Inleiding in de praktische filosofie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

 

  • In deze bundel worden collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding in de praktische filosofie voor de opleiding Pedagogiek, jaar 1 aan de Universiteit Leiden.
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Startpagina Samenvattingen Pedagogiek - UL - jaar 1 op WorldSupporter.org
Bundle items:
TentamenTests bij Inleiding in de praktische filosofie - Pedagogiek B1 - UL
Crossroad: goals
Follow the author: Social Science Supporter
This content is used in bundle:

Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B1 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 1A en 1B (IPO 1A en 1B): Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Inleiding in de Psychologie voor Pedagogen: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Inleiding in de Ontwikkelingspsychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Inleiding in de Ontwikkelingspsychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

  • In deze bundel worden o.a. collegeaantekeningen en samenvattingen gedeeld voor het vak Inleiding in de Ontwikkelingspsychologie (Deeltoets A en B) voor de opleiding Pedagogiek, jaar 1 aan de Universiteit Leiden.
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Startpagina Samenvattingen Pedagogiek - UL - jaar 1 op WorldSupporter.org
Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 2A en 2B (IPO 2A en 2B): Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Inleiding in de praktische filosofie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Onderzoekspracticum 1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogische Wetenschappen aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Study Notes bij Inleiding in de praktische filosofie - UL

College-aantekeningen bij Inleiding in de praktische filosofie aan de Universiteit Leiden - 2015/2016

College-aantekeningen bij Inleiding in de praktische filosofie aan de Universiteit Leiden - 2015/2016

Image


College 1: Filosofie

Cursus informatie

Dit vak bestaat uit twee delen. Deel A en deel B. Deel A is het tentamen bestaande uit 40 MC vragen, waarbij het boek Brabander met zijn thema’s de leidraad is. Deel B bestaat een meeneemopdracht (zie blackboard). In beide gevallen moeten deze een voldoende moeten zijn. De meeneemopdracht bestaan uit 2 delen, deel 2 van de meeneemopdracht is dat je een filosofisch gesprek met kind van 8-14 jaar voert, waarbij wij rekening moeten houden met de NVO beroepscode.

Wat is filosofie?

Filosofie probeert vanzelfsprekendheden ter discussie te stellen. Een kritisch filosoof zijn is niet zonder gevaar (denk aan de gifbeker die Socrates moest drinken).

Een aantal bekende filosofische uitingen zijn:

  • Socrates: “Ik weet alleen dat ik niets weet”

  • Decard: “Cogito ergo sum, ik denk dus ik ben.”

  • Rousseau / Lo >

    Heraclitus: “Panta rhei” (betkent:alles stroomt,niets blijft het zelfde)

Voor het tentamen hoeven wij niet elk detail te weten van de filosofen die in het boek staat, echter moeten we wel over de basiskennis van deze filosofen beschikken. Een voorbeeld hiervan is bij welke thema’s/stromingen zij horen.

Normatieve professionaliteit

Als praktisch pedagoog moet je je realiseren dat je veel kennis en kunde hebt, maar ook je eigen opvattingen spelen een rol. Je hebt als professional te maken met wetten en regelgeving. Je hebt te maken met regels en instellingen voor wie je werkt (bijvoorbeeld de beroepscode), los van je wetenschappelijke kennis als pedagoog, zoals je eigen opvattingen en gevoel van rechtvaardigheid.

Je bent gebonden aan het overheidsbeleid, aan het instellingsbeleid en aan je eigen visie, inclusief persoonlijke opvattingen over vrijheid, en rechtvaardigheid. Deze mix bepaalt hoe je de pedagogische praktijk opvat. Je moet kijken hoe deze drie perpectieven zich tot elkaar kunnen verhouden.

Typering van de filosofie

Filosofie wordt gezien als denkoefening. Het omvat denkbeelden over vrijheid en gezondheid van mensen, hoe men hier tegen aan kijkt, en enzovoorts. Waar worden wij nu gelukkig van?

