Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2018/2019


Vragen

Lees de onderstaande passage uit een arrest van de Hoge Raad en beantwoord de daaronder weergegeven vraag.

Vraag 1

Arrest

  1. Het middel klaagt dat het bewezenverklaarde opzet ontoereikend is gemotiveerd.
     
  2. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
    "hij in de periode van 18 juli 2011 tot en met 19 augustus 2011, te Utrecht en/of Apeldoorn, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van
    • een model-werkgeversverklaring d.d. 19 juli 2011, afgegeven door BV [A] ten behoeve van [verdachte], en
    • een model-werkgeversverklaring d.d. 19 juli 2011, afgegeven door BV [A] ten behoeve van [medeverdachte], zijnde een model-werkgeversverklaring een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware die model-werkgeversverklaringen echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin, dat hij die model-werkgeversverklaringen heeft gevoegd of heeft doen voegen bij de stukken voor de aanvraag van een hypothecaire lening op het pand [a-straat 1] te Apeldoorn, en bestaande die valsheid hierin, dat in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
    • in de model-werkgeversverklaring ten behoeve van [verdachte] was vermeld dat geen sprake was van directeur- en/of aandeelhouderschap, en
    • in de model-werkgeversverklaring ten behoeve van [medeverdachte] was vermeld dat sprake was van een dienstverband tussen BV [A] enerzijds en [medeverdachte] anderzijds, waarbij [medeverdachte] de functie van directrice zou uitoefenen (art. 225-Sr)."
       
  3. Het Hof heeft voorts het volgende overwogen:
    "(...) Op de werkgeversverklaringen is informatie ingevuld die niet overeenkomt met de werkelijkheid. (...) Op het moment dat verdachte de werkgeversverklaring bij de ondertekende hypotheekofferte voegde had hij niet alleen kunnen maar ook moeten zien dat de verklaringen onjuist waren ingevuld. Door toch de werkgeversverklaringen bij de offerte te voegen heeft verdachte naar het oordeel van het hof met opzet gebruikgemaakt van een valselijk opgemaakt geschrift."
     
  4. Uit de bewijsvoering kan het opzet van de verdachte op het gebruikmaken van de valselijk opgemaakte werkgeversverklaringen niet worden afgeleid. De enkele omstandigheid dat de verdachte op het moment dat hij de werkgeversverklaringen bij de hypotheekofferte voegde "niet alleen [had] kunnen maar ook [had] moeten zien" dat de verklaringen onjuist waren ingevuld, kan de gevolgtrekking dat de verdachte daarvan met opzet gebruik heeft gemaakt, niet dragen. Het middel is terecht voorgesteld.

Vraag 1

Geef aan waarom de onder punt 3 opgenomen motivering van het Hof volgens de Hoge Raad niet dragend is voor het opzet. (5 pt.)

Vraag 2

Arrest

Faisal is de kersverse eigenaar en uitbater van een restaurant, een zaak zonder rechtspersoonlijkheid. In de eerste week bespreekt Faisal met al het personeel de regels omtrent het in acht nemen van voedselhygiene en het verbod om drank te schenken aan niet-volwassen personen.Hij zet uiteen dat de bediening moet vragen naar een id-bewijs als vermoed wordt dat een jongere onder de 18 jaar alcohol bestelt. Nadat een paar klanten hebben geklaagd over aangebrande falafels en flauwe couscous, wordt het de daaropvolgende weken steeds rustiger in het restaurant. Om het tij te keren, delen de obers, Jasper en Ari, en serveersters, Charlotte en Sophie, op verzoek van Faisal flyers uit en besluit Faisal om de menukaart ult te breiden door pizza's op het menu te zetten. Naast een 'falafel van de doordeweekse dag' wordt ook een 'pizza van de doordeweekse dag' geïntroduceerd. Bij deze actie geldt bovendien dat iedere tweede falafel of iedere tweede pizza gratis is bij bestelling van zes falafels of pizza's. Deze actie valt vooral bij eerstejaarsstudenten in de smaak. Verder wordt besloten om de drankkaart uit te breiden met lokaal bier. Bij de ingang van het restaurant hangt een bordje waarop de leeftijdsgrens die wordt gehanteerd voor het verstrekken van alcohol staat vermeld. Dit bordje heeft Jasper opgehangen in opdracht van Faisal.

Na een paar weken blijken de acties niet alleen goed aan te slaan bij studenten, maar ook bij middelbare scholieren. De bediening heeft het erg druk. Charlotte en Sophie ergeren zich aan het feit dat Faisal steeds vlak voor openingstijd een vergadering inplant met de bediening waarin hij de regels kort benoemt, terwijl volgens hen die tijd beter kan worden besteed aan het dekken van de tafels. Meerdere keren per week komen er grote groepen studenten eten in het restaurant. Charlotte vindt het te veel werk om altijd te controleren wie van de gasten wel en wie niet alcohol bestellen en of de gasten die wel alcohol willen drinken wel de 18 jaar zijn gepasseerd. Ari verafschuwt het feit dat Charlotte de regels aan haar laars lapt en licht Faisal daarover in. Faisal heeft vervolgens Charlotte daarop aangesproken en haar een waarschuwing gegeven. Charlotte heeft echter het idee dat zij meer fooi krijgt als ze niet naar id-kaarten vraagt bij een groep eerstejaarsstudenten. Zij vraagt daarom alleen nog maar naar een id-kaart als ze weet dat Faisal op haar let. Wanneer hij niet kijkt, laat zij die vraag achterwege bij een bestelling met alcohol.

Op een avond komt een groep scholieren falafels eten. Charlotte heeft de indruk dat de scholieren jonger zijn dan 18 jaar, maar nu Faisal een vrije dag heeft, vraagt ze niet of ze de id-kaarten van de scholieren, die allen een biertje bestellen, mag zien. Na het etentje in het restaurant vertrekken de scholieren. Later blijkt dat het avondje van de scholieren is geëindigd in comazuipen. Wanneer onderzoek wordt gedaan naar dit voorval, blijkt dat Charlotte degene was die aan het begin van de avond alcohol heeft geschonken aan deze vriendengroep van 16-jarigen.
Faisal, wordt als pleger vervolgd wegens het overtreden van art. 20 lid 1 Drank- en horecawet (een overtreding). Art. 20 lid 1 Drank- en horecawet luidt als volgt:

"Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt."

De tenlastelegging is correct toegesneden op art. 20 lid 1 Drank- en horecawet. U mag ervan uitgaan dat het restaurant onder de term 'bedrijfsmatig' valt.

Vraag 2a

Geef gemotiveerd aan of de rechter tot een bewezenverklaring zal komen. (5 pt.)

Vraag 2b

Omschrijf wat bedoeld wordt met de categorie 'kijken, maar niet zien' binnen het culpose gevolgsdelict. Welke rechtsregel heeft de Hoge Raad in dat verband geformuleerd? (4 pt.)

