
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de rechtspositie van de jeugdige en zijn ouders in de jeugdhulp. Het gaat om de middelen die de jeugdige en zijn ouders hebben als ze het niet eens zijn met een verleningsbesluit. Ook wordt ingegaan op toestemming, klacht- en tuchtrecht en medezeggenschap.
Welke rechtsmiddelen zijn er tegen een verleningsbesluit?
Zoals eerder vermeld is een verleningsbesluit een beschikking. Dit betekent dat ouders en jeugdigen, indien ze het niet eens zijn met de beslissing, bezwaar kunnen maken bij de gemeente en eventueel beroep instellen bij de kinderrechter. Als men bezwaar wil aantekenen, dient dit binnen zes weken te gebeuren (te rekenen vanaf het verleende verleningsbesluit). Het college van B en W is vervolgens verplicht om hier binnen zes weken (soms tien weken) schriftelijk op te reageren. Deze reactie op het bezwaarschrift noemen we een ‘beschikking op bezwaar’ (Bob). Als de ouders of jeugdige het alsnog niet eens is met de beschikking op bezwaar, dan kan hij beroep instellen. Dit beroep kan twee kanten op:
- De rechter houdt het verleningsbesluit van het college van B en W in stand.
- De rechter vernietigt het besluit.
Zijn de ouders of jeugdige het niet eens met de uitspraak van de kinderrechter, dan kan er ten slotte hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep in Utrecht. Deze gang van zaken kan men terugvinden in de Awb. Let wel op: er worden in de Awb een aantal besluiten genoemd waar geen bezwaar en beroep tegen openstaat. Deze kan je terugvinden in de negatieve lijst van de Awb).
Wat doet een vertrouwenspersoon?
Volgens art. 4.1.9 van de Jeugdwet, zijn gemeenten en instellingen verplicht ouders en jeugdigen te wijzen op de mogelijkheid van ondersteuning door een vertrouwenspersoon. De taak van een vertrouwenspersoon is ondersteuning te bieden, onafhankelijk van de directie of medewerkers.
Hoe is de toestemming voor de jeugdhulp geregeld?
Er zijn drie fasen die leiden tot jeugdhulp. In iedere fase zijn er andere regels omtrent toestemming:
- Aanvraag: het is hier juridisch gezien voldoende als de aanvrager zijn aanvraag om jeugdhulp ondertekent.
- Onderzoek: er moet worden onderzocht of de gezaghebbende ouders en/ of de jeugdige met de jeugdhulp instemmen. De mate van instemming verschilt echter met de leeftijd. Is de jeugdige nog geen 12 jaar, dan is de instemming vereist van de gezaghebbende ouders/voogd. Is de jeugdige tussen de 12 en 16 jaar, dan moeten de gezaghebbende ouders/voogd en de jeugdige zelf instemmen. Vanaf 16 jaar beslist de jeugdige zelfstandig over de jeugdhulp. Is de jeugdige 12 jaar of ouder maar wilsonbekwaam, dan is de instemming van de gezaghebbende ouder/voogd voldoende.
- Uitvoeren van de jeugdhulp. De jeugdhulpverlener die daadwerkelijk jeugdhulp gaat bieden moet toestemming krijgen van de jeugdige en/of zijn ouders, nadat deze voldoende geïnformeerd zijn. De toestemming mag mondeling of schriftelijk worden gegeven, maar moet sowieso door de jeugdhulpverlener worden opgeslagen in het dossier als bewijs.
Kan jeugdhulp worden geboden zonder toestemming?
Het is volgens de Jeugdwet mogelijk om hulp te bieden, ook al is er geen instemming van de gezaghebbende ouders. Dit is alleen mogelijk in situaties waarin ernstig nadeel voor de jeugdige ontstaat indien de hulp niet wordt geboden, de kans aanzienlijk is dat deze hulp het ernstig nadeel afwendt of beperkt, en de jeugdige niet te zwaar belast wordt door het feit dat zijn ouders de hulp niet wensen. Het is bij deze situatie wel de bedoeling dat de hulpverlener nog probeert om samen met de ouders tot een goede oplossing te komen.
Wat is wilsonbekwaamheid?
In principe geldt dat een jeugdige vanaf 12 jaar wilsbekwaam is, tenzij de wilsonbekwaamheid wordt vastgesteld door bijvoorbeeld een arts of gedragsdeskundige. Wilsonbekwaamheid kan om de hoek kijken indien er sprake is van een verstandelijke beperking, geestelijke stoornis of een achterstand in de ontwikkeling. Als de wet spreekt van wilsonbekwaamheid ter zake, dan dient er per geval te worden gekeken of er sprake is van wilsonbekwaamheid.
Hoe is het klachtrecht en tuchtrecht geregeld?
Hoe werkt het klachtrecht?
Volgens art. 4.2.1 van de Jeugdwet is het voor jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen verplicht om een klachtencommissie op te stellen. Deze klachtencommissie werkt onafhankelijk en heeft als taak om een oordeel te geven over klachten van de cliënt. Iedereen die rechtstreeks wordt geraakt door een gedraging van de instelling, heeft het recht om een klacht in te dienen. De klacht moet echter wel betrekking hebben op:
- Het handelen van (een medewerker van) de instelling.
- Het niet-handelen van (een medewerker van) de instelling.
- Het nemen van een besluit van (een medewerker van) de instelling.
De behandeling van de klacht verloopt als volgt:
- Na ontvangst van de klacht wordt door de klachtencommissie een onderzoek ingesteld.
- De commissie houdt meestal een hoorzitting (voor een eventuele mondelinge toelichting).
- De klachtencommissie komt met een oordeel over de gegrondheid.
- Het oordeel gaat in de vorm van een advies naar het bestuur van de instelling.
- Het bestuur laat de klager weten of hij het oordeel overneemt, en welke maatregelen er worden getroffen.
Hoe werkt het tuchtrecht?
Er kan een klacht worden ingediend bij het tuchtcollege indien ouders en jeugdigen niet tevreden zijn over het handelen van een geregistreerde professional. Het medisch tuchtrecht geldt indien het gaat om een BIG- geregistreerde professional (denk aan de (jeugd)arts, (jeugd)hulpverpleegkundige, een gezondheidszorgpsycholoog of een psychotherapeut). Een klacht wordt behandeld door het SKJ College van Toezicht, indien het gaat om het handelen van een hulpverlener die is geregistreerd in het Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) (denk aan psychologen, pedagogen en (hbo-)jeugdzorgwerkers).
Wat is precies het verschil tussen het klachtrecht en het tuchtrecht?
Bij het tuchtrecht staat het handelen van een individuele professional centraal. Het handelen moet getoetst worden aan de normen die gelden binnen de betreffende beroepsgroep. Bij het klachtrecht gaat het vaak om handelen van (een of meer medewerkers van) een organisatie. Soms kan het voorkomen dat beide procedures van toepassing kunnen zijn, in dat geval kan de betrokkene kiezen.
Wat is medezeggenschap?
Medezeggenschap is erg belangrijk in de jeugdhulp. Als er wordt gesproken van medezeggenschap, dan bedoelen we dat de ouders en jeugdigen inspraak hebben in het beleid van de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling. