Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

TentamenTickets bij Inleiding in het Nederlandse recht van Verheugt

TentamenTickets per hoofdstuk bij de 20e druk van Inleiding in het Nederlandse recht van Verheugt

Wat houdt het Nederlandse recht in het kort in? - TentamenTickets 1

  • Subjectief recht is de bevoegdheid die men ontleent aan een objectief recht. Objectief recht zijn de rechtsregels die rechten en verplichtingen scheppen. Positief recht is het geheel van geldende rechtsregels (in Nederland). Een ezelsbruggetje hiervoor is SOP.

  • Volkenrecht zijn regels over staten onderling en tussen staten en volkenrechtelijke organisaties. Een Verdrag is een schriftelijke afspraak tussen staten onderling of tussen staten en volkenrechtelijke organisaties. Deze is bindend. Dit onthoud je door VV. Onthoud hierbij het verschil tussen een monistisch systeem en rechtstreekse werking van het nationale recht. Weet ook dat de EU een eigen rechtsorde heeft en dat Europese verdragen vaak boven nationale verdragen staan.

  • Denk aan FOMA, om het belangrijke verschil tussen Materieel recht en Formeel recht te onthouden. Materieel recht zijn de letterlijke regels waaruit rechten en plichten voortvloeien. Formeel recht zijn de regels betreffende het proces. Wordt ook wel procesrecht genoemd.

  • Onthoud BBB: een Beschikking is een Besluit van een Bestuursorgaan dat gevolgen heeft voor één persoon.

Wat is de Trias Politica en hoe is deze gedachte terug te vinden in Nederland? - TentamenTickets 2

  • Denk aan TPM: Trias Politica is de machtenscheiding van Montesquieu. Hij maakt een onderscheid tussen de wetgevende, de rechtsprekende en de uitvoerende macht. Denk hierbij aan Checks and balances. Dit is het toezicht en de samenwerking van verschillende staatsmachten op elkaar en met elkaar.

  • Het is belangrijk om te weten wat legisme betekent. Legisme betekent dat wet en recht compleet aan elkaar gelijk zijn. De rechter spreekt alleen recht via de wet.

  • Staten-Generaal = Eerste en Tweede Kamer = samen parlement). De Staten-Generaal vormt samen met de regering de wetgevende macht.

  • KB is een Koninklijk Besluit.

  • Onthoud de verschillende rechten die Kamerleden hebben, zoals Recht van interpellatie en het vragenrecht. Deze zullen nu kort worden toegelicht. Recht van interpellatie betekent dat wanneer leden van beide kamers inlichtingen nodig hebben ze die altijd mondeling of schriftelijk kunnen vragen. Vragenrecht lijkt op het recht van interpellatie maar dit geldt meer voor individuele Kamerleden. Motie is een middel waarmee leden van de Tweede kamer een discussiepunt kunnen voorleggen. Recht van enquête is het recht van beide kamers om een onderzoek in te stellen naar het gedrag van de verantwoordelijke ministers.

  • SOCAVRIJ: het verschil tussen Klassieke en Sociale grondrechten en Vrijheidsrechten. Klassieke grondrechten bieden garanties tegen inbreuk uit de overheid. Sociale grondrechten zijn rechten waarbij de overheid een zekere ‘zorg’ voor de burgers moet dragen. Dit vergt een actief optreden van de overheid. Onthoud hierbij ook wat vrijheidsrechten zijn. Vrijheidsrechten gaan over rechten waarmee de overheid zich niet mee hoeft in te laten.

  • POLIJK staat voor Politieke en Gelijkheidsrechten: Politieke rechten zijn de rechten van de burgers die te maken hebben met de democratische rechten. Gelijkheidsrechten zijn de rechten waaraan burgers hun gelijkheid ontlenen. Het verbod op discriminatie is hier een voorbeeld van.

Hoe ziet de wetgeving in Nederland eruit? - TentamenTickets 3

  • Onthoud de verschillen tussen Delegatie, Delegans, Delegataris, en subdelegatie. Delegatie betekent dat een bestuursorgaan (welke bevoegdheden heeft gekregen door de wet) bevoegdheden overdraagt aan een lager bestuursorgaan. Delegans is het delegerende orgaan. Delegataris is het orgaan dat bevoegdheden verkrijgt door delegatie. Subdelegatie betekent dat de delegataris zijn bevoegdheid weer uitbesteedt. Dit alles start met attributie. Attributie betekent dat de wet een bepaalde bevoegdheid verleent aan een bestuursorgaan.

  • Onthoud: een hogere wet gaat boven een lagere wet (Lex superior derogat legi inferiori). Een latere wet gaat boven een eerdere wet (Lex posterior derogat legi priori). Een bijzondere wet gaat boven een algemene wet (Lex specialis derogat legi generali).

Hoe werkt de rechtspraak? - TentamenTickets 4

  • Onthoud wat de Raad voor de Rechtspraak is (RARE). Dit is het allesomvattende bestuursorgaan voor de rechtspraak.

  • Ken de belangrijke instituten. Onthoud wat er allemaal bij het OM hoort: Arrondissementsparket is het deel van de rechtbank waar het OM gevestigd is. Ressortsparketten is het OM bij de gerechtshoven. Advocaten-generaal zijn de vertegenwoordigers van het OM. College van procureurs-generaal is het hoofd van het OM.

  • Ken het verschil tussen in hoger beroep gaan en Cassatie. Cassatie is het hoogste gewone rechtsmiddel. Dit wordt ingesteld bij de Hoge Raad. Conclusie is het advies aan de Hoge Raad, voornamelijk door een advocaat-generaal. Omgaan van de Hoge Raad betekent dat de Hoge Raad een verandering in een eigen beslissing maakt. Daarnaast kunnen Rechtbanken en gerechtshoven prejudiciële vragen stellen aan de Hoge Raad indien er problemen zijn met de uitleg of toepassing van een rechtsregel waarover de Hoge Raad nooit eerder een oordeel over heeft gegeven.

  • Onthoud de verschillende manieren van interpretatie met RST. Rechtshistorische interpretatie betekent dat de rechter kijkt naar het maatschappelijke verband waarin de wet is ontstaan. Systematische interpretatie betekent dat de rechter kijkt naar de samenhang van wettelijke regelingen. Teleologische interpretatie betekent dat de rechter kijkt naar de maatschappelijke verhoudingen waarbinnen een wet moet worden toegepast.

Hoe werkt het bestuursrecht in Nederland? - TentamenTickets 5

  • Wat een Bestuursorgaan is staat genoemd in art. 1:1 lid 1 AWB. Het is een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed (art. 1:1 lid 1 Awb).

  • Onthoud het verschil tussen Feitelijke handelingen en Publiekrechtelijke rechtshandelingen. Feitelijke handelingen zijn handelingen van een bestuursorgaan die een rechtsgevolg hebben, of het nu beoogd is of niet. Publiekrechtelijke rechtshandeling is een rechtshandeling van een bestuursorgaan met een beoogd rechtsgevolg.

  • Weet het verschil tussen een besluit en een beschikking. Een Besluit is een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling (art. 1:3 Awb). Een Beschikking is een besluit dat alleen rechtsgevolgen heeft voor de geadresseerde. Het verschil is dus dat een Besluit van algemene strekking is, dus een besluit met rechtsgevolgen voor meerdere mensen.

  • Onthoud AVV: Algemeen Verbindend Voorschrift is een rechtsregel die voor eenieder geldt en verbindend is.

  • Weet wat de Centrale Raad van Beroep is (CRB): Centrale Raad van Beroep is de rechter voor hoger beroep bij sociale zekerheidszaken en ambtenarenzaken.

  • Weet wat het college van Beroep is (CB): College van Beroep voor het bedrijfsleven is de rechter voor sociaaleconomische zaken.

Hoe werkt het burgerlijk recht? - TentamenTickets 6

  • Vermogen is het geheel van op geld waardeerbare rechten en plichten van een persoon.

  • Onthoud VEGEVE: Vermogensrecht, Goederenrecht, Verbintenissenrecht. Vermogensrecht is goederenrecht en verbintenissenrecht. Goederenrecht is rechtsregels betreffende de rechtsrelatie tussen persoon en goed. Verbintenissenrecht is op geld waardeerbare afspraken tussen personen.

  • Ken het verschil tussen Natuurlijke en Rechtspersonen. Natuurlijke persoon zijn mensen van vlees en bloed, dragers van rechten en plichten. Rechtspersoon is in het leven geroepen juridische persoon als zelfstandig drager van rechten en plichten.

  • Ken het verschil tussen een Onrechtmatige daad en een rechtmatige daad. Onrechtmatige daad betekent dat iemand een ander schade toebrengt door onrechtmatig te handelen. Rechtmatige daad is een handeling die niet in strijd met het recht is maar levert wel een rechtsgevolg op.

  • Onthoud de termen Crediteur en Debiteur. Schuldeiser/crediteur is degene die recht heeft op prestatie van de andere partij. Schuldenaar/debiteur is degene die een prestatie moet leveren jegens de ander.

  • Zorg ervoor dat je kan opnoemen wanneer iemand Handelingsbekwaam is. Handelingsbekwaamheid is de bevoegdheid van personen om rechtshandelingen te verrichten.

Welke rechten kunnen rusten op goederen? - TentamenTickets 7

  • Weet wat Genotsrecht inhoudt. Dit is het recht om een zaak te gebruiken.

  • Recht op vruchtgebruik is het recht op de ‘vruchten’ die voortvloeien uit de zaak waar iemand recht op heeft.

  • Ken de belangrijke termen uit dit hoofdstuk, zoals Zaaksgevolg, Revindicatie, Erfdienstbaarheid en Droit de Préférence. Zaaksgevolg betekent dat de rechthebbende rechthebbende blijftop een zaak, ook al is deze niet meer in zijn macht. Droit de préférence betekent dat rechthebbende een voorrecht heeft wanneer het gaat om zijn goed bij het faillissement van een derde. Revindicatie betekent dat de rechthebbende zijn zaak kan opeisen als iemand deze onrechtmatig onder zich houdt. Erfdienstbaarheid betekent dat het dienende erf hiermee ten behoeve van het heersende erf is bezwaard.

  • Vestiging is een ontstaanswijze bij notariële akte.

  • Erfpacht is een recht waarbij een erfpachter een bevoegdheid krijgt, en wel deze bevoegdheid om iemand anders’ onroerende zaak te houden en te gebruiken.

  • Relateer de debiteur (Cessus) met pandgever/hypotheekgever. En Pandhouder/hypotheekhouder aan crediteur. Op deze manier onthoud je ook wat Zekerheidsrechten zijn. Zekerheidsrechten zijn rechten die worden gevestigd op goederen van de debiteur (voorbeelden: pand en hypotheek).

  • Onthoud CECECECE. Cessie is de overdracht van een vordering. Cedent is degene die eerst crediteur was en nu de vordering overdraagt. Cessionaris is degene die de vordering overneemt. Cessus is de debiteur.

  • Weet wanneer er sprake is van Goede trouw. Dit is de situatie waarin de verkrijger niet wist en niet behoorde te weten of de vervreemder beschikkingsbevoegd was ten tijde van de overdracht.

Hoe komen overeenkomsten tot stand? - TentamenTickets 8

  • Ken de verschillende vormen van overeenkomsten: eenzijdige overeenkomsten, wederkerige overeenkomsten, benoemde overeenkomsten, onbenoemde overeenkomsten, consensuele overeenkomsten en formele overeenkomsten. Eenzijdige overeenkomst is een overeenkomst waardoor slechts een verbintenis en een verplichting ontstaat.

  • Wederkerige overeenkomst is een overeenkomst waardoor tussen partijen meerdere verbintenissen en overeenkomsten ontstaan.

  • Benoemde overeenkomst is nader in de wet geregeld.

  • Onbenoemde overeenkomst is algemeen en niet apart in de wet geregeld.

  • Consensuele overeenkomst is de overeenkomst waarbij de wilsovereenstemming voldoende is.

  • Formele overeenkomst is de overeenkomst waarbij aan een vormvereiste moet zijn voldaan.

  • De artikelen 6:228 BW, art 3:44 Lid 3 BW, art. 3:44 lid 2 BW en art. 3:44 lid 4 BW zijn belangrijk om te kennen. Dwaling is onjuiste voorstelling van zaken bij het sluiten van de overeenkomst (art. 6:228 BW). Bedrog is opzettelijke onjuiste voorstelling van zaken (art. 3:44 lid 3 BW). Bedreiging betekent dat de overeenkomst is ontstaan door een vorm van psychische dwang (art. 3:44 lid 2 BW). Misbruik van omstandigheden betekent dat een der partijen misbruik maakt van de hoedanigheid van de andere partij om een overeenkomst te sluiten (art. 3:44 lid 4 BW).

  • Contractvrijheid is de vrijheid van burgers om een overeenkomst te sluiten.

  • Onthoud het verschil tussen de Zwarte lijst en de Grijze lijst met ZG. Zwarte lijst is de lijst met voorwaarden die door de wetgever als onredelijk bezwarend worden aangemerkt. Grijze lijst is de lijst met voorwaarden die door de wetgever als mogelijk onredelijk bezwarend worden aangemerkt.

