Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (1)


Vragen

Casus I

Op een avond komt Henk zijn minderjarige zoon thuis, net op tijd voor het eten. Hij vertelt vrolijk dat hij vandaag naar Las Vegas is gegaan, de plaatselijke speelautomatenhal. Hij mocht gewoon doorlopen en hoefde geen identiteitsbewijs te laten zien aan de portier. Henk, werkzaam als agent, vindt dit zaakje niet helemaal pluis en besluit morgen, op zijn dagelijkse ronde, eens langs het pand te gaan om te kijken hoe de vork in de steel zit. De volgende dag ziet hij inderdaad, ondanks een nors kijkende portier, dat de minderjarige vrienden van zijn zoon zomaar naar binnen kunnen lopen. Na de ontdekking volgt een onderzoek naar Las Vegas, dat besluit mee te werken.

Speelmans, de directeur, verklaart het volgende: ‘Ik moet eerlijk bekennen dat ik mij als directeur vooral bezig houd met de financiën en niet op de hoogte ben van wat zich er nou afspeelt binnen mijn bedrijf. De dagelijkse taken heb ik gedelegeerd naar mijn floormanager. Want zeg nou zelf, een directeur hoeft zich toch niet met alle kleine wissewasjes bezig te houden?!’

Flisijn, de floormanager, verklaart het volgende: ‘Als floormanager stuur ik alle medewerkers aan. Ik heb de portier inderdaad bevolen om niet naar identiteitsbewijzen te vragen; hij is capabel genoeg om puur op schatting te zien wat nou de leeftijd van onze bezoekers is. Daarnaast zijn wij ook maar gewoon een bedrijf dat geld wil verdienen. En hoe meer bezoekers, hoe meer geld.’

De speelautomatenhal Las Vegas is eigendom van Roulette BV, die op grond van onderstaande wet een vergunning is verleend door de gemeente om een speelautomatenhal te exploiteren.

Art. 14d (oud) van de Wet op de kansspelen bepaalt:

‘Het is de exploitant van een speelautomatenhal verboden personen die de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt de toegang te verlenen.’

Art. 15 (oud) van deze wet bepaalt:

‘Opzettelijke overtreding van artikel 14d van deze wet kwalificeert zich als een misdrijf. Niet-opzettelijke overtreding van dit artikel kwalificeert zich als een overtreding.’

De officier van justitie besluit om floormanager Flisijn te vervolgen wegens betrokkenheid bij overtreding van art. 14d (oud) van de Wet op de kansspelen.

Vraag 1 (8 punten)

Beargumenteer of een succesvolle veroordeling van Flisijn wegens de misdrijf-variant haalbaar is als pleger (art. 47 Sr), als deelnemer (art. 47 Sr) en/of als leidinggever (at. 51 lid 2 sub 2 Sr).

Vervolg casus

Stel:

De officier van justitie vervolgt Roulette BV:

  • Primair: wegens opzettelijke overtreding van art. 14d

  • Subsidiair: wegens niet-opzettelijke overtreding van art. 14d

Ter terechtzitting verweert directeur Speelmans zich: ‘Ik kom uit de goeie, oude tijd waarin nog niet zoveel strikte regels bestonden. In mijn tijd kon je vanaf je zestiende al speelautomatenhallen bezoeken. Daar waren niet eens portiers voor nodig. Het is correct dat wij minderjarige bezoekers binnenlieten, maar dat komt omdat ik niet op de hoogte was van het feit dat de wet veranderd is op dit gebied. Ik meende dat de minimale leeftijd nog steeds op zestien jaar lag. Daarnaast heeft in Las Vegas een keer een akkefietje plaatsgevonden, waarbij de politie kwam ingrijpen. Zij moeten de minderjarige bezoekers die toen binnen waren hebben gezien, maar hebben hier niets over gezegd tegen ons. Daarom ben ik van mening dat wij niet veroordeeld moeten worden, omdat het ons niet kwalijk genomen kan worden.’

Vraag 2 (4 punten)

Stel, de rechter komt wel tot een veroordeling. Dient hij in zijn vonnis gemotiveerd in te gaan op het verweer van directeur Speelmans? Leg hierbij uit of het wel of geen verschil maakt of de rechter veroordeelt wegens het primair dan wel het subsidiair ten laste gelegde feit.

Vervolg casus

Stel:

De gemeente is op de hoogte van het minderjarigen-‘probleem’ in Las Vegas, maar voelt zich niet geroepen om er iets aan te doen. Zij vindt dat ‘hoe meer jongeren zich in de speelautomatenhal bevinden, hoe minder jongeren op straat rondzwerven om prullenbakken in de fik te steken.’ En omdat de gemeente een aantal jaren terug kampte met een groot fikkende prullenbakken-probleem, laat zij de huidige gang van zaken met rust. Na een tijdje vraagt Roulette BV verlenging van de vergunning aan bij de gemeente. De behandelend ambtenaar, die grote trauma’s heeft overgehouden aan het fikkende prullenbakken-probleem, besluit de aanvraag goed te keuren en de vergunning te verlenen.

Twee weken later krijgt Henk lucht van de verlenging. Trouw aan de wet speelt hij de zaak door aan de officier van justitie. Deze is van mening dat de huidige gang van zaken inderdaad bevorderd wordt door de gemeente.

Vraag 3 (4 punten)

Kan de gemeente veroordeeld worden wegens medeplichtigheid aan opzettelijke overtreding van art. 14d?

Casus II

Thomas, een doorgewinterde crimineel, heeft een plannetje opgevat om snel en veel geld te verdienen. Strak in pak belt hij aan bij een steenrijke, oude weduwe. Zodra zij opendoet, stelt Thomas zich voor als medewerker van de ING Bank, en meldt haar dat er wat foutjes zijn opgetreden omtrent de gegevens van haar bankrekening. Omdat de gegevens verouderd zouden zijn, zou zij met haar oude bankpas geen geld meer op kunnen nemen bij de bank of bij een geldautomaat. Indien ze een nieuwe bankpas wil, zal hij haar oude in ontvangst moeten nemen en haar pincode moeten noteren. De oude weduwe, die niet van gisteren is, zegt dat Thomas morgen terug zal moeten komen om haar bankpas op te halen, omdat haar dochter deze momenteel gebruikt om boodschappen voor haar te doen. De pincode weet ze niet uit haar hoofd, maar die zal ze aan haar dochter vragen. Zodoende gaat Thomas weer naar huis. Meteen hierna belt de oude weduwe de politie en waarschuwt hen voor een crimineel die morgen haar bankpas en pincode op komt eisen. De volgende dag rijdt Thomas met de auto naar de woning toe en parkeert deze ervoor. Plots wordt er op zijn raam geklopt en ziet hij twee agenten staan. Deze houden hem aan.