Vraag 3

Op 20 oktober 2018 vindt de jaarlijkse finale van de Noord-Nederlandse bowlingcompetitie plaats in Assen. Er zijn nog twee teams in de race voor de felbegeerde gegraveerde bowlingbal, die het team dat als eerste eindigt zal veroveren. Dit zijn het team van Thomas ("Bowlen is ons leven") en het team van Jeffrey ("Als het maar rolt''). Er bestaat al jarenlang een concurrentiestrijd tussen de twee teams, welke gepaard gaat met pesterijen over en weer. Twee jaar geleden heeft het team van Thomas bij­voorbeeld alle veters uit de bowlingschoenen van het team van Jeffrey gestolen, waardoor de wed­strijd verplaatst moest worden. Vorig jaar heeft het team van Jeffrey gewonnen en om ervoor te zor­gen dat het team van Thomas dit niet zal vergeten, draagt het team van Jeffrey dit jaar truien met daarop een variatie op de teamnaam van Thomas, namelijk de tekst "Winnen is ons !even".

De wedstrijd begint en de beide teams spelen op naast elkaar gelegen banen. Het team van Thomas begint goed; de ene na de andere strike wordt gegooid. Het team van Jeffrey heeft een minder flit­sende start; de eerste twee ballen belanden in de goot. Daarop besluit Jeffrey dat het team van Thomas wel wat afleiding kan gebruiken. Jeffrey begint, steeds als een lid van het team van Thomas aan de beurt is, luidkeels het lied van zijn team "Als het maar rolt" te zingen. Ook zorgt hij ervoor dat de machine met de ballen erin vastloopt, zodat de lievelingsbal van Thomas een tijd niet beschikbaar is en Thomas met een andere bal moet gooien. Door de wedstrijdleiding wordt Jeffrey hier meerdere malen op aangesproken, maar hij stopt niet met zijn acties.

Op het moment dat Thomas weer aan de beurt is en probeert, ondanks dat hij niet zijn favoriete bow­lingbal tot zijn beschikking heeft, zijn derde strike op rij te gooien, doet Jeffrey op de baan ernaast net of hij uitglijdt en laat hij zich vallen. Jeffrey komt tussen de baan van Thomas en de ballenmachine op de grond terecht. Thomas raakt hierdoor afgeleid tijdens zijn worp en zijn bal belandt in de goot. Thomas wordt hier ontzettend boos over en besluit Jeffrey een lesje te leren. Hij pakt de eerste bowling­ bal die hij ziet en komt hiermee dreigend op de nog op de grond liggende Jeffrey af. Op het moment dat Thomas de bowlingbal opheft om uit te halen, grijpt Jeffrey Thomas bij zijn benen, trekt hem op de grond en gaat op hem liggen. Jeffrey is de pesterijen van het team van Thomas in het verleden nog niet vergeten. Hij wordt ontzettend kwaad als hij hieraan terugdenkt en begint op de onder hem lig­gende Thomas in te slaan. De teamleden van beide teams weten Jeffrey uiteindelijk van Thomas af te trekken en het incident te beeindigen. Thomas heeft hierbij zwaar lichamelijk letsel opgelopen, name­lijk een zware hersenschudding, een gebroken neus, twee gekneusde ribben en een gecompliceerde breuk in zijn pols. Hij kan hierdoor langere tijd niet bowlen.

Jeffrey wordt vervolgd voor zware mishandeling (art. 302 Sr).

Vraag 3

Geef gemotiveerd aan of er sprake is van noodweer (exces). U mag ervan uitgaan dat culpa in causa niet aan noodweer (exces) in de weg staat. (6 pt.)

Vraag 4

Michel en Stefan studeren beide in Groningen. Niet alleen wonen zij in hetzelfde studentenhuis aan de Vismarkt, maar ook zijn zij lid van hetzelfde dispuut. Menig avond brengen zij dan ook door met een biertje in de ene hand en dobbelstenen in de andere hand. Op een donderdagavond is het weer raak. Het gehele dispuut zit bij Michel en Stefan in de gemeenschappelijke kamer. Een ander dispuutsgenoot, Florian, komt met een voorstel voor de huisgenoten. Hij staat op en roept: "Michel, Stefan, als jullie nou naakt over de Vismarkt rennen, dan krijgen jullie 100 euro van mij!" Deze uitroep wordt met gejuich ontvangen. Michel en Stefan zien het helemaal zitten en de jongens trekken beiden hun knalroze dispuutsbadjas aan, met daaronder alleen een boxershort. Op dat moment zien de jongens vanuit hun raam op de derde verdieping dat er een politiewagen de Vismarkt oprijdt. Michel en Stefan hebben geen zin in een confrontatie met de politie en de jongens zien af van het plan.

Vraag 4a

Bespreek de strafbaarheid van Florian ten aanzien van zijn gedrag jegens Michel en Stefan met betrekking tot art. 239 Sr. U mag ervan uitgaan dat naakt op de Vismarkt rondrennen onder de delictsomschrijving van art. 239 Sr. valt. (5 pt.)

Vraag 4b

Waarom zijn opdracht geven en feitelijk leidinggeven ex art. 51 lid 2 sub 2 Sr accessoire aansprakelijkheidsvormen? beperk uw antwoord tot maximaal 50 woorden. (4 pt.)

Vraag 5

Jim wil zijn collega Harry een lesje leren. Hij roept zijn kompanen Lorenzo en Alain bij zich en stelt hun een stapavond op zijn kosten in het vooruitzicht als zij deze klus voor hem willen klaren. De beide heren houden wel van gezelligheid en laten zich door dit aanbod overhalen. Jim spreekt met hen af dat zij Harry met een knuppel in elkaar zullen slaan, zodat hij zwaar gewond zal raken. Voordat zij tot actie overgaan, bedenken Lorenzo en Alain een plan van aanpak en verdelen zij on­derling de taken: Lorenzo regelt een honkbalknuppel, een bivakmuts, een fiets om mee te kunnen vluchten en twee walkietalkies. Nadat Lorenzo Harry ook enige tijd in de gaten heeft gehouden, en zo een goed beeld heeft gekregen van zijn gaan en staan op een gemiddelde werkdag, kiest hij een geschikte tijd en plaats voor de geweldsdaad. Alain zal het plan vervolgens uitvoeren.

Op de gekozen middag blijkt dat een huisgenote van Alain de knuppel ongevraagd heeft geleend om in het park een potje te gaan softballen. Snel pakt Alain dan maar een koevoet uit zijn gereedschapskist. Met dit werktuig over zijn schouder en de bivakmuts en walkietalkie in zijn rugtas, gaat hij op pad richting het kantoor van Harry. Lorenzo blijft enkele straten verderop met de vluchtfiets in de hand staan wachten, klaar om Alain na het hele gebeuren op een afgesproken plek op te pikken. Via de walkietalkies staan de twee heren in voortdurend contact met elkaar. Aangekomen bij het kantoor van het beoogde slachtoffer trekt Alain de bivakmuts over zijn hoofd en gaat hij achter een boom staan. Op het moment dat Harry naar buiten komt om te lunchen, slaat hij, letterlijk, toe: met enkele rake klappen met het breekijzer brengt Alain Harry zwaar lichamelijk letsel toe. Harry laat enkele dagen later, mede als gevolg van zijn uitzonderlijk zwakke gestel, het leven als gevolg van het voorval. Alain wordt aangehouden door de politie en vervolgd voor zware mishandeling, de dood ten ge­volge hebbend (art. 302 lid 1 jo. lid 2 Sr). Hij wordt echter, op grond van de aanwezigheid van een na psychiatrisch onderzoek aan het licht gekomen psychische stoornis, ex art. 39 Sr ontoerekeningsvat­baar verklaard en ontslagen van alle rechtsvervolging.

Daarnaast wordt ook Lorenzo aangehouden en vervolgd wegens medeplegen van zware mishandeling, de dood ten gevolge hebbend (art. 47 jo. art. 302 lid 1 en lid 2 Sr). Voorafgaand aan de behandeling van zijn zaak bespreekt Lorenzo zijn kansen met Jim:

'Ten eerste heb jij duidelijk tegen Alain gezegd dat jij wilde dat hij een knuppel zou gebruiken. lk ben daar ook altijd van uitgegaan. Dan kan ik er niets aan doen dat hij vervolgens een koevoet pakt en het letsel daarmee toebrengt. Dat was helemaal niet mijn plan, en alleen op basis daarvan zou ik al niet veroordeeld moeten worden, lijkt me.'

'Ten tweede hoorde ik dat Alain uiteindelijk niet strafbaar was. Dat lijkt me goed nieuws, want dat zal dan ook wel voor mij gelden, niet?'

Vraag 5

Bespreek de strafbaarheid van Lorenzo aan de hand van de vragen van art. 350 Sv. Besteed aandacht aan beide opmerkingen van Lorenzo (6 pt.)

Vraag 6

Betty wil Sean ontvoeren, zodat ze losgeld van zijn puissant rijke familie kan vragen. Ze vraagt haar vriendin Kim daarom om haar een 'GPS-tracker' te leveren om de ontvoering gemakkelijk te maken. Kim, die op de hoogte is gesteld van alle ins en outs van het plan, vindt dit een spannend idee. Ze levert de GPS-tracker en installeert een App op de telefoon van Betty die het mogelijk maakt contact te leggen met de GPS-tracker. Zo kan Betty Sean altijd volgen en weet ze welke route hij altijd door de stad neemt. Dit maakt het makkelijk te bedenken waar ze hem kan grijpen. Betty koopt touwen om hem vast te binden. En Betty bouwt een deel van haar woonruimte om tot een soort cel waar ze Sean in kan houden.

Nadat Betty de GPS-tracker op Sean's telefoon heeft geplakt en dus altijd op de hoogte is van zijn locatie, vertelt zij vol trots haar plan aan Vera. Vera waarschuwt na enige dagen, zonder medeweten van Betty, de politie. Als de politie Betty confronteert met het hele verhaal, barst ze in huilen uit en zegt:

"Ik was inderdaad van plan om Sean hier een week of zo te houden. Maar toen zag ik op Netflix een film over een ontvoering. Ik kon er daarom echt niet mee doorgaan. Ik heb toen de cel weer afgebroken, de touwen weggegooid en heb de GPS-tracker van Sean's telefoon verwijderd." U mag ervan uitgaan dat Betty de waarheid spreekt. Kim, Betty's vriendin, wordt vervolgd voor medeplichtigheid aan voorbereiding van art. 282 lid 1 Sr.

Vraag 6

Bespreek de strafbaarheid van Kim. (5 pt.)

Antwoordindicaties

Vraag 1

Opzet als bedoeld in art. 225 lid 2 Sr vereist ten minste dat verdachte zich bewust is geweest van de aanmerkelijke kans op het valselijk opmaken. Het Hof overweegt het volgende ten aanzien van
het opzet: “Op het moment dat verdachte de werkgeversverklaring bij de ondertekende hypotheekofferte voegde had hij niet alleen kunnen maar ook moeten zien dat de verklaringen onjuist waren
ingevuld.” Uit het kunnen en moeten zien van de onjuistheid volgt niet dat sprake is van bewustheid. Deze formulering impliceert veeleer het tegendeel en wijst op culpa, d.w.z. dat de verdachte zich niet bewust was van de valsheid doch zich daarvan bewust had moeten zijn. Daarom is de motivering van het Hof niet dragend voor het opzet.

Vraag 2a

Stap 1: is de eigenaar normadressaat? Kan hij pleger zijn?
Ja. Er is geen bepaalde kwaliteit vereist. Verder is er geen aanwijzing dat de norm zich slechts richt tot degene die ‘fysiek’ bedrijfsmatig de alcohol verstrekt aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. De delictsgedraging kan functioneel worden geïnterpreteerd.

Stap 2: Is de eigenaar pleger (functioneel dader)?
Kan het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholhoudende drank aan personen van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, in redelijkheid aan de eigenaar worden toegerekend (ijzerdraadcriteria)?

  1. Beschikkingsmacht? Ja, de eigenaar/uitbater heeft een zekere macht, feitelijke zeggenschap en er is sprake van een hiërarchisch verband.
  2. Aanvaarden? Nee. Heeft de eigenaar/uitbater de redelijkerwijs te vergen zorg betracht om te voorkomen dat de verboden gedraging (het bedrijfsmatig verstrekken van alcohol aan personen van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt) zou plaatsvinden (Drijfmest)? Ja.
  • In de eerste week bespreekt Faisal de regels omtrent het verbod om drank te schenken aan niet-volwassen personen. Hij zet uiteen dat de bediening moet vragen naar een id-bewijs als een jongere onder de 18 jaar alcohol bestelt.
  • Bij de ingang van het restaurant hangt een bordje waarop de leeftijdsgrens die wordt gehanteerd voor het verstrekken van alcohol, staat vermeld. Dit bordje heeft Jasper opgehangen in opdracht van Faisal.
  • Faisal plant steeds vlak voor openingstijd een vergadering met de bediening waarin hij de regels kort benoemt.
  • Faisal heeft na de ‘tip’ van Ari Charlotte aangesproken en haar een waarschuwing gegeven m.b.t. het feit dat Charlotte het teveel werk vindt om altijd te controleren wie van de gasten wel en wie niet alcohol bestellen en of de gasten die wel alcohol willen drinken wel de 18 jaar zijn gepasseerd.

De objectieve delictsgedraging kan derhalve niet in redelijkheid aan de eigenaar/uitbater worden toegerekend. Eigenaar/uitbater is geen functioneel pleger van de (objectieve) delictsgedraging.

Conclusie: de tenlastelegging kan niet worden bewezen

Vraag 2b

Deze situatie deed zich voor in het Geervlietarrest. De verdachte had een van links komende motorrijder niet gezien. Volgens de Hoge Raad kon uit de enkele omstandigheid dat de verdachte, toen hij zich vergewiste van mogelijk naderend verkeer, de motorrijdster aan wie hij voorrang diende te verlenen niet heeft gezien hoewel deze voor hem wel zichtbaar moet zijn geweest, niet volgen dat
sprake is van schuld.

Voor aanmerkelijke schuld is dus meer nodig dan kijken maar niet zien. Als de verdachte zich voor het overige zorgvuldig gedraagt en het enige verwijt dat hem gemaakt kan worden betreft het niet-zien van een zichtbaar slachtoffer, dan kan nog niet tot een bewezenverklaring van schuld worden gekomen. (Zie Knigge/Wolswijk, p. 153) (Zie vraag 37, week 1).

Vraag 3

Noodweer?
Aanranding van lijf, eerbaarheid of goed? Ja, lijf van Jeffrey.
Ogenblikkelijke aanranding? ? Ja, onmiddellijk dreigend gevaar voor aanranding (arrest Bijlmer schietpartij): Thomas komt met de bowlingbal dreigend af op Jeffrey en staat op het punt uit te halen, terwijl Jeffrey nog op de grond ligt.
Wederrechtelijk? Ja, Thomas staat niet in zijn recht.
Noodzakelijk? Ja, hij kon niet weg omdat hij op de grond lag.
Dus noodweersituatie.