De kernthema’s kom je tegen in het leven en in je werk (bijvoorbeeld als hulpverlener). Wat verstaan we precies onder de kernthema’s? We hebben te maken met een praktijkveld waar waarden en normen een hele belangrijke rol spelen. Deze waarden en normen zijn niet voor iedereen hetzelfde, en je kan ze ook niet allemaal aan iedereen opleggen. Verwondering is vaak de bron voor het stellen van vragen in de filosofie. Een andere bron voor het stellen van vragen in de.....read more

Access: 
JoHo members
Study Notes bij Inleiding in de praktische filosofie (Week 6,7) - Pedagogiek B1 - UL (2014/2015)

Study Notes bij Inleiding in de praktische filosofie (Week 6,7) - Pedagogiek B1 - UL (2014/2015)

Hoorcollegeaantekeningen bij week 6 & 7 uit 2014/2015.


Filosofie College 6 (20-5-15): Children rights and childhood

Childhood

We hebben in Nederland geen duidelijk begrip van het concept childhood. Dit is een periode die kenmerkend is voor het kind. Vragen die hier bij komen kijken zijn: wat is de maatschappelijke status? Hoe kunnen we hier een algemeen begrip aan hangen? En wat is een kind?

John Locke (1632 – 1794)

John Locke is een belangrijk persoon als het gaat om de rechten van het kind. In zijn tijd (17e eeuw) had de wetenschap nog een andere betekenis. Wetenschappers waren geleerde types die van allerlei zaken af wisten (kerk en natuur). Locke was een bekende arts en één van de eerste die nieuwe chirurgische ingrepen durfde toe te passen, hiermee heeft hij het leven van een graaf gered. Zo kreeg hij een belangrijke positie. In 1662 moest hij vluchten met deze graaf, omdat zij werden verdacht van een aanslag op de Engelse koning.

Lockes belangstelling voor de opvoeding is ontstaan doordat hij zeven jaar in Nederland is geweest. Het viel hem op dat volwassenen in Nederland heel coulant zijn richting hun kinderen. Dit was anders dan in het strenge puriteinse Engeland. Dit heeft hem gemotiveerd om te pleiten voor child centered education. Voor een kind was het typerend dat het weinig feitelijke en morele kennis had. De rol van opvoeding was het kind tot redeneren brengen: “bringing to reason”. Dit betekent een kind tot redelijkheid en bezinning brengen. Hiervoor was ook onderwijs belangrijk. Hij zag dat je dit niet door straffen en belonen moest doen, maar door rede in het kind te praten, om ze zo tot hogere processen te brengen. Dit was een revolutionair idee. Volgens Locke komt het kind op de wereld als vreemdeling en volwassenen hebben het recht om namens het kind besluiten te nemen en moeten het kind de weg wijzen, omdat het kind een beperkte mate van verstandelijke kennis heeft en informatie mist. Volwassenheid is een stadium van rationaliteit die niks met leeftijd te maken heeft. Het kind wordt daarnaast niet als eigendom gezien.

Via de Romeinse wetgeving werd er heel anders naar het conceptie (klinkt vreemd maar dit woord klopt echt. Er is namelijk uitgelegd over concept en conceptie) kind gekeken: van oorsprong werd de vader gezien als de soeverein die over leven en dood kon beslissen, wat betreft iedereen die onder zijn dak leefde. De heer des huizes was de alleenheerser. Locke vond dit geen goede fundering van de ouderlijke macht. Ouders bezitten hun nageslacht niet, ze hebben hun kinderen alleen in bruikleen, naarmate het kind ouder wordt en meer kan redeneren neemt de zeggenschap van de ouder.....read more

Access: 
Public
Study Notes bij Inleiding in de praktische filosofie - Pedagogiek B1 - UL (2012/2013

Study Notes bij Inleiding in de praktische filosofie - Pedagogiek B1 - UL (2012/2013

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013.


College 1 17-04-2013

 

Wat is filosofie?

Filosofie is een wetenschap. Je zou kunnen zeggen dat filosofie de moeilijke kant van het leven kiest. Het behandelt vragen die nog niet beantwoord zijn, zoals: wat is de zin van het leven en wat is werkelijkheid? Tot op dit moment vinden we nog steeds nieuwe dingen in de werkelijkheid (zoals de ruimte). Filosofie probeert vanzelfsprekendheden ter discussie te stellen. Een kritisch filosoof zijn is niet zonder gevaar (denk aan de gifbeker die Socrates moest drinken).

