HC23. Klinische beeldvorming
Algemene informatie
Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
Radiologie
Beknopte geschiedenis:
Vooral in de 20e eeuw heeft de medische beeldvormende technologie een enorme ontwikkeling doorstaan. Dit komt door de opkomst van de computing power, waar al deze technieken afhankelijk van zijn.
Een korte weergave van de periodes waarin de volgende technieken ontstonden:
1896: röntgenfoto
Jaren ’40 – ’50: contractmiddelen
Jaren ’60 – ‘70: echografie
Jaren ’80: CT en interventie
Jaren ’80 – ’90: MRI-scan
Jaren ’90: PET
Al deze technieken komen vooral naar voren in het medisch vakgebied radiologie.
Wat is radiologie?
Een radioloog (medisch specialist werkzaam in de radiologie) maakt gebruik van de volgende technieken:
Een radioloog is werkzaam in twee grote takken:
Diagnose → het opsporen van o.a. kanker, hart- en vaatziekten en hersenziekten
Behandeling → hierbij worden ingrepen gedaan die voorheen door de chirurg werden uitgevoerd
Hierbij wordt gehandeld aan de hand van de volgende uitgangspunten:
Het klinische probleem
Waaraan wordt de klacht gerelateerd?
Aan de hand hiervan wordt een differentiaal diagnose opgesteld
De beste oplossing wordt gezocht:
Wordt er zonder verdere diagnostiek gehandeld?
Wordt de goedkoopste benadering gekozen?
Is er dure diagnostiek nodig?
Anamnese en lichamelijk onderzoek
Aanvullend onderzoek → radiologie
Wat is de indicatie voor onderzoek?
Onderverdeling radiologische technieken:
Radiologische technieken zijn in 3 hoofdcategorieën in te delen:
Röntgen
Röntgenfoto/X-ray
CT-scan
Interventie
Radioactiviteit
Magneetvelden
Röntgenfoto
Geschiedenis:
Röntgenstraling werd ontdekt door Wilhelm Conrad Röntgen (1945-1923):
Ontdekte röntgenstralen in 1895 → schreef het boek “Über eine Art von Strahlen”
De eerste röntgenfoto was een foto van de hand van zijn vrouw, Bertha
Ontving de nobelprijs Natuurkunde in 1901
Vroeger werden röntgenfoto’s X-rays genoemd, later is de techniek vernoemd naar zijn uitvinder.
Werking:
Voor het maken van een röntgenfoto worden röntgenstralen gebruikt. Röntgenstralen zijn ioniserende elektromagnetische stralen die biologische effecten hebben en onderdeel zijn van het stralingsspectrum. In het midden van het stralingsspectrum liggen de golflengtes voor zichtbaar licht. Kortere golflengten worden gebruikt voor röntgenstraling (X-rays), CT-scans en nucleaire geneeskunde. Aan de andere kant van het spectrum zijn langere golflengten, die gebruikt worden voor MRI-scans. Al deze vormen van beeldvormend onderzoek hebben dus hetzelfde principe, maar andere golflengtes en een andere fotonenergie. De fotonenergie van röntgen is 40 tot 120 kEV.
Bij het maken van een röntgenfoto wordt een “lamp” op het lichamelijk weefsel gezet. Afhankelijk van hoeveel straling wordt geabsorbeerd door het weefsel, kan je bepalen wat zich in het weefsel bevindt. Bij veel absorptie kleurt de röntgenfoto wit, bij weinig zwart. De densiteit van het lichaamsweefsel wordt dus weergegeven:
Contrastmiddelen:
Om de kwaliteit van een röntgenfoto te verbeteren kan gebruik worden gemaakt van een contrastmiddel:
Contrastmiddelen kunnen de densiteit van het weefsel positiever of negatiever maken:
Een contrastmiddel kan op verschillende manieren toegediend worden:
Oraal, enteraal (via het maag-darmstelsel)
Paranteraal (niet via het maag-darmstelsel)
Antegraad: met de stroom mee
Retrograad: tegen de stroom in
Afhankelijk van welke structuur dankzij het contrastmiddel zichtbaar is zijn namen bedacht. Samen heten deze röntgenfoto’s “O-grams”:
Venogram → weergave van de bloedstroom in de vaten
Arthrogram → weergave van de gewrichten
Sialogram → weergave van speekselklieren
Myelogram → weergave van het ruggenmerg
Arteriogram → weergave van de arteriën
Angiogram → weergave van de bloedvaten
Galactogram → weergave van de melkklieren in de tepels
Hystersalpingogram → weergave van de baarmoederholte en eileiders
Biologische effecten:
Het maken van een röntgenfoto heeft veel biologische effecten die schadelijk kunnen zijn. Deze schade kan op twee manieren ontstaan:
Deterministisch
Stochastisch
Bij de radiologische effecten van röntgenstralen is er vrijwel alleen maar sprake van een stochastisch effect.
Voor- en nadelen:
Conventioneel röntgenonderzoek heeft dus verschillende voor- en nadelen:
Voordelen:
Nadelen:
Overprojecties doordat de afbeeldingen niet 3D zijn
Ioniserende straling
Geen postprocessing → het is slechts een afbeelding: nadat de afbeelding bekeken is, is hij niet bruikbaar voor verder onderzoek
CT-scans
Geschiedenis:
CT staat voor Computed Tomography. De eerste CT-scanner werd gemaakt door Hounsfield en Cormack in 1974. Hier lieten ze de persoon zelf door een “buis” draaien.
Werking:
Tegenwoordig bestaat een CT-scanner uit een ronddraaiende röntgenbuis om de patiënt heen. Scans worden in de standaard afbeeldingsvlakken gemaakt: het lichaam wordt “gesneden” in transversale, coronale en sagittale plakjes in verschillende richtingen. Deze plakjes worden in de praktijk gecombineerd en alle drie tegelijkertijd gebruikt. Een moderne multi-detector CT-scanner kan in één rotatie meerdere plakken maken.
Voor- en nadelen:
Een CT-scan heeft dus hetzelfde basisprincipe als een röntgenfoto. Ook hieraan hangen verschillende voor- en nadelen:
Voordelen
Bot en wekedelen zijn goed te beoordelen
Gedetailleerd beeld in scanvlak
Geen overprojecties
Postprocessing is mogelijk
Nadelen
Ioniserende straling
Vooral kinderen zijn hier gevoelig voor
Ook de bedieners (cardioloog, verpleegkundige) van een apparaat staan worden bestraald
Beperkte keuze scanvlak
Interventies
Radiologen doen ook interventies. Hierbij wordt gebruik gemaakt van beeldvormende techniek. Met behulp van echografie, röntgendoorlichting of CT-doorlichting is het mogelijk om de instrumenten en het materiaal door een kleine opening in de huid op de juiste plaats te krijgen. Zo kan een radioloog een CT geleid biopt van de longen afnemen.
Scintigrafie
Scintigrafie is een vorm van beeldvormend onderzoek op basis van radioactiviteit. Er wordt geen straling toegediend vanuit een apparaat, maar de straling wordt in de patiënt gespoten. De radioactieve stof hoopt in een bepaald orgaan of afwijking op. Vervolgens wordt met een detector nagegaan waar de toegediende activiteit zich na enige tijd concentreert.
PET-scans
PET staat voor Positron Emissie Tomografie. Het is een vorm van nucleaire geneeskunde die aangeeft hoeveel metabole activiteit er is. Er wordt gekeken naar twee positronen die op hetzelfde moment een detector raken. Op basis hiervan kan teruggerekend worden waar de radioactiviteit te vinden is. Vaak worden PET-scans gecombineerd met CT-scans en MRI-scans.
MRI-scans
Geschiedenis:
Ook de ontwikkeling van de MRI-scan vond plaats in de 20e eeuw:
1936: Groter ontdekte nucleair paramagnetisme in Leiden
1946: Purcell en Bloch ontwikkelden NMR-technieken
1980: de eerste afbeeldingen m.b.v. een MRI-scanner werden gemaakt door Edelstein en een paar anderen
Werking:
MRI staat voor Magnetic Resonance Imaging. Een MRI-scanner is een hele grote homogene magneet die altijd aan staat. Er wordt gebruik gemaakt van een radiozender en -ontvanger: spoelen om het apparaat heen zijn zenders en ontvangers. Wanneer er een patiënt in het apparaat komt wordt het magneetveld verstoord. De protonen in het lichaam van de patiënt gaan met de magnetische veldlijnen mee → er ontstaat een magnetische vector. Op de juiste frequentie geeft dit magneetje een “tikje”. Op basis van deze resonantie wordt achterhaald wat er waar aanwezig is.
Voor- en nadelen:
Ook een MRI-scan heeft voor- en nadelen:
Voordelen
Goede visualisatie wekedelen
Informatie over meerdere weefselkarakteristieken
Anatomische en functionele informatie
Geen overprojecties → het is duidelijk wat voor en wat achter zit
Postprocessing
Onbeperkte scanvlak keuze → je bent niet beperkt in het axiale vlak!
Geen schadelijke biologische effecten
Nadelen
Conclusie
Een radioloog is een medisch specialist
Radiologie omvat het gehele lichaam
Er zijn technische uitdagingen
Het is klinisch gestuurde beeldvorming
Communicatie is van belang
Radiologie komt op meerdere momenten terug tijdens de Geneeskunde opleiding
Add new contribution