Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Supply Chain Operations Hoorcollege 7

Hoorcollege 7

 

Distributielogistiek en Transport

Logistiek is het verplaatsen van materiaal tussen verschillende locaties van vraag en aanbod (het afstemmen van vraag en aanbod).

We kennen een geïntegreerd netwerk van modaliteiten (vervoersmiddelen):

  • Boot

  • Vliegtuig

  • Trein

  • Vrachtwagen

Ook kennen we een geïntegreerd netwerk van faciliteiten (punten waartussen vervoersmiddelen rijden):

  • Vrachtoverslag

  • Magazijnen

  • Distributiecentra

Logistiek als topsector

In 2013 werd er €24 miljoen extra geïnvesteerd in onderzoek, wat moet leiden tot de doelstelling van Nederland: in 2020 een internationale toppositie:

In afwikkeling van goederenstromen

  • Als ketenregisseur van (inter)nationale logistieke activiteiten

  • Als land met een aantrekkelijk innovatie- en vestigingsklimaat voor het verladende en logistieke bedrijfsleven

Speerpunten:

  1. Neutraal Logistiek Informatie Platform: Iedereen die zich met logistiek bezighoudt moet hetzelfde systeem gebruiken

  2. Synchromodaliteit: De leverancier geeft aan wanneer het op welk punt moet zijn, de logistieke dienstverlener regelt het vervolgens (bedenkt zelf hoe).

  3. Douane versimpelen (VS. veiligheid en terrorisme).

  4. Cross Chain Control Centers: Nog groter dan het aansturen van Supply Chains

  5. Servicelogistiek: Verbeteren dienstverlening

  6. Supply Chain Finance: Financiële instellingen betrekken bij plannen

Netwerkontwerp

  • Point to point: alle punten worden met elkaar verbonden, altijd de kortste weg. Dit is een effectief netwerk (altijd de kortste weg), maar niet erg efficiënt (bepaalde routes worden niet gebruikt). Formule: On =  = 45 mogelijkheden

  • Hub and Spoke: de punten lopen altijd door een hub (bepaald punt). Via deze hubs worden alle andere punten verbonden. Je hebt dus altijd indirecte verbindingen in plaats van directe verbindingen, en dit is dus gemakkelijker te managen. Formule: On = n-1 = 9 

  • (Voor voorbeelden  zie slide 6)

Het beste is een combinatie van wachtrijmodellen en netwerkontwerp, dit zorgt dat een bedrijf heel effectief kan zijn.

 

Veranderende ketens

1970: Aanvulling direct door de leverancier of groothandel, de winkel leverde aan de klanten.

1980: Aanvulling via distributiecentra. Leveranciers leverden aan distributiecentra, distributiecentrum (DC) leverden aan de winkels.

1990: Global sourcing: Naast Nederlandse leveranciers ook meer buitenlandse leveranciers, die leveren aan een Import Centrum en het Import Centrum levert aan de DC.

2000: E-commerce: Het E-fullfillment center (distributiecentrum + magazijnen + computernetwerk, zorgen dat orders snel bij klanten komen) doet zelf al heel veel qua verpakken. De producten gaan naar een pakket Hub, vervolgens naar een sorteercentrum, en daarna naar een aflevercentrum. Deze levert vervolgens aan de klant, aan afhaalpunten of aan een bezorgpunt. Er kan ook een lokaal depot vanaf het E-fullfillment center zijn, die dan weer leveren aan de klant, het afhaalpunt of het bezorgpunt.

(voor duidelijke voorbeelden, zie slide 9)

Uit deze ontwikkeling blijkt dat de winkels steeds minder gebruikt worden. Dit is ook te zien aan de faillissementen de laatste tijd. De gehele markt is aan het verschuiven.

Magazijnen

Een magazijn is simpeler dan een distributiecenter, en heel efficiencygericht. Het dient voor de opslag van goederen en is vaak een buffer tussen vraag en aanbod. Het magazijn heeft in principe geen waarde toevoeging aan het product.

Distributiecentra

Een distributiecentrum is servicegericht, het voegt waarde toe aan het product. Ook is het technologiegericht, er gebeurt weinig met de hand. Het voegt waarde toe door onder andere:

  • Ordeverwerking

  • Labelen

  • Verpakken

  • Cross-docking: het opdelen van grote vrachten in kleinere vrachten zonder dat deze tussentijds wordt opgeslagen. Dit zijn dus grote perrons waar containers bijvoorbeeld naar vrachtwagens verplaatst worden. (voor duidelijk voorbeeld zie slide 12).

E-fullfillment

E-fullfillment is een verzamelnaam voor alle activiteiten die nodig zijn voor bedrijven om hun producten of diensten via het internet te verkopen. Een aantal voorbeelden zijn: Ebay, Alibaba Group en Amazon.

Logistics Service Providers (LSP)

2nd party logistics provider (2PL): Een bedrijf met een eigen vloot dat transport als primair proces

3rd party logistics provider (3PL): Een bedrijf dat naast transport ook magazijnen en distributiecentra bezit.

