Internationaal Publiekrecht - UvA - B2 - Oefenmaterialen
- 1204 reads
Gewoonterecht bestaat uit twee elementen. We lke elementen zijn di t? Geef van ieder element één concreet voorbeeld.
Op 20 februari ontploft er een bom in een hotel in Apollonia. Na enig speurwerk van de politie van Apollonia blijkt dat de daders voornamelijk de nationaliteit hebben van Mercuria en zich ook op het grondgebied van Mercuria bevinden. Mercuria wil de daders berechten.
a) Mag Apollonia de daders zelf arresteren op het grondgebied van Mercuria? Waarom wel/niet?
b) Op grond van welk beginsel mag Mercuria de daders zelf berechten?
Beschrijf het collectieve veiligheidssysteem van de Verenigde Naties, zoals dat is neergelegd in het VN Handvest.
Stel: als gevolg van vergaande milieuwetgeving zijn normale printers voortaan verboden wegens te vervuilend. Enkel milieuvriendelijke printe rs zijn nog toegestaan. Het Britse Human Packer produceert al milieuvriendelijke printers sinds de jaren ’90, en is altijd een kleine speler geweest op de markt van prin ters. Human Packer printers werken met inktpatronen op waterbasis, zij pr oduceren geen enkele hitte en ze gebruiken tot 10% minder energie dan normale printers. Als gevolg van de strenge milieuwetgeving worden de Human Packer printers plots een overweldigend succes; de verkoop verdrievoudigt en binnen een jaar beschikt Human Packer over een marktaandeel van 60% op de Europese markt. Bij Office@Home, een van oorsprong Nederlandse keten in kantoorbenodigdheden, met vestigingen in meerdere landen van de Eur opese Unie, kunnen de inktpatronen van Human Packer printers worden bijgevuld; Human Packer levert Office@Home daartoe jaarlijks grote hoeveelheden inkt op waterbasis. Echter, na een succesvol jaar besluit Human Packer zelf een bijvul-service op te zetten om c liënten te bedienen. Daarom beëindigen zij de leveringen van inkt aan Office@Home. Office@Ho me vreest failliet te gaan.
Is het handelen van Human Packer volgens u in strijd met een Europese mededingingsregel? Geef gemotiveerd aan waarom wel of waarom niet. Wees volledig in uw antwoord en beargumenteer zorgvuldig.
Als gevolg van de plotse immense populariteit van de Nordmann, een nieuwe kerstboomvariëteit, voelt de Deense Kerstboom Kwekers Organisatie (DKKO), de overkoepelende organisatie die de belangen behartigt van de Kerstboomkwekers in Denemarken, zich begin 2008 geroepen om naar haar leden richtlij nen uit te zenden met betrekking tot de prijzen die de kwekers moge n vragen aan de groot- en kleinhandelaren voor deze bomen. De Deense Mededingingsautoriteit is van mening van DKKO door zo te handelen de mededingingswetgeving overtreedt, ook gelet op het feit dat in de winter van 2008 de gemiddelde prijs van de kerstbomen met 25% is gestegen. Echter, de directeur van DKKO, de heer Oestergaard, meent dat de richtlijnen louter advies en kennisoverdracht betreffen, en stelt dat “het rondzenden van cijfertjes niet illegaal is”. Bovendien zijn de prijzen van de bomen volgens de heer Oestergaard gestegen als gevolg van de excessief gestegen vraag naar kwaliteitsbomen in binnen- en buitenland; de Nordmann kerstbomen 11verwerven immers steeds meer bekendheid in West-Europa (ongeveer de helft van de Deense export gaat naar Duitsland), en zij worden bovendien langzaam ook in Oost-Europa geïntroduceerd. De Deense Mededingingsautoriteit is niet onder de indruk van de argumenten van de heer Oestergaard, en star t een formeel onderzoek in de zaak. De Europese Commissie neemt via het Europese Mededingingsnetwerk (European Competition Network, ECN) kennis van deze zaak.
a) Is het handelen van DKKO volgens u in strijd met een Europese mededingingsregel? Geef gemotiveerd aan waarom wel of waarom niet. Wees volledig in uw antwoord en beargumenteer zorgvuldig.
b) Ongeacht uw antwoord op vraag a, overweegt de Europese Commissie deze zaak te behandelen, gelet op het feit dat de z aak ook grensoverschrijdende aspecten in zich draagt. Geef aan wat de procedurele mogelijkheden zijn voor de Commissie om deze zaak over te nemen van de nationale mededingingsautoriteit.
In zijn preadvies “De denationa lisering van het Strafrecht” stelt René Barents: “Populair gezegd (…) het beeld van de derde pijler als veilige haven voor het strafrecht ruw is verstoord.” Ook het belang van de eerste pijler (het Gemeenschapsrecht) voor het nationale strafrecht neemt alleen maar toe.
a) Betekent dit nu ook dat het strafrecht geheel onder de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap valt?
b) Op welke wijze draagt het arrest C-105/03 (Pupino) bij aan de grotere invloed van de Europese Unie, en het Europese recht, op het strafrecht van de lidstaten?
Elementen gewoonterecht:
1. Praktijk = objectief element (Nollkaemper randnummer 231)
a. gedurende een zekere periode (North Sea Continental Shelf, par. 74, Nollkaemper randnummer 235)
b. op een bepaalde wijze gedragen (Nollkaemper randnummer 234)
c. uniform (representatief) & omvangrijk (Nicaragua 186; Cont. Shelf, par. 74, Nollkaemper randnummer 233,234)
Voorbeeld: handelingen van alle staatsorganen (regering, wetgever of rechter, Nollkaemper randnummer 225, 232), verdragenpraktijk (sluiten van mensenrechtverdragen)
2. Opinio Juris = Rechtsovertuiging = subjectief element (Nollkaemper randnummer 231, 236)
Overtuiging: Staten zijn van oordeel dat bepaalde praktijk door internationaal recht wordt vereist dan wel is toegestaan. Zij volgen deze praktijk niet uitsluitend omdat deze politiek wenselijk is, maar handelen ter uitvoering van een juridische verplichting. (Nollkaemper, randnummer 236, North Sea Continental Shelf, para. 78, Nicaragua)
Voorbeeld: uitdrukkelijke verklaringen van Staten en regeringsvertegenwoordigers, protest (humanitaire interventie in Kosovo), beroep op uitzonderingenbesluiten van internationale organisaties (Nollkaemper randnummer 237)
a) Het gaat hier om handhavende jurisdictie (bevoegdheid om regels te handhaven). Hiervoor geldt dat een Staat deze in beginsel uitsluitend op eigen grondgebied mag uitoefenen (territorialiteitsbeginsel). Dit heeft het Permanente Hof van Internationale Justitie bepaald in de Lotus-zaak (“a State may not exercise its power in any form in the territory of another State”). Een Staat mag alleen verdachten arresteren op het grondgebied van een andere Staat als deze daarvoor toestemming heeft gegeven of indien de bevoegdheid voortvloeit uit een verdrag waarbij beide Staten zijn aangesloten. De casus geeft geen informatie over het bestaan van een verdrag. Derhalve, als Apollonia de daders wil arresteren, zal het daarvoor toestemming moeten vragen aan Mercuria. Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat Mercuria toestemming zal geven, aangezien het de daders zelf wil berechten. (Nollkaemper randnummer 130, 132)
b) Het gaat hier om rechtsprekende jurisdictie (bevoegdheid om rechtsregels toe te passen). Mercuria mag de daders die de Mercuriaanse nationaliteit bezitten, berechten op grond van het actieve nationaliteitsbeginsel. De overige daders kan Mercuria in beginsel niet berechten.(Nollkaemper randnummer 123)
Alternatieve antwoorden die deels goed zijn gerekend:
Universaliteitsbeginsel met de redenatie dat het om een ernstig internationaal misdrijf gaat/schending ius cogens-norm: 3 punten
Passief nationaliteitsbeginsel als de slachtoffers Mercuriaans zijn: 2 punten
