Artikelsamenvatting bij Assessment of Preschooler’s Scientific Reasoning in Adult–Child Interactions: What Is the Optimal Context? van Meindertsma e.a. - 2014

Al op jonge leeftijd krijgen kinderen op school les over techniek en wetenschap. Naast dat dit goed is voor de werkgelegenheid in de technische sector (kinderen worden al op jonge leeftijd enthousiast gemaakt voor zulke beroepen), is dit ook goed voor het wetenschappelijk denken van kinderen. Bij het leren van deze manier van denken, gebruiken leraren scaffolding. Scaffolding is het proces waarbij de leraar de elementen van de opdracht, die net iets te moeilijk zijn voor het kind, makkelijker maakt, zodat het kind de opdracht wel uit kan voeren. Hierbij is het belangrijk dat de leraar van tevoren weet wat het beginniveau van de leerling is. Bij scaffolding heeft de omgeving (leraar en taak) een grote invloed op hoe het kind de taak uitvoert. Wanneer het kind namelijk uitleg/hulp krijgt van de leraar, kan het de taak beter maken dan wanneer het geen hulp zou krijgen. Het niveau van het kind verandert door de scaffolding. Maar ook de taak verandert. Er is dus sprake van een driehoeksverhouding tussen taak, kind en leraar, die afhankelijk zijn van elkaar. In dit artikel bespreken de auteurs hoe de interactie van de scaffolding tussen de leraar, het kind en de taak de prestatie van het kind beïnvloedt. Hiervoor gebruiken ze de dynamische vaardighedentheorie. Deze theorie gaat ook uit van de driehoeksverhouding tussen de taak, het kind en de leraar. Een kleine verandering in de context (bijvoorbeeld meer aandacht van de leraar) kan zorgen voor een hogere prestatie van het kind. De dynamische vaardighedentheorie gaat er vanuit dat ontwikkeling een dynamisch proces is. Een kind kan op verschillende domeinen op verschillende niveaus zitten, zoals een hoge score op vormen herkennen en een lage score op technisch inzicht.

De context

Binnen de context waarin scaffolding plaats vindt worden twee aparte invloedsfactoren van elkaar onderscheiden: de materiële context (de taak) en de sociale context (de leraar). De invloeden van deze twee factoren worden achtereenvolgens besproken.

De materiële context

Onder materiële context wordt de taak en zijn mogelijkheden (1) en de vorm en structuur van de taak (2) verstaan.

  1. De mogelijkheden van de taak: de mogelijkheden vanuit de omgeving, ook wel affordances genoemd, bepalen hoe het kind presteert op de taak. Wanneer een kind een horizontale oppervlakte op kniehoogte ziet, zal het dit associëren met een zitplek. Een affordance moet onderzocht worden. Want het kind ziet de oppervlakte en vraagt zichzelf af of het wel stevig genoeg is om op te zitten. Zowel de persoon zelf als de omgeving (de taak) hebben invloed op de affordance.

  2. De vorm en structuur van de taak: hoe de taak eruit ziet en op wat voor manier de vraagstelling is, heeft invloed op de prestatie van het kind.

De sociale context

De sociale context van scaffolding wordt bepaald door de interactie tussen de leraar en het kind. De Om er achter te komen wat voor invloed de interactie heeft, moeten interactiepatronen binnen sociale scaffolding bestudeerd worden. Sociale scaffolding betekent dat de leraar precies genoeg begeleiding biedt aan het kind om de taak goed uit te kunnen voeren. Deze hulp wordt langzamerhand steeds meer afgebouwd. Er is dus sprake van contingentie (de leraar past zijn uitleg aan aan het kind), reductie (de uitleg wordt steeds minder) en transactie van verantwoordelijkheid (het kind kan steeds meer zelfstandig). Om interactiepatronen zichtbaar te maken, moet de rolverdeling en de manier waarop gecommuniceerd wordt met elkaar geobserveerd worden.

Het onderzoek

De auteurs van het artikel wilden de rol van de (sociale en materiële) context op het niveau van wetenschappelijk beredeneren van jonge kinderen onderzoeken. Het wetenschappelijk denkniveau van de kinderen is gedefinieerd als het begrip van concepten, de voorspellingen van kinderen en het vermogen tot beredeneren. Het onderzoek is opgedeeld in drie studies:

  1. Studie gericht op hoe kinderen een verschillend niveau hebben op de verschillende taken (materiële context).

  2. Studie gericht op de sociale scaffolding en sociale context, waarbij vier protocollen worden getoetst.

  3. Studie gericht op het verbale gedrag van de volwassene tijdens de uitleg van de taak (sociale context).

In de studies werden kinderen naar de natuurkundige principes van vier verschillende taken gevraagd. Steeds wanneer een kind een taak kreeg voorgelegd, moest het een voorspelling met uitleg geven. Een van de taken was de watertanktaak. Hierbij krijgt het kind een object aangereikt en moet hiervan zeggen of het in het water blijft drijven zinkt. Na een voorspelling te hebben gedaan, voert de volwassene de taak uit en vraagt hierbij aan het kind wat er gebeurt. Mocht het kind het fout hebben, moet de volwassene een aantal aanwijzende vragen stellen. Hierbij volgt de volwassene een van de vier onderstaande protocollen:

  • Het testprotocol, waarbij de volwassene een strikte procedure aan vragen volgt.

  • Het aangepaste protocol, waarbij de volwassene vrij is in de formuleringen van de suggestieve vragen tijdens de taak.

  • Het lesplanprotocol, waarbij de volwassene vooral naar voorspellingen en verklaringen moet vragen.

  • Het vrije protocol, waarbij de volwassene vrij is in de manier van vraagstellingen aanbieden (gesloten of open vragen).

Door het volgen van een van bovenstaande protocollen, wordt het kind tot zijn maximale niveau van beredeneren begeleid.

Resultaten

De resultaten van alle drie onderzoeken worden apart van elkaar besproken.

  • Studie 1: de resultaten laten zien dat de kinderen verschillende niveaus hebben op de verschillende taken. De watertanktaak had de meeste juiste voorspellingen met de meest complexe verklaringen. De affordance van deze taak, de bekendheid van het principe zinken/drijven voor kinderen, kan ervoor hebben gezorgd dat de kinderen de taak beter uitvoerden. De affordance heeft dus invloed op de taak. Ook is de taak (met 14 objecten) repetitief van karakter, waardoor het leereffect op heeft kunnen treden.

  • Studie 2: de invloed van de verschillende protocollen (die de volwassene volgde tijdens de taak) heeft invloed op de prestatie van het kind. In tegenstelling tot de verwachtingen van de onderzoeker, blijkt het testprotocol (met strikte regels en veel structuur) de meeste juiste voorspellingen bij het kind te ontlokken. Ook de complexiteit van de verklaringen bleek het best te zijn onder dit protocol.

  • Studie 3: het verbale gedrag van de volwassenen verschilt van elkaar. Er zijn vooral verschillen gevonden in de aanmoedigingen, informatie en instructie die volwassenen geven aan het kind. In tegenstelling tot wat gedacht werd, werd in het testprotocol de meeste aanmoedigingen aan het kind gegeven. Het geven van informatie was het hoogst in het lesplanprotocol. Het aangepaste protocol had de hoogste score op het geven van instructie. De invloed van het verbale gedrag van de volwassene bleek alleen effect te hebben op de prestatie van het kind, als het ging om het geven van aanmoedigingen aan het kind.

Conclusie

In dit onderzoek is onderzocht wat de rol is van de materiële en sociale context van het kind bij het prestatieniveau van het kind. Allereerst is gebleken dat kinderen op verschillende taken binnen hetzelfde domein verschillend scoren. Ten tweede is aangetoond dat kinderen beter scoren in testsituaties, waarin veel structuur is en weinig aanpassing van de volwassene is. Tegen de verwachtingen van de onderzoekers in, blijkt dat aanpassing aan het niveau van het kind (een van de kenmerken van sociale scaffolding) niet leidt tot betere resultaten van het kind. Kinderen presteren juist beter in vooraf gestructureerde settingen. Het minst op het kind aangepaste protocol (het testprotocol) leidde tot de best prestaties bij het kind. Dit protocol bestond juist uit veel aanmoedigingen en herhalingen van de vraagstelling.

Aanbevelingen voor vervolgonderzoek zijn het observeren van het non-verbale gedrag van de volwassene en het uitbreiden van leeftijdscategorie van de participanten. Aan dit onderzoek hebben namelijk alleen kleuters, in de leeftijd 4 tot en met 6 jaar, meegedaan. Om te kijken of de resultaten ook te generaliseren zijn naar oudere kinderen, moet vervolgonderzoek zich richten op oudere participanten.

Concluderend stellen de auteurs van het artikel vast dat de drie participanten (taak, kind en volwassene) met elkaar de context voor de prestatie op de taak bepalen.

Image

Access: 
Public

Image

This content refers to .....
Pedagogy and education - Theme
Click & Go to more related summaries or chapters:

Samenvatting van artikelen over Ontwikkeling, opvoeding en onderwijs 20/21

Family pedagogics & Upbringing: The best scientific articles summarized

Educational sciences and Didactics: The best scientific articles summarized - Exclusive

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1746 2