De officier van justitie besluit Thomas te vervolgen voor:

  • Primair: poging tot oplichting ex art. 326 jo. 45 Sr

  • Subsidiair: voorbereiding van oplichting (art. 326 jo. 46 Sr)

Vraag 4 (4 punten)

Zal de rechter tot een veroordeling komen van het primair dan wel het subsidiair ten laste gelegde? N.B.: het delict oplichting is hier voltooid, indien de ander de gegevens ter beschikking heeft gesteld.

Casus III

Anita, conductrice bij Arriva, is op een drukke maandagochtend aan het werk in de trein van Groningen naar Leeuwarden. Omdat het druk is en iedereen zo vroeg op de ochtend niet even snel meewerkt, is Anita licht geïrriteerd. Vervolgens is Marko aan de beurt om zijn vervoersbewijs te laten zien. Deze meent hij niet nodig te hebben, omdat ‘de treinmaffia toch al goud geld verdient aan arme mensen die alleen maar een keertje ergens heen willen reizen.’ Anita wordt boos en sommeert hem met haar schelle stem om nu bliksemsnel een geldig vervoersbewijs te laten zien en dat zij hem anders persoonlijk de trein uit schopt. Omdat Marko nog steeds weigert, geeft ze hem een klein duwtje en maakt hem uit voor ‘vieze klaploper’. Dit pikt Marko niet en hij tovert een vlindermes uit zijn zak. Dreigend loopt hij, met het mes in de aanslag, op Anita af, die langzaam achteruit schuifelt door de trein. Ze weet de deur van de machinist te openen, maar blijft in de opening staan omdat ze bang is dat Marko straks de machinist ook zal aanvallen. Op het moment dat hij naar haar wil uithalen, haalt ze uit met haar vuist tegen zijn hoofd en Marko valt neer in het gangpad. Terwijl hij bekomt van haar verrassingsaanval, schiet de gedachte door haar hoofd dat dit al de tweede keer in één maand is dat een passagier haar bedreigt. Gevoed door haar opkomende woede vliegt ze op Marko af en trapt hem keihard in zijn buik met haar naaldhakken.

De officier van justitie vervolgt Anita voor eenvoudige mishandeling ex art. 300 lid 1 Sr. Anita verweert zich met het verhaal dat ze handelde uit noodweerexces (art. 41 lid 2 Sr). ‘Onzin!’, voert de officier aan. ‘Ten eerste was er totaal geen sprake van een “noodzakelijke verdediging” zoals geëist wordt in dit artikel. Ten tweede trapte Anita uit woede door een incident wat veel eerder deze maand heeft plaatsgevonden, zodat een beroep op noodweerexces nul kans van slagen heeft.’

Vraag 5 (4 punten)

Reageer op beide standpunten van de officier van justitie en bespreek de (on)juistheid ervan.

Casus IV

Dylan heeft nog een appeltje te schillen met Erik en vraagt Jesse of hij Erik voor hem wil vermoorden. In ruil hiervoor zal hij een ruime vergoeding ontvangen van €10.000,-. Dit hoge bedrag haalt hem over om deze zonde te begaan. Terwijl Jesse, gewapend met een strakgetrokken pianokoord, op weg is naar Erik, beseft hij dat hij, als goede Christen, dit niet kan maken. Hij gooit het pistool weg in de bosjes en maakt rechtsomkeert naar huis.

Vraag 6 (4 punten)

Bespreek de strafbaarheid van Dylan. Ga ervan uit dat Jesse zich al in de strafbare voorbereidingsfase bevond (art. 46 jo. 289 Sr).

Casus V

Olaf heeft een nieuw baantje als nachtwaker in een groot, luxe warenhuis. Hij spendeert zijn nacht in de controlekamer, waar zich tientallen camera’s bevinden om zo het warenhuis in de gaten te houden. Op een avond draait hij zijn dienst samen met Timo, tevens nachtwaker. Omdat Timo zijn vrouw ziek thuis zit, meldt Timo dat hij pas later op zijn dienst zal verschijnen. Olaf staat er dus alleen voor, maar dit is geen probleem. Hij heeft zijn laptop meegenomen en om 7 uren vol verveling te voorkomen, gaat hij een film kijken. Zo nu en dan checkt hij de camera’s, maar zoals altijd is er niets bijzonders te zien.

Jordy heeft het plan opgevat om precies op deze nacht in te breken bij het warenhuis en een aantal dure sieraden te stelen. Zodra Olaf hem ontdekt op de bewakingscamera’s, schrikt hij zich een hoedje. Jordy is zijn neefje, en als hij hem pakt, zal dit een grote schande veroorzaken in de familie. Dat heeft Olaf er niet voor over en hij besluit, enigszins zenuwachtig, zijn film verder te kijken.

Nadat Jordy zijn buit te pakken heeft besluit hij om snel het warenhuis te verlaten via de nooduitgang. Op dat moment komt Timo nietsvermoedend door de nooduitgang naar binnen om zijn dienst te draaien. Omdat hij druk bezig is zijn vrouw te smsen, ziet hij Jordy niet staan. Olaf aanschouwt het gebeuren op de camera’s en vraagt zich af of hij misschien toch Jordy of Timo moet waarschuwen. Dan bedenkt hij zich dat Jordy nooit in staat zou zijn om zwaar geweld tegen iemand te gebruiken, en dat hij wel zo slinks is om ongezien het warenhuis weer uit te sluipen. Daarom draait Olaf zich weer terug naar zijn laptop. Jordy heeft Timo inmiddels gespot en besluit hem voor de zekerheid knock-out te slaan. Hij geeft Timo een flinke tik tegen zijn hoofd, die vervolgens ter aarde stort. Daarna rent Jordy snel het warenhuis uit. Olaf ziet enkele minuten daarna Timo bewegingsloos op de grond liggen. Nadat hij de hulpdiensten heeft ingeschakeld, blijkt Timo met zijn hoofd tegen een scherpe punt te zijn gevallen voordat hij de grond raakte. Hij is hieraan overleden.

Vraag 7 (4 punten)

Is Olaf strafbaar? Zo ja, wat is de maximumstraf die aan hem zou kunnen worden opgelegd?

Vraag 8 (2 punten)

Er bestaat verschil tussen voorwaardelijk opzet en bewuste schuld. Waarin is dit verschil gelegen volgens de Hoge Raad?

Vraag 9 (2 punten)

Waarin bestaat het normatieve aspect van psychische overmacht?

Vraag 10 (4 punten)

Leg uit aan de hand van een voorbeeld dat het bij een putatieve strafuitsluitingsgrond kan gaan om zowel een vorm van (verontschuldigbare) feitelijke dwaling, als om een vorm van (verontschuldigbare) rechtsdwaling.

Antwoordindicatie

Vraag 1

Pleger (2 pt): is Flisijn ‘exploitant’? Nee, de BV is de exploitant. Dan is Flisijn dus geen pleger, want hij kan het delict niet plegen. Flisijn is niet de normadressaat van de strafbepaling en vervult niet zelf alle bestanddelen van het delict.

Deelnemer (2 pt): meest voor de hand liggen uitlokken en doen plegen

  • Geen uitlokker want portier is geen strafbare pleger (want zeker geen exploitant, portier kan feit niet plegen vanwege ontbreken van kwaliteit).

  • Doen pleger: onmiddellijke pleger (portier) moet dan niet strafbaar zijn. Dat klopt, want hij is geen strafbare pleger omdat hij de kwaliteit van exploitant mist. Maar dan moet de kwaliteit bij Flisijn zijn te vinden. En dat is niet het geval. Dus ook geen doen plegen.

  • Medeplegen van Flisijn met portier: kan dus ook alleen indien Flisijn exploitant is, want een van medeplegers zal toch over kwaliteit moeten beschikken (en de portier beschikt er niet over). Geen medeplegen dus.

Leidinggever (4 pt):

Moet Roulette BV dader/pleger zijn:

  • Rp is wél normadressaat en kan feit dus plegen.

  • Is rp pleger (objectieve gedraging)? Arrest Drijfmest toepassen: is gedraging – toelaten van 18 minners – door portier redelijkerwijs toe te rekenen aan rp? In beginsel ja, indien verricht in sfeer van rp. Relevante omstandigheden zijn:

    • Verricht door werknemer, want door de portier

    • Zeker dienstig aan rp, want die profiteert van het binnenlaten van de jongeren

    • Past ook in bedrijfsvoering

    • Rp kan hierover beschikken. Ook aanvaard? Ja: Flisijn heeft opdracht gegeven tot verboden gedraging en nu Flisijn dagelijkse gang van zaken bepaalt, kan gezegd worden dat rp aanvaard heeft.

Alles wijst op redelijkheid van toerekening.

  • Opzet? Opzet is te vinden bij Flisijn (en portier) en gelet op zijn positie kan zijn opzet aan de rp worden toegerekend.

Dus Roulette BV is pleger van misdrijf.

Dan naar Flisijn als leidinggever: Kan worden gezien als opdrachtgever ex art. 51 lid 2 sub 2 Sr. Feitelijke leidinggeven kan natuurlijk ook.

Vraag 2

Beroep op avas, verontschuldigbare rechtsdwaling. Is hier beroep op strafuitsluitingsgrond. Dat geldt óók voor primaire feit, de opzettelijke overtreding van de bepaling, want deze (rechts)dwaling raakt het opzet niet (men wist dat jongeren onder 18 werden toegelaten, men wist alleen niet dat zulks niet mocht). En dus: voor zowel primaire als subsidiaire feit motiveren o.g.v. art. 358 lid 3 jo. 359 lid 2, eerste zin Sv.

Vraag 3

Is gemeente wel vervolgbaar? Pikmeer II problematiek: lagere overheid is niet vervolgbaar indien het gaat om een gedraging die (rechtens) alleen door overheidsfunctionaris kan worden verricht. Dat is hier het geval: vergunningverlening en –verlenging kan alleen door overheid. Dus gemeente kan niet vervolgd worden.

Vraag 4

Wel poging:

  • Misdrijf en voornemen

  • Begin van uitvoering volgens Cito-criterium: zijn gedragingen verricht die naar uiterlijke verschijningsvorm zijn gericht op voltooiing van misdrijf? Ja, want oplichtingsmiddelen ingezet, dus delictsbestanddelen vervuld. Of: ja, want voltooide poging (hij heeft van zijn kant eigenlijk alles gedaan, behalve gegevens ophalen dan).

Vraag 5

1e punt OvJ: Is verdediging noodzakelijk? Ja. Ondanks het feit dat de deur openstaat, en Anita zich wel aan aanranding kan onttrekken, hoeft zij dat niet te doen/wordt dat niet van Anita gevergd (Arrest Boze buurman).

(NB: De eerdere provocerende handelingen van Anita kunnen culpa in causa opleveren en evt. aan slagen van noodweerexces in de weg staan. Maar wat daar van zij, dit raakt niet aan de ‘noodzakelijkheid’ van de verdediging (arrest Taxichauffeur).

2e punt OvJ: Is de overschrijding van de geboden verdediging het onmiddellijk gevolg van een hevige gemoedsbeweging, die weer is veroorzaakt door de ogenblikkelijke aanranding (art. 41 lid 2 Sr)?

Die overschrijding (= trappen terwijl aanrander op bank ligt) vloeit in casus niet alleen voort uit de gemoedsbeweging die door de aanranding is veroorzaakt (de schrik), maar ook uit gedachte aan eerdere voorval. Vraag is dan: was de gemoedsbeweging veroorzaakt door de aanranding (dus de schrik) van doorslaggevend belang voor de overschrijding (arrest ‘Van doorslaggevend belang’)? Zo ja, dan kan noodweerexces toch slagen (dat gedachte aan eerdere voorval ook een rol speelt, staat dan aan een succesvol beroep op noodweerexces niet in de weg). Men mag beide kanten op redeneren.

Vraag 6

  • Sprake van uitlokking van voorbereiding van moord/doodslag (uitlokkingsvereisten bespreken): art. 47 jo. 46 jo. 289 Sr. Jesse treedt echter vrijwillig terug van zijn voorbereiding (art. 46a Sr), en deze terugtred werkt door naar de uitlokker, Dylan dus (arrest Vrijwillige terugtred en deelneming: arrest ging over consequenties van vrijwillig terugtreden door pleger van poging ex art. 45 Sr., maar dat geldt natuurlijk ook voor pleger van voorbereiding). Dus toch geen strafbare uitlokking van voorbereiding van moord.

  • Maar Dylan’s gedraging valt (óók) onder art. 46a Sr., poging tot uitlokking van moord, want Jesse heeft nog geen begin van uitvoering gemaakt met het gronddelict en het bereik van art. 46a Sr eindigt (pas) als de ander aan het begin van uitvoering van het gronddelict toe is.

Vraag 7

Medeplichtigheid van Olaf?(geen medeplegen, want geen samenwerking)

  • Grondfeit: diefstal met geweld (evt. gedurende de nacht, door middel van braak), de dood ten gevolge hebbend, ex art 312 lid 1 (jo. lid 2 onder aanhef en sub 1 en 3) jo. lid 3 Sr.

  • Hulpverlening: Ja, medeplichtigheid ‘bij’, art. 48 sub 1. Arrest Medeplichtigheid door nalaten: Olaf doet niets, in een situatie waar hij, als nachtwaker (dus op basis arbeidsovereenkomst/functie), wél een rechtsplicht tot handelen heeft.

  • Opzet op het hulp verlenen: Ja, Olaf kijkt bewust niet meer op van zijn laptop; en opzet op het grondfeit: ten minste voorwaardelijk opzet op diefstal met geweld

  • En de dood van Timo? Die krijgt Jordy als geobjectiveerd bestanddeel toegerekend, en dit geldt op basis van art. 49 lid 4 Sr, ‘benevens hun gevolgen’, ook voor Olaf.

Olaf heeft zich dus strafbaar gemaakt aan (gelijktijdige) medeplichtigheid aan diefstal met geweld (gedurende de nacht, door middel van braak), de dood ten gevolge hebbend, ex art 312 lid 1 (jo. lid 2 onder aanhef en sub 1 en 3) jo. lid 3 Sr.

Ten aanzien van de maximumstraf die Bjorn kan worden opgelegd: op het grondfeit staat, ex art. 312 lid 3 Sr, een maximumstraf van vijftien jaar. Hiervan moet voor de medeplichtigheid ex art. 49 lid 1 Sr een derde worden afgetrokken. 15 – 5 = 10 jaar.

Vraag 8

Bij voorwaardelijk opzet is dader zich niet alleen bewust van kans dat bepaald gevolg intreedt, hij aanvaardt dit ook (wilselement). Bij bewuste schuld ontbreekt het aanvaarden.

Vraag 9

(Als gevolg van een van buiten komende drang): anders handelen was niet alleen moeilijk (psychisch aspect), anders handelen kon ook niet gevergd worden (en dus hoefde/behoorde de dader (redelijkerwijs) niet anders te handelen).

Vraag 10

Verontschuldigbare feitelijke dwaling: dader dacht dat aan voorwaarden voor geslaagd beroep op strafuitsluitingsgrond feitelijk was voldaan. Hij vergist zich dus in de feiten die tot strafuitsluitingsgrond zouden leiden. Bijvoorbeeld bij noodweer: hij dacht dat de ander hem aanrandde met mes, maar die ander zwaaide alleen maar ter begroeting.

Verontschuldigbare rechtsdwaling: dader vergist zich in juridische voorwaarden. Hij denkt bijvoorbeeld dat je je ook ‘pro-actief’ mag verdedigen, dus zonder dat de aanranding ogenblikkelijk is.

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Strafrecht 2 - Rijksuniversiteit Groningen - Oefenmaterialen

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2018/2019

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2018/2019


Vragen

Lees de onderstaande passage uit een arrest van de Hoge Raad en beantwoord de daaronder weergegeven vraag.

Vraag 1

Arrest

  1. Het middel klaagt dat het bewezenverklaarde opzet ontoereikend is gemotiveerd.
     
  2. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
    "hij in de periode van 18 juli 2011 tot en met 19 augustus 2011, te Utrecht en/of Apeldoorn, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van
    • een model-werkgeversverklaring d.d. 19 juli 2011, afgegeven door BV [A] ten behoeve van [verdachte], en
    • een model-werkgeversverklaring d.d. 19 juli 2011, afgegeven door BV [A] ten behoeve van [medeverdachte], zijnde een model-werkgeversverklaring een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware die model-werkgeversverklaringen echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin, dat hij die model-werkgeversverklaringen heeft gevoegd of heeft doen voegen bij de stukken voor de aanvraag van een hypothecaire lening op het pand [a-straat 1] te Apeldoorn, en bestaande die valsheid hierin, dat in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
    • in de model-werkgeversverklaring ten behoeve van [verdachte] was vermeld dat geen sprake was van directeur- en/of aandeelhouderschap, en
    • in de model-werkgeversverklaring ten behoeve van [medeverdachte] was vermeld dat sprake was van een dienstverband tussen BV [A] enerzijds en [medeverdachte] anderzijds, waarbij [medeverdachte] de functie van directrice zou uitoefenen (art. 225-Sr)."
       
  3. Het Hof heeft voorts het volgende overwogen:
    "(...) Op de werkgeversverklaringen is informatie ingevuld die niet overeenkomt met de werkelijkheid. (...) Op het moment dat verdachte de werkgeversverklaring bij de ondertekende hypotheekofferte voegde had hij niet alleen kunnen maar ook moeten zien dat de verklaringen onjuist waren ingevuld. Door toch de werkgeversverklaringen bij de offerte te voegen heeft verdachte naar het oordeel van het hof met opzet gebruikgemaakt van een valselijk opgemaakt geschrift."
     
  4. Uit de bewijsvoering kan het opzet van de verdachte op het gebruikmaken van de valselijk opgemaakte werkgeversverklaringen niet worden afgeleid. De enkele omstandigheid dat de verdachte op het moment dat hij de werkgeversverklaringen bij de hypotheekofferte voegde "niet alleen [had] kunnen maar ook [had] moeten zien" dat de verklaringen onjuist waren ingevuld, kan de gevolgtrekking dat de verdachte daarvan met opzet gebruik heeft gemaakt, niet dragen. Het middel is terecht voorgesteld.

Vraag 1

Geef aan waarom de onder punt 3 opgenomen motivering van het Hof volgens de Hoge Raad niet dragend is voor het opzet. (5 pt.)

