
Henrich
The weirdest people in the world? P. 61-83
Introductie
WEIRD: western, educated, industrialized, rich and democratic. Wetenschappelijke kennis is veelal gebaseerd op vindingen van deze subpopulatie, maar hoe representatief is deze groep? Fenomenen zoals persoonlijke waarden, emotionele expressiviteit en persoonlijke kenmerken worden verwacht te variëren tussen individuen en maatschappijen. De verwachting van de onderzoekers is dat mensen van alle maatschappijen basisaspecten van cognitie, motivatie en gedrag delen. De thesis in dit artikel is niet dat mensen een paar psychologische basiseigenschappen/processen delen, maar wij betwijfelen ons huidige vermogen om deze betrouwbaar ontwikkelende aspecten van de menselijke psychologie te onderscheiden van meer ontwikkelings-, culturele of milieu-gerelateerde aspecten van onze psychologie, gezien de onevenredige afhankelijkheid van WEIRD-onderwerpen.
Achtergrond
- De database van de gedragswetenschap is heel smal (bevat maar een klein deel van de menselijke diversiteit).
- De beschikbare database reflecteert niet de volle breedte van menselijke diversiteit. Een groot deel van onderzoeken zijn gebaseerd op WEIRD-mensen, een zekere smalle en mogelijk bijzondere subpopulatie.
- Gedragswetenschappers nemen automatisch aan dat, in ieder geval impliciet, dat hun vindingen van dit kleine deel, generaliseerbaar is voor alle soorten.
- Wanneer is het veilig om te generaliseren van een klein sample?
- Als je goede empirische redenen hebt om te geloven dat er een kleine variabiliteit bestaat tussen diverse populaties in een zeker domein.
- Zolang men samples neemt van dichtbij het centrum van de menselijke voortplanting, dan zou het niet al te problematisch zijn om te generaliseren over de verspreiding in bredere zin, althans het afgeleide patroon zou zich in de nabijheid van de centrale tendens van onze soort bevinden.
- Wanneer is het veilig om te generaliseren van een klein sample?
Contrast 1: industriële maatschappijen vs. Kleine-schaal maatschappijen
Visuele perceptie
- Veel mensen denken dat ‘low-level’ of ‘basis’ cognitieve processen zoals visie niet zullen variëren tussen het menselijk spectrum. Onderzoek waarbij mensen 2 lijnen zien die even lang zijn, toont dat er verschillen zijn in perceptie tussen populaties. De bevindingen belichten drie belangrijke dingen:
- Zelfs een proces dat als basis wordt gezien (visuele perceptie), kan substantieel variëren tussen populaties.
- Zowel Amerikaanse studenten en kinderen zijn aan het extreme eind van de distributie, dit laat significante verschillen zien t.o.v. alle andere bestudeerde populaties. Kinderen in verschillende maatschappijen hebben dus blijkbaar verschillende ontwikkelingstrajecten.
- Dit onderzoek geeft een voorbeeld hoe variatie in een populatie bruikbaar kan zijn om de natuur van een psychologisch proces aan te duiden, wat niet kan als er geen duidelijk vergelijkbaar werk is.
Eerlijkheid en samenwerking in economische besluitvorming
Volksbiologisch redeneren
- Het lijkt erop dat WEIRD-kinderen hun volksbiologie ontwikkelen in een cultureel en experimenteel arme omgeving, in tegenstelling tot kinderen van kleinschalige maatschappijen. In meer landelijke omgevingen, zowel de blootstelling als de interesse voor de natuur is gemeenschappelijk, onontloopbaar en is een deel van het culturalisatie proces.
Ruimtelijke kennis
- Menselijke maatschappijen variëren in hun linguïstische vaardigheden, en culturele praktijken geassocieerd met 1. Richtingen in de fysieke ruimte 2. Het kleurenspectrum 3. Integere aantallen. Het blijkt dat geïndustrialiseerde maatschappijen zich aan het extreme eind van het continuum in ruimtelijke cognitie bevinden.
- Talen bevatten verschillende soorten referentiesystemen als het gaat om ruimte.
- Deze resultaten suggereren dat kinderen met andere mensapen een aangeboren voorkeur delen voor een op allocatie gerichte ruimtelijke redenering, maar dat deze vooringenomenheid kan worden overruled door input van taal- en culturele routines.
- Allocentrisch: de man staat ten westen van het huis.
- Egocentrisch: de man staat achter het huis.
Andere potentiële verschillen
- Bijv. risico aversie bij financiële voordelen.
Gelijkheden tussen geïndustrialiseerde en kleinschalige maatschappijen
- Sommige perceptuele illusies;
- Kleurperceptie;
- Emotionele expressie;
- Valse overtuigingstaken;
- Analoge nummering;
- Sociale relaties;
- Psychologische essentialisme;
- Sommige onderzoeken: begrijpen van de dood, schaamte en cheater detection.
Samenvatting contrast 1
Contrast 2: westerse vs. Niet-westerse maatschappijen
Anti-sociale straf en samenwerking
- Westerse mensen bevinden zich aan het extreme eind van de gedragsdistributie.
- Een mogelijkheid van straf toevoegen aan een samenwerkingsdilemma, verandert de uitkomst, van een verandering van weinig samenwerking naar een stabiele samenwerking.
Onafhankelijkheid en wederzijdse afhankelijkheid, zelfconcepten
- Mensen uit Westerse populaties lijken zich meer onafhankelijk dan wederzijds afhankelijk te voelen. Ze begrijpen zichzelf in termen van interne psychologische kenmerken (persoonlijke kenmerken en houdingen) en zijn minder in het begrijpen van zichzelf in termen van rollen van relaties dan mensen van een niet-Westerse populatie.
- Mensen met onafhankelijk zelfconcept: 1. Positieve kijk op zichzelf 2. Meer waarde hechten aan persoonlijke keuzes 3. Een verhoogde motivatie om ‘op te vallen’ dan om ergens ‘in te passen’.
Positieve zelfblik
- Westerse mensen scoren hoog hierop.
Persoonlijke keuzes
- Vrije keuzes. Verschillend per populatie hoeveel waarde men hecht aan vrije keuze. In westerse naties zou vrije keuze hoger gewaardeerd worden.
Motivaties om aan te passen
- Westerse mensen meer geneigd om iets ongebruikelijks te kiezen dan iets gewoons.
Analytisch versus holistisch redeneren
- Holistisch: oriëntatie op de context als een geheel (wederzijds afhankelijke visie).
- Analytisch: de neiging te focussen op attributen van een object (onafhankelijke visie, meer in Westerse samenlevingen).
- Westerse mensen zijn meer geneigd om zich bezig te houden met objecten dan met domeinen.
- Westerse mensen leggen gedrag uit in meer gedecontextualiseerde termen.
- Westerse mensen vertrouwen meer op regels over gelijke relaties om objecten te classificeren (gebruik maken van categorieën ipv functionele of contextuele relatie van objecten).
Moreel redeneren
- Kohlberg: 1. Pre-conventionele level: goed en slecht gebaseerd op interne standaarden die kijken naar fysieke of hedonistische consequenties of daden.
2. conventioneel level: moraliteit gebaseerd op externe standaarden
3. post-conventioneel level: moraliteit gebaseerd op de basis van abstracte ethische principes die kijken naar rechtvaardigheid en individuele rechten.
- Mensen van buiten het Westen of Westerse streng-gelovigen hebben een breder scala aan morele principes.
Andere potentiële verschillen (lezen)
- Sommige niet-Westerse mensen:
- hebben minder dynamische sociale relaties waarin mensen liever werken om negatieve interacties in bestaande netwerken willen tegengaan dan nieuwe relaties aan te gaan.
- Minder egocentrisch wanneer ze proberen het perspectief van anderen te zien.
- Zwakkere motivatie voor consistentie
- Minder social-loafing: minder je best gaan doen als je werk in groepswerk niet gemonitord wordt.
- Minder voordeel met fysieke verschijning van een persoon.
- Meer motivatie om negatieve uitkomsten te voorkomen relatief bekeken van hun motivatie om positieve uitkomsten te bereiken.
Gelijkheden tussen Westerse en niet-Westerse maatschappijen
- Partnervoorkeur: mannen vinden aantrekkelijkheid belangrijker dan vrouwen.
- Structuur van persoonlijkheid (five factor model)
- Straf voor niet participeren (free-riding: low contributors)
Samenvatting van contrast 2
Contrast 3: hedendaagse Amerikansen vs de rest van het Westen
Individualisme en psychologische fenomenen
- Amerikanen hebben meer een onafhankelijk zelfconcept en zijn individualistisch. Mogelijk door het belang van vrijheid en zelfvoldoening.
- Amerikanen zouden meer patriotisch, betwistbaar, filantrofisch en populistisch zijn. Ook zouden ze meest optimistisch en minst klassebewust zijn.
- Amerika heeft hoogste criminaliteit, meeste werkuren, hoogste scheidingspercentage, hoogste percentage van burgers met een post-secundaire studie, hoogste productiviteitspercentage, hoogste gezondheidszorg, hoogste armoedepercentage en hoogste inkomensongelijkheidpercentage.
- Amerikanen zouden de wereld meer in analytische termen zien dan de rest van het Westen.
Samenvatting contrast 3
Contrast 4: typische hedendaagse Amerikaanse onderwerpen vs. Andere Amerikanen
Lezen.
Samenvatting
uitgesproken populatievariatie is gemeengoed in de gedragswetenschap.
De onderwerpen van WEIRD kunnen vaak de slechtste bevolking zijn van waaruit generalisaties kunnen worden gemaakt.
onderzoeksthema's zijn beperkt door de grote afhankelijkheid van WEIRD-populaties
de studie van kinderen en apen is van cruciaal belang, maar geen vervanging voor vergelijkend werk
het begrijpen van de menselijke diversiteit is cruciaal voor het construeren van evolutietheorieën over menselijk gedrag
het exclusieve gebruik van WEIRD-monsters is gerechtvaardigd bij het zoeken naar existentiële bewijzen
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
PPOB - Artikelen - Universiteit Utrecht
- Algemeen methodische voorwaarden voor effectiviteit en de effectiviteitspotentie van Nederlandstalige antipestprogramma’s voor het primair onderwijs - Baar - Universiteit Utrecht
- Peer aggression and victimization: Dutch sports coaches’ views and practices - Baar en Wubbels - Universiteit Utrecht
- Machiavellianism in children in Dutch elementary schools and sports clubs - Baar en Wubbels - Universiteit Utrecht
- Naar zinvolle evaluatiemethoden voor community-projecten - Baerveldt - Universiteit Utrecht
- How Moroccan-Dutch parents learn in communities of practice: Evaluating a bottom-up parenting programme - Beurden - Universiteit Utrecht
- Planmatige bevordering van gezond gedrag - Brug - Universiteit Utrecht
- Wat werkt bij het implementeren van jeugdinterventies? - Daamen - Universiteit Utrecht
- Opvoeden als netwerken in de multi-etnische wijk - De Haan - Universiteit Utrecht
- Wat werkt in het voorkomen van ernstig en persistent delinquent gedrag bij risicojongeren? - De Vries - Universiteit Utrecht
- De effectiviteit van Halt - Ferwerda - Universiteit Utrecht
- Aanpak tegen pesten: wat werkt? - Franken - Universiteit Utrecht
- Implications of Evidence-Based Practice for Community Health - Hausman - Universiteit Utrecht
- The weirdest people in the world? - Henrich - Universiteit Utrecht
- Actieve burgers en actieve professionals in de pedagogische civil society - Kesselring - Universiteit Utrecht
- States of change for moderate-intensity physical activity in deprived neighborhoods - Kloek - Universiteit Utrecht
- Plan van aanpak tegen pesten - ministerie OCW - Universiteit Utrecht
- Opvoedingsondersteuning in de multi-ethnische wijk - Ponzoni - Universiteit Utrecht
- Erkenning van interventies; criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling - RIVM - Universiteit Utrecht
- Children’s experiences and perceptions of street culture, parental supervision, and parental mediation in an urban neighborhood - Van Dijken - Universiteit Utrecht
- Implementing parenting programmes across cultural contexts: a perspective on the deficit narrative - Van Esch - Universiteit Utrecht
- Naar meer effect: resultaatgerichte ontwikkeling van interventies - Van Yperen - Universiteit Utrecht
- Zicht op effectiviteit - Van Yperen - Universiteit Utrecht

Contributions: posts
Spotlight: topics
PPOB - Artikelen - Universiteit Utrecht
Samenvattingen van de artikelen van het vak 'PPOB' 2019-2020'.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution