Collegeaantekeningen Onderneming en Recht - Rechten UL B2 - 2019/2020

 

  • College-aantekeningen voor het vak Onderneming en Recht
  • Rechtsgeleerdheid Bachelor 2 aan de Universiteit Leiden
Bundle items:
College Ondernemingsvormen, rechtsvormen, wijzen van ontstaan resp. oprichting (I)
College Ondernemingsvormen, rechtsvormen, wijzen van ontstaan resp. oprichting (II)
College Vermogensstructuur
College Bedrijfswetenschappen: de onderneming als economisch verschijnsel
College Bedrijfswetenschappen: balans en kostenindelingen
College Bedrijfswetenschappen: financiering en vreemd vermogen
College Financiering en de NV
College Personenvennootschappen
College Aandeelhouderschap
College Het bestuur
College Vertegenwoordiging
College Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid
College Herstructurering
College Corporate Governance
Onderneming & Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Crossroads: activities
This content is used in bundle:

Aantekeningenbundel - B2 - Rechten - UL

Directe Belastingen I - UL B2 - StudyNotes (2015-2016)

Directe Belastingen I - UL B2 - StudyNotes (2015-2016)

Deze aantekeningen zijn gebaseerd op het vak Directe Belastingen I in 2015-2016.



Hoorcollege 1 

Inkomstenbelasting gaat om de heffing over inkomen. Hierbij wordt veel rekening gehouden met persoonlijke omstandigheden. Het gelijkheidsbeginsel is belangrijk, dit uit zich in het progressieve stelsel en de kortingen etc.. Ook het draagkrachtbeginsel is belangrijk. Het draagkrachtbeginsel is volgens Prof. Boer het gelijkheidsbeginsel toegepast in het belastingrecht.

Inkomstenbelasting was vroeger meer een indirecte belasting door de heffing op uiterlijke verschijningsvorm (huizen, paarden etc.). Accijnzen treft mensen met minder geld zwaarder, omdat men niet eindeloos kan eten. En in dit stelsel wordt ook spaargeld niet belast. De stand van technologie bepaalt wat je kan belasten (er is informatie nodig). De embryonale inkomstenbelasting wordt gaandeweg vervangen door geavanceerdere systemen.

Het systeem uit 1914 is nog te grof. Tijdens de bezetting wordt in Nederland het Besluit op de Inkomstenbelasting door de Duitsers ingevoerd, deze blijft nog tot 1964 in werking. Tot 2001 lijken de Duitse en Nederlandse inkomstenbelasting dan ook op elkaar. In 2001 treedt de Wet inkomstenbelasting 2001 in werking. Er wordt tegenwoordig door de politiek aangedrongen op een stelselhervorming van de inkomstenbelasting.

Inkomsten zou je kunnen zien als iets waar de belastingplichtige een prestatie voor heeft verricht. Maar als deze tegenprestatie mist, zoals bijvoorbeeld bij wederrechtelijke inkomsten, is dit alsnog inkomen volgens de wetgever. Er bestaat een onderscheid tussen actief (prestatie) en passief (niets voor gedaan) inkomen.

Er zijn 5 inkomenstheorieën, die bepalen wat inkomen is.

  1. Verbruikstheorie

  2. Periodiciteitstheorie

  3. Bronnentheorie

  4. Productietheorie

  5. Vermogensvermeerderingstheorie

Met name theorie 3 en 5 zijn belangrijk. De bronnentheorie stelt dat iets een inkomen is als het uit een bron van inkomen komt. Alles wat uit deze bron komt, is belast. Als men de bron zelf verkoopt, is dat geen inkomen, vermogenswinsten zijn dus niet belast. De vermogensvermeerderingstheorie stelt dat het niet uitmaakt waar inkomen vandaan komt, alles wordt belast. De stelregel is dan:.....read more

Access: 
Public
Europees Recht - UL B2 - StudyNotes (2015-2016)

Europees Recht - UL B2 - StudyNotes (2015-2016)

Deze aantekeningen zijn gebaseerd op het vak Europees Recht in 2015-2016.


Europees Recht hoorcollege 1

De Europese Unie (hierna: EU) bestaat nu uit 28 lidstaten. Dit is niet in één keer ontstaan. Het begon in 1952 met de Gemeenschap van Kolen en Staal, die bestond uit België, Frankrijk, Duitsland, Italie, Luxenburg en Nederland. Daarna is de EU steeds verder uitgebreid. Hier een overzicht van de uitbreidingen door de jaren heen:

1973: Denemarken, Ierland en VK.

1981: Griekenland

1986: Portugal, Spanje

1995: Finland, Oostenrijk en Zweden

2004: Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije, Tsjechië

2007: Bulgarije, Roemenië

2009: Kroatië

Vroeger was er eigenlijk een situatie waarin er in feite constant oorlog was. Na de Tweede Wereldoorlog heerste de eerste gedachte ‘nooit meer oorlog’. Globaal gezegd heeft de EU heeft er voor gezorgd dat er vrede is tussen de Europese landen. De EU verwezenlijkt dus onder andere de vrede. Daarnaast is de welvaart toegenomen sinds het bestaan van de EU. Ook is Europa één van de belangrijke handelsblokken in de hele wereld. Binnen de EU bestaan er bovendien ook geen binnengrenzen meer. Als EU-burger kan je vrij reizen binnen de EU, kun je wonen in andere lidstaten en kun je er zelfs gaan werken. Ten slotte bestaat er tot de dag van vandaag een gemeenschappelijke munt. Vanuit praktisch oogpunt is hier wel wat voor te zeggen.

Toch is het zo dat de EU in een existentiële crisis verkeert. Dit is de meest fundamentele crisis waarmee de EU ooit geconfronteerd is. Jaren geleden was er de financiële crisis, waardoor de schatkisten van de staten zeer aangeslagen waren. Hier bovenop kregen we de schuldencrisis. De enige reserves die de lidstaten nog over hadden, werden nu nog verder aangesproken.

Op het politieke vlak hebben we gezien dat de EU geëvolueerd is van 6 lidstaten naar 28 lidstaten, maar nu wordt de EU voor het eerst geconfronteerd met het feit dat een land (VK) dreigt met een opstap.

Ten slotte hebben we sinds enkele maanden de vluchtelingencrisis erbij. Deze crisis zou op dit moment wel eens de zwaarste bedreiging kunnen vormen voor de Europese samenwerking.

Crisis in de Eurozone

De EU kent dus 28 lidstaten en de Eurozone bestaat uit 19 lidstaten. Niet ieder land dat tot de Unie behoort, heeft dus de euro als munt. Aanvankelijk waren er zelfs 11 lidstaten met de euro. Er werden criteria verbonden aan het toetreden tot de Eurozone en hier voldeed niet iedereen aan. Ondanks het feit dat we de laatste jaren dus een crisis kennen, zijn er toch landen die het waardevol vinden om tot de Eurozone toe te treden......read more

Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL B2 - StudyNotes (2015-2016)

Materieel Strafrecht - UL B2 - StudyNotes (2015-2016)

Deze aantekeningen zijn gebaseerd op het vak Materieel Strafrecht in 2015-2016.

Bevat aantekeningen bij de eerste 11 hoorcolleges en werkgroepen 3 t/m 9.



Hoorcollege week 1

Hoe dit college eruit ziet

In dit college wordt praktische informatie gegeven over hoe het vak materieel strafrecht eruit ziet, wat je kan verwachten, hoe het tentamen eruit zal zien, accenten van dit vak en ten slotte wordt er een inleiding in het materiële strafrecht gegeven.

Vakinformatie

Materieel strafrecht is een onderdeel van de drie bachelorvakken over strafrecht. De andere twee zijn inleiding strafrecht en strafprocesrecht. Het vak materieel strafrecht ziet op de strafrechtelijke aansprakelijkheid. Wie, waarom, wanneer, maar ook wie, waarom en wanneer niet? Hierbij horen de leerstukken, waar in dit vak de ondergrenzen belangrijk zijn. Wanneer is er minimaal sprake van het desbetreffende leerstuk? Wat zijn de lichtste criteria? Hierbij wordt ook genoemd dat voorwaardelijk opzet een belangrijk onderdeel vak is, aangezien dit de lichtste vorm van opzet is. Voorwaardelijk opzet: het wetens en willens een aanmerkelijke kans aanvaarden.