Vraag 2

Arrest

Faisal is de kersverse eigenaar en uitbater van een restaurant, een zaak zonder rechtspersoonlijkheid. In de eerste week bespreekt Faisal met al het personeel de regels omtrent het in acht nemen van voedselhygiene en het verbod om drank te schenken aan niet-volwassen personen.Hij zet uiteen dat de bediening moet vragen naar een id-bewijs als vermoed wordt dat een jongere onder de 18 jaar alcohol bestelt. Nadat een

.....read more
Access: 
Public
Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2017/2018

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2017/2018


Vragen

Vraag 1

M. wordt vandaag zestig en wil zichzelf een kadootje geven. Hij lijdt al veertig jaar aan voyeurisme. Voyeurisme is het heimelijk en doorgaans met seksuele lustgevoelens kijken naar een of meer mensen die geheel of gedeeltelijk naakt zijn en al dan niet seksuele handelingen verrichten. Daarnaast lijdt Sander ook nog eens aan pedofilie. Hij kan slechts seksueel opgewonden raken door het kijken naar seksuele gedragingen gepleegd door of met jeugdige personen. Door de ontwikkeling van nieuwe technieken hoeft hij voor bevrediging van zijn seksuele behoefte niet eens meer de deur uit. Hij belooft zijn knappe neefje Ruben, die 23 jaar oud is, 100 euro te betalen als zijn neefje ontuchtige handelingen met zijn 15-jarige buurmeisje zal verrichten. (Ontucht met een minderjarige is strafbaar gesteld in art. 247 Sr.) Via een livestream op een obscure website zal Sander dan vanuit huis mee kunnen kijken. Ruben zegt tegen zijn oom dat hij graag akkoord gaat met het plan en hij gaat snel bij de Mediamarkt langs om een webcam te kopen. Helaas wordt hij op weg naar huis overreden door een bus en komt als gevolg daarvan te overlijden.

Vraag 1a

Bespreek de strafbaarheid van Sander in verband met het aan zijn neefje gedane verzoek. Bespreek, indien u aansprakelijkheid aanneemt, de maximumstraf die kan worden opgelegd. (5 punten)

Vraag 1b

Geef kort aan (minder dan 50 woorden in totaal) wat volgens de Hoge Raad de consequenties zijn van vrijwillige terugtred voor een:

  1. Medepleger, waarbij een van de andere medeplegers is teruggetreden (2 punten)
  2. Medeplichtige, waarbij de pleger is teruggetreden (2 punten)

Vraag 2

Met oud en nieuw geeft de familie Brouwer altijd een groots feest, zo ook dit jaar. Mevrouw Brouwer, Jacqueline, heeft het echter niet naar haar zin. Zij is er zojuist achter gekomen dat haar man, Ali, een affaire heeft met haar beste vriendin Lot. Jacqueline is niet alleen intens verdrietig, maar ook heel boos en ze zint op wraak. “Die rat van een man van mij ga ik het betaald zetten, hij gaat er aan!” Nog vlak voor sluitingstijd koopt ze bij de dierenspeciaalzaak om de hoek een ook voor mensen dodelijke vorm van rattengif (strychnine). Even voor twaalf uur strooit ze over een oliebol wat rattengif in plaats van poedersuiker. Jacqueline loopt naar Ali om klokslag twaalf uur, geeft hem een kus en zegt: “Happy new year lieverd! We vieren het nieuwe jaar meteen goed met een heerlijke oliebol!” Ze houdt Ali de bewuste oliebol voor met een glimlach. Juist op dat moment stapt Lot op het echtpaar af en zegt: “Ali, jij zou toch wat meer op je lijn letten dit jaar?” Ali zet daarop het bord met de oliebol weg. Jacqueline schaamt zich ineens zo erg, dat ze snel de oliebol weggooit. Ze komt

.....read more
Access: 
Public
Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2015/2016

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2015/2016


Vragen

De verdachte wordt vervolgd wegens medeplegen van opzetheling. Aan hem wordt het volgende ten laste gelegd:

“dat hij op of omstreeks 23 februari 2004 in de gemeente Voorst, tezamen en in vereniging met een ander twee schroevendraaiers en een purspuit en een cirkelzaag voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die schroevendraaiers en purspuit en cirkelzaag wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof. (art. 47 lid 1 sub 1° jo. 416 Sr)”

Vraag 1

Beargumenteer op basis van de onderstaande stukken uit het dossier of voldoende bewijs aanwezig is om verdachte te veroordelen wegens medeplegen van opzetheling. U kunt de bespreking van het opzet van de verdachte achterwege laten. (5 punten)

- Een proces-verbaal, nummer 2015048488-6, d.d. 24 februari 2004 op ambtseed opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2], beiden hoofdagent van politie als verklaring van verbalisanten:

“Op maandag 23 februari 2004 omstreeks 22:10 uur hoorden wij dat er door de centralist van de regionale meldkamer X een melding werd uitgegeven van een inbraakalarm in Voorst. Het alarm zou afgaan in een winkel van [A]. Op de D-weg zagen wij een grijze Renault rijden die uit de richting van Klarenbeek kwam. Op de P-weg reden wij achter het voertuig. Wij zagen dat het voertuig was voorzien van het kenteken [AA-00-BB]. Wij zagen dat er in de auto twee personen zaten. De verbalisant [verbalisant 1], zag in de achterbak verschillende automaterialen liggen, onder andere gereedschap. Van buitenaf kan je in de achterbak kijken daar de hoedenplank was verwijderd. Wij hoorden van de collega dat er onder andere gereedschap was weggenomen van het merk DeWalt. Wij zagen dat er verschillende gereedschappen van het merk DeWalt in de achterbak lagen. De bestuurder is genaamd [betrokkene]. De bijrijder is genaamd [verdachte].”

