Week VI
De rechtsvergelijking hanteert een methode van onderzoek waarbij rechtsstelsels, rechtsfamilies, rechtsbeginselen, rechtsgebieden, rechtsregels van twee of meer landen met elkaar worden vergeleken vanuit een gezichtspunt voor vergelijkbaarheid (tertium comparationis). Zo wordt er geanalyseerd wat overeenkomsten en verschillen zijn. Er zijn drie rechtsfamilies te onderscheiden:
Romaans-Germaanse rechtsfamilie --> Romeins recht met codificatie
Common law-groep --> landen met Engels recht waarbij recht gevormd wordt door de rechters
Socialistische rechtsfamilie --> sinds instorting planeconomische stelsel in jaren tachtig niet langer van groot belang
Het nu van rechtsvergelijking:
Rechtsvergelijking als een hulpmiddel in het kader van rechtsfilosofische reflectie op de aard van het rechtsbegrip --> De rechtsfilosofie of algemene rechtsleer houdt zich bezig met de aard van het rechtsbegrip. Rechtsvergelijking kan ons behouden voor onterechte generalisaties. Het leert ons dat de wet in verschillende rechtssystemen een geheel andere rol vervult of dat de rechter in het ene rechtsstelsel geacht wordt een prominente rol te spelen, terwijl zijn werkzaamheden in het andere sterk gewantrouwd worden.
Rechtsvergelijking als middel om ons eigen, nationale recht beter te leren kennen en te verbeteren, maar ook om de betekenis daarvan enigszins te relativeren --> De rechter kan zijn voordeel doen met kennis van het vreemde recht. Zo kan hij vergelijken of andere landen met dezelfde problematiek zijn geconfronteerd en hoe die een oplossing hebben gezocht. Door het contact met andere rechtsstelsel lijkt er een zeker rechtsprovincialisme te vermijden --> de gedachte dat het eigen recht alleen zaligmakend (rechtvaardig) is. We leren ons eigen rechtsdenken te relativeren.
Rechtsvergelijking als middel dat ons iets leert over de rechtsstelsels van andere volken --> Het leert ons de rechtsstelsels van andere volken. Dit komt van pas bij internationale betrekkingen.
De betekenis van de rechtsvergelijking in het kader van het internationale recht --> Eén van de bronnen van het internationaal publiekrecht vormt de algemene rechtsbeginselen, zoals geaccepteerd door beschaafde volkeren.
Het internationaal publiek kan worden onderverdeeld in:
Klassieke internationaal recht (volkenrecht) --> regels voor betrekking tussen staten. De rechten en plichten van de staten staan centraal. Het gaat hier om het afbakeningsrecht oftewel recht van co-existentie (recht van de zee, het recht diplomatieke betrekkingen, regels van geweld)
Bronnen (art. 38 Statuur van Internationaal Gerechtshof):
- Verdragen Bilateraal verdrag: een verdrag tussen twee verdragspartners, multilateraal verdrag: een verdrag tussen meer dan twee verdragspartners
- Internationale gewoonterecht Vereisten: Statenpraktijk (bepaalde gedraging en meerdere keren is gebeurd) en Opinio iuris: staten hebben de overtuiging dat deze gedraging in overeenstemming is met het recht
- Algemene rechtsbeginselen --> schadevergoedingsplicht
- Rechterlijke beslissingen --> ook nationale uitspraken als het de ontwikkeling helpt van het internationale recht
- Opvattingen van de meest gezaghebbende auteurs (doctrine)
- Ook uitspraken van volkenrechtelijke organisaties maar NIET WETGEVEND zoals VNModern internationaal recht --> verhouding tussen staten enerzijds en internationale organisaties anderzijds. Samenwerking tussen staten, het recht van coöperatie (VN, NAVO, Raad van Europa, EU)
Het non-interventiebeginsel houdt in dat het staten verboden is zich met elkaars interne aangelegenheden in te laten (Franse regering kan niet wiet verkoop van NL stopzetten).
Verschillen nationaal en internationaal recht:
Geen wereldwetgever --> Wel VN maar niet bindend voor lidstaten (soft laws), slechts aanbevelingen in de vorm van resoluties
Geen wereldrechter --> staten niet verplicht hun geschil aan IGH voor te leggen. Uitleg van internationaal recht ligt bij staten zelf (auto-interpretatie). Uitspraak hof is wel bindend
Geen wereldregering --> staten mogen zelf sancties opleggen als internationaal recht wordt geschonden, bijvoorbeeld boycotten. VN komt het meest in de buurt)
Ondanks de afwezigheid van een centraal handhavingsapparaat wordt het internationale recht redelijk nageleefd. Dit komt door:
Afwezigheid van een wereldwetgever --> staten worden niet gedwongen, slechts wanneer zij instemming betuigen. Zij zullen regels instemmen die voor eigenbelang zijn, waardoor ze sneller worden nageleefd
Behoefte aan stabiliteit en voorspelbaarheid --> door verdragen zorgt voor betere samenwerking op economisch, technisch en politieke ontwikkelingen
Beginsel van reciprociteit --> berust op het idee dat de ene staat de ander helpt als zij daar zelf ook hulp voor terugkrijgt. Dit heet dus ook wel het beginsel van wederkerigheid.
Toegenomen interdependentie --> staten afhankelijk van elkaar geworden, waardoor internationaal recht wordt nageleefd. Niet-nalevering zou onderlinge betrekkingen op het spel zetten dat bijvoorbeeld economische gevolgen heeft
Staten zijn gering in aantal en bestaan uit een territoir --> gedwongen met buurland samen te werken. Ook zorgt het voor een goede reputatie als verplichten worden nagekomen
Er zijn verschillende internationale organisaties:
Intergouvernementele organisaties --> slechts bindende besluiten als alle lidstaten (unanimiteitseis) ermee instemmen (VN, NAVO)
Supranationale organisaties --> deel van soevereiniteit afgestaan en tegen hun wil kunnen worden gebonden aan de organisatie besluiten (EU)
In een dualistisch stelsel vormen het internationaal recht en het nationaal recht twee gescheiden rechtsorden. Het internationaal recht kan nooit doorwerken in het nationaal recht, maar dient altijd te worden omgezet in of getransformeerd naar nationaal recht in de nationale rechtsorde om gelding te kunnen hebben. Er wordt meer nadruk gelegd op nationale soevereiniteit en wetgeving. Burgers kunnen hier dus niet meteen beroep op doen.
In een monistisch stelsel vormen het internationaal recht en het nationaal recht geen gescheiden rechtssferen, maar maakt het internationaal recht zodanig deel uit van de nationale rechtsorde en dus geen sprake van omzetting en burgers meteen een beroep kunnen doen op internationaal recht. Nederland gematigd monistisch stelsel, burgers kunnen beroep doen op een ieder verbindende bepaling als het verdrag meteen duidelijk is (spoorweg-arrest). Het heeft voorrang boven het nationale recht (NL). Arresten Van Gend&Loos en Costa/ENEL.
Mensenrechten heeft twee soorten benaderingen:
Filosofisch-ethisch --> mensenrechten worden getypeerd in termen van fundamentele waarden die door het recht zouden moeten worden beschermd of waarop het recht is gebaseerd. Ze brengen menselijke waardigheid met zich mee
Structureel-vergelijkend --> structuur van mensenrechten te vergelijken met verschijnselen die erop lijken. Mensenrechten zijn een tussencategorie tussen natuurrecht en gewone positieve recht.
Kenmerken van mensenrechten:
Hoger recht (hoger recht dan recht van alledag)
Gecodificeerd hoger recht (het geeft het hogere recht een vaste vorm)
Rigide recht (moeilijk te wijzigen door verschansing)
Afdwingbaar voor de rechter (toetsingsverbod)
Universaliteit (mensenrechten geldt over meerdere staten)
Congo-arrest --> Rechtsvraag: kan het gebruik van geweld van Uganda worden aangemerkt als zelfverdediging. Op grond van artikel 51 Handvest. Uganda had niet doorgegeven aan veiligheidsraad dat ze van artikel 51 gebruik hadden gemaakt of dat ze werden aangevallen
Hoe wordt internationaal recht in de nationale rechtsorde overgenomen:
Ondertekening regering
Advies RvS (art. 73 GW)
Goedkeuring Staten-Generaal (art. 91 GW)
Ratificatie van het verdrag door de regering, hiermee bevestigt de regering de binding aan het verdrag
Bekendmaking
Het verdrag treedt in werking
Art. 93 GW kan de burger beroep doen op een ieder verbindende bepaling, dus als die voldoende duidelijk is en niet hoeft te worden omgezet in nationaal recht.
