Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
Oefentoets Kernvak Privaatrecht II Deeltoets B
Vraag 1
Vraag 1 a.
Twee agenten bellen aan bij een man en delen hem mee dat zijn zoontje (11 jaar oud) bij een aanrijding is verongelukt. De man kan het verlies (ook op langere termijn) niet verwerken en roept op aanraden van zijn huisarts psychiatrische hulp in. Kan hij de door hem met betrekking tot deze therapie gemaakte kosten verhalen op degene die de aanrijding heeft veroorzaakt?
Vraag 1 b.
In de `hangmatzaak’ (HR 8 oktober 2010) ging het om de vraag of een medebezitter een andere medebezitter op grond van art. 6:174 BW aansprakelijk kan stellen. Leg uit waarom dit een vraag van relativiteit betreft.
Vraag 2
Eugene heeft samen met zijn zus en diens echtgenoot een kunst- en antiekbeurs te Venlo bezocht. Bij de stand van galerie La Fleur gebeurde het volgende. Al kijkend naar een ± 2.25 meter hoog staande klok deed Eugene een paar stappen achteruit. Bij de derde pas liep hij tegen een – naar later bleek hol -houten pilaartje aan waarop een aan de galerie toebehorende Friese Staartklok uit 1580 stond opgesteld (vraagprijs € 500.000). Het pilaartje begon te wankelen als gevolg waarvan de klok op de grond viel. Hierdoor is een schade ontstaan van in totaal € 65.000, voor onder meer waardevermindering en reparatiekosten.
Is de Eugene jegens La Fleur aansprakelijk voor de schade, en zo ja, moet hij alle schade betalen?
Vraag 3
Dahlia Acacia B.V. (verder te noemen Dahlia) sluit in week 41 van 2011 met van Jaarsveld een (licentie-)overeenkomst. Op grond van deze overeenkomst krijgt van Jaarsveld het recht om 80.000 rozenplanten met de naam Beatrix te kweken voor de productie van snijbloemen. Het bedrag dat voor de licentie moet worden betaald, is € 55.000.
Naast de licentie heeft van Jaarsveld ook nog stekken nodig om de rozenplant in kwestie te kunnen kweken. Daartoe sluit van Jaarsveld op dezelfde dag een overeenkomst met Lely Acacia B.V. (verder te noemen Lely), de zustervennootschap van Dahlia. Lely, die zich bezighoudt met het vermeerderen van rozenplanten, verbindt zich ten opzichte van van Jaarsveld tot levering van 80.000 stekken van de rozenplant in kwestie. De koopsom bedraagt € 75.000. Ter zake van de levering bevat de koopovereenkomst de volgende bepaling: ‘levering van de stekken vanaf week 46 en 47. De vermeerderaar zal zodanig tijdig met zijn werkzaamheden aanvangen dat de afleveringsdatum redelijkerwijs kan worden gehaald. Een aflevering binnen een week voor of twee weken na de overeengekomen afleveringsdatum geldt als een tijdige aflevering’.
Het is voor van Jaarsveld belangrijk om de stekken op tijd geleverd te krijgen, aangezien hij de stekken nodig heeft om de rozen te kweken die hij voor Valentijnsdag (14 februari 2012) via de veiling wil verkopen. Zowel Dahlia als Lely waren bij het sluiten van de overeenkomsten met van Jaarsveld op de hoogte van deze plannen.
Dahlia heeft bij het sluiten van de overeenkomst met van Jaarsveld aangegeven dat Lely al met de vermeerdering van de stekken was begonnen. Achteraf blijkt dat dit niet het geval was. Lely is pas in week 44 met vermeerderen begonnen, zodat aflevering van de 80.000 stekken in de weken 46 en 47 bij voorbaat onhaalbaar was. De stekken worden dan ook in week 51 en 52 geleverd. De snijbloemen zullen derhalve pas na Valentijnsdag voor verkoop via de veiling gereed zijn.
Van Jaarsveld heeft voor de stekken zelf nog niets betaald aan Lely. Wel heeft hij het bedrag voor de licentie aan Dahlia voldaan.
Vraag 3 a.
Lely stuurt van Jaarsveld een rekening voor de geleverde stekken. Van Jaarsveld is niet van plan te betalen, omdat de stekken te laat zijn geleverd. Kan van Jaarsveld op die grond aan zijn betalingsplicht ontkomen?
Vraag 3 b.
Bovendien vordert van Jaarsveld schadevergoeding van Lely, omdat op Valentijnsdag geen rozen voor verkoop beschikbaar waren.
Is Lely aansprakelijk voor de door Stamsnijder geleden schade?
Vraag 3 c.
Ook vordert van Jaarsveld het reeds aan Dahlia betaalde bedrag terug. Hij stelt dat hij niets aan de licentie heeft gehad.
Er zijn twee mogelijke rechtsfiguren met behulp waarvan van Jaarsveld het recht op terugbetaling door Dahlia juridisch gestalte kan geven. De ene leidt tot een vordering uit onverschuldigde betaling; de andere leidt niet tot een vordering uit onverschuldigde betaling. Bespreek beide rechtsfiguren.
Vraag 4
In 2012 heeft een ongeluk plaatsgevonden op de Landskroondreef in Utrecht. Betrokken bij dit ongeval waren een automobilist en een elfjarig meisje op de fiets. Het meisje heeft ten gevolge van de botsing haar rechteronderbeen gebroken. Volgens de automobilist is de fietser door een plotselinge windvlaag van stormachtige omvang tegen de zijkant van de auto geblazen. Hij stelt dat hem niets valt te verwijten: er was voldoende afstand tussen hem en de fietser, (met de auto nog meer links rijden was niet mogelijk, vanwege de middenberm) en hij reed ruim onder de maximaal toegestane snelheid. De wettelijke vertegenwoordiger van het meisje betwist deze toedracht niet.
Vraag 4 a.
Is de automobilist aansprakelijk voor de letselschade van het slachtoffer, en zo ja, moet hij alle schade betalen?
Vraag4b.
Veronderstel dat de fietser niet een elfjarige meisje, maar een volwassen vrouw was.
Luidt uw antwoord op vraag a dan anders?
Antwoorden
Antwoord 1a
Jegens het kind is een onrechtmatige daad gepleegd. De man als ‘derde’ heeft daarom recht op schadevergoeding zoals omschreven in de art. 6:107 en 6:108 BW. De door hem gevorderde materiële schadevergoeding valt hierbuiten.
Uitsluitend indien jegens hemzelf ook een onrechtmatige daad is gepleegd, zal ook deze schadepost worden vergoed. In het arrest Kindertaxi overweegt de Hoge Raad dat daarvan alleen sprake is in geval van shockschade, d.w.z. wanneer iemand geestelijk letsel oploopt door waarneming van een ongeval of door de directe confrontatie met de ernstige gevolgen ervan, waarbij de shock dermate ernstig is dat deze leidt tot een aantasting van de gezondheid in de vorm van een psychiatrisch erkend ziektebeeld. Aangezien de man het ongeval niet heeft waargenomen en ook niet direct is geconfronteerd met de ernstige gevolgen, zal hij zijn schade niet vergoed krijgen.
Antwoord 1b
Het betreft een vraag van relativiteit omdat het gaat om de vraag of art. 6:174 ook strekt tot bescherming tegen de schade die een medebezitter heeft geleden.
Antwoord 2
Eugene is aansprakelijk op grond van een onrechtmatige daad (6:162). Hij heeft jegens La Fleur onzorgvuldig gehandeld omdat hij zich gevaarlijk heeft gedragen en deze gedraging tot schade heeft geleid. De standhouder hoefde niet bedacht te zijn op bezoekers die achteruit lopen zonder om te kijken. Een ongelukkige samenloop van omstandigheden is hier niet aan de orde, omdat het niet een ongeluk in de huis-, tuin- en keukensfeer tussen particulieren betreft.
De onrechtmatige gedraging kan Eugene toegerekend worden krachtens schuld; hij heeft immers verwijtbaar gehandeld door zonder om te kijken achteruit te lopen. Het causale verband is zeer direct: door het aanstoten van de pilaar, valt de klok. Aan het relativiteitsvereiste is voldaan; er is immers jegens La Fleur onzorgvuldig gehandeld. Het betreft een belang van de La Fleur waarop Eugene bedacht had moeten zijn.
Wel kan Eugene naar alle waarschijnlijkheid een beroep doen op de eigen schuld van de standhouder (6:101). Gelet op het feit dat het hier gaat om een zeer kostbare klok, had La Fleur de klok beter moeten beschermen. Het holle pilaartje begon door de botsing te wankelen en bood die bescherming dus niet. Een deel van de schade zal dus voor rekening van de galeriehouder blijven.
Antwoord 3a
Om de koopsom niet langer te zijn verschuldigd, zal van Jaarsveld de overeenkomst moeten ontbinden (6:265). Er is een tekortkoming aan de zijde van Lely, want de stekken worden te laat geleverd. Deze tekortkoming is zeker niet te gering, want door de te late levering kan van Jaarsveld geen rozen voor Valentijnsdag aanbieden. Verzuim is niet vereist, want behoorlijke nakoming is blijvend onmogelijk. Ontbinding behoort schriftelijk te gebeuren (6:267 BW) en heeft tot gevolg dat van Jaarsveld bevrijdt wordt van zijn betalingsverplichting (6:271).
Antwoord 3b
Grondslag voor schadevergoeding is art. 6:74 BW. Omdat de stekken te laat worden geleverd, schiet Lely in de nakoming van zijn verbintenis tekort. Het is Lely bovendien toerekenbaar krachtens schuld, want het valt Lely te verwijten dat hij niet op tijd met het vermeerderen van de stekken is begonnen. Van Jaarsveld heeft schade omdat op Valentijnsdag geen rozen voor verkoop beschikbaar waren. Als de stekken wel op tijd waren geleverd, zou van Jaarsveld geen schade hebben geleden. Aan het causale verband is derhalve ook voldaan. Omdat behoorlijke nakoming blijvend onmogelijk is, is geen verzuim vereist.
Antwoord 3c
1. De rechtsfiguur die tot een vordering uit onverschuldigde betaling leidt.
Van Jaarsveld kan een beroep op dwaling doen (6:228). Als een beroep op dwaling slaagt, zal de overeenkomst immers met terugwerkende kracht worden vernietigd en is er niet langer een verbintenis op grond waarvan hij tot betaling van de koopsom is gehouden (3:53 lid 1).
Er is sprake van een onjuiste voorstelling van zaken: Van Jaarsveld meende dat de stekken op tijd zouden worden geleverd, dat Lely al met het vermeerderen van de stekken was begonnen. Causaal verband is aanwezig: Als van Jaarsveld geweten zou hebben dat de stekken te laat zouden worden geleverd, dan zou hij nooit de licentierechten met betrekking tot deze stekken hebben verworven. Ook is voldaan aan het kenbaarheids-vereiste: het was voor Lely duidelijk dat een tijdige levering van de stekken voor van Jaarsveld essentieel was, hij was immers van de plannen van van Jaarsveld op de hoogte. Aangezien Dahlia zelf heeft aangegeven dat Lely al met vermeerderen was begonnen, is er sprake van een onjuiste inlichting van Dahlia (6:228 lid 1 sub a).
Er mag geen sprake zijn van een uitsluitend toekomstige omstandigheid. Dat is hier ook niet het geval. Het niet op tijd kunnen leveren van Lely lag al besloten in het feit dat hij op het moment van sluiten van de overeenkomst nog niet met vermeerderen was begonnen.
NB. Bedrog is niet aannemelijk, omdat in dat geval sprake moet zijn van opzet aan de zijde van Dahlia, hetgeen door van Jaarsveld ook nog eens zou moeten worden bewezen.
2. De rechtsfiguur die niet tot een vordering uit onverschuldigde betaling leidt.
Te verdedigen valt dat de overeenkomsten die van Jaarsveld met Dahlia en Lely heeft gesloten nauw samenhangende overeenkomsten zijn. Van Jaarsveld had immers niets aan een licentie zonder stekken en ook niets aan stekken zonder een licentie. Beide overeenkomsten zijn ook op dezelfde dag gesloten. Dahlia en Lely zijn bovendien zusterondernemingen en zo goed van elkaars handel op de hoogte dat Dahlia meedeelt dat Lely al met vermeerderen van de betreffende rozensoort was begonnen.
Deze nauwe samenhang rechtvaardigt dat het lot van de ene overeenkomst bepalend is voor de andere overeenkomst, in die zin dat ontbinding van de overeenkomst met Lely dus ook tot gevolg heeft dat de overeenkomst met Dahlia kan worden ontbonden.
Antwoord 4a
Een ongemotoriseerde (een fietser), die betrokken raakt bij een verkeersongeval met een gemotoriseerde (een automobilist), vordert zijn schade van de gemotoriseerde. De grondslag van aansprakelijkheid is derhalve art. 185 WVW. De automobilist is op grond van deze wetsbepaling aansprakelijk, tenzij hij zich op overmacht kan beroepen.
Het slachtoffer is een elfjarig meisje. Uit het arrest De Backer/Van Uitregt vloeit voort dat bij een aanrijding tussen een automobilist en een ongemotoriseerd kind jonger dan 14 jaar, een fout van het kind geen overmacht oplevert voor de automobilist, behalve bij opzet of bewuste roekeloosheid van het kind. Dit laatste is hier niet het geval. De automobilist is dus aansprakelijk.
Mocht hij zich vervolgens beroepen op eigen schuld, dan zal ook dat beroep niet slagen.
Uit Ingrid Kolkman komt immers naar voren dat er ook in het kader van 6:101 lid 1 geen aanleiding is tot vermindering van de schadevergoeding op grond van de gedraging van het kind behalve wanneer er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. Dat de causale verdeling hier opzij wordt gezet, is een uitvloeisel van de billijkheidscorrectie van art. 6:101 BW.
De automobilist zal de gehele schade moeten vergoeden.
Antwoord 4b
De grondslag van aansprakelijkheid blijft art. 185 WVW. Ook nu gaat het immers om een ongemotoriseerde die betrokken raakt bij een verkeersongeval met een gemotoriseerde en die schadevergoeding van de gemotoriseerde vordert.
Overmacht voor de automobilist bij een aanrijding met een persoon van 14 jaar of ouder wordt slechts aangenomen, indien de automobilist rechtens geen enkel verwijt valt te maken, d.w.z. als de gedragingen van de ander zo onwaarschijnlijk waren dat hij daar geen rekening mee heeft hoeven te houden (zie o.a. HR Ingrid Kolkman).
In casus valt te verdedigen dat er sprake is van overmacht; de automobilist moest de fietser immers op enig moment passeren, kon niet verder naar rechts uitwijken en heeft, ook al zal hij zich van wind bewust zijn geweest, geen rekening hoeven te houden met een plotselinge windvlaag van stormachtige omvang.
Mocht u concluderen dat er geen sprake is van overmacht, dan wordt de eigen schuld van de fietser (6:101) relevant. Aannemelijk is dan dat ook de fietser niet vrijuit zal gaan, omdat hij had moeten anticiperen op de windvlaag en zullen de aan hem toe te rekenen omstandigheden causaal gezien meer dan 50% aan het ongeluk bijdragen. Uit (o.a.) het arrest Anja Kellenaers volgt echter dat de billijkheid eist dat bij afwezigheid van opzet of bewuste roekeloosheid bij de fietser, ten minste 50 % van de schade ten laste van de automobilist moet komen (dit is een toepassing van de billijkheidscorrectie van 6:101 lid 1). Vervolgens kan de billijkheid nogmaals een corrigerende rol spelen. Wellicht dat de aard van de schade (lichamelijk letsel) nog tot een kleine wijziging in het voordeel van de fietser zal leiden.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Privaatrecht bundel
- Oefententamen voor het vak goederenrecht (4)
- Oefententamen voor het vak goederenrecht (3)
- Oefententamen voor het vak goederenrecht (2)
- Oefententamen voor het vak goederenrecht
- Systematisch te werk gaan bij je tentamen privaatrecht
- Gebruik van arresten bij het vak Privaatrecht
- Privaatrecht gaat over de verhouding burger-burger
- Problemen waar de gevorderde student bij privaatrecht tegenaan loopt
- Tentamenvragen: Inleiding Privaatrecht
- Oefentoets Privaatrecht II (deeltentamen A)
- Tentamenvragen: Inleiding Privaatrecht
- Boeksamenvatting bij de 9e druk van Zwaartepunten van het vermogensrecht van Brahn en Reehuis
- Tentamenvragen (mc) Grensoverscheidend Privaatrecht
- Tentamenvragen (open) Grensoverscheidend privaatrecht
- Uitwerkingen colleges KV Privaatrecht I, deel 1 (deeltoets 1)
- Collegeverslagen Kv Privaatrecht I (wk 5 t/m 7), deel 2
- Oefentoetsen & antwoordindicaties Kv Privaatrecht I, voor eindtoets
- Laatste collegeverslag Kernvak Privaatrecht I (week 8)
- Uitwerking colleges Inleiding Privaatrecht
- Oefenpakket Inleiding Privaatrecht
- Uitwerking oefenvragen Inl. Privaatrecht
- Uitwerking oefenvragen Inl. Privaatrecht
- Uitwerking colleges Privaatrecht II
- Oefentoets voor deeltoets Privaatrecht II
- Oefentoets voor eindtoets Privaatrecht II
- Begrippenlijst Kernvak Privaatrecht I
- Oefenpakket eindtoets Kv Privaatrecht I
- Hoorcollegeaantekeningen Kernvak Privaatrecht II deel 1
- Hoorcollegeaantekeningen Kernvak Privaatrecht II deel 2
- Collegeaantekeningen deel 1 Kernvak Privaatrecht I
- Inleiding Privaatrecht I: Verbintenissenrecht - UU - Aantekeningen
- Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht - B1 - Rechten - UU - Aantekeningen hoorcolleges
Contributions: posts
Spotlight: topics
Privaatrecht bundel
gebundelde documenten en tips voor het rechtsgebied privaatrecht
- Lees verder over Privaatrecht bundel
- 2201 keer gelezen
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2108 |
Add new contribution