Geboden door de noodzakelijke verdediging? Wijze van verdediging moet in redelijke verhouding staan tot de ernst van de aanranding. Het op de grond trekken (en op B gaan liggen) voldoet wel aan
proportionaliteit (door de verdediging geschade belang, lijf, staat hier gelijk aan/is niet veel zwaarder dan het verdedigde belang, lijf) en subsidiariteit (gekozen verdedigingsmiddel moet redelijk zijn; zo mogelijk) van lichtste middel gebruikmaken om aangerande belang te verdedigen), maar slaan daarna natuurlijk niet. Hij gaat te lang door met verdedigen. Niet meer ‘geboden’. Er is daarom geen sprake van noodweer.

(Het is ook mogelijk te beargumenteren dat er geen ogenblikkelijke aanranding meer is op moment dat Thomas onder Jeffrey ligt. Zou nog steeds tardief noodweerexces (tweede graad) kunnen
opleveren volgens arrest Loon op Zand.)

Is er sprake van noodweerexces?

De vraag is hier of het slaan het onmiddellijk gevolg van een hevige gemoedsbeweging was die is veroorzaakt door een wederrechtelijke aanranding. De gemoedsbeweging is in casu niet (althans niet
in doorslaggevende mate, zie arrest Van doorslaggevend belang alsmede overweging 3.6.3 Overzichtsarrest noodweer(exces)) veroorzaakt door de aanranding: “Hij wordt ontzettend kwaad als hij hieraan terugdenkt en begint op de onder hem liggende Thomas in te slaan.” De boosheid lijkt derhalve (primair) te wijten te zijn aan eerdere incidenten, zodat eerder sprake is van wraak dan van een uit de hand gelopen zelfverdediging. Daarom is geen sprake van noodweerexces.

Vraag 4a

Florian heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot uitlokking van (het medeplegen van) schennis van de eerbaarheid (art. 46a jo. 239 Sr).

  • Beoogd grondfeit. Art. 239 Sr is een misdrijf.
  • Poging te bewegen. Dit blijkt duidelijk uit de casus.
  • Wettelijk uitlokkingsmiddel. De belofte van een gift van 100 euro.
  • Opzet op het bewegen. Dit is gegeven in de casus.
  • Opzet op het beoogde grondfeit. Idem.
  • Geen begin van uitvoering ex art 45 Sr:

Een voorwaarde voor toepasbaarheid van art. 46a Sr is dat de beoogde plegers van het delict, Michel en Stefan, het nog niet tot een strafbare poging ex art. 45 Sr. van dat delict hebben gebracht. Michel en Stefan hebben nog geen gedragingen verricht die naar uiterlijke verschijningsvorm kunnen worden geacht te zijn gericht op voltooiing van het misdrijf [arrest Cito]. Zij hebben hun boxershorts en badjassen nog aan en bevinden zich nog in hun studentenhuis. Deze gedragingen staan nog te ver af van de voltooiing van het delict. Daarmee zijn zij nog niet tot een begin van uitvoering van het medeplegen van art. 239 Sr gekomen.

Vraag 4b

Opdracht geven en feitelijk leidinggeven zijn afhankelijk van de totstandkoming van een gronddelict (begaan door een rechtspersoon). Zie Knigge/Wolswijk p. 311. (17 woorden) (zie vraag 1 van week 7)

Vraag 5

Alain is de pleger van een zware mishandeling, de dood ten gevolge hebbend (grondfeit).

Eerste materiële vraag: gronddelict. Alle bestanddelen van het gronddelict (zware mishandeling, de dood ten gevolge
hebbend ) zijn vervuld.

Nauwe samenwerking. Dat er geen sprake is geweest van een gezamenlijke uitvoering en dat hij zelfs niet lijfelijk aanwezig was tijdens het plegen van het feit, staat dit niet in de weg [arrest Containerdiefstal]. Op grond van zijn grote, organisatorische rol in de voorbereiding kan worden gezegd dat hij een wezenlijke bijdrage heeft geleverd, en daarmee voldoende nauw en bewust heeft samengewerkt om van medeplegen te kunnen spreken. Ondanks het feit dat Lorenzo ook op de uitkijk staat, is hij niet slechts medeplichtige: hij heeft veel meer dan dat bijgedragen. [Overzichtsarrest
medeplegen, artikel Ter Haar]

Bewuste samenwerking. Het staat vast dat sprake was van samenwerking tussen Lorenzo en Alain. Opzet op grondfeit. Het opzet van Lorenzo was evident gericht op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, want dat vormde onderdeel van de afspraak tussen de drie heren. Dat zijn opzet was gericht op een andere wijze van uitvoering, maakt daarbij geen verschil (eerste opmerking
Lorenzo). [arrest Globaal opzet]

De dood krijgt medepleger Lorenzo als geobjectiveerd bestanddeel ook toegerekend.

Tweede materiële vraag: feit wordt gekwalificeerd als medeplegen van zware mishandeling, de dood ten gevolge hebbend
(art. 302 lid 1 jo. lid 2 Sr).

Derde materiële vraag: de ontoerekeningsvatbaarheid van Alain werkt niet door naar Lorenzo, aangezien dit, als
schulduitsluitingsgrond, een persoonlijke omstandigheid is (art. 50 Sr). Zie tweede opmerking Lorenzo.

Vierde materiële vraag: Er kan derhalve strafoplegging volgen.

Vraag 6

Betty heeft zich schuldig gemaakt aan voorbereiding van wederrechtelijke vrijheidsberoving (art.
46 jo. art. 282 lid 1 Sr).

  • Misdrijf, van 8 jaar of meer. Art. 282 lid 1 Sr.
  • Opzet. Het opzet van Betty is gegeven in de casus: ‘Betty wil Sean ontvoeren’.
  • Voorbereidingsmiddelen en – gedragingen. Betty heeft in ieder geval touwen verworven en een geprepareerde cel voorhanden gehad.
  • Bestemming tot het begaan van het misdrijf: de bovenstaande voorbereidingsmiddelen en -gedragingen zouden duidelijk gebruikt gaan worden bij het daadwerkelijke plegen van het misdrijf zelf, niet enkel de voorbereiding daarvan.

Kim zou als medeplichtige tot deze door Betty gepleegde voorbereiding van art. 282 lid 1 Sr
kunnen worden aangemerkt.

  • Accessoriteit. Het grondfeit voorbereiding van wederrechtelijke vrijheidsberoving is een misdrijf.
  • Hulpverlening. Kim levert door het verstrekken en installeren van de GPS-tracker een objectieve bijdrage, waarmee zij het plegen van het delict ook daadwerkelijk heeft bevorderd.
  • Opzet op de hulpverlening. Het deelnemingsopzet is gegeven in de casus, Kim helpt Betty niet per ongeluk.
  • Opzet op het grondfeit. Ook dit is gegeven in de casus, Kim weet precies wat Betty van plan is.

Betty treedt echter ex art. 46b Sr vrijwillig terug van haar voorbereiding. Zij ziet af van de daadwerkelijke uitvoering van haar plan en maakt daarbij alle voorbereidingsmiddelen weer ongedaan, zodat deze intentie ook duidelijk uit haar gedragingen blijkt. Deze vrijwillige terugtred van de hoofdpleger Betty werkt vervolgens door naar de medeplichtige Kim, die hier ook van profiteert en zelf dus ook straffeloos blijft [arrest Vrijwillige terugtred en deelneming].

Kim is uiteindelijk dus niet strafrechtelijk aansprakelijk te houden voor haar gedrag.

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Strafrecht 2 - Rijksuniversiteit Groningen - Oefenmaterialen

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2018/2019

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2018/2019


Vragen

Lees de onderstaande passage uit een arrest van de Hoge Raad en beantwoord de daaronder weergegeven vraag.

Vraag 1

Arrest

  1. Het middel klaagt dat het bewezenverklaarde opzet ontoereikend is gemotiveerd.
     
  2. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
    "hij in de periode van 18 juli 2011 tot en met 19 augustus 2011, te Utrecht en/of Apeldoorn, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van
    • een model-werkgeversverklaring d.d. 19 juli 2011, afgegeven door BV [A] ten behoeve van [verdachte], en
    • een model-werkgeversverklaring d.d. 19 juli 2011, afgegeven door BV [A] ten behoeve van [medeverdachte], zijnde een model-werkgeversverklaring een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware die model-werkgeversverklaringen echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin, dat hij die model-werkgeversverklaringen heeft gevoegd of heeft doen voegen bij de stukken voor de aanvraag van een hypothecaire lening op het pand [a-straat 1] te Apeldoorn, en bestaande die valsheid hierin, dat in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
    • in de model-werkgeversverklaring ten behoeve van [verdachte] was vermeld dat geen sprake was van directeur- en/of aandeelhouderschap, en
    • in de model-werkgeversverklaring ten behoeve van [medeverdachte] was vermeld dat sprake was van een dienstverband tussen BV [A] enerzijds en [medeverdachte] anderzijds, waarbij [medeverdachte] de functie van directrice zou uitoefenen (art. 225-Sr)."
       
  3. Het Hof heeft voorts het volgende overwogen:
    "(...) Op de werkgeversverklaringen is informatie ingevuld die niet overeenkomt met de werkelijkheid. (...) Op het moment dat verdachte de werkgeversverklaring bij de ondertekende hypotheekofferte voegde had hij niet alleen kunnen maar ook moeten zien dat de verklaringen onjuist waren ingevuld. Door toch de werkgeversverklaringen bij de offerte te voegen heeft verdachte naar het oordeel van het hof met opzet gebruikgemaakt van een valselijk opgemaakt geschrift."
     
  4. Uit de bewijsvoering kan het opzet van de verdachte op het gebruikmaken van de valselijk opgemaakte werkgeversverklaringen niet worden afgeleid. De enkele omstandigheid dat de verdachte op het moment dat hij de werkgeversverklaringen bij de hypotheekofferte voegde "niet alleen [had] kunnen maar ook [had] moeten zien" dat de verklaringen onjuist waren ingevuld, kan de gevolgtrekking dat de verdachte daarvan met opzet gebruik heeft gemaakt, niet dragen. Het middel is terecht voorgesteld.

Vraag 1

Geef aan waarom de onder punt 3 opgenomen motivering van het Hof volgens de Hoge Raad niet dragend is voor het opzet. (5 pt.)

Vraag 2

Arrest

Faisal is de kersverse eigenaar en uitbater van een restaurant, een zaak zonder rechtspersoonlijkheid. In de eerste week bespreekt Faisal met al het personeel de regels omtrent het in acht nemen van voedselhygiene en het verbod om drank te schenken aan niet-volwassen personen.Hij zet uiteen dat de bediening moet vragen naar een id-bewijs als vermoed wordt dat een jongere onder de 18 jaar alcohol bestelt. Nadat een

.....read more
Access: 
Public
Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2017/2018

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2017/2018


Vragen

Vraag 1

M. wordt vandaag zestig en wil zichzelf een kadootje geven. Hij lijdt al veertig jaar aan voyeurisme. Voyeurisme is het heimelijk en doorgaans met seksuele lustgevoelens kijken naar een of meer mensen die geheel of gedeeltelijk naakt zijn en al dan niet seksuele handelingen verrichten. Daarnaast lijdt Sander ook nog eens aan pedofilie. Hij kan slechts seksueel opgewonden raken door het kijken naar seksuele gedragingen gepleegd door of met jeugdige personen. Door de ontwikkeling van nieuwe technieken hoeft hij voor bevrediging van zijn seksuele behoefte niet eens meer de deur uit. Hij belooft zijn knappe neefje Ruben, die 23 jaar oud is, 100 euro te betalen als zijn neefje ontuchtige handelingen met zijn 15-jarige buurmeisje zal verrichten. (Ontucht met een minderjarige is strafbaar gesteld in art. 247 Sr.) Via een livestream op een obscure website zal Sander dan vanuit huis mee kunnen kijken. Ruben zegt tegen zijn oom dat hij graag akkoord gaat met het plan en hij gaat snel bij de Mediamarkt langs om een webcam te kopen. Helaas wordt hij op weg naar huis overreden door een bus en komt als gevolg daarvan te overlijden.

Vraag 1a

Bespreek de strafbaarheid van Sander in verband met het aan zijn neefje gedane verzoek. Bespreek, indien u aansprakelijkheid aanneemt, de maximumstraf die kan worden opgelegd. (5 punten)

Vraag 1b

Geef kort aan (minder dan 50 woorden in totaal) wat volgens de Hoge Raad de consequenties zijn van vrijwillige terugtred voor een:

  1. Medepleger, waarbij een van de andere medeplegers is teruggetreden (2 punten)
  2. Medeplichtige, waarbij de pleger is teruggetreden (2 punten)

Vraag 2

Met oud en nieuw geeft de familie Brouwer altijd een groots feest, zo ook dit jaar. Mevrouw Brouwer, Jacqueline, heeft het echter niet naar haar zin. Zij is er zojuist achter gekomen dat haar man, Ali, een affaire heeft met haar beste vriendin Lot. Jacqueline is niet alleen intens verdrietig, maar ook heel boos en ze zint op wraak. “Die rat van een man van mij ga ik het betaald zetten, hij gaat er aan!” Nog vlak voor sluitingstijd koopt ze bij de dierenspeciaalzaak om de hoek een ook voor mensen dodelijke vorm van rattengif (strychnine). Even voor twaalf uur strooit ze over een oliebol wat rattengif in plaats van poedersuiker. Jacqueline loopt naar Ali om klokslag twaalf uur, geeft hem een kus en zegt: “Happy new year lieverd! We vieren het nieuwe jaar meteen goed met een heerlijke oliebol!” Ze houdt Ali de bewuste oliebol voor met een glimlach. Juist op dat moment stapt Lot op het echtpaar af en zegt: “Ali, jij zou toch wat meer op je lijn letten dit jaar?” Ali zet daarop het bord met de oliebol weg. Jacqueline schaamt zich ineens zo erg, dat ze snel de oliebol weggooit. Ze komt

.....read more
Access: 
Public
Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2015/2016

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2015/2016


Vragen

De verdachte wordt vervolgd wegens medeplegen van opzetheling. Aan hem wordt het volgende ten laste gelegd:

