Inleiding Strafrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UvA

 

  • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding Strafrecht voor de opleiding Rechten Bachelor 1 aan de Universiteit van Amsterdam.
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Shop Rechten UVA Bachelor 1 op JoHo.org.
Bundle items:
Crossroads: activities
Follow the author: Law Supporter
Content categories
This content is used in bundle:

Oefententamens Inleiding Strafrecht - UvA

Inleiding Strafrecht - UvA - Oefententamen 2017/2018 (1)

Inleiding Strafrecht - UvA - Oefententamen 2017/2018 (1)


Vragen

Vraag 1

De heersende leer bij het vaststellen van causaliteit is de:

  1. Adequatietheorie;
  2. Equivalentietheorie;
  3. Leer van de redelijke toerekening;
  4. Leer van de conditio sine qua non.

    Vraag 2

    Bij de vergelijking tussen accusatoire en inquisitoire stelsels komt de vraag aan de orde welk stelsel gelet op zijn theoretische uitgangspunten zich beter zou lenen voor de bescherming van mensenrechten.

    Welke van de volgende mensenrechten zijn minder goed beschermd in een accusatoir systeem van strafvordering, met juryrechtspraak?

    1. Recht op een gemotiveerd oordeel over schuld en straf (‘right to a reasoned judgement’);
    2. Equality of arms;
    3. Recht om (belastende) getuigen te horen;
    4. Recht op vrijheid.

    Vraag 3

    Agent Alric surveilleert in het pittoreske Harlingen, als er opeens een Libaneese man hard voorbij komt rennen. Alrics Fingerspitzengefühl zegt hem dat hier iets aan de hand is en hij zet de achtervolging in. De Libaneese man versnelt zijn pas. Vlak bij de veerhaven weet Alric hem toch in te halen.

    Alric heeft:

    1. de bevoegdheid om de man staande te houden, maar niet om hem aan te houden;
    2. de bevoegdheid om de man staande te houden en aan te houden;
    3. de bevoegdheid om de man te fouilleren;
    4. geen van bovenstaande bevoegdheden.

      Vraag 4

      Arista rijdt met haar auto over de A44 in Den Haag. Sinds kort is daar een wisselstrook aangelegd om files terug te dringen. Arista maakt gebruik van de wisselstrook maar wordt aangehouden door twee opsporingsambtenaren. Zij wijzen haar op het bord dat je

      1. alleen van de wisselstrook gebruik mag maken als je met drie of meer mensen in de auto zit.

      Arista wordt vervolgd en aan haar wordt ten laste gelegd dat “zij op 2 maart 2017 te Den Haag gebruik heeft gemaakt van de wisselstrook, terwijl zij alleen, althans niet met drie of meer mensen, in haar auto zat”.

      Ter zitting stelt ze dat ze onterecht vervolgd wordt omdat er geen wettelijke bepaling is die dit verkeersgedrag strafbaar stelt. De officier van justitie voert aan dat er wél een strafbepaling is die het gedrag van Arista strafbaar stelt, omdat die wet per 15 maart 2017 is ingevoerd en het verbod tevoren duidelijk uit de bebording bleek. Uit het Staatsblad blijkt dat de wet inderdaad per 15 maart 2017 is ingevoerd.

      De rechter zal Arista:

      1. veroordelen. Dat het bord voor Arista niet duidelijk was doet niet af aan het feit dat iedere burger wordt geacht de wet te kennen;
      2. veroordelen, nu is gebleken dat het verkeersgedrag bij wet strafbaar is gesteld;
      3. niet veroordelen, vanwege strijd met het lex certa-vereiste;
      4. niet veroordelen, vanwege strijd met het verbod van terugwerkende kracht.

      Vraag 5

      Royce en Hadrian zijn aan het picknicken in het

      .....read more
      Access: 
      Public
      Inleiding Strafrecht - UvA - Oefententamen 2017/2018 (2)

      Inleiding Strafrecht - UvA - Oefententamen 2017/2018 (2)


      Vragen

      Vraag 1

      Royce wordt veroordeeld ter zake van afpersing (art. 317 lid 1 Sr). Hij heeft onder bedreiging het horloge, de Iphone en de bromfiets afhandig gemaakt van een man die voor een stoplicht stond te wachten. Royce heeft al vaker dit soort delicten gepleegd. De rechter veroordeelt Oscar tot:

      • twee jaar gevangenisstraf waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren met als bijzondere voorwaarde dat hij de schade die door het misdrijf is veroorzaakt geheel vergoedt;
      • een geldboete van € 1000,-;
      • een taakstraf van 40 uur.

