Grondslagen van de Psychologische Diagnostiek en Testtheorie - Hoorcollege aantekeningen 19/20
- 1264 keer gelezen
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
In dit hoorcollege wordt de betekenis van testscores besproken aan de hand van een aantal transformaties en er wordt uitleg gegeven over itemanalyse. De literatuur die hierbij hoort is H3 en H7 van Mastering Modern Psychological Testing.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Alle onderwerpen komen terug in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Bij stanines en normaliserende transformaties hoef je slechts de begrippen te kennen voor het tentamen, niet de gehele inhoud.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
Er worden geen tentamenvragen behandeld.
Tests voor prestatieniveau = maximum performance tests (kennis, vaardigheden, competenties)
- Snelheidstest (in beperkte tijd zo veel mogelijk beantwoorden)
- Niveau test (opgaven in oplopende moeilijkheid zonder tijdsdruk)
Tests voor gedragswijzen = typical response tests (gedrag, houding, persoonlijkheid)
Binnen beide tests is er nog een onderscheid tussen objectief en subjectief.
Theoretisch bereik testscore = aantal mogelijke testscores die behaald kunnen worden. Geobserveerd bereik testscore = bereik van scores die behaald zijn in de steekproef.
Intra-individuele beoordeling = scores bekijken voor individu zelf. Inter-individuele beoordeling = score vergelijken met anderen.
Norm referenced beoordelen = vergelijken testscore binnen groep/populatie (relatief meten). Hierbij horen percentiescores.
Criterium referenced beoordelen = vergelijking testscore met vooraf gestelde maatstaf of standaard (absoluut meten). Hierbij hoort percentage correct of mastery testing.
1. Bepalen van verdeling van testscores in populatie.
2. Bepalen van standaard voor beoordeling (transformeren).
Transformeren = het omzetten van ruwe testscores naar gestandaardiseerde scores met als doel: beschrijven, vergelijken en beoordelen.
Lineair:
1. Standaard z-transformatie: z-score
2. Lineaire transformatie: IQ-score en T-score
Niet lineair:
3. Percentielscore transformatie: percentielscore en percentiel
4. Stanines
5. Normaliserende transformatie: normale z-score
Voorwaarde: als eigenschap in populatie theoretisch normaal verdeeld is en testscores ook empirisch normaal verdeeld is, dan kun je ruwe scores transformeren naar z-scores. Hoeveel standaardafwijkingen je afligt van het gemiddelde = z-score. Negatieve z-scores zijn scores onder het gemiddelde. Een z-score van 2 of 3 is al erg extreem. Overschrijdingskansen kun je vinden door middel van z-scores = percentage mensen met zelfde score of hoger. Deze waarden vind je in een z-tabel.
Kenmerken:
- Ruwe testscores moeten minimaal een interval meetniveau hebben
- Ruwe testscores moeten normaal verdeeld zijn
Gevolgen:
- Interval meetniveau blijft na transformatie interval
- Vorm van de verdeling blijft ongewijzigd
- Na transformatie is M = 0 en SD = 1
Als een eigenschap in populatie theoretisch normaal verdeeld is en de geobserveerde testscores ook normaal verdeeld zijn kan je z-scores lineair transformeren. Hierbij bereken je van de ruwe score eerst de z-score en daarna transformeer je deze z-scores naar het gewenste gemiddelde en gewenste standaardafwijking.
IQ-score heeft M = 100 en SD = 15
T-score heeft M = 50 en SD = 10
Kenmerken:
- Ruwe testscores moeten minimaal een interval meetniveau hebben
- Ruwe testscores moeten normaal verdeeld zijn
Gevolgen:
- Interval meetniveau blijft na transformatie interval
- Vorm van de verdeling blijft ongewijzigd
- Na transformatie is M = a en SD = b
Het omzetten van ruwe scores in percentielscores. Een testscore is per definitie een discrete waarde, terwijl het begrip continu is. Mensen met dezelfde score worden ingedeeld in dezelfde categorie, maar het hoeft niet zo te zijn dat deze mensen werkelijk hetzelfde niveau hebben. Een score van 7 wordt behaald door 6 mensen, dit wordt gemeten van een score van 6,5 tot 7,5. Cumulatieve frequentie is hoeveel mensen hebben dezelfde score of lager. Percentielscore = mensen die dezelfde score hebben of lager. Hierbij moet rekening gehouden worden dat de helft van de personen daadwerkelijk onder de score van 7 zitten. Hierbij zijn dat drie mensen tussen 6,5 en 7 en drie mensen tussen 7 en 7,5.
Kenmerken:
- De testscores hebben minimaal ordinaal meetniveau
- Voor berekenen percentielscores heb je alle scores van de groep nodig
- Geen voorwaarde voor verdeling van de scores
Gevolgen:
- Transformatie resulteert in homogene verdeling
- Betekenis van de intervallen tussen opeenvolgende percentielscores is ongelijk; ordinaal meetniveau
- Gemiddelde en standaardafwijking van percentielscores hebben geen betekenis
Let op. Er is een verschil tussen percentielscores en percentiel.
Lineaire transformatie van standaard normaal verdeelde testscores in negen even grote groepen. Min of meer intervalschaal. Deze wordt niet meer gebruikt.
Als eigenschap in populatie theoretisch normaal verdeeld, maar de testscores voldoen hier niet meer aan. Door middel van normaliserende transformatie wordt de verdeling meer normaal gemaakt. Deze wordt ook niet meer gebruikt.
Hoe we individuele items binnen een test beoordelen. Communiteit geeft informatie hoe goed een item de factor representeert. Betrouwbaarheid geeft aan hoe goed items binnen een factor passen. Hoe dragen individuele items bij aan het betrouwbaar onderscheiden van personen = item discriminatie. Het niveau van moeilijkheid van de items = item moeilijkheid = proportie van de respondenten dat het item goed heeft beantwoord = p-waarde. Hoe hoger de item moeilijkheid, hoe makkelijker het item. Hoe goed een item past binnen het geheel = item totaal correlatie. Binnen aanbod van antwoordalternatieven het goede antwoord het meest aantrekkelijk moet zijn = distracter analysis.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution