Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Hoe is het strafprocesrecht geregeld? - Hoofdstuk 13

In hoofdstuk 12 is de basis van het materiële strafrecht behandeld. In dit hoofdstuk wordt de basis van het strafprocesrecht behandeld. Het strafprocesrecht geeft regels voor de opsporing, vervolging en berechting van de verdachte. We vinden deze regels terug in het Wetboek van Strafvordering (Sv).

Wat zijn de drie fasen in het strafproces?

Op het moment dat de opsporingsambtenaar hoort of ziet dat er een strafbaar feit is gepleegd, begint het strafproces. Dit proces eindigt zodra de veroordeelde zijn straf heeft ondergaan. We kunnen het strafproces onderverdelen in drie fasen:

  1. Het vooronderzoek: deze eerste fase begint op het moment dat de opsporingsambtenaar een onderzoek instelt. Deze fase eindigt wanneer de rechtszaak begint of indien er besloten wordt om niet (verder) te vervolgen. Nu het doel van het vooronderzoek de bewijsvergaring is, mogen opsporingsambtenaren bepaalde dwangmiddelen inzetten.
  2. Het onderzoek ter terechtzitting: als het vooronderzoek is afgerond en de officier van justitie besluit de zaak aan de rechter voor te leggen, dan brengt hij de dagvaarding uit. Hierin wordt aan de verdachte vermeld waarvoor hij wordt verdacht.
  3. De tenuitvoerlegging van de straf: indien de rechter tot een bewezenverklaring komt, dan legt hij de verdachte (thans de veroordeelde) een straf op. Het is de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie (OM) om de straffen en maatregelen uit te voeren.

Wie spelen er een rol in het strafproces?

Wie is de verdachte?

In artikel 27 Sv wordt omschreven wie er als verdachte kan worden aangemerkt. Er staat in dit artikel dat er sprake moet zijn van ‘een redelijk vermoeden van schuld’, en dat dit vermoeden gebaseerd moet zijn op ‘feiten en omstandigheden’. Dit betekent dat een opsporingsambtenaar niet zomaar iemand als verdachte kan aanmerken op basis van zijn onderbuikgevoel. Er moet sprake zijn van objectieve feiten en concrete omstandigheden die wijzen op de schuld. Is er iemand als verdachte aangemerkt, dan kunnen er dwangmiddelen worden ingezet. Iedereen kan een verdachte zijn, ongeacht de leeftijd. Wel gelden er voor jeugdigen van 12 tot 18 jaar soms speciale regels. Jeugdigen onder de 12 jaar, kunnen niet worden vervolgd en dus ook niet worden gestraft.

Wie is de advocaat van de verdachte?

De advocaat wordt ook wel de raadsman genoemd. Iedere verdachte, ongeacht de leeftijd, heeft recht op een advocaat. Artikel 28d Sv bepaalt zelfs dat een verdachte recht heeft om de advocaat aanwezig te laten zijn tijdens het politieverhoor en dat zij samen dit verhoor kunnen voorbereiden. Dit recht vloeit voort uit het recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM). De Salduz-zaak heeft hierin een belangrijke rol gespeeld. De politie moet de verdachte expliciet wijzen op deze rechten. Gaat het om een minderjarige verdachte waarvan de (hulp)officier van Justitie beslist dat hij moet worden opgehouden voor onderzoek, dan moet hij de Raad voor Rechtsbijstand hierover informeren (489 Sv). De minderjarige verdachte wordt in sommige situaties extra bescherming geboden, zie onder andere de artikelen 491 Sv en 489 Sv.

De advocaat en de verdachte hebben in principe het recht op ‘vrij verkeer’ met elkaar. Dit betekent dat de advocaat, zo vaak hij dit nodig acht, de verdachte kan opzoeken (de ouders hebben overigens, net als de advocaat, recht op vrij verkeer met hun minderjarige kind). De gesprekken dienen voorts niet door anderen afgeluisterd te worden. Bovendien hebben de advocaat en de verdachte recht op inzage in alle processtukken (art. 48 Sv).

