Hoorcollege 6

Why is sourcing important?

De kern hiervan is het feit dat bedrijven steeds meer denken dat ze niet alles zelf moeten doen, maar zich moeten richten op datgene waarin ze beter kunnen zijn dan anderen. Bedrijven specialiseren zich en ook toeleveranciers specialiseren zich (voordeel: zaken met specialist is beter). Ook realiseren bedrijven zich dat ze altijd samen moeten werken met andere klanten. Er zijn ten slotte ook steeds meer verschillende producten waardoor het lastig is alles zelf te doen.

In een wereld waarin steeds meer gepersonifieerde producten zijn, willen ondanks alle varianten de klanten niet meer (lang) wachten. Bedrijven zijn zo steeds meer afhankelijk van toeleveranciers, en om competitief te blijven moeten ze niet alleen hun eigen proces efficiënt te hebben maar ook op de afstemming valt veel winst te behalen. Als er meer dingen uitbesteed worden moet er ook meer gecoördineerd worden.

Economische winst is heel belangrijk, maar zeker niet het enige dat belangrijk is. De Triple Bottom Line gaat ook over mensen en de planeet.

• Sociaal: goed zorgen voor de mensen

• Economisch

• Environment: impact op het milieu

Deze drie factoren moeten afgewogen worden. Bedrijven die niet voldoen aan al deze eisen zullen op termijn de aandacht van de klanten verbieden.

Corporate social responsibility

Niet de focus op economisch maar op sociaal en het milieu. Het gaat hier om de vraag of de leveranciers voldoen aan de regels die zij normaal vinden. Belangrijk is de Triple P: planet, people en profit. Dit is lastig te controleren. In China is het bijvoorbeeld lastig de leeftijden van de werknemers te schatten (kinderarbeid). Ook wordt tegen overwerk in China anders aangekeken dan in de westerse wereld.

What is outsourcing?

Outsourcing is het uitbesteden van taken aan een toeleveranciers. Hierdoor kun je focussen op dingen waar je zelf goed bent, en de toeleveranciers kan zich op zijn beurt weer richten op onderdelen waar hij of zij goed in is. Dit gaat niet alleen om onderdelen, ook functies kunnen uitbesteed worden. Voorbeeld: personeelszaken of transport uitbesteden.

Bij dit soort beslissingen moet je elke keer nadenken of je het zelf doet of je het iemand anders laat doen. Je kunt hierbij integreren (naar voren of naar achter), dus meer of minder gaan doen. Als een bedrijf bijvoorbeeld dichter bij de klant wil komen kunnen ze voorwaartse integratie invoeren. Dit zelfde kun je ook doen bij onderdelen of sourcing. Het aantal onderdelen dat je dan hebt noemen we de mate van integratie.

Reasons to outsource

• Organisatorisch

Dit gaat om de vraag wat voor bedrijf je eigenlijk bent, waar je het beste in bent en welke taken beter door iemand anders gedaan kunnen worden. Focus ligt op capabiliteit en de flexibiliteit wordt vergroot (strategisch denken).

• Financieel

De activiteiten die minder opleveren dan andere activiteiten kunnen aantrekkelijk zijn om te laten uitbesteden. Ook kun je op deze manier toegang krijgen op nieuwe markten, en kunnen vaste kosten variabele kosten worden.

• Verbeteringsgericht

Op deze manier kunnen dingen verbeterd worden, als de leverancier bijvoorbeeld de middelen heeft om te investeren en zich te richten op één specifiek onderdeel. Hierdoor kan uiteindelijk een betere kwaliteit geleverd worden. Ook kan er gezorgd worden voor een beter imago op deze manier.

Veel voordelen kunnen echter ook nadelen worden: minder flexibel, minder toegang tot bepaalde onderdelen. Om dit te evalueren zijn er verschillende factoren:

1. Strategische controle

2. Benodigde coördinatie

3. Intellectueel eigendom

Verticale integratie (bij jezelf halen) doe je vaak bij:

1. Specifieke investeringen met een hoog risico. Dit kun je beter zelf doen.

2. Veel afhankelijkheid. Als je veel moet afstemmen bij de leverancier kun je het beter onder één dak houden

3. Als het moeilijk is specifieke elementen die te maken hebben met technologie te beschermen, anders raak je deze kwijt.

Outsource wanneer:

1. Weinig specifieke investeringen. Bijvoorbeeld: transport van magazijn naar winkels.

2. Gestandaardiseerd

3. Duidelijke of makkelijke protectie

Purchasing and sourcing

Het oude inkopen ging vooral om kosten en kostenreductie (negotiating), eigenlijk het proberen zo hard mogelijk onderhandelen. Nu is de gedachte om meer samen te werken om dit te verbeteren (strategic sourcing).

Strategic sourcing: “hoe kunnen wij samen een winstgevende relatie aangaan?”

Hierbinnen zijn verschillende soorten. 3 onderdelen spelen hierin een rol

• Hoe specifiek is het product (specificity)

• Hoeveel kosten gepaard met krijgen van het product (transaction costs)

• Hoe lang is de duur van de relatie (duration)

The Sourcing Design Matrix heeft 3 assen. Linker benedenhoek (strategic allicance) is een intensieve partnership relatie, bij specifieke producten met een lange relatie waarbij het veel moeite kost om tot een deal te komen (veel informatie uitwisseling). Hier recht tegenover spot purchase: je krijgt wat je ziet (niet specifiek), je komt er soms en het kost weinig (markt idee). Hier tussen in heb je allerlei andere situaties.

Vendor managed inventory: specifiek, lage transactiekosten, lange contractduur.

Zie slide voor typen relaties, belangrijk voor tentamen!

Bullwhip effect

Coördiantie in een chain: in een supply chain ontstaat een bepaalde dynamiek. Consumenten kopen bij een winkelier waarbij er pieken zitten in de vraag (bijvoorbeeld bij kerst). Hierdoor versterken de pieken bij de winkelier. Bij de fabrikant worden deze nog sterker weergegeven en bij de supplier is dit nog groter. Dit effect (meer upstream heeft grotere variantie in de vraag) wordt het bullwhip effect genoemd.

Consequenties van het bullwhip effect:

Er moet veel capaciteit aangehouden worden. Soms is er te weinig op voorraad (als de vraag hoog is) en soms is er veel te veel in voorraad (bij een lage vraag). Gevolg hiervan is dat er overal in de keten sprake is van overcapaciteit. Enorme voorraden in een bedrijf gaan bijna altijd samen met een slechte leverbetrouwbaarheid. Soms is deze heel slecht en soms heel goed. Als klant merk je dit daardoor dus ook. Dit moet dus zo veel mogelijk voorkomen worden.

Oorzaken van het bullwhip effect:

1. Vaste bestelmomenten: Er zijn vaak vaste momenten dat iets besteld wordt, waardoor je niet kunt zien dat het evenwichtig is.

2. Vaste hoeveelheden bij bestelling: Als er dan meer gekocht wordt is het gelijk een hele ‘batch’ meer, waardoor de winkelier een trend aan ziet komen. Omdat de winkelier ook alleen in vaste pallets kan kopen wordt er vele meer ingekocht, en zo door.

3. Reclameacties: Er komt een korte enorme vraag, die later weer naar beneden dendert tot de volgende acties. Er ontstaat dus een verstoring in het vraagpatroon.

4. Signalen worden op een verkeerde manier begrepen: Winkeliers verwachten bijvoorbeeld dat de vraag steeds meer blijft stijgen (over-reacting).

5. Shortage gaming: Als je weet dat er maar een deel geleverd wordt van de leverancier ga je meer vragen dan je nodig hebt. Dit verstoort de zaken nog meer, waardoor het nadelig uitpakt.

De essentie van het bullwhip effect is voortdurend dat je geen zicht hebt op wat de echte vraag nou is, en om dit wel gedaan te krijgen de ketens goed op elkaar afgestemd moeten worden. Hierdoor moet je goed zicht hebben op wat de vraag nou echt is. Om dit goed te weten moet je de karakteristieken van de supply kant en de consumentenkant kennen.

Vraagkant

Functionele producten: normaal, jarenlang verkrijgbaar, makkelijke voorspelbaarheid

Innovatieve producten: relatief kort verkrijgbaar (mode artikelen), lastig voorspelbaar

Supply kant

Zekerheid:Geen risico, betrouwbare leverheid

Onzekerheid (envolving): onbetrouwbaar, variabel etc.

Zie slide voor Hau Lee’s Uncertainty Framework.

More complexity? Green Sourcing

Het kan in toenemende mate een reden worden voor aankoop van het product.

Goed voor imago en klantbinding, gebaseerd op ‘geen waste’ binnen de economische keten. Dit wordt door veel bedrijven omarmd.

Total cost of ownership (TCO): als je meer moet betalen om van milieuonvriendelijke producten af te komen, wordt het aantrekkelijker om milieuvriendelijk te gaan produceren.

Opgebouwd in: kosten benodigd om te verwerven, kosten voor het gebruik (verzekering, onderhoud) en kosten die je moet maken als je er afstand van doet (post-ownership costs). Dit samen is de TCO.