Hoe is het procesrecht bij personen- en familierecht geregeld voor jeugdigen? - Hoofdstuk 10

Hoofdstuk 2 tot en met 10 (het huidige hoofdstuk) gaan over het personen- en familierecht. In de voorgaande hoofdstukken is het materiële deel van dit recht voor jeugdigen besproken. Naast het materiële gedeelte van het recht, is er ook nog het formele recht (ook wel het procesrecht genoemd). Het procesrecht beschrijft alles wat te maken heeft met procedures. Dit procesrecht in het personen- en familierecht is geregeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Dit vak concentreert zich op regels die gelden voor procedures waarbij minderjarigen zijn betrokken.

Wat is het hoorrecht van jeugdigen?

Volgens artikel 12 van het IVRK hebben professionals, instellingen en overheden de plicht om de jeugdige goed te informeren en naar zijn mening te vragen voordat zij een beslissing nemen die veel invloed op zijn leven zal hebben. Ook moet bij een oordeel een passend belang gehecht zijn aan de mening van de jeugdige. 

Voor rechters staat het hoorrecht in art. 809 Rv. Dit hoorrecht geldt in ieder geval bij jeugdigen vanaf 12 jaar (behalve bij zaken over kinderalimentatie, daar is de grens 16 jaar). Kinderen onder de 12 (of 16) jaar kunnen (informeel) een verzoek doen om gehoord te worden. De rechter zal dit kind dan horen als hij meent dat de jeugdige in staat is een weloverwogen mening over de zaak te geven.

Wat is de verzoekschriftprocedure?

We kennen in het burgerlijk procesrecht twee soorten procedures:

  1. Dagvaardingsprocedures (deze procedure begint met een dagvaarding).
  2. Verzoekschriftprocedures (deze procedure begint met een verzoekschrift).

Het verzoekschrift is een officieel stuk waarin iemand zich tot de rechter wendt en hem vraagt om een bepaalde uitspraak te doen. Het verzoekschrift moet de informatie bevatten die staat opgenoemd in art. 278 en art. 799 Rv. Alle procedures in het personen- en familierecht zijn verzoekschriftprocedures. We vinden vanaf art. 261 Rv een aantal algemene regels die van toepassing zijn op verzoekschriftprocedures. Vanaf art. 798 Rv staan de speciale regels benoemd. Een verzoekschrift wordt ingediend bij de griffie van het gerecht dat de zaak behandelt. Normaal gesproken kan een verzoekschriftprocedure alleen plaatsvinden door tussenkomst van een advocaat, art. 1:265k BW maakt hierop een uitzondering: verzoeken aan de rechter over de uitvoering van de OTS kunnen worden ingediend zonder advocaat. Een jeugdige vanaf 12 jaar kan, als het gaat om de uitvoering van de OTS, ook zelfstandig procederen. Als de verzoeker in beroep gaat na de uitspraak, is er weer wel een advocaat nodig.

Wat zijn de absolute en relatieve competentie?

Welke rechter heeft de absolute competentie?

De regels van de absolute competentie beantwoorden de vraag welk type rechterlijke college bevoegd is om een bepaalde zaak te behandelen. Alle zaken die personen- en familierecht betreffen, worden in eerste aanleg behandeld door de rechtbank (door de familiekamer of door de kantonrechter). In procedures bij de kantonrechter, kunnen partijen gewoon zelf hun stukken indienen en het proces voeren (dus zonder advocaat).

In het Burgerlijk Wetboek wordt bij iedere soort procedure afzonderlijk aangegeven of de zaak behandeld moet worden door de familiekamer of door de kantonrechter. In principe kunnen we zeggen dat de familiekamer bevoegd is voor alle zaken omtrent de persoon van en het gezag over de minderjarige. De kantonrechter is bevoegd in zaken omtrent het vermogen van de minderjarige en bij verzoeken om handlichting. In jeugdzaken wordt de kinderrechter vaak aangewezen als bevoegde rechter

Welke rechtbank heeft de relatieve competentie?

Als het duidelijk is welk type gerecht bevoegd is, dan moet nog de volgende vraag beantwoord worden: in welke plaats moet de zaak worden behandeld? De regels over de relatieve competentie vinden we in het Rv. De hoofdregel is vastgelegd in art. 262 Rv: de woonplaats van de verzoeker is bepalend. Is er geen woonplaats in Nederland, dan kijken we naar de werkelijke verblijfplaats als woonplaats. Art. 265 Rv bepaalt dat in zaken betreffende minderjarigen, de woonplaats van de minderjarige bepalend is. Als woonplaats van de minderjarige geldt de woonplaats van degene die het gezag over hem uitoefent.

Hoe wordt een verzoek behandeld?

Zodra het verzoekschrift ontvangen wordt door de griffie, stelt zij eerst vast of het verzoek bij de bevoegde rechter is ingediend. Als dit bevestigend beantwoord kan worden, dan wordt de datum van de mondelinge zitting bepaald. De verzoeker en de belanghebbenden worden door de griffie opgeroepen om ter zitting te verschijnen. Het belanghebbende-begrip wordt uitgewerkt in art. 798 Rv. De belanghebbende is eenieder op wiens rechter en verplichtingen het verzoek rechtstreeks betrekking heeft. (De rechter beslist aan de hand van omstandigheden van de concrete situatie of een juridisch ouder zonder gezag als belanghebbende wordt aangemerkt). Wordt iemand als belanghebbende aangemerkt, dan heeft zij het recht om vóór de mondelinge behandeling een verweerschrift in te dienen (indien nodig ook met een eigen verzoek). Een belanghebbende heeft het recht om in beroep te gaan tegen de uitspraak. Voorts heeft zij het recht op inzage in de processtukken (art. 811 Rv) en recht op contra-expertise (art. 810a Rv).