Wordt een aangehouden minderjarige verdachte opgehouden voor onderzoek (dit betekent dat de (hulp)OVJ hem langer op het politiebureau wil houden), dan moet deze officier contact zoeken met de gezaghebbende ouder(s) of de voogd. Hij moet hen voorts wijzen op de rechten (art. 488b Sv).

Wie is de opsporingsambtenaar?

De wet gebruikt de term ‘opsporingsambtenaar’ om iedere functionaris aan te duiden die bevoegd is om strafbare feiten op te sporen. Opsporingsambtenaren leggen hun opsporingsactiviteiten vast in een proces-verbaal. Dit proces-verbaal wordt naar de officier van justitie (OvJ) gestuurd. De officier van justitie beslist dan op basis van deze gegevens, wat hij met de verdachte gaat doen.

We kennen een verschil tussen algemene opsporingsambtenaren en buitengewone opsporingsambtenaren. Zo zijn politiefunctionarissen algemene opsporingsambtenaren, dit betekent dat zij bevoegd zijn alle strafbare feiten op te sporen. Een buitengewone opsporingsambtenaar is alleen bevoegd om bepaalde strafbare feiten op te sporen.

Wie zijn de Officier van Justitie en het OM?

Het Openbaar Ministerie (OM) is een overheidsdienst die valt onder het ministerie van Justitie en Veiligheid. De officier van justitie (OvJ) behoort weer tot het OM. Het heeft tot taak om verdachten te vervolgen. Het is de OvJ die het vooronderzoek leidt, beslist over de inzet van dwangmiddelen en beslist of de zaak naar de rechter moet worden geleid. Nu is het voor de OvJ in de praktijk onmogelijk om leiding te geven over alle zaken die lopen op verschillende politiebureaus. Een hulpofficier van justitie kan dan helpen. Hij maakt geen onderdeel uit van het OM, maar heeft wel een aantal bevoegdheden die normaal gesproken toekomen aan de OvJ. De meeste hulpofficieren zijn politiefunctionarissen met een hogere rang. Gaat het om jeugdzaken, dan wordt deze over het algemeen door een jeugdofficier behandeld.

Wie is de rechter-commissaris?

Een rechter-commissaris is een ‘speciale’ rechter en heeft verschillende taken:

  • Zo houdt hij toezicht op de rechtmatigheid en zorgvuldigheid van het vooronderzoek.
  • Hij neemt beslissingen over bepaalde onderzoekshandelingen die moeten worden verricht.
  • Hij fungeert als aanspreekpunt voor de verdachte en de raadsman.
  • Hij kan, op verzoek van de verdediging of ambtshalve, beslissen dat bepaalde getuigen of deskundigen worden gehoord.

Indien een rechter als rechter-commissaris optreedt, mag hij niet ter zitting optreden (art. 268 lid 2 Sv, zie voor een uitzondering art. 316 lid 2 Sv). In zaken tegen minderjarige verdachten wordt dit onderscheid minder duidelijk gescheiden, zie hierover art. 492 Sv).

Wie zijn de rechter en kinderrechter?

Het is de taak van de rechter om de zitting te leiden en tot een oordeel te komen. Hij mag iemand alleen veroordelen als hij van mening is dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs is aangedragen door de officier van justitie. Gaat het om een jeugdige verdachte, dan wordt de zaak meestal behandeld door de kinderrechter (dit is een rechter gespecialiseerd in jeugdzaken).

Wie is de reclassering?

De reclassering werkt in principe alleen voor meerderjarige verdachten. Indien de verdachte in verzekering wordt gesteld, waarschuwt de politie ook de reclassering. De medewerkers die onderdeel uitmaken van de reclassering verlenen vroeghulp. Ze bezoeken de verdachte en kijken of ze iets voor hem kunnen betekenen in de persoonlijke sfeer. Bovendien bekijkt de medewerker of er een rapport dient te worden opgemaakt over de sociale achtergronden en persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechter zou dit rapport dan kunnen gebruiken bij zijn beslissing. De reclassering verleent hulp bij verschillende fasen: begin van het straftraject, tijdens de tenuitvoerlegging van de straf en bij de re-integratie.

Wie is de jeugdreclassering?

De jeugdreclassering heeft in principe te taak om jeugdigen te begeleiden die een strafbaar feit hebben gepleegd. De begeleiding kan verschillende vormen aannemen. Zo kan een medewerker van de jeugdreclassering de jeugdige begeleiden door hem weer op het rechte spoor te krijgen. Ook biedt de jeugdreclassering toezicht en begeleiding bij jeugdigen die door de officier van justitie of de rechter-commissaris onder bepaalde voorwaarden in vrijheid is gesteld. Ook is de jeugdreclassering betrokken bij de ontwikkeling van scholings- en trainingsprogramma’s.

Wie is de Raad voor de Kinderbescherming?

Zoals eerder vermeld, dient de politie de Raad te waarschuwen indien er een proces-verbaal is opgemaakt vanwege een strafbaar feit dat door een minderjarige verdachte is gepleegd. De Raad maakt vervolgens een basisrapport. Hierin vermelden ze de persoonlijke omstandigheden van de verdachte maar ook de omstandigheden waaronder het delict is gepleegd. Dit rapport is voor de officier van justitie, zodat hij met deze informatie kan beoordelen of verdere vervolging verstandig is (art. 494 Sv). Zie ook nog art. 494a Sv.

Wat is de taak van het Openbaar Ministerie?

De taak van het Openbaar Ministerie (OM) is om verdachten te vervolgen. De term ‘vervolgen’ omvat alle activiteiten van het OM die ertoe leiden dat een rechter een beslissing neemt over de zaak van de verdachte. Ook is het OM belast met de tenuitvoerlegging van de door de rechter opgelegde sancties.

De leden van het OM hebben hun kantoor vaak op de rechtbank, we noemen dit het parket. De leden zelf noemen we officieren van justitie. Bij het gerechtshof worden de leden advocaat-generaal genoemd. Er zijn een aantal advocaten-generaal en één procureur-generaal verbonden aan ieder hof. Het College van procureurs-generaal wordt gevormd door de vijf procureurs-generaal van de hoven, samen met de door de minister van Justitie benoemde voorzitter. Hun taak is het bepalen van het OM-beleid.

Wat is het vervolgingsbeleid van het OM?

Wordt er een strafbaar feit gepleegd, dan is het OM niet verplicht om tot een vervolging over te gaan. Het OM vervolgt alleen verdachten als het algemeen belang daarmee gediend is, we noemen dit het opportuniteitsbeginsel. Dit beginsel staat omschreven in art. 167 lid 2 Sv. Het OM seponeert een zaak als hij besluit niet (verder) te vervolgen. De beslissing zelf wordt een sepot genoemd. De officier van justitie kan in principe vier verschillende vervolgingsbeslissingen nemen:

  1. Niet vervolgen: de strafzaak krijgt dan geen vervolg meer. Een beslissing tot niet-vervolging wordt vaak genomen, indien er onvoldoende bewijs voorhanden ligt. Ook kan een niet-vervolging plaatsvinden indien het om een erg ‘gering’ feit gaat.
  2. Voorwaardelijk niet vervolgen: hier wordt er onder bepaalde voorwaarden, gesteld door de officier van justitie, besloten niet tot een vervolging over te gaan. Hieraan is een proeftijd gekoppeld.
  3. Strafbeschikking: als het gaat om strafbare feiten waarop een strafmaximum van niet meer dan 6 jaar opstaat, dan mag de officier van justitie de verdachte zelf een straf opleggen in de vorm van een strafbeschikking. Let wel op: dit is zeer ingrijpend en er zitten veel voorwaarden voor de officier van justitie aan verbonden. Lees art. 257a Sv (en ook 257e Sv) goed door!
  4. Vervolgen.

Het OM heeft tot het moment van de zitting de mogelijkheid om de zaak alsnog in te trekken (art. 242 lid 2 Sv).

Wat is de ZSM-werkwijze van het JCO+ en Zorg- en Veiligheidshuis?

ZSM staat voor: Zo Snel, Simpel, Selectief en Samenlevingsgericht. De ZSM-werkwijze is een methode om veelvoorkomende criminaliteit op een snelle en effectieve wijze aan te pakken. Dit initiatief wordt ondersteund door de politie, OM, de Raad, Jeugdreclassering en Slachtofferzorg. Het is de bedoeling van deze werkwijze om eenvoudige zaken zo snel mogelijk, binnen zes uur is de voorkeur voor jeugdige verdachten, af te doen (althans, het nemen van een besluit over het afdoeningstraject).

Kan er binnen 7 dagen geen beslissing worden genomen over eventuele vervolgstappen, dan worden jeugdigen van 12 tot 18 jaar aangemeld voor het Justitieel Casusoverleg Plus (JCO+). Als het gaat om complexe zaken waarbij ook problematiek in het gezin speelt, dan worden de zaken geleid naar een casusoverleg in het Veiligheidshuis. Hier overleggen het OM, Bureau Halt, de Raad voor de Kinderbescherming, de jeugdreclassering en zorgaanbieders over een goede combinatie van strafrechtelijke en (wellicht) bestuursrechtelijke maatregelen en een zorgaanbod.

Hoe kan een zaak worden afgedaan door de politie?

We zagen reeds dat de officier van justitie niet alle zaken aan de rechter voorlegt maar nog drie andere vervolgingsbeslissingen kan nemen. Ook de politie legt niet alle zaken voor aan de officier van justitie. Als het gaat om lichte zaken, kan de politie deze namelijk zelf af doen (dus zonder tussenkomst van de OvJ). De politie heeft drie mogelijkheden om de zaak zelf af te doen:

  1. Het politiesepot: dit is alleen toegestaan bij first offenders die zich schuldig hebben gemaakt aan een ‘licht’ vergrijp.
  2. De verwijzing naar Halt: Halt staat voor ‘Het ALTernatief’. Halt ontwikkelt projecten waarbij verdachten worden geconfronteerd met de gevolgen van hun strafbare gedraging. De activiteiten van Halt mogen max. 20 uur beslaan. Een dergelijke verwijzing is een voorwaardelijk politiesepot. Halt is in principe alleen mogelijk voor first offenders die het feit hebben bekend. Is de verdachte nog geen 16 jaar oud, dan is de toestemming van de ouders vereist voor deelname aan het Halt-project.
  3. De strafbeschikking: gaat het om verdachten die worden verdacht van overtredingen of van een aantal ‘lichte’ misdrijven, dan kan er een geldboete worden opgelegd in de vorm van een strafbeschikking (art. 257b Sv). Welke overtredingen en misdrijven kunnen worden afgedaan middels een strafbeschikking, worden vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur. Deze staan omschreven in het zogenoemde feitenboekje.

Wat gebeurt er met 12-minners?

We hebben eerder al gezien dat jeugdigen onder de 12 jaar, niet kunnen worden vervolgd of gestraft. Dit betekent uiteraard niet dat er niks gebeurt met 12-minners die een strafbaar feit hebben gepleegd. De politie meldt iedere 12-minner bij de jeugdzorg. Daar wordt bekeken of, en zo ja, welke reactie nodig is om recidive te voorkomen. De jeugdzorg kan op zijn beurt, dit weer melden aan de Raad voor de Kinderbescherming. Hier wordt onderzocht of er een kinderbeschermingsmaatregel noodzakelijk is.

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
WorldSupporter and development goals:
Statistics
1236