  • Onthoud DWAAN: DWingend recht betekent dat men is gedwongen zich hieraan te houden, voorschriften. AANvullend recht vult leemtes in de overeenkomst aan. Men mag ervoor kiezen zich eraan te houden of andere bepalingen in de overeenkomst opnemen.

  • Zorg dat je weet wat Resultaatverbintenis en Inspanningsverbintenis betekent. Resultaatsverbintenis is de verbintenis met de verplichting tot het behalen van een bepaald resultaat. Inspanningsverbintenis is de verbintenis met de verplichting tot het leveren van een bepaalde inspanning.

Wat zijn verbintenissen uit de wet? - TentamenTickets 9

  • Onthoud wat een Onrechtmatige daad is en welk artikel erbij hoort. Onrechtmatige daad betekent dat hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden (art. 6:162 BW).

  • Dit is gerelateerd aan Conditio sine qua non: de causaliteitseis. De onrechtmatige gedraging moet een voorwaarde zijn voor het ontstaan van de schade.

  • Aceer het artikel dat gaat over Vermogensschade is het geleden verlies en gederfde winst (art. 6:96 BW).

  • Weet wanneer iemand risico-aansprakelijk is. Risicoaansprakelijkheid is het aansprakelijk zijn voor anderen, bijvoorbeeld in de sfeer van werkgever-werknemer.

  • Onthoud Zaakwaarneming. Dit is het zich willens en wetens en op redelijke grond inlaten met de behartiging van eens anders belang, zonder de bevoegdheid daartoe aan een rechtshandeling of een elders in de wet geregelde rechtsverhouding te ontlenen (art. 6:198 BW).

Hoe werkt het burgerlijk procesrecht? - TentamenTickets 10

  • Ken FO: Fundamentum petendi is de leer dat de burgerlijke rechter alleen bevoegd is wanneer het gaat over zuiver privaatrechtelijke zaken. Objectum litis-leer is de nieuwe leer dat de zaak slechts gebaseerd moet zijn op een regel van het privaatrecht.

  • Weet wat Formele waarheid betekent. Dit zijn feiten die de ene partij benoemt, en de andere partij niet betwist worden voor waar aangenomen door de rechter.

  • Weet wat een Dagvaarding is en wat hierin staat. Dagvaarding is het schriftelijk stuk waarin de gedaagde wordt opgeroepen om te verschijnen. Petitum is de eis. Fundamentum petendi zijn de gronden voor de eis.

  • Weet wat Arbitrage is. Arbitrage is geschilbeslechting door andere rechters dan overheidsrechters. Vaak zijn dit rechters binnen een bepaald vakgebied. Arbitraal beding betekent dat partijen een overeenkomst sluiten waarin staat dat eventuele geschillen beslecht worden door middel van arbitrage.

Wat houdt ondernemingsrecht in? - TentamenTickets 11

  • Voor dit hoofdstuk moet je weten wat een Onderneming is. Onderneming houdt in: elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht (art. 1 lid 1 onder c Wet op de ondernemingsraden).

  • Ken daarnaast de verschillende vormen van een onderneming. Voorbeelden hiervan zijn de Eenmanszaak, Maatschap, Vennootschap onder Firma, Commanditaire Vennootschap, BV en een NV.

  • Eenmanszaak is een onderneming zonder rechtspersoonlijkheid waarbij de ondernemer met zijn gehele vermogen aansprakelijk is. Maatschap is een onderneming van twee of meer personen die iets in gemeenschap brengen teneinde het voordeel met elkaar te delen. Ook hier is geen sprake van een afgescheiden vermogen. Vennootschap onder firma is een bijzondere vorm van de maatschap. Zij treedt naar buiten ter uitoefening vaneen bedrijf en onder één naam. Ook is er een afgescheiden vermogen. Commanditaire vennootschap is een bijzondere v.o.f. BV is een onderneming met rechtspersoonlijkheid en aandelen op naam. NV is een onderneming met rechtspersoonlijkheid en zowel aandelen op naam als aandelen aan toonder. Ken de artikelen die hierbij horen.

  • Benoem voor jezelf het belang van Corporate Governance. Dit is de regeling opdat er een deugdelijk ondernemingsbeleid wordt gevoerd.

  • Ken de artikelen van overige vormen. Vereniging is een rechtspersoon met leden gericht op een bepaald doel (art. 2:26 BW). Eventuele winst mag niet worden verdeeld onder de leden. Coöperatie is een bij notariële akte als coöperatie opgerichte vereniging (art. 2:53 lid 1 BW). Verschil met de vereniging is dat deze is opgericht ten behoeve van de leden.

