Wat is een onrechtmatige daad volgens de wet?

  2. Welke soorten onrechtmatige daden bestaan er?

  3. Wat zijn de gevolgen bij de constatering van een onrechtmatige daad?

  4. Wat houdt de belangenafweging in?

  5. Wat geven de zorgvuldigheidsnormen aan?

  6. Welke regels gelden met betrekking tot de aansprakelijkheid?

  7. Wat zijn rechtmatige daden? Geef enkele voorbeelden.

  8. Wanneer is sprake van onrechtvaardige verrijking?

Hoofdstuk 10: Burgerlijk procesrecht

  1. Leg uit hoe een proces in gang wordt gezet.

  2. Leg uit hoe het proces verloopt.

Hoofdstuk 11: Ondernemingsrecht

  1. Welke ondernemingsvormen bestaan er?

  2. Licht twee ondernemingsvormen toe zonder rechtssubjectiviteit.

  3. Licht twee ondernemingsvormen toe met rechtssubjectiviteit.

  4. Wat is het verschil tussen een NV en een BV?

  5. Licht toe wat het enquêterecht inhoudt.

  6. Hoe verloopt de civiele procedure bij een faillissement?

  7. Wat houdt surseance van betaling in?

Hoofdstuk 12: De arbeidsovereenkomst, collectief arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht

  1. Wat houdt een arbeidsovereenkomst in en tussen wie kan deze worden gesloten?

  2. Met welke regels moet rekening worden gehouden gedurende zo een overeenkomst?

  3. Op welke manieren kan een overeenkomst worden beëindigd?

  4. Welke sociale verzekeringen bestaan er en wat is hun doel en functie?

Hoofdstuk 13: Materieel strafrecht

  1. Wat is een misdrijf en wie behandelt deze?

  2. Wat is een overtreding en wie behandelt deze?

  3. Wat zijn de voorwaarden voor strafbaarheid?

  4. Wat is houdt een delictomschrijving in en wat is de functie ervan.

  5. Op welke manieren kan uitsluiting van strafbaarheid plaatsvinden?

Hoofdstuk 14: Formeel Strafrecht

  1. Wat houdt het burgerlijk procesrecht in?

  2. Wat houdt het formeel strafrecht in?

  3. Licht het opportuniteitsbeginsel toe.

  4. Geef een voorbeeld van een van de vrijheidsbenemende dwangmiddelen.

  5. Wat zijn de belangrijkste taken van de politie in dit verband?

  6. Wanneer is er sprake van opzet?

  7. Noem twee van de formele vragen die gesteld worden.

  8. Wanneer is iets volgens de wet een strafbaar feit?

  9. In welke situatie kan het tenlastegelegde feit bewezen worden?

Hoofdstuk 15: Internationaal en Europees recht

  1. Wat is het doel van een verdrag?

  2. Hoe komen verdragen tot stand?

  3. Wat is de taak van het Europese Parlement?

  4. Welke systemen bestaan er voor de doorwerking van verdragen in de nationale wetgeving?

  5. Wat is het doel van de Raad van Europa?

  6. Noem een paar belangrijke internationale organisaties en geef hun doel aan.

  7. Uit welke organen bestaan de Verenigde Naties?

  8. Wat is de taak van het internationale gerechtshof?

Bron

Stampvragen bij de 16e druk van het boek Inleiding in het Nederlandse recht van Verheugt.

Image

Access: 
Public

Image

This content refers to .....
Law and public administration - Theme

Law and public administration - Theme

Image
Summaries, internships, tips and tools for study and work in law and public administration Definitions, Jurisprudence, Stories, Subjects, Study assistance,

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2290