Het eerste centrale element van het collectieve veiligheidssysteem van de VN is het verbod van de dreiging of het gebruik van geweld (1 punt) zoals neergelegd in art. 2 lid 4 van het VN-Handvest (1 punt). (NK rn 401)
Een uitzondering op het geweldsverbod is het gebruik van geweld ter zelfverdediging (1 punt) zoals neergelegd in Artikel 51 (1 punt). (NK rn 405)
Het tweede element is de verplichting voor staten om hun geschillen op vreedzame wijze op te lossen (1 punt). Deze verplichting is neergelegd in art. 2 lid 3 en Artikel 33 van het VN-Handvest (1 punt voor noemen van een van deze artikelen). (NK rn 405)
Het derde element is de centralisering van de handhaving (enforcement) van de internationale vrede en veiligheid. Dit is het doel van de Verenigde Naties, in het bijzonder de VN Veiligheidsraad (evt. verwijzing naar Artikel 1(1) en/of Artikel 24/25). (1 punt). (NK rn 406)
Voordat de VR (militaire) dwangmaatregelen kan nemen dient hij echter twee stappen te nemen. Eerst dient de VR vast te stellen dat een bepaalde situatie kan worden aangemerkt als een bedreiging van de vrede, inbreuk op de vrede of een daad van agressie (1 punt), zoals neergelegd in Artikel 39 (1 punt). (NK rn 407, 409)
Vervolgens dient hij te beslissen welke maatregelen hij zal nemen. Dat kunnen niet-militaire dwangmaatregelen zijn, zoals b.v. het instellen van een economische boycot of een wapenembargo (1 punt), zoals neergelegd in Art. 41 (1 punt). (NK rn 410)
Het kunnen ook militaire dwangmaatregelen zijn (1 punt), zoals neergelegd in Art. 42 (1 punt). (NK rn 413)
Aangezien de VR niet zelf over kan gaan tot het gebruik van geweld, kan de VR hooguit lidstaten en/of internationale organisaties (zoals de NAVO) het recht geven (of ‘autoriseren’ of ‘machtigen’) om geweld te gebruiken (2 punten). (NK rn 414)
Beïnvloeding tussenstaatse handel:Het betreft een Britse printerfabrikant met een aandeel van 60% op de Europese markt, en een Nederlandse kantoorbenodigdhedenketen met vestigingen in meerdere EU lidstaten; mede gelet op de ruime definitie van het begrip “beïnvloeding tussenstaatse handel” is er sprake van beïnvloeding van de tussenstaatse handel. Daarom dient bekeken te worden of artikel 82 EG (en niet artikel 24 van de Nederlandse mededingingswet) van toepassing is op deze situatie.
Onderneming: Human Packer oefent als printerfabrikant zelfstandig economische activiteiten uit en is daarmee te kwalificeren als onderneming.
Economische machtspositie:
relevante productmarkt
Criterium: mate van substitueerbaarheid (zie ook arrest United Brands): het betreft de markt van printers.
relevante geografische markt
Criterium: Binnen welk gebied concurreren de producten met elkaar?
Gelet op de elementen in de casus betreft het hier de Europese markt.
marktpositie onderneming
Heeft Human Packer een machtspositie, de mogelijkheid zich onafhankelijk te gedragen (United Brands arrest, Microsoft arrest)? Human Packer heeft een marktaandeel van 60 % op de markt van printers. Bij een marktaandeel van 50% of meer is sprake van een weerlegbaar vermoeden dat een onderneming een machtspositie heeft. Ook heeft Human Packer wellicht een technische voorsprong, aangezien zij al jaren milieuvriendelijke printers fabriceren. Ook andere factoren, als relatieve marktaandeel spelen een rol maar zijn hier niet bekend.