“dat hij op of omstreeks 23 februari 2004 in de gemeente Voorst, tezamen en in vereniging met een ander twee schroevendraaiers en een purspuit en een cirkelzaag voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die schroevendraaiers en purspuit en cirkelzaag wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof. (art. 47 lid 1 sub 1° jo. 416 Sr)”

Vraag 1

Beargumenteer op basis van de onderstaande stukken uit het dossier of voldoende bewijs aanwezig is om verdachte te veroordelen wegens medeplegen van opzetheling. U kunt de bespreking van het opzet van de verdachte achterwege laten. (5 punten)

- Een proces-verbaal, nummer 2015048488-6, d.d. 24 februari 2004 op ambtseed opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2], beiden hoofdagent van politie als verklaring van verbalisanten:

“Op maandag 23 februari 2004 omstreeks 22:10 uur hoorden wij dat er door de centralist van de regionale meldkamer X een melding werd uitgegeven van een inbraakalarm in Voorst. Het alarm zou afgaan in een winkel van [A]. Op de D-weg zagen wij een grijze Renault rijden die uit de richting van Klarenbeek kwam. Op de P-weg reden wij achter het voertuig. Wij zagen dat het voertuig was voorzien van het kenteken [AA-00-BB]. Wij zagen dat er in de auto twee personen zaten. De verbalisant [verbalisant 1], zag in de achterbak verschillende automaterialen liggen, onder andere gereedschap. Van buitenaf kan je in de achterbak kijken daar de hoedenplank was verwijderd. Wij hoorden van de collega dat er onder andere gereedschap was weggenomen van het merk DeWalt. Wij zagen dat er verschillende gereedschappen van het merk DeWalt in de achterbak lagen. De bestuurder is genaamd [betrokkene]. De bijrijder is genaamd [verdachte].”

- Een proces-verbaal, nummer 2015048488-1, d.d. 24 februari 2004 op ambtseed opgemaakt door [verbalisant 3], brigadier van politie als verklaring van aangever [getuige 1]:

“Tussen 23 februari 2004 te 22:10 uur en 23 februari 2004 te 22:30 uur werd op [A-straat 1] te Voorst de inbraak gepleegd. Toen ik naar de voordeur van het pand liep, zag ik dat deze opengebroken was. Toen ik het pand verder inliep zag ik dat in de ruimte achter de voordeur een aantal gereedschappen uit een stelling waren weggenomen. Het betreft hier gereedschappen die op luchtdruk werken. Verder denk ik dat er vanuit diezelfde ruimte nog meer gereedschappen zijn weggenomen vanaf een schap. Dit betreffen gereedschapsetjes en waarschijnlijk iets van een moersleutel.
Als lijst van gestolen voorwerpen:
2 schroevendraaiers
1 purspuit
1 cirkelzaag
Totaal bedrag: € 728,74”

- Een proces-verbaal, nummer 2015048488, d.d. 24 februari 2004 op ambtseed opgemaakt door [verbalisant 4], inspecteur van politie als verklaring van getuige [getuige 2], werknemer van de zaak waarin is ingebroken

.....read more
Access: 
Public
Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2014/2015 (1)

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2014/2015 (1)


Vragen

Casus I

Tijdens het Zomer Carnaval, wat elk jaar in Rotterdam gevierd wordt, zal dit jaar een speciale gast uit het buitenland komen optreden. Het gaat om Fabiano Ferreira, een grote naam in de watersport. Hij zal op een jetski over het water ‘dansen’ onder luide sambamuziek, om zo een spetterende watershow te creëren. Ferreira staat bekend om zijn speciale speedbootmove ‘Água Esplendoroso’, wat inhoudt dat hij aan het einde van zijn act met enorme snelheid langs de waterkant sjeest, om zo een waterval te creëren wat voor een bij de gasten vaak gewenste verkoeling kan zorgen. Om ervoor te zorgen dat de gasten niet drijfnat worden, heeft de organisatie van het Zomer Carnaval dranghekken geplaatst op zo’n 8 meter afstand van de waterkant.

Zoals verwacht komen duizenden mensen naar de kade om de show van Ferreira met eigen ogen te mogen aanschouwen. Terwijl de opzwepende sambamuziek steeds luider wordt, ‘danst’ Ferreira sierlijk over het water met zijn jetski. Nu zijn act het einde nadert, bereidt hij zich voor op de ‘Água Esplendoroso’. Vol gas vaart hij richting de waterkant. Echter, terwijl hij de scherpe bocht probeert te maken die voor de waterval zorgt, verliest hij door een iets te sterk golfje de macht over het stuur. Hierdoor sjeest hij met enorme snelheid met zijn jetski de lage waterkant op, zo het publiek in. Hierdoor raakt hij twee toeschouwers, die als gevolg van het ongeval kort erna overlijden.

Nadat enig onderzoek is verricht naar het ongeval wordt er een rapport opgesteld. Hieruit komt naar voren dat Ferreira 15 kilometer per uur sneller voer dan hem maximaal was toegestaan door de vergunning. Deze vergunning was speciaal verstrekt door de gemeente aan de organisatoren en deelnemers van het evenement. Vaststaat dat Ferreira wist wat de vergunning precies inhield. Ook komt uit het rapport naar voren dat Ferreira zowel mentaal als fysiek gezond was en dat zijn jetski niets mankeerde.

Uiteindelijk wordt Ferreira aangehouden en vervolgd voor dood door schuld ex art. 307 Sr. De tenlastelegging is correct hierop toegesneden.

Vraag 1 (5 punten)

Leg beredeneerd uit of de rechter wel of niet tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit zal kunnen komen.

Casus II

Lees het onderstaande fragment uit een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland.

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Uitspraak in de strafzaak tegen

[verdachte],

(…)

3 De tenlastelegging

Aan verdachte wordt tenlastegelegd dat

zij op of omstreeks 10 februari 2013 te Nieuwegein, althans in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk (en met voorbedachten rade) [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte opzettelijk (en na kalm beraad en rustig overleg) (meermalen) (met) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de borst en/of de (rechter)zij, in elk geval in het (boven)lichaam van voornoemde [slachtoffer], gestoken en/of geduwd, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.

.....read more
Access: 
Public
Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2014/2015 (2)

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2014/2015 (2)


Vragen

Casus I

Halina en haar psychisch niet helemaal in orde zijnde broertje Joop maken op een warme zomerdag een wandeling door het park. Daar lopen ze Harry tegemoet. Harry, een echte casanova, fluit naar Halina zodra hij het tweetal passeert. Halina, die vorige week net gedumpt is door haar inmiddels ex-vriendje, heeft het tijdelijk even helemaal gehad met de liefde en vooral foute mannen. Ze ontsteekt dan ook in woede en vliegt Harry naar de keel terwijl ze roept: ‘Alle mannen zijn hetzelfde! Ik ben jullie helemaal zat!’ Na een korte worsteling begint Harry, die tevens ook professioneel kickbokser is, de overhand te krijgen. Joop staat tot op dit moment hulpeloos toe te kijken. ‘Help Joop! Deze man wil mij verkrachten!’ roept Halina. Dit laat Joop zich geen twee keer vertellen en hij duikt bovenop Harry. Terwijl Harry spartelend op de grond ligt, slaan Halina en Joop een aantal keer stevig op zijn hoofd in. Omdat Halina aanvoelt dat Harry hen misschien alle twee wel eens zou aankunnen, beveelt ze Joop om Harry knock-out te slaan. Joop voegt de daad bij het woord en beukt Harry met een gerichte stoot buiten bewustzijn, zwaar lichamelijk letsel oplopende. Hierna trekt Halina Joop snel mee om hun wandeling te vervolgen.

