HC3a Staatsrecht: Wet en wetgeving

Week 3, hoorcollege 1: Wet en wetgeving 

In een wet in formele zin worden drie belangen beschermd. Ten eerste de democratie. Het volk heeft hier immers stemrecht in door middel van de Staten-Generaal. Ten tweede de Algemeenheid, Het gaat willekeur tegen en er is sprake van gelijkheid. Ten derde is er sprake van rechtszekerheid door het staatsrechtelijke ongeschreven legaliteitsbeginsel, een voorafgaande regel.

De legaliteitseis houdt in dat wanneer overheidsoptreden een inbreuk maakt op een recht, dat altijd moet zijn gelegaliseerd in een wet of zelfs in de Grondwet. De overheid moet zich aan deze wet houden.

 Normenhiërarchie 

  • De hiërarchie van wetgeving is als volgt;
  • Unierecht en verdragen
  • Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
  • Grondwet (Grondwetgever)
  • Wet in formele zin (art. 81 Gw.) (Regering + SG)
  • AMvB (Art. 98 Gw.) (Regering)
  • Ministeriële regeling (Ministers)
  • Provinciale verordening (Provinciale staten)
  • Gemeentelijke verordening. (Gemeenteraad)

Vanaf de AMvB moet steeds kunnen worden aangetoond dat de bevoegdheid uit de wet in formele zin of uit de Grondwet komt. Het woord ‘wet’ kan dus vele betekenissen hebben.

Bij een wet in formele zin bijvoorbeeld bepaald de vorm (procedure) of iets een wet is. Bij een wet in materiële zin bepaald de inhoud wat voor soort wet het is. De kenmerken van een wet in materiële zin zijn algemeen naar buitenwerkende bindende regels, algemeen verbindende voorschriften met een wettelijke grondslag.

Een algemeen verbindend voorschrift is dus eigenlijk altijd een wet in materiële zin.

AMvB’s en ministeriële regelingen worden dus vaak wel wet genoemd, niet om de vorm maar om de inhoud welke vaak een avv is.

Functies wetgeving 

  1. Codificeren; (op schrift gesteld recht) 
  2. Modificeren; 
  3. Rechtsgelijkheid; (gelijke rechten voor ieder) 
  4. Legaliteit; (vooraf aanwezigheid van een wettelijke bepaling) 

Een wet in formele zin kan op verschillende manieren tot stand komen. (Art. 81 Gw, procedure 82 ev.) De eerste manier is een regeringsvoorstel: Door de regering ingediend. (ong. 90%) bij de tweede kamer. De tweede manier is een initiatiefvoorstel; door een Kamerlid aanhangig gemaakt bij de tweede kamer. De tweede stap hierbij is dat de tweede kamer het dan in dient bij de 1e kamer. Met het woord indiener wordt dus nooit een Kamerlid op zich bedoeld.

Procedure: (hoofdlijnen)

  • De procedure wordt voorbereid op het ministerie

  • Het wordt besproken in de ministerraad (RvO MR) art. (45, 3 GW)

  • Dan volgt het advies van de Raad van state. (art. 73, 1 GW) 

  • Dan wordt het behandeld in de tweede kamer (nadat het is doorgestuurd door een minister naar de voorzitter in de 2e kamer) (art. 83 GW)

    • Eerst wordt het in een commissie behandeld en dan plenair.

    • Er is een wijziging mogelijk (plenair), het recht van amendement

    • Stemming

  • Behandeling in de 1e kamer (art. 85 GW)

    • Eerst naar de commissie, dan plenaire behandeling. (Het wordt in de 1e kamer minder politiek bekeken maar meer naar de handhaafbaarheid van het voorstel)

    • Er is geen wijziging mogelijk

    • Stemming

  •  Bekrachtiging (minister moet zelf tekenen van instemming, contra-seign) (87 en 47 GW) 

  • Bekendmaking (88 GW) en inwerkingtreding (88 GW) 

Kwaliteit van wetgeving 

  • Juridische kwaliteitstoetsen (ministerie, Raad van State, Eerste Kamer) 
  • Kaders (aanwijzingen, protocllen RvS en eerste kamer) 
  • Toetsingscriteria (probleemanalyse, procedure, rechtmatigheid, consistentie, doelmatigheid, doeltreffendheid, uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid, evaluatie) 

De rol van de Raad van State

De Raad van State geeft dus advies over het wetsvoorstel. (Art. 73 Gw, jo. Art. 17 lid 1 wet RvS)
De Raad van State kan zowel advies geven als zelf wetten maken. Daarom is de Raad van State gesplitst in twee delen. De Raad van State let bij het beoordelen van de wetten op drie onderdelen, ten eerste de juridische toets, ten tweede de beleid analytische toets en ten derde de wetstechnische toets.

De beleid analytische toets houdt in dat de regering wordt geconfronteerd met het eigen beleid. Past het voorstel wel in het eigen beleid? Met de wetstechnische toets wordt gemeten of het wel precies genoeg wordt aangegeven en of het wel duidelijk is. Nadat er gekeken is hoe het voorstel bevalt, eindigt de Raad van State met een dictum, een samenvatting. Er zijn zes verschillende oordelen die zij kunnen vellen. De eerste drie zijn positief, nummer 4, 5en 6 zijn negatief. Wanneer het oordeel negatief uitpakt volgt opnieuw een bespreking in de Ministerraad. (art. 4 RvO Mr.)

Ook als de RvS het niet eens is word het soms om politieke redenen toch doorgestuurd nar de Staten-Generaal. Dan zit de tweede kamer er mee. Die is daar niet altijd even blij mee.

De wet in formele zin kan tevens gewijzigd worden. (art. 84 Gw.)

Voor een wijziging gelden ook verschillen met regeringsvoorstellen en initiatiefvoorstellen. Bij regeringsvoorstellen kan er als volgt gewijzigd worden; Door de regering door middel van een Nota van Wijziging, hierbij is stemmen niet nodig, of door de Tweede kamer: recht van amendement waarbij stemmen wel nodig zijn.

Bij een initiatiefvoorstel kan er gewijzigd worden door de aanhangig-maker door middel van een Nota van Wijziging, waarbij stemmen niet nodig is en door de Tweede kamer (recht van amendement) Hierbij is stemmen wederom wel nodig.

Intrekken van wetgeving

Op grond van art. 86 Gw. Kan een wet ook worden ingetrokken. Dit kan door middel van een regeringsvoorstel: Regering (=indiener) ‘Zolang het niet door de SG is aangenomen’, en door middel van een Initiatiefvoorstel: Door de tweede kamer (indiener), ‘Zolang niet door de SG is aangenomen’. Dat laatste betekent dus dat het voorstel nog bij de tweede kamer of bij de aanhangig-maker ligt.

Bekrachtigen van wetgeving

Bekrachtiging gebeurt op grond van art. 87 Gw. Dit kan door een handtekening van de koning en de verantwoordelijke ministers. Daarmee wordt het een wet, maar treedt hij nog niet in werking. Een koning kan een bekrachtiging best weigeren maar dat is in de praktijk erg onverstandig.

De bekendmaking en de inwerkingtreding van wetgeving

De bekendmaking en de inwerkingtreding gebeurt bij art. 88 Gw jo. 3 Bekendmakingswet, in het Staatsblad. De wet regelt in principe zijn eigen bekendmaking. Vaak door een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip. Er is een vangnet voor wanneer de datum is vergeten. (Art. 7 Bekendmakingswet)

De bevoegdheid tot wetgeving kan aan drie punten worden ontleend, ten eerste de legaliteitseis, ten tweede de wetgever van de formele zin die zijn bevoegdheid ontleend aan de grondwet. (Art. 81 Gw) en ten derde de regering (AMvB’s) en ministers (ministeriële regelingen) die hun regelgevende bevoegdheid ontlenen aan de wet.

Koninklijke Besluiten

Een AMvB is op grond van art. 89 bij KB vastgelegd. Hij is in 99% van de gevallen terug te voeren op een wet in formele zin en dan wordt hij onzelfstandig genoemd. De overige 1% is wanneer de AMvB’s rechtstreeks van de Grondwet komen. Dan wordt hij zelfstandig genoemd. Zelfstandige AMvB’s zijn zeldzaam en zeer problematisch. Ze mogen namelijk niet gehandhaafd worden, er mag niet gestraft worden. Daarvoor moet het op de Wet berusten.

Ook over AMvB’s moet er geadviseerd worden door de Raad van State. (Art. 17 Wet op RvS). De bekendmaking geschiedt ook in het Staatsblad. (Art. 3 BW)
Andere KB’s die algemeen verbindende voorschriften bevatten zijn kleine KB’s. Hierbij hoeft de RvS niet worden gehoord. Een AMvB wordt dus altijd een groot KB genoemd.

Ministeriële regelingen

Bij ministeriële regelingen moet alles op de wet berusten. Er zijn twee soorten trajecten. De eerste is wanneer dat rechtstreeks van de wet in formele zin afkomstig is. Het tweede is wanneer het berust op een AMvB welke weer afkomstig is van een wet.

Voor ministeriële regelingen is geen advies van de RvS nodig en geschiedt de bekendmaking via de Staatscourant (Art. 4 Bekendmakingswet)

Doorgeven van bevoegdheden

Attributie is het scheppen van een nieuwe, nog niet bestaande bevoegdheid en de toekenning daar van aan een bepaald orgaan. De Grondwet attribueert altijd (elke bevoegdheid die ze toekennen is attributie)

Er zijn twee soorten bevoegdheden: de wetgevende bevoegdheid, het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en bestuursbevoegdheden, de rest. Vaak beschikkingen.

Bij delegatie is er sprake van een bevoegdheid die je hebt gekregen en dan weer doorgeeft. De wetgever delegeert wetgevende bevoegdheid altijd. De wetgever die een bestuursbevoegdheid schept (via wet in formele zijn) attribueert altijd.

Delegatie mag wanneer er in de grondwettekst het woord regelt is opgenomen of een woord dat daar sterk op lijkt. (regels, regelen, regeling) of (bij of) krachtens de wet. LET OP! Wanneer er bij de wet staat, dan mag het juist NIET. Een voorbeeld: De Wet regelt de toelating…

Bij een wet in formele zin

Bij AMvB, dan moet de regering de bevoegdheid zelf dragen en mag zij niet sub-delegeren.

(bij of) krachtens AMvB, dan mag de regering wel sub-delegeren.

Vb. Bij AMvB wordt geregeld.

LET OP!, de regels die golden bij de grondwettekst gelden hier NIET

Problemen van wetgeving 

- Formalisering en instrumentalisering 

- Politisering (partijdige wetgever?)

- Regelgroei en regeldruk 

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: lisacelineh
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
3339