Spoorwegstakingsarrest --> essentiële uitspraak ten aanzien van het begrip ‘eenieder verbindend’ zoals we dat kunnen vinden in artikel 93 en 94 van onze Grondwet. Velen zien in deze uitspraak het bewijs dat de rechterlijke macht het laatste woord heeft in de interpretatie van dit begrip. Het NS personeel ging protesteren door de cao. De NS was hier niet van gediend en eiste dat het personeel met onmiddellijke ingang weer aan het werk ging. De vakbonden waren van mening dat staken toch echt een fundamenteel recht was, zoals erkend in artikel 6 van het Europees Sociaal Handvest. De centrale rechtsvraag was of dit artikel wel een eenieder verbindende verdragsbepaling is zoals benoemd in artikel 93 van de Grondwet. De Hoge Raad beantwoorde deze vraag bevestigend.
Rechten van EVRM wordt beschermd door EHRM (art. 19 EVRM). Wie kan er een beroep op doen?
Statenklachtrecht --> lidstaten (art. 33 EVRM)
Individueel klachtrechten --> burger als lidstaat van EVRM (art. 34 EVRM)
- Dit zogrt voor dat de lidstaat wordt opgedragen zich aan de verdragsbepaling te houden
- Billijke genoegdoening (art. 41 EVRM)
Niet zomaar beroep op doen. Voorwaarden (art. 35 EVRM)
Alle nationale rechtsmiddelen moeten zijn uitgeput (hoger beroep, cassatie)
Overeenkomstig algemeen erkende regels van internationaal recht
Binnen een termijn van 6 maanden na de datum van definitieve nationale beslissing
Volgens art. 46 EVRM zijn de staten gebonden voor de betrokken staten. Voor andere staten een uitspraak informele precedentwerking.
Internationaal Strafhof:
Strafhof permanent tribunaal
In uitzonderlijke gevallen
Gevallen (art. 5 Statuut van Rome inzake Internationaal Strafhof):
- genocide
- misdaad tegen menselijkheid
- oorlog misdaden
- misdaden van agressieSancties (art. 77 Statuut van Rome inzake Internationaal Strafhof)
Verschil Internationaal Strafhof en Internationaal Gerechtshof:
Internationaal Gerechtshof gaat om geschillen tussen staten. De rechter kan geen straf opleggen, maar eventueel een schadevergoeding
Internationaal Strafhof gaat om een strafproces waar niet staten maar individuen terecht staan
Internationaal Strafhof heeft rechtsmacht over “crime of agression” --> dit is moeilijk vast te stellen omdat individuele schuld is moeilijk vast te stellen (is een individu aansprakelijk voor de regering)
Wat is het hoofdprobleem waarmee de processen van de Neurenberg en Tokyo volgens Rölling te kampen hadden? (extra bestand):
Hoofdprobleem is of een aanvalsoorlog strafbaar gesteld kan worden onder internationaal recht
Kunnen individuen worden aangesproken? Zijn individuen verantwoordelijk voor een door de staat/regering/overheid begonnen oorlog
Hierbij is het probleem van overwinnaarsrecht --> de overwinnaar zal de overwonnene al gauw beschuldigen van agressie
Waarom is het volgens Rölling zo moeilijk om binnen de internationale gemeenschap overeenstemming te bereiken over een definitie van het begrip agressie:
Er is geen wereldrechter of wereldpolitie
Landen zullen altijd hun eigen definitie hanteren
Er zal dus altijd sprake zijn van een vorm van subjectiviteit
Rölling zegt ook dat klassieke strafdoelen van vergelding en preventie niet zozeer het doel lijken of kunnen zijn. Het gaat om het idee dat voorkomen moet worden dat de vijand nog een keer een oorlog begint. Daarbij staat dus niet leedtoevoeging centraal maar het onschadelijk maken van de politieke vijand.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Inleiding Recht (samenvatting literatuur, hoorcolleges, werkcolleges en arresten)
- Samenvatting week 1 Inleiding recht
- Samenvatting week 2 Inleiding Recht
- Samenvatting week 3 Inleiding Recht
- Samenvatting week 4 Inleiding Recht
- Samenvatting week 5 Inleiding Recht
- Samenvatting week 6 Inleiding Recht
- Hoorcollege week 1 Inleiding Recht
- Hoorcollege week 2 Inleiding Recht
- Hoorcollege week 3 Inleiding Recht
- Hoorcollege week 4 Inleiding Recht
- Hoorcollege week 5 Inleiding Recht
- Hoorcollege week 6 Inleiding Recht
- Werkcollege week 1 Inleiding Recht
- Werkcollege week 2 Inleiding Recht
- Werkcollege week 3 Inleiding Recht
- Werkcollege week 4 Inleiding Recht
- Werkcollege week 5 Inleiding Recht
- Werkcollege week 6 Inleiding Recht
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1305 |
Add new contribution