Halina wordt vervolgd voor het medeplegen van zware mishandeling ex art. 302 Sr. De kwestie omtrent Joop is wat meer complex. Hij was in de veronderstelling dat zijn zus verkracht werd en dus een noodweersituatie aanwezig was, waardoor hij handelde zoals hierboven beschreven. Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat Joop inderdaad, gezien zijn psychische gesteldheid, niets verweten kan worden en dat er sprake is van avas (afwezigheid van alle schuld).

Vraag 1 (5 punten)

Zal Halina veroordeeld worden wegens het medeplegen van zware mishandeling ex art. 302 Sr? U dient in uw antwoord ook aandacht te besteden aan de niet-strafbaarheid van Joop.

Vraag 2 (3 punten)

Bespreek de strafbaarheid van Halina ten aanzien van de andere deelnemingsvormen (die in art. 47 Sr zijn opgenomen).

Casus II

Everhard bezit een winkel gespecialiseerd in antiek uit de Victoriaanse tijd. Een jaar geleden is in dezelfde stad een andere winkel gespecialiseerd in dit soort antiek gekomen, die gerund wordt door Wybrandius. Everhard heeft zijn inkomsten aanzienlijk zien dalen door de komst van Wybrandius en geeft Dolf en Rolf de kans om een plannetje van hem uit te voeren. Hij vraagt hen om ’s nachts in te breken bij de winkel en enkele dure voorwerpen te stelen. Hiervoor zullen zij beiden 500 euro verdienen. Dolf en Rolf, die wel wat geld kunnen gebruiken, accepteren de klus en treffen de nodige voorbereidingen. Ze regelen twee bivakmutsen en een koevoet om de deur te forceren. De volgende nacht zitten de twee in hun auto, geparkeerd op enige afstand van

.....read more
Access: 
Public
Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2013/2014 (1)

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2013/2014 (1)


Vragen

Casus I

Lees onderstaand fragment van een vonnis.

Rechtbank Oost-Brabant, 5 juli 2013

De tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

zij op of omstreeks 31 oktober 2012 te Eindhoven als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Fakkellaan (gekomen ter hoogte van de (T-)kruising Fakkellaan met de Vijfkamplaan), zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend,

  • over genoemde Fakkellaan te rijden en/of de (T-)kruising met de Vijfkamplaan te naderen en/of

  • terwijl op de Fakkellaan (in de (rij)richting van verdachte) (vlak voor de (T-)kruising) bord model G11 (Verplicht fietspad), van Bijlage I van het RVV 1990 is geplaatst en/of terwijl ter hoogte van genoemde (T-)kruising (op/over de Fakkellaan) een fietsoversteekplaats is gelegen en/of

  • terwijl zij, verdachte, zag dat een fietser de fietsoversteekplaats (gelegen op/over de Fakkellaan) naderde,

  • zonder te stoppen en/of af te remmen de genoemde fietsoversteekplaats (geheel of gedeeltelijk) op te rijden/te passeren en/of

  • (daarbij) geen voorrang te verlenen aan een op genoemde fietsoversteekplaats voor verdachte (gezien haar rijrichting) van rechts komende fietser

  • waardoor, althans mede waardoor, een aanrijding/botsing is ontstaan met/tussen het door haar, verdachte, bestuurde motorrijtuig en laatstgenoemde fietser, waardoor de fietser (genaamd [slachtoffer]) werd gedood (art. 6 WVW 1994).

Bewijs

Inleiding

Op 31 oktober 2012, omstreeks 15:45 uur, rijdt verdachte als bestuurder in een personenauto over de Fakkellaan te Eindhoven in de richting van de Estafettelaan. Op het kruisingsvlak met de Vijfkamplaan, alwaar een fietsoversteekplaats is gelegen, verleent verdachte geen voorrang aan een van rechts komende fietser waardoor een aanrijding ontstaat tussen de door verdachte bestuurde personenauto en de fietser. De fietser, [slachtoffer], overlijdt aan de gevolgen van de aanrijding.

Met betrekking tot de schuldvraag zijn de navolgende verklaringen van belang.

Verdachte heeft bij de politie verklaard (letterlijk):

‘Op de Fakkellaan ter hoogte van de Politieschool is een kruising, met een weg van rechts. Ik rijd daar vaker en ik weet dat daar altijd veel verkeer uitkomt en ik goed op moet letten. Ik rijd daar nooit hard. Ik weet dat ik moet stoppen voor het verkeer wat uit deze straat komt. Ter hoogte van deze kruising keek ik de straat in en zag op een behoorlijke afstand wel een auto aankomen. Ik zag ook een fietser aankomen; deze fietser bevond zich op het fietspad. Ik zag dat dit een flinke man was en ik zag dat deze man zich nog voor het kruisende fietspad bevond. Opeens hoorde ik een klap, waar ik erg van schrok. Door de klap remde ik en heb ik mijn auto gestopt.’

Verdachte heeft ter zitting verklaard dat zij nooit de fietser kan hebben aangereden waarover

zij bij de

.....read more
Access: 
Public
Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2013/2014 (2)

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2013/2014 (2)


Vragen

Casus I

Frank en Frey kennen elkaar van de plaatselijke sportschool. Frey is daar personal trainer en is een specialist op het gebied van de vechtsport K1. Omdat hij in Frank wel een vechttalent ziet, heeft Frey Frank herhaaldelijk uitgenodigd bij hem op les te komen. Frank heeft het aanbod tot nu toe steeds afgeslagen. Wanneer Frank door zijn gokverslaving in geldnood dreigt te verkeren, krijgt hij een goed idee. Bij hem in de buurt woont de welvarende zakenvrouw Jane in een kast van een huis en Frank denkt dat zij vast wel wat kan missen. Hij denkt eraan bij Jane in te breken en wat waardevolle spullen mee te nemen. Frank wil voorkomen dat de inbraak al te zeer uit de hand loopt en wil daarom geen wapen meenemen. Maar hij wil wel voorbereid zijn op een eventuele confrontatie met Jane. Dan schiet het aanbod van Frey hem opeens te binnen. Hij vertelt Frey alles over zijn plannen voor de inbraak en Frank vraagt direct of hij geïnteresseerd is om hem te helpen met de inbraak. Frank biedt in ruil voor de hulp van Frey een deel van de opbrengst aan. Frey is blij dat Frank eindelijk bij hem wil komen trainen, maar voelt er niets voor om te helpen bij de inbraak. Hij riskeert daarmee namelijk zijn licentie om les te geven en lesgeven is zijn lust en zijn leven. Frey wil Frank wel helpen door hem wat K1-technieken te leren. De weken daarop trainen ze intensief en Frey wordt aangestoken door het enthousiasme van Frank over de inbraak. Omdat Frey toch ook wel een financiële impuls kan gebruiken, spreekt hij af met Frank dat hij op de dag van de inbraak in ruil voor de helft van de buit op de uitkijk zal staan en de vluchtauto zal besturen. Ook zal hij een bivakmuts en een koevoet voor Frank regelen. En zo geschiedde.