      Is deze strafoplegging rechtens?

      1. Ja, de combinatie met de taakstraf is mogelijk nu geen ernstige inbreuk is gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer;
      2. Ja, de straffen en de combinatie daarvan zijn in overeenkomst met de wettelijke bepalingen;
      3. Nee, de gevangenisstraf mag niet in combinatie met de taakstraf worden opgelegd;
      4. Nee, een proeftijd van drie jaar is te lang bij een veroordeling tot twee jaar gevangenisstraf waarvan één jaar voorwaardelijk.

        Vraag 2

        Welke van onderstaande alternatieven geeft het beste het verschil weer tussen een rechtvaardigingsgrond en een schulduitsluitingsgrond?

        1. Een schulduitsluitingsgrond excuseert de verdachte maar - anders dan een rechtvaardigingsgrond - niet eventuele deelnemers;
        2. Een schulduitsluitingsgrond heft de strafbaarheid van het tenlastegelegde feit op, terwijl een rechtvaardigingsgrond de strafbaarheid van de verdachte opheft;
        3. Een rechtvaardigingsgrond is strafuitsluitend voor de verdachte, hetgeen - anders dan een schulduitsluitingsgrond - niet voor eventuele deelnemers geldt;
        4. Een geslaagd beroep op een schulduitsluitingsgrond leidt tot ontslag van alle rechtsvervolging, terwijl een geslaagd beroep op een rechtvaardigingsgrond leidt tot vrijspraak.

          Vraag 3

          Waar is het legaliteitsbeginsel neergelegd?

          1. Het is een algemeen rechtsbeginsel en is dus niet neergelegd in een wet;
          2. Het staat in de Grondwet en in wetten waarin een formele delictsomschrijving is opgenomen;
          3. Het staat in de Grondwet en in wetten waarin een materiële delictsomschrijving is opgenomen;
          4. Het staat in de Grondwet, het Wetboek van Strafrecht, en het Wetboek van Strafvordering.

          Vraag 4

          Art. 40 Wegenverkeerwet 1994 is een:

          1. delictsomschrijving;
          2. materiële norm;
          3. sanctienorm;
          4. strafbepaling.

          Vraag 5

          In de 19 eeuw verenigden strafrechtsgeleerden en -practici zich achter de Moderne Richting, in reactie op de -tot dan toe- dominante Klassieke Richting. De aanhangers van de Moderne Richting hadden duidelijk een andere visie op de rechtvaardiging en het nut van strafrechtspleging. In welk opzicht onderscheidde de Moderne Richting zich vooral van de Klassieke Richting?

          1. De Moderne Richting benadrukte de noodzaak van proportionaliteit tussen de ernst van het feit en de zwaarte van de straf;
          2. De Moderne Richting drong aan op codificatie van strafbaarstellingen in wetboeken als uitdrukking van de volkswil;
          3. De Moderne Richting besteedde aandacht aan speciale preventie bij de strafoplegging, opdat de delinquent
          .....read more
          Access: 
          Public
          Inleiding Strafrecht - UvA - Oefententamen 2016/2017 (1)

          Inleiding Strafrecht - UvA - Oefententamen 2016/2017 (1)


          Vragen

          Vraag 1

          Arista wordt vervolgd wegens een poging tot afpersing (art. 45 jo 317 Sr). De rechter legt acht maanden gevangenisstraf op waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van een jaar onder de voorwaarde dat zij zich voor het einde daarvan niet schuldig maakt aan een strafbaar feit. Daarnaast legt de rechter ook een voorwaardelijke taakstraf van 200 uur op.

          De officier van justitie gaat in hoger beroep en verzoekt het gerechtshof het vonnis van de rechtbank ten aanzien van de strafoplegging te vernietigen

          Hij verzoekt het gerechtshof om:

          I. De door de rechtbank opgelegde gevangenisstraf geheel voorwaardelijk op te leggen, omdat een combinatie van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van de door de rechtbank opgelegde duur niet gecombineerd mag worden met een taakstraf;

          II. De taakstraf van 200 uur onvoorwaardelijk op te leggen, omdat een voorwaardelijke taakstraf niet kan.

          Beoordeel de juistheid van deze twee standpunten.

          1. Beide standpunten zijn juist;
          2. Beide standpunten zijn onjuist;
          3. Standpunt I is juist, standpunt II is onjuist;
          4. Standpunt I is onjuist, standpunt II is juist.

            Vraag 2

            Wat is niet juist ten aanzien van het legaliteitsbeginsel?

            1. Een gedraging is pas strafbaar als die ten tijde van het begaan in een wet strafbaar is gesteld;
            2. In een wettelijke bepaling mogen soms open termen worden gebruikt;
            3. Een strafbaar feit moet altijd in een wet in formele zin zijn opgenomen;
            4. De rechter mag in moeilijke gevallen de wet interpreteren.

            Vraag 3

            Voor een geslaagd beroep op noodweerexces is niet vereist dat:

            1. er sprake was van een noodweersituatie;
            2. verdachtes reactie geboden was door de noodzakelijke verdediging;
            3. er causaal verband bestaat tussen de hevige gemoedsbeweging en de aanranding;
            4. er causaal verband bestaat tussen de hevige gemoedsbeweging en de disproportionele reactie.

              Vraag 4

              Het verbod van analoge wetsinterpretatie houdt in dat het in het strafrecht verboden is:

              1. iemand te straffen voor een feit dat voor de inwerkingtreding van de strafbaarstelling begaan is;
              2. vage termen in wettelijke bepalingen met een zekere vrijheid te interpreteren;
              3. uit een wettelijk voorschrift een grondregel af te leiden en toe te passen op een geval dat strikt genomen niet onder dit voorschrift valt;
              4. iemand voor een feit te bestraffen waarvoor deze persoon al eerder is gestraft.

              Vraag 5

              De stichting ‘Red een Eend’ trekt zich het belang aan van enkele koppels krakeenden die hun broedgebied hebben rond de Demmeriksekade, nabij de Vinkeveense plassen. Om de dieren zoveel mogelijk rust te bezorgen, stelt de stichting aan de gemeente De Ronde Venen voor een inrijverbod gedurende de maanden februari-juni voor alle verkeer van kracht te laten worden door het plaatsen van een bord aan het begin van de Demmeriksekade. Diederik, de wethouder van natuur en milieu voelt daar niet

              .....read more
              Access: 
              Public
              Inleiding Strafrecht - UvA - Oefententamen 2016/2017 (2)

              Inleiding Strafrecht - UvA - Oefententamen 2016/2017 (2)


              Vragen

              Vraag 1

              Welke stelling over het legaliteitsbeginsel is juist?

              Stelling I Het lex certa-beginsel verbiedt het gebruik van open termen.

              Stelling II Uit het legaliteitsbeginsel volgt dat de rechter wettelijke bepalingen niet extensief mag interpreteren.

              1. Alleen stelling I is juist.
              2. Alleen stelling II is juist.
              3. Stelling I en II zijn beide juist.
              4. Beide stellingen zijn onjuist.

              Vraag 2

              Naar heersende opvatting is analogische interpretatie van strafbepalingen

              1. toegelaten omdat de wetgever ten tijde van het opstellen van een strafbepaling niet alle in de toekomst voor strafbaarheid van belang zijnde omstandigheden kan voorzien.
              2. toegelaten omdat strafbepalingen onvermijdelijk een abstract karakter hebben.
              3. niet toegelaten omdat dit in strijd is met de legaliteitseis van art. 1 Sr.
              4. niet toegelaten omdat wettelijke strafbepalingen met terugwerkende kracht de nullum crimen regel opzij zetten.

              Vraag 3

              Uit het legaliteitsbeginsel van artikel 1 Sr worden in het algemeen vier verboden afgeleid. Welk van de volgende alternatieven behoort daar niet toe?

              1. Het verbod van terugwerkende kracht.
              2. Het verbod van onduidelijke, onnauwkeurige strafbepalingen.
              3. Het verbod van teleologische interpretatie.
              4. Het verbod van toepassing van ongeschreven recht.

              Vraag 4

              Welke filosoof wordt geassocieerd met de idee van de vergelding als voornaamste grondslag voor bestraffing?

              1. De Schotse filosoof David Hume.
              2. De Franse filosoof Michel Foucault.
              3. De Engelse filosoof Jeremy Bentham.
              4. De Duitse filosoof Immanuel Kant.

              Vraag 5

              Art. 5 Wegenverkeerswet 1994 bevat een

              1. formele norm.
              2. materiële norm.
              3. sanctienorm.
              4. ambtelijk bevel.

              Vraag 6

              In het strafrecht wordt zowel onderscheiden tussen formele en materiële delicten als tussen krenkings- en gevaarzettingsdelicten. Maak de zin af: art. 307 Sr (dood door schuld) is

              1. zowel een formeel delict als een gevaarzettingsdelict.
              2. zowel een materieel delict als een gevaarzettingsdelict.
              3. zowel een formeel delict als een krenkingsdelict.
              4. zowel een materieel delict als een krenkingsdelict.

              Vraag 7

              Welke stelling(en) is/zijn (on)juist?

              Stelling I Zowel bij een commissiedelict als bij een formeel omschreven delict dient een bepaald gevolg te zijn ingetreden.

              Stelling II Bij een omissiedelict dient een bepaald gevolg te zijn ingetreden.

              1. Alleen stelling I is juist.
              2. Alleen stelling II is juist.
              3. Beide stellingen zijn juist.
              4. Beide stellingen zijn onjuist.

              Vraag 8

              Het belang van het arrest van de Hoge Raad van 20 februari 1933 (Veearts) is gelegen in het feit dat de Hoge Raad in dit arrest

              1. uitbreiding heeft gegeven aan de strafuitsluitingsgrond wettelijk voorschrift.
              2. uitbreiding heeft gegeven aan de strafuitsluitingsgrond overmacht.
              3. een ongeschreven schulduitsluitingsgrond aanvaardde.
              4. een ongeschreven rechtvaardigingsgrond aanvaardde.

              Vraag 9

              Het begrip ‘facetwederrechtelijkheid’ verwijst naar

              1. de wederrechtelijkheid als element van het strafbare feit.
              2. de specifieke betekenis die de wederrechtelijkheid heeft in verschillende strafbepalingen.
              3. de wederrechtelijkheid als bestanddeel van de delictsomschrijving.
              4. de wederrechtelijkheid als ongeschreven voorwaarde
              .....read more
              Access: 
              Public
              Inleiding Strafrecht - UvA - Extra oefenvragen 2016/2017

              Inleiding Strafrecht - UvA - Extra oefenvragen 2016/2017


              Vragen

              Vraag 1

              Een deel van de Loosdrechtse plassen geldt als waterwingebied. Het is een verboden gebied voor vaartuigen hetgeen steeds duidelijk op witte borden met zwarte letters staat aangegeven. Herman is een fervent surfer en is op zijn surfplank in het waterwingebied verzeild geraakt. Hij wordt door de waterpolitie staande gehouden en krijgt een boete van € 130,- Herman is het hier niet mee eens en betaalt de boete niet. Uiteindelijk moet hij voorkomen. Herman legt aan de rechter uit dat het verbodsbord vaartuigen betreft en dat een surfplank geen vaartuig is. Herman beroept zich op

              1. het verbod van analogische wetstoepassing
              2. het verbod van toepassing van ongeschreven recht
              3. het lex certa beginsel
              4. het verbod van extensieve interpretatie

              Vraag 2

              De gemeente Amsterdam wil een verbod om fietsen te stallen op het Sierplein in Amsterdam en dit strafbaar stellen. De doorgang op het plein wordt van tijd tot tijd versperd door een wirwar aan fietsen. Eén van de raadsleden betoogt dat een dergelijk verbod niet nodig is. Zij geeft aan dat indien voldoende plek aan de zijkant van het plein wordt gemaakt voor nieuwe fietsenrekken dat fietsers dan automatisch hun fiets daar zullen neerzetten. Daarbij merkt zij op dat gezien het gebrek aan capaciteit bij de politie er van handhaving van het verbod niet veel zal terechtkomen.

              Op welke voorwaarden voor strafbaarstelling (criteria van de Roos) doelt het raadslid?

              1. Schade en proportionaliteit
              2. Proportionaliteit en legaliteit
              3. Subsidiariteit, praktische hanteerbaarheid en effectiviteit
              4. Anticipatie, praktische hanteerbaarheid en effectiviteit

              Vraag 3

              Bij welke stafrechtelijke theoretische stroming kan de TBS-maatregel het best worden ondergebracht?

              1. Absolute vergelding
              2. Klassieke richting
              3. Verenigingstheorie
              4. Schade en proportionaliteit
              5. Proportionaliteit en legaliteit
              6. Subsidiariteit, praktische hanteerbaarheid en effectiviteit
              7. Anticipatie, praktische hanteerbaarheid en effectiviteit
              8. Relatieve/doel theorieën

              Vraag 4

              Artikel 290 Sr (kinderdoodslag) is een:

              1. geprivilegieerd delict ten opzichte van art. 287 Sr
              2. gekwalificeerd delict ten opzichte van art. 287 Sr
              3. geprivilegieerd delict ten opzichte van art 307 Sr
              4. gronddelict

              Vraag 5

              Fenix is een enthousiaste jongen die zojuist gestart is met een opleiding als brandweerman. Op een mooie avond loopt hij in de Bos-en Lommerwijk en ziet een oud gebouwtje in brand staan. Fenix inspecteert snel of het stulpje misschien op de monumentenlijst staat, maar dat blijkt niet het geval te zijn. Hij steekt geen vinger uit. Zelden heeft hij zo’n mooi brandje gezien! De Officier van Justitie besluit Fenix te vervolgen op grond van art. 157 Sr. Geef aan wat rechtens is.

              1. Veroordeling van Fenix is in strijd met diens autonomie van vrij mens en burger. Art. 157 Sr. is immers uitdrukkelijk geformuleerd als een commissiedelict;
              2. Veroordeling van Fenix is in strijd met het legaliteitsbeginsel.. Art. 157 Sr. is immers uitdrukkelijk geformuleerd als een commissiedelict;
              3. Veroordeling van
              .....read more
              Access: 
              Public
              Oefententamens Straf(proces)recht I - UvA - Rechtsgeleerdheid

              Oefententamens Straf(proces)recht I - UvA - Rechtsgeleerdheid

              Deze oefenbundel bevat 3 oefententamens, allen gebaseerd op 2014-2015 van het vak Straf(proces)recht I, Universiteit van Amsterdam, rechtsgeleerdheid jaar 1. Vanaf 2017-2018 is dit vak voortgezet onder de naam Inleiding strafrecht, de inhoud van het vak is grotendeels hetzelfde gebleven.


              Oefententamen I

              Deel 1

              Niels zal, evenals voorgaande jaren, op het slotfeest van de intreeweek voor eerstejaars rechtenstudenten Amsterdam naast drank en andere versnaperingen, ook spacecake verkopen. De burgemeester van Amsterdam komt dit ter ore. In overleg met de hoofdofficier van justitie wordt besloten, dat politieagenten, van wie sommige in burger, een oogje in het zeil zullen houden en zullen ingrijpen als dat nodig is. Als zij Niels een aantal malen stukken cake hebben zien verkopen, gaan zij tot aanhouding over. Als omstanders zich er tegenaan bemoeien, ontstaat er een opstootje tussen bezoekers van het feest en de aanwezige politie.

              Dit loopt dusdanig uit de hand dat de politie besluit een einde te maken aan het feest, de omgeving wordt schoongeveegd. Een klein stukje verderop, in de Taksteeg, wordt Daan door een politieagent te verstaan gegeven dat hij dient te vertrekken. Aangezien Daan dat naar het inzicht van de agent niet snel genoeg doet, wordt hij, wegens het verstoren van de orde, aangehouden en naar het politiebureau gebracht. Na verhoor en het opmaken van proces-verbaal mag hij het politiebureau weer verlaten.

              Enige tijd later wordt Daan door de officier van justitie voor de kantonrechter gedagvaard ter zake van overtreding van art. 2.2 lid 1 APV Amsterdam. De officier legt het volgende ten laste: “dat hij de orde heeft verstoord door zich niet aanstonds, na het gedane bevel van een ambtenaar van politie daartoe, te verwijderen maar in plaats daarvan de agent op luide toon heeft gevraagd of “hij geen boeven kon gaan vangen” en hem daarbij heeft uitgescholden en daarbij onder andere de woorden “kut-Marrokaan” en “geitenneuker” heeft gebezigd’. De kantonrechter acht zich bevoegd kennis te nemen van het ten laste gelegde feit.

              Ter terechtzitting stelt de raadsman van Daan, dat art. 2.2 lid 1 APV buiten toepassing moet worden gelaten. De delictsomschrijving is niet duidelijk genoeg, althans niet zo duidelijk dat voor Daan (de burger) vooraf helder is welke gedraging krachtens het artikel strafbaar is en welke niet. Artikel 1 Sr is daarom geschonden.

              Vraag 1. Op welke norm in het legaliteitsbeginsel doelt de raadsman?

              Art. 2.2 lid 1 APV Amsterdam luidt:

              Het is verboden op of aan de weg of in een voor publiek toegankelijk gebouw of vaartuig deel te nemen aan een samenscholing of in groepsverband dan wel afzonderlijk onnodig op te dringen, anderen lastig te vallen, te vechten of op andere wijze de orde te verstoren.

              Vraag 2. Heeft het verweer

              .....read more
              Access: 
              Public
              Inleiding Strafrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UvA

              Samenvattingen en studiehulp voor Rechten Bachelor 1 aan de Universiteit van Amsterdam

              Inleiding tot het Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen & oefenvragen - UvA

              Inleiding tot het Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen & oefenvragen - UvA

              • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding tot het Recht voor de opleiding Rechten Bachelor 1 aan de Universiteit van Amsterdam.
              • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Shop Rechten UVA Bachelor 1 op JoHo.org.
              Inleiding Strafrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UvA
              Constitutioneel Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen & oefenvragen - UvA

              Constitutioneel Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen & oefenvragen - UvA

              • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Constitutioneel Recht voor de opleiding Rechten Bachelor 1 aan de Universiteit van Amsterdam.
              • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Recht & Bestuur in Nederland: leren, studeren en kennis delen- startpagina
              Inleiding Privaatrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen & oefenvragen - UvA

              Inleiding Privaatrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen & oefenvragen - UvA

              • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding Privaatrecht voor de opleiding Rechten Bachelor 1 aan de Universiteit van Amsterdam.
              • Voor een compleet overzicht van de op JoHo WorldSupporter aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare artikel- en arrestsamenvattingen maak je gebruik van de zoekfunctie
              Inleiding Bestuursrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen & oefenvragen - UvA

              Inleiding Bestuursrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen & oefenvragen - UvA

              • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding Bestuursrecht voor de opleiding Rechten Bachelor 1 aan de Universiteit van Amsterdam.
              • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Recht & Bestuur in Nederland: leren, studeren en kennis delen- startpagina
              Europees Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen & oefenvragen - UvA

              Europees Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen & oefenvragen - UvA

              • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Europees Recht voor de opleiding Rechten Bachelor 1 aan de Universiteit van Amsterdam.
              • Voor een compleet overzicht van de op JoHo WorldSupporter aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare artikel- en arrestsamenvattingen maak je gebruik van de zoekfunctie

               

              Fundamentele Rechten: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UvA

              Fundamentele Rechten: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UvA

              • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Fundamentele Rechten voor de opleiding Rechten Bachelor 1 aan de Universiteit van Amsterdam.
              • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Recht & Bestuur in Nederland: leren, studeren en kennis delen- startpagina
              Personen- en Familierecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen & oefenvragen - UvA

              Personen- en Familierecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen & oefenvragen - UvA

              • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Personen- en Familierecht voor de opleiding Rechten Bachelor 1 aan de Universiteit van Amsterdam.
              • Voor een compleet overzicht van de op JoHo WorldSupporter aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare artikel- en arrestsamenvattingen maak je gebruik van de zoekfunctie
              Samenvattingen en studiehulp voor Rechten aan de Universiteit van Amsterdam

              Samenvattingen en studiehulp voor Rechten aan de Universiteit van Amsterdam

              Op deze pagina worden studiematerialen voor de studie Rechten, Universiteit van Amsterdam (UvA), gedeeld.

              Voor een volledig overzicht van beschikbare studiematerialen voor deze studie ga je naar de Recht & Bestuur in Nederland: leren, studeren en kennis delen- startpagina

              Contributions, Comments & Kudos

              Add new contribution

              CAPTCHA
              This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
              Image CAPTCHA
              Enter the characters shown in the image.
              Access level of this page
              • Public
              • WorldSupporters only
              • JoHo members
              • Private
              Statistics
              1567
              Last updated
              08-11-2022