Hoe werkt de mondelinge behandeling?

Om een goed beeld te krijgen van de zaak, worden de verzoeker en de verschenen belanghebbenden door de rechter gehoord. Zittingen worden normaliter in het openbaar gehouden, maar indien het minderjarigen betreft, worden deze doorgaan achter gesloten deuren behandeld (art. 27 Rv). Volgens art. 809 Rv hebben jeugdigen van 12 jaar of ouder, het recht om te worden gehoord. Is de jeugdige jonger dan 12 jaar, dan moet hij een briefje schrijven aan de rechter waarin hij hem vraagt of hij zijn mening over de zaak mag geven. De Raad voor de kinderbescherming kan door de rechter worden opgeroepen om advies uit te brengen (810 Rv).

Hoe wordt de beschikking gegeven?

Is de mondelinge behandeling afgelopen, dan bepaalt de rechter de dag waarop hij uitspraak zal doen. Gaat het om een verzoekschriftprocedure, dan noemen we de uitspraak een beschikking. (Bij een dagvaardingsprocedure, noemen we de uitspraak een vonnis.)

Indien de rechter de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaart, dan kan de rechterlijke uitspraak meteen worden uitgevoerd (ook als er hoger beroep wordt ingesteld). Dit is een uitzondering op het beginsel van de schorsende werking. De schorsende werking houdt in dat een rechtsmiddel tegen een beslissing (beroep of bezwaar) ervoor zorgt dat de beslissing nog niet kan worden uitgevoerd. In beginsel heeft ieder rechtsmiddel deze schorsende werking, dus de rechter moet het speciaal aangeven om dit te doorbreken.

Hoe zijn het hoger beroep en cassatie geregeld?

Hoe werkt hoger beroep?

Indien de verzoeker of belanghebbenden het niet eens zijn over de uitspraak, dan kunnen ze in hoger beroep gaan. Het verzoek wordt dan opnieuw behandeld door een hogere rechter. Het gerechtshof dient als hogerberoepscollege voor uitspraken van de rechtbank en van de kantonrechter. Regels omtrent het hoger beroep staan geregeld in art. 358 e.v. Rv. De uitspraak in hoger beroep kan twee kanten op gaan:

  1. De beschikking in eerste aanleg wordt (gedeeltelijk) vernietigd.
  2. De beschikking in eerste aanleg wordt (gedeeltelijk) bekrachtigd (het beroep wordt hier dan afgewezen).

De termijn voor het instellen van beroep bedraagt drie maanden. Hoger beroep is niet mogelijk tegen beschikkingen die staan benoemd in art. 807 Rv. 

Hoe werkt cassatie?

Indien men het nog steeds niet eens is met de uitspraak van het hoger beroep, kan cassatie bij de Hoge Raad worden ingesteld. De Hoge Raad concentreert zich wel slechts op de juridisch-technische kant van het verhaal (er wordt dus alleen maar gekeken naar ‘schendingen van het recht’ en ‘verzuim van vormen’). De termijn voor het instellen van cassatie bedraagt ook drie maanden. De regels over de cassatieprocedure staan geregeld in art. 398 Rv en verder. De beschikkingen waartegen men geen hoger beroep kon instellen (art. 807 Rv) geldt ook voor cassatie. Uitzondering hierop is de beschikking over de voorlopige OTS. Een jeugdige kan niet zelfstandig in beroep gaan of cassatie instellen. Hij moet zich dus laten vertegenwoordigen door zijn wettelijke vertegenwoordiger. Hebben de jeugdige en zijn wettelijke vertegenwoordiger tegenstrijdige belangen, dan kan de kantonrechter een bijzonder curator benoemen (art. 1:250 BW).

Wat is afgifte?

Het is de bedoeling dat partijen zich houden aan de beschikking. Maar wat gebeurt er als iemand zich niet houdt aan de verplichtingen? Art. 812 Rv geeft een (gedeeltelijke) oplossing. Het bepaalt namelijk dat iedere beschikking over het gezag, een uithuisplaatsing in het kader van een OTS, en het blokkaderecht van pleegouders, van rechtswege een bevel tot afgifte van de minderjarige bevat. Dit betekent dat de persoon aan wie de jeugdige is toevertrouwd, het recht heeft dat de jeugdige feitelijk aan hem wordt afgegeven. Indien dit niet vrijwillig gebeurd, dan kan de politie hem helpen met de tenuitvoerlegging van de beschikking. In geval van beschikkingen genoemd in art. 1:253a lid 1 of 2 BW en art. 1:377a BW, moet de rechter uitdrukkelijk benoemen dat de inschakeling van de politie mogelijk is (art. 812 lid 2 Rv). Zie ook art. 813 Rv.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:
WorldSupporter and development goals:
This content is also used in .....

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Social Science Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1193