- Een proces-verbaal, nummer 2015048488-1, d.d. 24 februari 2004 op ambtseed opgemaakt door [verbalisant 3], brigadier van politie als verklaring van aangever [getuige 1]:

“Tussen 23 februari 2004 te 22:10 uur en 23 februari 2004 te 22:30 uur werd op [A-straat 1] te Voorst de inbraak gepleegd. Toen ik naar de voordeur van het pand liep, zag ik dat deze opengebroken was. Toen ik het pand verder inliep zag ik dat in de ruimte achter de voordeur een aantal gereedschappen uit een stelling waren weggenomen. Het betreft hier gereedschappen die op luchtdruk werken. Verder denk ik dat er vanuit diezelfde ruimte nog meer gereedschappen zijn weggenomen vanaf een schap. Dit betreffen gereedschapsetjes en waarschijnlijk iets van een moersleutel.
Als lijst van gestolen voorwerpen:
2 schroevendraaiers
1 purspuit
1 cirkelzaag
Totaal bedrag: € 728,74”

- Een proces-verbaal, nummer 2015048488, d.d. 24 februari 2004 op ambtseed opgemaakt door [verbalisant 4], inspecteur van politie als verklaring van getuige [getuige 2], werknemer van de zaak waarin is ingebroken

.....read more
Access: 
Public
Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2014/2015 (1)

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2014/2015 (1)


Vragen

Casus I

Tijdens het Zomer Carnaval, wat elk jaar in Rotterdam gevierd wordt, zal dit jaar een speciale gast uit het buitenland komen optreden. Het gaat om Fabiano Ferreira, een grote naam in de watersport. Hij zal op een jetski over het water ‘dansen’ onder luide sambamuziek, om zo een spetterende watershow te creëren. Ferreira staat bekend om zijn speciale speedbootmove ‘Água Esplendoroso’, wat inhoudt dat hij aan het einde van zijn act met enorme snelheid langs de waterkant sjeest, om zo een waterval te creëren wat voor een bij de gasten vaak gewenste verkoeling kan zorgen. Om ervoor te zorgen dat de gasten niet drijfnat worden, heeft de organisatie van het Zomer Carnaval dranghekken geplaatst op zo’n 8 meter afstand van de waterkant.

Zoals verwacht komen duizenden mensen naar de kade om de show van Ferreira met eigen ogen te mogen aanschouwen. Terwijl de opzwepende sambamuziek steeds luider wordt, ‘danst’ Ferreira sierlijk over het water met zijn jetski. Nu zijn act het einde nadert, bereidt hij zich voor op de ‘Água Esplendoroso’. Vol gas vaart hij richting de waterkant. Echter, terwijl hij de scherpe bocht probeert te maken die voor de waterval zorgt, verliest hij door een iets te sterk golfje de macht over het stuur. Hierdoor sjeest hij met enorme snelheid met zijn jetski de lage waterkant op, zo het publiek in. Hierdoor raakt hij twee toeschouwers, die als gevolg van het ongeval kort erna overlijden.

Nadat enig onderzoek is verricht naar het ongeval wordt er een rapport opgesteld. Hieruit komt naar voren dat Ferreira 15 kilometer per uur sneller voer dan hem maximaal was toegestaan door de vergunning. Deze vergunning was speciaal verstrekt door de gemeente aan de organisatoren en deelnemers van het evenement. Vaststaat dat Ferreira wist wat de vergunning precies inhield. Ook komt uit het rapport naar voren dat Ferreira zowel mentaal als fysiek gezond was en dat zijn jetski niets mankeerde.

Uiteindelijk wordt Ferreira aangehouden en vervolgd voor dood door schuld ex art. 307 Sr. De tenlastelegging is correct hierop toegesneden.

Vraag 1 (5 punten)

Leg beredeneerd uit of de rechter wel of niet tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit zal kunnen komen.

Casus II

Lees het onderstaande fragment uit een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland.

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Uitspraak in de strafzaak tegen

[verdachte],

(…)

3 De tenlastelegging

Aan verdachte wordt tenlastegelegd dat

zij op of omstreeks 10 februari 2013 te Nieuwegein, althans in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk (en met voorbedachten rade) [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte opzettelijk (en na kalm beraad en rustig overleg) (meermalen) (met) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de borst en/of de (rechter)zij, in elk geval in het (boven)lichaam van voornoemde [slachtoffer], gestoken en/of geduwd, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.

.....read more
Access: 
Public
Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2014/2015 (2)

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2014/2015 (2)


Vragen

Casus I

Halina en haar psychisch niet helemaal in orde zijnde broertje Joop maken op een warme zomerdag een wandeling door het park. Daar lopen ze Harry tegemoet. Harry, een echte casanova, fluit naar Halina zodra hij het tweetal passeert. Halina, die vorige week net gedumpt is door haar inmiddels ex-vriendje, heeft het tijdelijk even helemaal gehad met de liefde en vooral foute mannen. Ze ontsteekt dan ook in woede en vliegt Harry naar de keel terwijl ze roept: ‘Alle mannen zijn hetzelfde! Ik ben jullie helemaal zat!’ Na een korte worsteling begint Harry, die tevens ook professioneel kickbokser is, de overhand te krijgen. Joop staat tot op dit moment hulpeloos toe te kijken. ‘Help Joop! Deze man wil mij verkrachten!’ roept Halina. Dit laat Joop zich geen twee keer vertellen en hij duikt bovenop Harry. Terwijl Harry spartelend op de grond ligt, slaan Halina en Joop een aantal keer stevig op zijn hoofd in. Omdat Halina aanvoelt dat Harry hen misschien alle twee wel eens zou aankunnen, beveelt ze Joop om Harry knock-out te slaan. Joop voegt de daad bij het woord en beukt Harry met een gerichte stoot buiten bewustzijn, zwaar lichamelijk letsel oplopende. Hierna trekt Halina Joop snel mee om hun wandeling te vervolgen.

Halina wordt vervolgd voor het medeplegen van zware mishandeling ex art. 302 Sr. De kwestie omtrent Joop is wat meer complex. Hij was in de veronderstelling dat zijn zus verkracht werd en dus een noodweersituatie aanwezig was, waardoor hij handelde zoals hierboven beschreven. Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat Joop inderdaad, gezien zijn psychische gesteldheid, niets verweten kan worden en dat er sprake is van avas (afwezigheid van alle schuld).

Vraag 1 (5 punten)

Zal Halina veroordeeld worden wegens het medeplegen van zware mishandeling ex art. 302 Sr? U dient in uw antwoord ook aandacht te besteden aan de niet-strafbaarheid van Joop.

Vraag 2 (3 punten)

Bespreek de strafbaarheid van Halina ten aanzien van de andere deelnemingsvormen (die in art. 47 Sr zijn opgenomen).

Casus II

Everhard bezit een winkel gespecialiseerd in antiek uit de Victoriaanse tijd. Een jaar geleden is in dezelfde stad een andere winkel gespecialiseerd in dit soort antiek gekomen, die gerund wordt door Wybrandius. Everhard heeft zijn inkomsten aanzienlijk zien dalen door de komst van Wybrandius en geeft Dolf en Rolf de kans om een plannetje van hem uit te voeren. Hij vraagt hen om ’s nachts in te breken bij de winkel en enkele dure voorwerpen te stelen. Hiervoor zullen zij beiden 500 euro verdienen. Dolf en Rolf, die wel wat geld kunnen gebruiken, accepteren de klus en treffen de nodige voorbereidingen. Ze regelen twee bivakmutsen en een koevoet om de deur te forceren. De volgende nacht zitten de twee in hun auto, geparkeerd op enige afstand van

.....read more
Access: 
Public
Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2013/2014 (1)

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2013/2014 (1)


Vragen

Casus I

Lees onderstaand fragment van een vonnis.