 

Typering van de filosofie

De kernthema’s kom je tegen in het leven en in je werk (bijvoorbeeld als hulpverlener). Wat verstaan we precies onder de kernthema’s? We hebben te maken met een praktijkveld waar waarden en normen een hele belangrijke rol spelen. Deze waarden en normen zijn niet voor iedereen hetzelfde, en je kan ze ook niet allemaal aan iedereen opleggen. Verwondering is vaak de bron voor het stellen van vragen in de filosofie. Een andere bron voor het stellen van vragen in de filosofie is dat er voortdurend maatschappelijke veranderingen zijn. De vraag is dan hoe ga je daar mee om gaat (bijvoorbeeld dat er nu veel laptops zijn bij colleges).

 

Robotisering betekent dat er steeds meer zaken gaan via machines. Worden we wel gelukkig als alles via robots gaat, en is het wel een goede ontwikkeling? Dat zijn vragen die de filosofie stelt. Er zijn bijvoorbeeld ook zorgrobots: zeehondjes om een spelletje mee te doen in een verzorgingstehuis in plaats van verzorgend personeel.

 

De manier waarop wij met mensen omgaan, geeft aan hoe je met mensen om moet gaan (sociaal/pedagogisch werk). In het onderwijs bijvoorbeeld gaat de onderwijsvorm van klassikaal naar interactie-intensief. Een samenleving moet de mogelijkheden bieden om op verschillende manieren om te gaan met bijvoorbeeld verschillende posities, zoals dus vorm van onderwijs. Descriptief is echt alleen maar beschrijvend, prescriptief is ook voorschrijvend (bijvoorbeeld: vind ik onze samenleving beter dan andere samenlevingen?). Dan maak je een normatieve beschouwing.

 

Normatieve professionaliteit

Je bent gebonden aan het overheidsbeleid, aan het instellingsbeleid en aan je eigen normen en waarden. Je moet kijken of deze drie kanten zich tot elkaar kunnen verhouden. Op grond van homoseksualiteit kan een (christelijke) school een docent weren. Een homoseksuele docent zal dan niet op zo’n christelijke school gaan werken. Je moet dus kijken of zo’n school goed bij je past.

 

Bezuinigingen kinderopvang.

Door de bezuinigingen in de kinderopvang moeten kinderopvangcentra vaak met grotere groepen en minder leiders gaan werken. Als je je afvraagt of dit nog verantwoordelijk is, loop je tegen de.....read more

Access: 
Public
Inleiding in de praktische filosofie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

College- en werkgroepaantekeningen bij Inleiding praktische filosofie voor Pedagogen - UL

College-aantekeningen bij Inleiding in de praktische filosofie aan de Universiteit Leiden - 2015/2016

College-aantekeningen bij Inleiding in de praktische filosofie aan de Universiteit Leiden - 2015/2016

Image


College 1: Filosofie

Cursus informatie

Dit vak bestaat uit twee delen. Deel A en deel B. Deel A is het tentamen bestaande uit 40 MC vragen, waarbij het boek Brabander met zijn thema’s de leidraad is. Deel B bestaat een meeneemopdracht (zie blackboard). In beide gevallen moeten deze een voldoende moeten zijn. De meeneemopdracht bestaan uit 2 delen, deel 2 van de meeneemopdracht is dat je een filosofisch gesprek met kind van 8-14 jaar voert, waarbij wij rekening moeten houden met de NVO beroepscode.

Wat is filosofie?

Filosofie probeert vanzelfsprekendheden ter discussie te stellen. Een kritisch filosoof zijn is niet zonder gevaar (denk aan de gifbeker die Socrates moest drinken).

Een aantal bekende filosofische uitingen zijn:

  • Socrates: “Ik weet alleen dat ik niets weet”

  • Decard: “Cogito ergo sum, ik denk dus ik ben.”