Frank wordt op een nacht met de auto opgehaald door Frey en samen gaan ze op pad naar het huis van Jane. Daar aangekomen zien ze dat alle lichten uit zijn, en Jane dus waarschijnlijk niet thuis is of ligt te slapen. Frank weet met een koevoet de deur open te breken. Frey patrouilleert ondertussen met een vluchtauto. Wanneer Frank de deur opent, staat hij tot zijn verrassing oog in oog met Jane. Jane gilt het uit en stormt op Frank af. Frank bedenkt zich geen moment en gebruikt een van de hem door Frey aangeleerde K1-technieken om Jane buiten westen te slaan. Frank weet hierna nog een dure flatscreen televisie buit te maken en roept Frey om hem te helpen de televisie te tillen. Samen brengen ze de televisie naar de auto. Vervolgens gaan ze er vandoor. Jane herstelt gelukkig volledig van de opgelopen klappen.

.....read more
Access: 
Public
Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (1)

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (1)


Vragen

Casus I

Op een avond komt Henk zijn minderjarige zoon thuis, net op tijd voor het eten. Hij vertelt vrolijk dat hij vandaag naar Las Vegas is gegaan, de plaatselijke speelautomatenhal. Hij mocht gewoon doorlopen en hoefde geen identiteitsbewijs te laten zien aan de portier. Henk, werkzaam als agent, vindt dit zaakje niet helemaal pluis en besluit morgen, op zijn dagelijkse ronde, eens langs het pand te gaan om te kijken hoe de vork in de steel zit. De volgende dag ziet hij inderdaad, ondanks een nors kijkende portier, dat de minderjarige vrienden van zijn zoon zomaar naar binnen kunnen lopen. Na de ontdekking volgt een onderzoek naar Las Vegas, dat besluit mee te werken.

Speelmans, de directeur, verklaart het volgende: ‘Ik moet eerlijk bekennen dat ik mij als directeur vooral bezig houd met de financiën en niet op de hoogte ben van wat zich er nou afspeelt binnen mijn bedrijf. De dagelijkse taken heb ik gedelegeerd naar mijn floormanager. Want zeg nou zelf, een directeur hoeft zich toch niet met alle kleine wissewasjes bezig te houden?!’

Flisijn, de floormanager, verklaart het volgende: ‘Als floormanager stuur ik alle medewerkers aan. Ik heb de portier inderdaad bevolen om niet naar identiteitsbewijzen te vragen; hij is capabel genoeg om puur op schatting te zien wat nou de leeftijd van onze bezoekers is. Daarnaast zijn wij ook maar gewoon een bedrijf dat geld wil verdienen. En hoe meer bezoekers, hoe meer geld.’

De speelautomatenhal Las Vegas is eigendom van Roulette BV, die op grond van onderstaande wet een vergunning is verleend door de gemeente om een speelautomatenhal te exploiteren.

Art. 14d (oud) van de Wet op de kansspelen bepaalt:

‘Het is de exploitant van een speelautomatenhal verboden personen die de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt de toegang te verlenen.’

Art. 15 (oud) van deze wet bepaalt:

‘Opzettelijke overtreding van artikel 14d van deze wet kwalificeert zich als een misdrijf. Niet-opzettelijke overtreding van dit artikel kwalificeert zich als een overtreding.’

De officier van justitie besluit om floormanager Flisijn te vervolgen wegens betrokkenheid bij overtreding van art. 14d (oud) van de Wet op de kansspelen.

Vraag 1 (8 punten)

Beargumenteer of een succesvolle veroordeling van Flisijn wegens de misdrijf-variant haalbaar is als pleger (art. 47 Sr), als deelnemer (art. 47 Sr) en/of als leidinggever (at. 51 lid 2 sub 2 Sr).

Vervolg casus

Stel:

De officier van justitie vervolgt Roulette BV:

  • Primair: wegens opzettelijke overtreding van art. 14d

  • Subsidiair: wegens niet-opzettelijke overtreding van art. 14d

Ter terechtzitting verweert directeur Speelmans zich: ‘Ik kom uit de goeie, oude tijd waarin nog niet zoveel strikte regels bestonden. In mijn tijd kon je vanaf je zestiende al speelautomatenhallen bezoeken. Daar waren niet eens portiers voor nodig. Het is correct dat wij

.....read more
Access: 
Public
Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (2)

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (2)


Vragen

Casus I

Joseph, afkomstig uit Nigeria, besluit van zijn zuurverdiende spaarcentjes eens op vakantie te gaan naar een (voor hem) ijskoud land om de sneeuw te zien. Zijn keuze valt op het prachtige Nederland. Nadat hij is aangekomen en de bus naar zijn hotel wil nemen, wordt hij opeens aangesproken door een mooie, blonde dame. Of hij misschien van haar een fiets, hét vervoersmiddel van Nederland, wil kopen voor maar 20 euro. Voor Joseph is het een hoop geld, maar in de hoop misschien de blonde dame haar telefoonnummer te scoren, gaat hij in op het aanbod. Helaas voor hem is de dame daarna net zo snel weer weg. Toch blij met zijn fiets besluit hij zich op de traditionele Nederlandse manier naar zijn hotel te vervoeren. Vlak voor zijn hotel wordt hij aangehouden door de politie, die hem duidelijk maakt dat de fiets gestolen is. In het politieverhoor verklaart Joseph dat hij geen idee had dat het om een gestolen fiets ging. ‘Ik wist niet dat fietsen hier normaal gesproken nog duurder waren. Zijn alle Nederlanders miljonair of zo? Voor mij is 20 euro een ridicuul hoog bedrag, in mijn thuisland kan ik daarvan twee weken eten! U vertelt mij wel dat ieder normaal denkend mens dit zou moeten weten, maar tot mijn spijt had ik werkelijk waar geen kennis hiervan. Misschien had ik mij beter moeten inlezen over Nederland, voordat ik hierheen kwam.’

Vraag 1 (4 punten)

De officier van justitie meent dat Joseph niet strafrechtelijk aansprakelijk is voor opzetheling ex art. 416 Sr. Heeft hij hier gelijk in? N.B.: U hoeft in Uw antwoord niet in te gaan op de vraag of buitenlanders in Nederland vervolgbaar zijn.

Casus II

Georg werkt voor een transportbedrijf dat gespecialiseerd is in het vervoeren van chemische stoffen en afval. Op een dag krijgt hij een kleine klus om met een bootje chemisch afval te vervoeren van de klant naar de fabriek die het kan verwerken. Voorzichtig vaart Georg met het bootje en twee vaten chemisch afval over de rivier. Op een gegeven moment ziet hij langs de waterkant een man en zijn zoontje met een frisbee spelen. De man gooit de frisbee net iets te hard, en het jochie, zo fanatiek als het maar kan, probeert de frisbee te vangen maar belandt daarbij in het water. ‘Help!’, roept de vader. ‘Mijn zoontje kan niet zwemmen en ik ook niet! Red mijn zoontje alstublieft!’ De enige manier waarop Georg kan helpen is door een vat chemisch afval in het water te dumpen, om zo ruimte te maken voor het jochie op zijn bootje. Immers, de wal is veel te hoog om het jochie weer op het land te krijgen. Georg meent dat dit zijn plicht als goede burger is en omdat hij geen andere

.....read more
Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check all content related to:
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2806
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
special isis de wereld in

Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering