Collegeaantekeningen Onderneming en Recht - Rechten UL B2 - 2019/2020
- 1996 keer gelezen
Een onderneming heeft een rechtsvorm nodig om aan het rechtsverkeer deel te kunnen nemen. De meest basale is de natuurlijke persoon, maar er zijn ook echte rechtsvormen, personenvennootschappen en vennootschappen. de focus ligt deze week op de personenvennootschappen. Dit zijn de maatschap, de vof en de commanditaire vennootschap.
De maatschap, vof en cv staan geregeld in boek 7A BW en de Wet van Koophandel. Deze artikelen komen en zijn uit 1838. Gezien de onleesbaarheid zijn er wijzigingen ingediend. Deze vennootschappen moeten in boek 7 komen, waar de bijzondere overeenkomsten staan. De rechtsvormen moeten aan de ondernemers worden aangereikt, en de betrokkenen moet bescherming geboden worden tegen machtsmisbruik. Deze doelen van de wet zitten ook in Boek 7A en de Wet van Koophandel. De conceptwet bleek deze doelen niet na te streven, volgens de Minister van Justitie en Veiligheid. Oftewel: de huidige wetten zullen niet gewijzigd gaan worden. Poging tot aanpassing is mislukt.
De maatschapsdefinitie in art. 7A:1655 BW wordt op voortgebouwd door de definitie voor de vof en de cv. De vof en cv kennen eigen bijzondere regels, die ze van de maatschap onderscheiden. Van een maatschap is sprake als aan de elementen van art. 7A:1655 BW is voldaan. Volgens het arrest Astense dierenartspraktijk zijn de eisen als volgt:
overeenkomst
samenwerking: op basis van gelijkheid
verdeling: voordeel moet verdeeld worden
inbreng
doel: voordeel voor alle deelnemers
Een overeenkomst wordt aangegaan. Een maatschap gaat de ondernemer dus aan. Een ondernemer richt geen maatschap op. Oprichten is voor rechtspersonen.
De maatschapsovereenkomst vereist geen vormvereisten. Mondelinge overeenkomst volstaat dus ook. Notariële akte is dus niet nodig. Een maatschap heeft ook geen statuten. Inschrijven bij het Handelsregister is wel noodzakelijk, maar die informatie kan niet door derden worden opgevraagd. Artikel 22 BW zegt dat de vof een notariële of een authentieke akte nodig is. Een akte is alleen van nut tussen de vennoten. Derden kunnen niets bereiken met het gemis van een akte. Omdat die akte alleen maar interne werking heeft, werkt e-mailverkeer tussen de vennoten dus ook als akte.
Samenwerking op basis van gelijkheid onderscheidt de maatschap van de relatie tussen werknemer en werkgever. De ondergeschiktheid bestaat niet binnen de maatschap.
De verdeling van voordeel staat in art. 7A:1670 BW. De wet zegt dat de overeenkomst vooraan staat. Is er niets geregeld, dan geldt lid 1. Dat zegt dan dat ieders aandeel gelieerd is aan de ingebrachte inbreng. Met betrekking tot degene die alleen arbeid ingebracht heeft: volgens lid 2 wordt zijn aandeel gelijkgesteld met het aandeel van de vennoot die het minst heeft ingebracht. Natuurlijk mag hiervan afwijken altijd.
Inbreng staat in art. 7A:1662 BW. De inbreng is in de moderne wereld veel veelzijdiger dan de tijd van het formuleren van art. 7A:1662 BW.
Doel is voordeel voor alle deelnemers en is in beginsel volledig vrij. De enige begrenzing staat in art. 7A:1672. Een of meer vennoten mag niet mag niet uitgesloten worden van winstdeling. Lid 2: verliezenuitsluiting mag wel. Overigens zijn doelen van kostenvermindering of verliesbeperking ook legitieme maatschapsdoelen.
De maatschap, vof en cv zijn bijzondere overeenkomsten. Ze staan in boek 7 BW, boek 7A BW (de extensie van boek 7) en de Wet van Koophandel. Het is pas een personenvennootschap als er aan art. 7A:1655 BW is voldaan, niet als de vennoten dat zo noemen. Toetsing of iets een maatschap is, is voorbehouden aan de rechter, niet aan de vennoten.
De maatschap heeft beperking in art. 7A:1679 BW jis. 7A:1680 en 1681 BW. Elke vennoot is alleen voor zijn deel persoonlijk verbonden. Ieder is aansprakelijk voor gelijke delen. Inbreng doet hier niet toe. Artikel 7A:1681 vereist volmacht. Zonder volmacht kan de maatschap niet verantwoordelijk gehouden worden. De schuldeiser kan ook verhaal nemen op het gemeenschappelijke vermogen van de maatschap. Dus: privé-aanspraak: elke maat voor gelijk deel. Maatschap-aanspraak: het maatschapsvermogen.
Hoofdelijke verbondenheid kan echter wel. Artikel 7:407 lid 2 BW zet ook de maten voor hoofdelijke aansprakelijkheid. Vereiste: overeenkomst van opdracht. In die titel zit dat artikel immers.
De Wet van Koophandel (WvK) beheerst de vof en cv. Artikel 16 WvK geeft de definitie van de vof. De vof is een maatschap, tot uitoefening van een bedrijf, onder gemeenschappelijke naam. De vof is een gekwalificeerde maatschap. Alles wat bij de vof afwijkt van de maatschapsbepalingen, gaan voor. Als ergens geen vofbepaling is, geldt de maatschapsbepaling.
Een voorbeeld geldt voor de bevoegdheden. Wie bevoegd is tot handelen namens de vennootschap, mag dit doen en bindt derden (art. 17 WvK). Bij de vof speelt de volmacht geen rol. De enige uitzondering is als de vennoot uitgesloten of beperkt is in zijn bevoegdheden door de andere vennoten. Artikel 18 benoemt de hoofdelijke verbondenheid van alle vennoten.