  • Rousseau / Lo >

    Heraclitus: “Panta rhei” (betkent:alles stroomt,niets blijft het zelfde)

Voor het tentamen hoeven wij niet elk detail te weten van de filosofen die in het boek staat, echter moeten we wel over de basiskennis van deze filosofen beschikken. Een voorbeeld hiervan is bij welke thema’s/stromingen zij horen.

Normatieve professionaliteit

Als praktisch pedagoog moet je je realiseren dat je veel kennis en kunde hebt, maar ook je eigen opvattingen spelen een rol. Je hebt als professional te maken met wetten en regelgeving. Je hebt te maken met regels en instellingen voor wie je werkt (bijvoorbeeld de beroepscode), los van je wetenschappelijke kennis als pedagoog, zoals je eigen opvattingen en gevoel van rechtvaardigheid.

Je bent gebonden aan het overheidsbeleid, aan het instellingsbeleid en aan je eigen visie, inclusief persoonlijke opvattingen over vrijheid, en rechtvaardigheid. Deze mix bepaalt hoe je de pedagogische praktijk opvat. Je moet kijken hoe deze drie perpectieven zich tot elkaar kunnen verhouden.

Typering van de filosofie

Filosofie wordt gezien als denkoefening. Het omvat denkbeelden over vrijheid en gezondheid van mensen, hoe men hier tegen aan kijkt, en enzovoorts. Waar worden wij nu gelukkig van?

De kernthema’s kom je tegen in het leven en in je werk (bijvoorbeeld als hulpverlener). Wat verstaan we precies onder de kernthema’s? We hebben te maken met een praktijkveld waar waarden en normen een hele belangrijke rol spelen. Deze waarden en normen zijn niet voor iedereen hetzelfde, en je kan ze ook niet allemaal aan iedereen opleggen. Verwondering is vaak de bron voor het stellen van vragen in de filosofie. Een andere bron voor het stellen van vragen in de.....read more

Access: 
JoHo members
Study Notes bij Inleiding in de praktische filosofie (Week 6,7) - Pedagogiek B1 - UL (2014/2015)

Study Notes bij Inleiding in de praktische filosofie (Week 6,7) - Pedagogiek B1 - UL (2014/2015)

Hoorcollegeaantekeningen bij week 6 & 7 uit 2014/2015.


Filosofie College 6 (20-5-15): Children rights and childhood

Childhood

We hebben in Nederland geen duidelijk begrip van het concept childhood. Dit is een periode die kenmerkend is voor het kind. Vragen die hier bij komen kijken zijn: wat is de maatschappelijke status? Hoe kunnen we hier een algemeen begrip aan hangen? En wat is een kind?

John Locke (1632 – 1794)

John Locke is een belangrijk persoon als het gaat om de rechten van het kind. In zijn tijd (17e eeuw) had de wetenschap nog een andere betekenis. Wetenschappers waren geleerde types die van allerlei zaken af wisten (kerk en natuur). Locke was een bekende arts en één van de eerste die nieuwe chirurgische ingrepen durfde toe te passen, hiermee heeft hij het leven van een graaf gered. Zo kreeg hij een belangrijke positie. In 1662 moest hij vluchten met deze graaf, omdat zij werden verdacht van een aanslag op de Engelse koning.

Lockes belangstelling voor de opvoeding is ontstaan doordat hij zeven jaar in Nederland is geweest. Het viel hem op dat volwassenen in Nederland heel coulant zijn richting hun kinderen. Dit was anders dan in het strenge puriteinse Engeland. Dit heeft hem gemotiveerd om te pleiten voor child centered education. Voor een kind was het typerend dat het weinig feitelijke en morele kennis had. De rol van opvoeding was het kind tot redeneren brengen: “bringing to reason”. Dit betekent een kind tot redelijkheid en bezinning brengen. Hiervoor was ook onderwijs belangrijk. Hij zag dat je dit niet door straffen en belonen moest doen, maar door rede in het kind te praten, om ze zo tot hogere processen te brengen. Dit was een revolutionair idee. Volgens Locke komt het kind op de wereld als vreemdeling en volwassenen hebben het recht om namens het kind besluiten te nemen en moeten het kind de weg wijzen, omdat het kind een beperkte mate van verstandelijke kennis heeft en informatie mist. Volwassenheid is een stadium van rationaliteit die niks met leeftijd te maken heeft. Het kind wordt daarnaast niet als eigendom gezien.

Via de Romeinse wetgeving werd er heel anders naar het conceptie (klinkt vreemd maar dit woord klopt echt. Er is namelijk uitgelegd over concept en conceptie) kind gekeken: van oorsprong werd de vader gezien als de soeverein die over leven en dood kon beslissen, wat betreft iedereen die onder zijn dak leefde. De heer des huizes was de alleenheerser. Locke vond dit geen goede fundering van de ouderlijke macht. Ouders bezitten hun nageslacht niet, ze hebben hun kinderen alleen in bruikleen, naarmate het kind ouder wordt en meer kan redeneren neemt de zeggenschap van de ouder.....read more

Access: 
Public
Study Notes bij Inleiding in de praktische filosofie - Pedagogiek B1 - UL (2012/2013

Study Notes bij Inleiding in de praktische filosofie - Pedagogiek B1 - UL (2012/2013

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013.


College 1 17-04-2013

 

Wat is filosofie?

Filosofie is een wetenschap. Je zou kunnen zeggen dat filosofie de moeilijke kant van het leven kiest. Het behandelt vragen die nog niet beantwoord zijn, zoals: wat is de zin van het leven en wat is werkelijkheid? Tot op dit moment vinden we nog steeds nieuwe dingen in de werkelijkheid (zoals de ruimte). Filosofie probeert vanzelfsprekendheden ter discussie te stellen. Een kritisch filosoof zijn is niet zonder gevaar (denk aan de gifbeker die Socrates moest drinken).

 

Typering van de filosofie

De kernthema’s kom je tegen in het leven en in je werk (bijvoorbeeld als hulpverlener). Wat verstaan we precies onder de kernthema’s? We hebben te maken met een praktijkveld waar waarden en normen een hele belangrijke rol spelen. Deze waarden en normen zijn niet voor iedereen hetzelfde, en je kan ze ook niet allemaal aan iedereen opleggen. Verwondering is vaak de bron voor het stellen van vragen in de filosofie. Een andere bron voor het stellen van vragen in de filosofie is dat er voortdurend maatschappelijke veranderingen zijn. De vraag is dan hoe ga je daar mee om gaat (bijvoorbeeld dat er nu veel laptops zijn bij colleges).

 

Robotisering betekent dat er steeds meer zaken gaan via machines. Worden we wel gelukkig als alles via robots gaat, en is het wel een goede ontwikkeling? Dat zijn vragen die de filosofie stelt. Er zijn bijvoorbeeld ook zorgrobots: zeehondjes om een spelletje mee te doen in een verzorgingstehuis in plaats van verzorgend personeel.

 

De manier waarop wij met mensen omgaan, geeft aan hoe je met mensen om moet gaan (sociaal/pedagogisch werk). In het onderwijs bijvoorbeeld gaat de onderwijsvorm van klassikaal naar interactie-intensief. Een samenleving moet de mogelijkheden bieden om op verschillende manieren om te gaan met bijvoorbeeld verschillende posities, zoals dus vorm van onderwijs. Descriptief is echt alleen maar beschrijvend, prescriptief is ook voorschrijvend (bijvoorbeeld: vind ik onze samenleving beter dan andere samenlevingen?). Dan maak je een normatieve beschouwing.

 

Normatieve professionaliteit

Je bent gebonden aan het overheidsbeleid, aan het instellingsbeleid en aan je eigen normen en waarden. Je moet kijken of deze drie kanten zich tot elkaar kunnen verhouden. Op grond van homoseksualiteit kan een (christelijke) school een docent weren. Een homoseksuele docent zal dan niet op zo’n christelijke school gaan werken. Je moet dus kijken of zo’n school goed bij je past.

 

Bezuinigingen kinderopvang.

Door de bezuinigingen in de kinderopvang moeten kinderopvangcentra vaak met grotere groepen en minder leiders gaan werken. Als je je afvraagt of dit nog verantwoordelijk is, loop je tegen de.....read more

Access: 
Public
Inleiding in de praktische filosofie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1526
Last updated
11-03-2024