4th party logistics provider (4PL): Een bedrijf dat geen vloot of opslagfaciliteiten bezit, maar optreedt als logistieke consultant en als ‘integratie tussenpersoon’ fungeert.

Transportvormen

  • Wegtransport: Wegtransport is de meest gebruikte vorm van transport. Het is geschikt voor bijna ieder product: discrete producten en niet discrete producten (bulk). Ook is het flexibel.

  • Watertransport: Watertransport heeft een hoge capaciteit en lage kosten per product. Een nadeel is dat het erg langzaam gaat. Ook zijn niet alle plaatsen per schip bereikbaar.

  • Luchttransport: Luchttransport is de snelste maar duurste optie. Nadeel is dat het erg duur is. Het is geschikt voor voornamelijk lichtgewicht vracht.

  • Transport per spoor: Treinen hebben relatief lage kosten. Het is geschikt voor bijna ieder product. Een nadeel is dat infrastructuur minder ontwikkeld is dan wegtransport, en het niet altijd aansluit.

  • Pijpleiding; Vervoer via pijpleiding is alleen geschikt voor niet-discrete producten zoals vloeistoffen en gassen. Voordeel is dat het goedkoop is, nadeel dat het hoge opstartkosten heeft.

Persoonlijke afgifte

De persoonlijke afgifte is de laatste stap in bijna iedere supply chain. Het is heel arbeidsintensief, want het moet vaak door een persoon gedaan worden. Het is inefficiënt en relatief langzaam (1 persoon moet 1 pakje afleveren).

Modaliteiten

Dimensies: Speed of delivery VS volume VS Costs (zie slide 22)

Niet onbelangrijk is de uitstoot van modaliteiten, wat zorgt voor problemen.

De grootste uitstoot komt vanuit het weggebruik.

WTT = Well-to-tank:wat kost het om een bepaalde brandstof te produceren

TTW = Tank-to-wheel: wat kost het om deze brandstof te verbranden

Synchromodaliteit

De klant bepaald waar, wanneer en onder welke randvoorwaarden en product ergens afgeleverd moet worden. De logistics service provider (LSP) bepaalt hoe het product getransporteerd wordt. De keuze van modaliteit wordt pas op het laatst bepaald, gegeven de huidige omstandigheden.

Criteria voor Locatiebepaling

  • Nabijheid van klanten en leveranciers

  • Gunstig vestigingsklimaat

    • Nabijheid van vergelijkbare bedrijven

    • Nabijheid van internationale bedrijven

    • Subsidies

    • Belastingvoordelen

  • Laagste totale kosten

  • Nabijheid en staat van infrastructuur

    • Multimodaliteit (weg, water, spoor, lucht)

    • Bereidheid van de overheid tot het onderhouden en verbeteren van infrastrucuur

  • Kwaliteit van de arbeidspopulatie

    • Geschikt opleidingsniveau

    • Bereidheid tot leren

    • Gezondheid

  • Vrijhandelzones

    • Lage importkosten

  • Politieke risico’s

  • Barrières

  • Handelsblokken (CAFTA)

  • Milieuwetgeving

  • Gemeenschap (bijvoorbeeld woonwijken)

  • Competief voordeel

Methoden voor locatiebepaling

Er zijn verschillende criteria die hierin een rol spelen.

De twee belangrijkste methoden zijn:

  • Factor rating

  • Centroid methode

Het is een onderdeel van een grotere strategie, je kan het nooit blindelings volgen

Factor rating:

  1.  Verschillende factoren afwegen: Kwalitatieve factoren en kwantitatieve factoren

  2. Dit zorgt voor een makkelijk te begrijpen overzicht.

  3. Maak een lijst van alle factoren

  4. Maak een schaal voor alle factoren (bijvoorbeeld 1-100)

  5. Ken aan ieder van de factoren een gewicht toe (bijvoorbeeld 1-10)

  6. Scoor iedere locatie op iedere factor

  7. Vermenigvuldig de scores van iedere factor met een betreffende schaal

  8. Selecteer de locatie met de hoogste totale score

Centroid methode:

Kijk naar verschillende faciliteiten en plaatst deze faciliteiten op een ‘raster’. Hou rekening met: bestaande faciliteiten, de afstand hiertussen en het aantal items dat verplaatst moet worden. Uiteindelijk wil je de locatie bepalen van magazijnen, zendmasten of distributiecentra. (

Cx = X coördinaat van de centroid

CY = Y coördinaat van de centroid

Dix = X coördinaat van locatie i

DiY = Y coördinaat van locatie i

Vi = Het aantal producten dat van of naar locatie i wordt verplaatst

Cx =

Cy =

Distributie tussen locaties

 

Transportatiemethode: een vorm van lineair programmeren. Bij deze methode wordt gebruik gemaakt van Excel. Het gaat om het minimaliseren van de kosten van:

  • Het verschepen van n producten

  • Naar m bestemmingen

Of het maximaliseren van de winst op:

  • Het verschepen van n producten

  • Naar m bestemmingen

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: lucaslucas103
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1575