Misbruik en eventuele rechtvaardigingsgrond: Het gedrag van Human Packer zou misbruik kunnen opleveren in strijd met artikel 82 EG-Verdrag, omdat Human Packer weigert om te leveren aan Office@Home, zie ook United Brands waar een gelijkaardig misbruik werd vastgesteld. Er is in dit geval ook geen objectieve rechtvaardigingsgrond aan te wijzen.
Conclusie: Human Packer is een onderneming met een mogelijke machtspositie op de Europese markt van printers; haar handelen houdt misbruik van een machtspositie in, in strijd met artikel 82 EG.
a)
Beïnvloeding tussenstaatse handel: Gelet op de export naar andere EU lidstaten, en de ruime definitie van het begrip “beïnvloeding tussenstaatse handel”, is er sprake van beïnvloeding van de tussenstaatse handel. Daarom dient bekeken te worden of artikel 81 EG (en niet artikel 6 Mw) van toepassing op deze situatie.
Onderneming / Ondernemersvereniging: De DKKO is een ondernemersvereniging de zin van artikel 81 EG.
Overeenkomst, besluit of onderling afgestemde feitelijke gedraging: Er is wellicht sprake van een besluit van de ondernemersvereniging, immers ook richtlijnen kunnen een besluit in de zin van artikel 81 EG zijn, op voorwaarde dat ze bindend zijn. Er kan ook worden beargumenteerd dat er daadwerkelijk sprake is van adviesprijzen die als richtpunt voor een onderling afgestemde feitelijke gedraging (o.a.f.g.) zorgen, nl. onderling afgestemd tijdens de vergadering van de vereniging en de feitelijke gedraging is erin gelegen dat ze zich aan de richtlijnen houden (zie ook de Commissie beschikking m.b.t. de Nederlandse biermarkt).
Strekking of effect mededingingsbeperking: Het gedrag van de DKKO is in strijd met artikel 81 EG, omdat het een verboden prijsbesluit dan wel een verboden o.a.f.g. betreft, waardoor de mededinging beperkt wordt; er wordt de kwekers immers een bepaald prijsbeleid opgelegd.
De-Minimis: Het betreft een hardcore-restrictie, nl. een prijsafspraak; de De Minimis Bekendmaking is dus niet van toepassing.
Uitzonderingen: Er zijn geen uitzonderingen zoals opgenomen in artikel 81 lid 3 of groepsvrijstellingen van toepassing.
b)
Artikel 11 lid 6 Verordening 1/2003: Wanneer de Commissie een procedure begint, ontneemt dit de nationale autoriteit de bevoegdheid tot toepassing van artikel 81 EG. Indien een nationale mededingingsautoriteit de zaak reeds in behandeling heeft genomen, begint de Commissie alleen een procedure na overleg met deze autoriteit.
a)
Nee. De Gemeenschap mag alleen strafrechtelijke handhaving van een Richtlijnbepaling eisen, en dan nog alleen waar dit echt noodzakelijk is voor de effectiviteit van deze bepaling. Deze bevoegdheid is dus sterk gebonden aan een bestaande bevoegdheid / rechtsbasis, zie arrest C-176/03 Commissie t. Raad (Ro 48). Bovendien behoort de vaststelling van de aard en de hoogte van de op te leggen strafsanctie niet tot de bevoegdheid van de Gemeenschap. (Arrest c-440/05 Commissie t. Raad ro. 70, 34)
b)
Hoewel kaderbesluiten uit de derde pijler geen directe werking hebben (in tegenstelling tot een Richtlijn), heeft het Hof bepaald dat er wel het equivalent van Richtlijnconforme interpretatie geldt. Op deze wijze kunnen kaderbesluiten alsnog direct een invloed uitoefenen in de rechtsorde van een lidstaat, inclusief bij de toepassing van het strafrecht. Dit was ook het geval in de Pupino zaak waar het kaderbesluit-conforme interpretatie betrof van nationale regels van strafprocesrecht.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat oefententamens bij het vak Internationaal Publiekrecht aan de Universiteit van Amsterdam.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1640 |
Add new contribution