Overview van het materiële strafrecht

Het materiële strafrecht bepaalt wie wanneer en waarom strafrechtelijk vervolgd zou kunnen worden. Of dit gebeurt en hoe dit gebeurt is strafprocesrecht. Materieel strafrecht ziet alleen op de strafrechtelijke aansprakelijkheid. Essentieel voor strafrechtelijke vervolging zijn de strafbaarstellingen. Dit zijn de wetsbepalingen die bepaalde gedragingen verbieden. Dit zijn dus de artikelen uit Sr als 287, 310, 350 Sr en nog vele anderen, maar dit zijn vrij bekenden. Indien bestanddeel voor bestanddeel bewezen kan worden dat deze gedraging plaats heeft gevonden, dan is er sprake van een strafbare gedraging. Daarna kan er nog gekeken worden naar rechtvaardiging of strafuitsluiting, maar dat is pas relevant op.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - UL B2 - StudyNotes (2015-2016)

Verbintenissenrecht - UL B2 - StudyNotes (2015-2016)

Deze aantekeningen zijn gebaseerd op het vak Verbintenissenrecht in 2015-2016.



Hoorcollege week 1

Het burgerlijk recht kent een tweescheiding in het personenrecht en het objectieve vermogensrecht. Het objectieve vermogensrecht kent een verschil tussen het goederen- en verbintenissenrecht. Het goederenrecht gaat over de goederenrechtelijke en zakelijke rechten, ofwel over de vraag wat de relatie is van een persoon tot een goed? Het verbintenissenrecht bestaat uit verbintenissen die volgen uit de wet en verbintenissen uit overeenkomst, ofwel over de vraag wat de rechtsverhouding tussen personen is?

1. Contract en onrechtmatige daad

Eerst heeft men vrijheid, dan gebondenheid. Tussen vrijheid en gebondenheid komt een overeenkomst tot stand (de vrijheid houdt op en gebondenheid begint). Vrijheid-In het verbintenissenrecht geldt hetbeginsel van contractvrijheid. Zonder gegeven woord bestaat geen gebondenheid

  • Men moet rechtsgoederen en belangen van anderen ontzien
  • Grondslag voor schadeplichtigheid is art. 6:162 BW. Strijd met maatschappelijke betamelijkheid, strijd met de wet, inbreuk op een recht. Functie bij het waarborgen van het precontractuele proces (niet de enige).

Gebondenheid:

  • Het beginsel van contractsvrijheid geldt
  • Contracteren mag met wie je wilt en met elke gewenste inhoud
  • Er geldt consensualisme (vormvrijheid)
  • Het gegeven woord bindt partijen
  • Grondslag voor gebondenheid: wilsovereenstemming (art. 3:33 en 6:217 BW); bescherming van gerechtvaardigd vertrouwen (art. 3:35 BW). Alternatieve grondslag.

Stel je hebt je gebonden,er ontstaat dan gebondenheid. Er is dan een verbintenis tot het doen, geven of nalaten. De crediteur heeft een recht op nakoming, dit is in beginsel afdwingbaar (art. 3:296 BW). Men is verplicht tot schadevergoeding als er een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een verbintenis is (art. 6:74 BW).

Het begrip verbintenis staat niet gedefinieerd in de wet. Professor Van Boom definieert verbintenis als: rechtsverhouding krachtens welke de een (crediteur/schuldeiser) een prestatie te vorderen.....read more

Access: 
Public

Onderneming & Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Onderneming en Recht - UL - B2 - Oefenbundel - Gedeelte Bedrijfswetenschappen

Onderneming en Recht - UL - B2 - Oefenbundel - Gedeelte Bedrijfswetenschappen

Deze bundel bevat oude en oefententamens bij het vak Onderneming en Recht aan de Universiteit Leiden, gedeelte Bedrijfswetenschappen

Onderneming en Recht - UL - B2 - Oefenbundel - Gedeelte Onderneming & Recht

Onderneming en Recht - UL - B2 - Oefenbundel - Gedeelte Onderneming & Recht

Deze bundel bevat  oefententamens bij het vak Onderneming en Recht aan de Universiteit Leiden, gedeelte Onderneming & Recht

Follow the author: Law Supporter
Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1770 1