De cv is een overeenkomst tussen de commanditaire en beherende vennoot. Er is dus verschil tussen de ene en de andere vennoot. De wet zegt niet dat de cv een gekwalificeerde maatschap is, maar dat is wel zo. Een cv kan ook een gekwalificeerde vof zijn, blijkt uit art. 19 lid 2 WvK. De cv kent alleen aansprakelijkheid van de beherende vennoten. Artikel 20 lid 2 WvK houdt de geldschieter op zijn plaats als geldschieter. Dit heet het beheersverbod, ook wel bestuursverbod genoemd. De geldschieter mag ook niet onder volmacht namens de cv handelen. De geldschieter krijgt ook voordelen in art. 21 WvK. De geldschieter heeft een betalingsverplichting en aansprakelijkheid vergelijkbaar met een aandeelhouder. Overtreedt de geldschieter een van zijn verboden: dan is de geldschieter zijn bescherming kwijt en hoofdelijk verbonden wordt.
Wanneer is er sprake van een vof of een cv? De vof is een bedrijf onder gemeenschappelijke naam aangegaan. De cv ook, ook al staat dat nergens. Men werkt met twee categoriseringen: beroep tegenover bedrijf en uitoefening zonder handelsnaam naar buiten treden tegenover uitoefening met handelsnaam naar buiten treden.
Beroep werd als chique beschouwd in de oude wettekst. De persoonlijke kwaliteiten staan centraal en er is een vertrouwensband en er zijn ereregels en tuchtrecht. Oftewel, beroep is posh, bedrijf is alledaags. In een schema weergegeven zie je dat een bedrijf met een gemeenschappelijke naam een cv is, en zonder gemeenschappelijke naam en zonder bedrijf (dus beroep) is de onderneming altijd een maatschap.
Uit het arrest Astense dierenartspraktijk komen de criteria gelijkheid en persoonsgebondenheid naar voren. Zonder gelijkheid in de samenwerking en persoonlijke gebondenheid voor de verbintenissen aangegaan door de onderneming is een maatschap niet mogelijk. Toetsing van deze twee criteria vindt plaats bij de rechter. De criteria uit het arrest komen ook voor bij de vof en de cv, want de vof is een gekwalificeerde maatschap en de cv een gekwalificeerde vof. Artikelen zijn 16 en 19 WvK.
Een maatschap wordt getoetst aan gelijkheid en persoonsgebondenheid. Zonder samenwerking op gelijke voet geen maatschap en zonder aansprakelijkheid uit privévermogen ook niet. Een maatschap vloeit voort uit overeenkomst. Deze hoeft niet op papier te staan, maar mag ook mondeling plaatsvinden. De maatschap mag dus op grond van gedragingen worden afgeleid. Dit is dan een niet ingeschreven maatschap (stille maatschap) die in de wet gelijkgesteld is aan de maatschap.
Een vof en cv moeten openbaar zijn. Een kwalificatievorm vereist in art. 16 WvK ook een bedrijfsvoering, dus elk beroep is een maatschap. Dus alleen een openbaar (met gemeenschappelijke naam) bedrijf kan dus een vof of een cv zijn. Een gekwalificeerde maatschap met een stille vennoot (die geen arbeid inbrengt en niet op de voorgrond treedt) is een cv. Heeft de maatschapskwalificatie geen stille vennoot, dan is het een vof.
Een duidelijke beperking in artikel 22 WvK lijkt heel sterk, omdat een akte vereist wordt voor een vof (en dus ook een cv). Maar artikel 22 wordt afgezwakt door het zinsdeel “zonder dat”, namelijk dat het gebrek van een akte geen enkel verschil kan maken naar buiten toe. Zonder akte kan een vof toch een vof zijn. Het arrest Astense dierenartspraktijk versterkt dit alleen maar. De overeenkomst tot vof kan immers ook mondeling zijn aangegaan.
In een maatschap wordt in art. 7A:1662 BW inbreng geformuleerd. Dit kan geld, goederen, genot van goederen of arbeid zijn. Het woordje ‘of’ geeft aan dat een van dezen volstaat met inbreng.
De bv-inbreng staat in art. 2:191b BW. Inbreng wordt in geld of goederen toegestaan, waarbij de goederen of genot van goederen gewaardeerd worden naar economische waarde. De tweede volzin van dat artikel geeft aan dat arbeid en diensten niet kwalificeren als inbreng voor de bv.
Het verschil is dat voor een bv iedereen kapitaal in moet brengen. Zonder ingebracht kapitaal van een is er geen bv mogelijk.
Daarnaast kan de bv een goedkeuringsclausule bevatten in de statuten. Deze statuten bepalen dat iemand die zijn aandelen wil vervreemden dat eerst met zijn compagnons moet overleggen. Deze clausule is niet standaard en worden dus vastgelegd als de oprichters dit willen. Deze clausule heeft een wettelijke basis in art. 2:195 BW.
Eigendom van de personenvennootschap is van de vennoten zelf. De vennootschap bezit hier niets en kan ook niets bezitten. Het ondernemingsvermogen is van de vennoten, maar wordt wel aangemerkt als een 'gemeenschap'. Hierover gaat arrest Van der Broeke / Van der Linden.
Dit arrest ziet op het vermogen van een personenvennootschap. Het door alle vennoten ingebrachte vermogen vormt een afgescheiden vermogen, bestemd voor de vennootschap. Die goederen hebben maar een doel: het dienen van de vennootschap. Andere doelen nastreven is niet mogelijk. Het geheel van gemeenschapsgoederen is geen verhaalsobject voor privéschuldeisers.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2019 |
Add new contribution