Rechtbank Oost-Brabant, 5 juli 2013

De tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

zij op of omstreeks 31 oktober 2012 te Eindhoven als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Fakkellaan (gekomen ter hoogte van de (T-)kruising Fakkellaan met de Vijfkamplaan), zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend,

  • over genoemde Fakkellaan te rijden en/of de (T-)kruising met de Vijfkamplaan te naderen en/of

  • terwijl op de Fakkellaan (in de (rij)richting van verdachte) (vlak voor de (T-)kruising) bord model G11 (Verplicht fietspad), van Bijlage I van het RVV 1990 is geplaatst en/of terwijl ter hoogte van genoemde (T-)kruising (op/over de Fakkellaan) een fietsoversteekplaats is gelegen en/of

  • terwijl zij, verdachte, zag dat een fietser de fietsoversteekplaats (gelegen op/over de Fakkellaan) naderde,

  • zonder te stoppen en/of af te remmen de genoemde fietsoversteekplaats (geheel of gedeeltelijk) op te rijden/te passeren en/of

  • (daarbij) geen voorrang te verlenen aan een op genoemde fietsoversteekplaats voor verdachte (gezien haar rijrichting) van rechts komende fietser

  • waardoor, althans mede waardoor, een aanrijding/botsing is ontstaan met/tussen het door haar, verdachte, bestuurde motorrijtuig en laatstgenoemde fietser, waardoor de fietser (genaamd [slachtoffer]) werd gedood (art. 6 WVW 1994).

Bewijs

Inleiding

Op 31 oktober 2012, omstreeks 15:45 uur, rijdt verdachte als bestuurder in een personenauto over de Fakkellaan te Eindhoven in de richting van de Estafettelaan. Op het kruisingsvlak met de Vijfkamplaan, alwaar een fietsoversteekplaats is gelegen, verleent verdachte geen voorrang aan een van rechts komende fietser waardoor een aanrijding ontstaat tussen de door verdachte bestuurde personenauto en de fietser. De fietser, [slachtoffer], overlijdt aan de gevolgen van de aanrijding.

Met betrekking tot de schuldvraag zijn de navolgende verklaringen van belang.

Verdachte heeft bij de politie verklaard (letterlijk):

‘Op de Fakkellaan ter hoogte van de Politieschool is een kruising, met een weg van rechts. Ik rijd daar vaker en ik weet dat daar altijd veel verkeer uitkomt en ik goed op moet letten. Ik rijd daar nooit hard. Ik weet dat ik moet stoppen voor het verkeer wat uit deze straat komt. Ter hoogte van deze kruising keek ik de straat in en zag op een behoorlijke afstand wel een auto aankomen. Ik zag ook een fietser aankomen; deze fietser bevond zich op het fietspad. Ik zag dat dit een flinke man was en ik zag dat deze man zich nog voor het kruisende fietspad bevond. Opeens hoorde ik een klap, waar ik erg van schrok. Door de klap remde ik en heb ik mijn auto gestopt.’

Verdachte heeft ter zitting verklaard dat zij nooit de fietser kan hebben aangereden waarover

zij bij de

.....read more
Access: 
Public
Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2013/2014 (2)

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2013/2014 (2)


Vragen

Casus I

Frank en Frey kennen elkaar van de plaatselijke sportschool. Frey is daar personal trainer en is een specialist op het gebied van de vechtsport K1. Omdat hij in Frank wel een vechttalent ziet, heeft Frey Frank herhaaldelijk uitgenodigd bij hem op les te komen. Frank heeft het aanbod tot nu toe steeds afgeslagen. Wanneer Frank door zijn gokverslaving in geldnood dreigt te verkeren, krijgt hij een goed idee. Bij hem in de buurt woont de welvarende zakenvrouw Jane in een kast van een huis en Frank denkt dat zij vast wel wat kan missen. Hij denkt eraan bij Jane in te breken en wat waardevolle spullen mee te nemen. Frank wil voorkomen dat de inbraak al te zeer uit de hand loopt en wil daarom geen wapen meenemen. Maar hij wil wel voorbereid zijn op een eventuele confrontatie met Jane. Dan schiet het aanbod van Frey hem opeens te binnen. Hij vertelt Frey alles over zijn plannen voor de inbraak en Frank vraagt direct of hij geïnteresseerd is om hem te helpen met de inbraak. Frank biedt in ruil voor de hulp van Frey een deel van de opbrengst aan. Frey is blij dat Frank eindelijk bij hem wil komen trainen, maar voelt er niets voor om te helpen bij de inbraak. Hij riskeert daarmee namelijk zijn licentie om les te geven en lesgeven is zijn lust en zijn leven. Frey wil Frank wel helpen door hem wat K1-technieken te leren. De weken daarop trainen ze intensief en Frey wordt aangestoken door het enthousiasme van Frank over de inbraak. Omdat Frey toch ook wel een financiële impuls kan gebruiken, spreekt hij af met Frank dat hij op de dag van de inbraak in ruil voor de helft van de buit op de uitkijk zal staan en de vluchtauto zal besturen. Ook zal hij een bivakmuts en een koevoet voor Frank regelen. En zo geschiedde.

Frank wordt op een nacht met de auto opgehaald door Frey en samen gaan ze op pad naar het huis van Jane. Daar aangekomen zien ze dat alle lichten uit zijn, en Jane dus waarschijnlijk niet thuis is of ligt te slapen. Frank weet met een koevoet de deur open te breken. Frey patrouilleert ondertussen met een vluchtauto. Wanneer Frank de deur opent, staat hij tot zijn verrassing oog in oog met Jane. Jane gilt het uit en stormt op Frank af. Frank bedenkt zich geen moment en gebruikt een van de hem door Frey aangeleerde K1-technieken om Jane buiten westen te slaan. Frank weet hierna nog een dure flatscreen televisie buit te maken en roept Frey om hem te helpen de televisie te tillen. Samen brengen ze de televisie naar de auto. Vervolgens gaan ze er vandoor. Jane herstelt gelukkig volledig van de opgelopen klappen.