Wat houdt het arbeidsrecht in? - TentamenTickets 12

  • Weet wat een Arbeidsovereenkomst is. Arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten (art. 7:610 lid 1 BW).

  • Zorg dat je weet het Concurrentiebeding is. Dit is de verplichting waarvoor wordt getekend in de arbeidsovereenkomst, welke inhoudt dat de werknemer na het einde van de dienstbetrekking niet dezelfde soort arbeid mag verrichten.

  • Ken de belangrijke organisaties die van toepassing zijn op deze vorm van het recht, zoals het UWV en LWI. UWV is het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. LWI is de Locatie voor Werk en Inkomen.

  • Weet wanneer iemand ontslag mag nemen of ontslagen kan worden. Dringende reden van ontslag zijn zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet kan worden gevergd de dienstbetrekking te laten voortduren (art. 7:678 BW).

  • Onthoud CAO: De Collectieve ArbeidsOvereenkomst is de overeenkomst waarin arbeidsvoorwaarden worden geregeld waar men bij het sluiten van individuele arbeidsovereenkomsten acht op moet slaan (CAO).

  • Referte-eis is de combinatie van de vier-uit-vijf-eis (4 x 5) en de weken-eis. Weken-eis stelt een werknemer dient in de 36 weken voor hij werkloos wordt tenminste 26 weken arbeid te hebben verricht (36 = 26). Vier-uit-vijf-eis (4 x 5) is het recht op een langdurige uitkering bestaat alleen als de werknemer van de afgelopen vijf jaar ten minste vier jaar heeft gewerkt.

Hoe werkt het strafrecht? - TentamenTickets 13

  • Ken het Legaliteitsbeginsel. Dit beginsel stelt dat een feit niet strafbaar kan zijn als daar geen wettelijke grondslag voor is.

  • Onthoud het Verbod van terugwerkende kracht en de uitzonderingen hierop. Verbod van terugwerkende kracht zegt dat wanneer iets strafbaar wordt gesteld, dan mogen eerdere feiten die op dat moment strafbaar zijn geworden niet meer als strafbaar toegerekend worden.

  • Onthoud RESCH: Rechtvaardigingsgronden zijn gronden waardoor de daad niet strafbaar is, neemt het element ‘wederrechtelijk’ weg. Schulduitsluitingsgronden zijn gronden waardoor de dader niet strafbaar is, neemt het element ‘schuld’ weg.

Hoe werkt het strafprocesrecht? - TentamenTickets 14

  • Onthoud de verschillende vormen van een strafproces. Accusatoir karakter is een strafproces met een grote passiviteit van de rechter. Inquisitoir karakter is een strafproces met een actieve, informatie inwinnende rechter.

  • Zorg dat je weet wat er gebeurt bij vervolging. Opportuniteitsbeginsel zegt dat het OM bevoegd is om af te zien van vervolging.

  • Ken de Ne bis in idem leer. Dit is de leer dat men niet twee keer voor hetzelfde feit vervolgd mag worden.

  • Weet wat Materiële vragen zijn. Dit zijn vragen over de feiten, over de tenlastelegging van het feit.

Wat is de rol van het internationaal en Europees recht? - TentamenTickets 15

  • Ken de verschillende instellingen van de Europese Unie en weet wat de invloed is van Europese verdragen in onze rechtstaat.

Image

Access: 
Public

Image

This content refers to .....
Studiegids voor samenvattingen bij Inleiding in het Nederlandse recht van Verheugt

Studiegids voor samenvattingen bij Inleiding in het Nederlandse recht van Verheugt

Samenvattingen en studiehulp bij Inleiding in het Nederlandse recht van Verheugt

Inhoud

  • Samenvatting bij het boek: Inleiding in het Nederlandse recht van Verheugt - 20e druk
  • Bullets bij het boek: Inleiding in het Nederlandse recht van Verheugt - 20e druk
  • TentamenTests bij het boek: Inleiding in het Nederlandse recht van Verheugt  - 20e druk
  • Samenvatting bij het boek: Inleiding in het Nederlandse recht van Verheugt - 18e druk
  • Samenvatting bij het boek: Inleiding in het Nederlandse recht van Verheugt - 16e druk
  • Bullets bij het boek: inleiding in het Nederlandse recht van Verheugt - 16e druk
  • Stampvragen bij het boek: Inleiding in het Nederlandse recht van Verheugt - 16e druk
  • Samenvatting bij het boek: Inleiding in het Nederlandse recht van Verheugt
  • TentamenTickets bij het boek: Inleiding in het Nederlandse recht van Verheugt
Access: 
Public

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1668