Werkcollege week 6 Inleiding Recht

Opdrachten 

1. - Verdragen 
   - Internationale gewoonterecht --> bepaalde statenpraktijk die zich heeft herhaald, waarbij de lidstaten overeenkomen dat dit in overeenstemming is met het recht 
   - Algemene rechtsbeginselen --> verbod misbruik van bevoegdheid, schadevergoedingsplicht 
   - Rechterlijke beslissingen 
   - Opvattingen van de meest gezaghebbende auteurs (doctrine) 
   art. 38 Statuut van Internationaal Gerechtshof 
   a. internationale verdragen, zowel van algemene als van bijzondere aard, waarin regels worden vastgelegd die uitdrukkelijk door de bij het geschil betrokken staten worden erkend; 
   b. internationale gewoonte, als blijk van een als recht aanvaarde algemene praktijk; 
   c. de door beschaafde naties erkende algemene rechtsbeginselen; 
   d. onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 59, rechterlijke beslissingen, alsmede de opvattingen van de meest bevoegde schrijvers der verschillende naties, als hulpmiddelen voor het bepalen van rechtsregels.  

Nederland heeft een beperkt monistisch stelsel en daardoor gelden verdragen meteen als nationaal recht. De rechter beoordeelt of dit een ieder verbindende bepaling heeft, waar de burgers beroep op kunnen doen 

2. Universele verklaring van de rechten van de mens: De universele rechten verzekeren, vrijheden bevorderen, gerechtigheid en vrede waarborgen --> mensenrechten. Het gaat dus om een intentieverklaring en dus formeel geen verdrag 

3. a. Europees hof (art. 19 EVRM) 
   b. Elke Hoge Verdragsluitende Partij kan elke vermeende niet-nakoming van de bepalingen van het Verdrag en de Protocollen daarbij door een andere Hoge Verdragsluitende Partij bij het Hof aanhangig maken (art. 33 EVRM) 
   c. EHRM kan een schending constateren en de lidstaat opdragen de verdragsverplichtingen na te komen (art. 41 EVRM) 
   d. In principe zijn alleen de partijen in het geding gebonden aan een uitspraak (art. 46 EVRM) 

4. a. Art. 19 EVRM, het EHRM waakt over deze rechten