.....read more
Access: 
Public
Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (1)

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (1)


Vragen

Casus I

Op een avond komt Henk zijn minderjarige zoon thuis, net op tijd voor het eten. Hij vertelt vrolijk dat hij vandaag naar Las Vegas is gegaan, de plaatselijke speelautomatenhal. Hij mocht gewoon doorlopen en hoefde geen identiteitsbewijs te laten zien aan de portier. Henk, werkzaam als agent, vindt dit zaakje niet helemaal pluis en besluit morgen, op zijn dagelijkse ronde, eens langs het pand te gaan om te kijken hoe de vork in de steel zit. De volgende dag ziet hij inderdaad, ondanks een nors kijkende portier, dat de minderjarige vrienden van zijn zoon zomaar naar binnen kunnen lopen. Na de ontdekking volgt een onderzoek naar Las Vegas, dat besluit mee te werken.

Speelmans, de directeur, verklaart het volgende: ‘Ik moet eerlijk bekennen dat ik mij als directeur vooral bezig houd met de financiën en niet op de hoogte ben van wat zich er nou afspeelt binnen mijn bedrijf. De dagelijkse taken heb ik gedelegeerd naar mijn floormanager. Want zeg nou zelf, een directeur hoeft zich toch niet met alle kleine wissewasjes bezig te houden?!’

Flisijn, de floormanager, verklaart het volgende: ‘Als floormanager stuur ik alle medewerkers aan. Ik heb de portier inderdaad bevolen om niet naar identiteitsbewijzen te vragen; hij is capabel genoeg om puur op schatting te zien wat nou de leeftijd van onze bezoekers is. Daarnaast zijn wij ook maar gewoon een bedrijf dat geld wil verdienen. En hoe meer bezoekers, hoe meer geld.’

De speelautomatenhal Las Vegas is eigendom van Roulette BV, die op grond van onderstaande wet een vergunning is verleend door de gemeente om een speelautomatenhal te exploiteren.

Art. 14d (oud) van de Wet op de kansspelen bepaalt:

‘Het is de exploitant van een speelautomatenhal verboden personen die de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt de toegang te verlenen.’

Art. 15 (oud) van deze wet bepaalt:

‘Opzettelijke overtreding van artikel 14d van deze wet kwalificeert zich als een misdrijf. Niet-opzettelijke overtreding van dit artikel kwalificeert zich als een overtreding.’

De officier van justitie besluit om floormanager Flisijn te vervolgen wegens betrokkenheid bij overtreding van art. 14d (oud) van de Wet op de kansspelen.

Vraag 1 (8 punten)

Beargumenteer of een succesvolle veroordeling van Flisijn wegens de misdrijf-variant haalbaar is als pleger (art. 47 Sr), als deelnemer (art. 47 Sr) en/of als leidinggever (at. 51 lid 2 sub 2 Sr).

Vervolg casus

Stel:

De officier van justitie vervolgt Roulette BV:

  • Primair: wegens opzettelijke overtreding van art. 14d

  • Subsidiair: wegens niet-opzettelijke overtreding van art. 14d

Ter terechtzitting verweert directeur Speelmans zich: ‘Ik kom uit de goeie, oude tijd waarin nog niet zoveel strikte regels bestonden. In mijn tijd kon je vanaf je zestiende al speelautomatenhallen bezoeken. Daar waren niet eens portiers voor nodig. Het is correct dat wij

.....read more
Access: 
Public
Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (2)

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (2)


Vragen

Casus I

Joseph, afkomstig uit Nigeria, besluit van zijn zuurverdiende spaarcentjes eens op vakantie te gaan naar een (voor hem) ijskoud land om de sneeuw te zien. Zijn keuze valt op het prachtige Nederland. Nadat hij is aangekomen en de bus naar zijn hotel wil nemen, wordt hij opeens aangesproken door een mooie, blonde dame. Of hij misschien van haar een fiets, hét vervoersmiddel van Nederland, wil kopen voor maar 20 euro. Voor Joseph is het een hoop geld, maar in de hoop misschien de blonde dame haar telefoonnummer te scoren, gaat hij in op het aanbod. Helaas voor hem is de dame daarna net zo snel weer weg. Toch blij met zijn fiets besluit hij zich op de traditionele Nederlandse manier naar zijn hotel te vervoeren. Vlak voor zijn hotel wordt hij aangehouden door de politie, die hem duidelijk maakt dat de fiets gestolen is. In het politieverhoor verklaart Joseph dat hij geen idee had dat het om een gestolen fiets ging. ‘Ik wist niet dat fietsen hier normaal gesproken nog duurder waren. Zijn alle Nederlanders miljonair of zo? Voor mij is 20 euro een ridicuul hoog bedrag, in mijn thuisland kan ik daarvan twee weken eten! U vertelt mij wel dat ieder normaal denkend mens dit zou moeten weten, maar tot mijn spijt had ik werkelijk waar geen kennis hiervan. Misschien had ik mij beter moeten inlezen over Nederland, voordat ik hierheen kwam.’

Vraag 1 (4 punten)

De officier van justitie meent dat Joseph niet strafrechtelijk aansprakelijk is voor opzetheling ex art. 416 Sr. Heeft hij hier gelijk in? N.B.: U hoeft in Uw antwoord niet in te gaan op de vraag of buitenlanders in Nederland vervolgbaar zijn.

Casus II

Georg werkt voor een transportbedrijf dat gespecialiseerd is in het vervoeren van chemische stoffen en afval. Op een dag krijgt hij een kleine klus om met een bootje chemisch afval te vervoeren van de klant naar de fabriek die het kan verwerken. Voorzichtig vaart Georg met het bootje en twee vaten chemisch afval over de rivier. Op een gegeven moment ziet hij langs de waterkant een man en zijn zoontje met een frisbee spelen. De man gooit de frisbee net iets te hard, en het jochie, zo fanatiek als het maar kan, probeert de frisbee te vangen maar belandt daarbij in het water. ‘Help!’, roept de vader. ‘Mijn zoontje kan niet zwemmen en ik ook niet! Red mijn zoontje alstublieft!’ De enige manier waarop Georg kan helpen is door een vat chemisch afval in het water te dumpen, om zo ruimte te maken voor het jochie op zijn bootje. Immers, de wal is veel te hoog om het jochie weer op het land te krijgen. Georg meent dat dit zijn plicht als goede burger is en omdat hij geen andere

.....read more
Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2055 1
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer