
Hoorcollege 2: Culturele diversiteit in jeugdzorg, gezinnen en onderwijs
In hoorcollege 1 is er gesproken over de kenmerken van individualisme en het collectivisme. Volgens de onderzoekers Killen en Wainryb kan er echter geen duidelijke grens aangegeven worden tussen deze twee vormen. Om die reden hebben zij de co-existentietheorie ontwikkeld. Hierin wordt er gesproken over verschillen binnen groepen en verschillen binnen individuen. Deze theorie is echter ook niet waterdicht. Zo worden begrippen als autonomie en onafhankelijkheid anders opgevat door de VS en NL, ondanks het feit dat dit twee Westerse landen zijn. In de VS werd autonomie gezien als een afscheiding tussen ouder en kind. Wanneer een kind onafhankelijk is geworden, heeft hij zijn ouders niet meer nodig. Aldus de Amerikaanse ouders. In NL werd autonomie gezien als het ontdekken van de wereld en exploreren. Hierbij werd niet gesproken over afscheiding tussen ouder en kind. Nu zou je je kunnen afvragen waarom dit verschil in definitie een probleem zou zijn. Het is een tekortkoming, omdat wij deze begrippen gebruiken in verschillende onderzoeken over de hele wereld. Wanneer een onderzoek over autonomie in de VS plaatsvindt, moet men dus oppassen om dit verhaal te generaliseren naar andere (Westerse) landen.
Situationele specificiteit
Er is gebleken dat zowel Amerikaanse als Puerto-Ricaanse moeders opvoedingsstrategieën gebruiken uit zowel individualistische als collectivistische culturen. Desondanks wordt Amerika bestempeld als een individualistische cultuur en Puerto-Rico als een collectivistische cultuur. Aangezien het gebruik van opvoedingsstrategieën per situatie afhangt, wat betreft collectivisme/individualisme, moet er gesproken worden over situationele specificiteit.
Ontwikkelingsniche
Binnen een ontwikkelingsniche kan men zich afvragen hoe cultuur zich opbouwt binnen de ontwikkeling van een kind. Hierbij kan er naar drie verschillende gebieden gekeken worden:
· Fysieke en sociale setting
· Cultureel gereguleerde gewoontes
· Etnotheorieën
Met fysieke en sociale setting wordt er gekeken naar relaties binnen de familie en de ouderlijke rol. Daarnaast kan er bijvoorbeeld ook gekeken worden naar het onderwijssysteem. Met cultureel gereguleerde gewoontes worden er bijvoorbeeld slaapgewoontes en sociale tradities mee bedoeld. Wanneer er gesproken wordt over etnotheorieën gaat het over de ouderlijke overtuigingen over kinderen en processen van ontwikkeling. Zo zijn er in verschillende culturen verschillende opvattingen over mijlpalen binnen de ontwikkeling. Elk subsysteem is ingebed in een bredere culturele context. Om die reden is cultuur niet apart opgenomen in de ontwikkelingsniche, omdat deze gewoonweg altijd aanwezig is. Binnen deze drie subsystemen bestaat een interactie, waarbij een subsysteem zich aanpast als de ander verandert.
Theorieën over migratie
In hoorcollege 1 is er gesproken over verschillende types migranten, maar volgens sommigen bestaan er ook verschillende soorten migratie. Zo wordt er gesproken over de gesegmenteerde assimilatie theorie, waarbij beweerd wordt dat assimilatie geen lineair proces is. Het kan grof gezegd dus zo zijn dat de eerste generatie assimileert, maar dat de tweede generatie segregeert. Volgens deze theorie is er bovendien meer dan één manier om te assimileren. Hiernaast bestaat er ook de nieuwe assimilatie theorie die juist beweert dat er wel sprake is van een lineair proces. Hierbij zou de eerste generatie bijvoorbeeld starten met assimilatie en is dit proces volledig afgerond bij de zesde generatie. Naast deze theorieën over migratie, bestaat er ook de vergelijkende integratie-context theorie. Deze theorie geeft aan dat context er toe doet en dat institutionele regelingen, sociale redevoering en politiek beleid invloed hebben op integratie. Wanneer de vraag ‘in welke mate participeert men?’ voorgelegd wordt aan mensen die achter deze theorie staan, krijg je een antwoord als ‘dat hangt af van de context’.
Het artikel van Putnam
Putnam spreekt in zijn artikel over bonding en bridging. Bonding betekent dat je contact hebt met mensen binnen jouw groepering en bridging houdt in dat je juist buiten de groepering contact hebt met mensen. Er wordt in zijn artikel gesproken over drie verschillende theorieën:
· Contact theorie
· Conflict theorie
· Constrict theorie
Bij de contact theorie zou diversiteit interetnische tolerantie en sociale solidariteit voeden. Bij de conflict theorie zou diversiteit juist uit-groep wantrouwen en in-groep solidariteit voeden. Putnam is het echter oneens met beide theorieën en komt met de constrict theorie. Hierin wordt beweerd dat diversiteit zowel in-groep als uit-groep vertrouwen schendt. Volgens hem zou diversiteit op korte termijn uitdagingen leveren, maar zou het op de lange termijn mogelijkheden kunnen opleveren. Volgens hem is diversiteit alleen mogelijk als iedereen zich aan elkaar aanpast.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Contributions: posts
Spotlight: topics
Hoorcolleges Culturele diversiteit UU
Aantekeningen bij de hoorcolleges van het vak Culturele Diversiteit (UU)
- Lees verder over Hoorcolleges Culturele diversiteit UU
- 1693 keer gelezen
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution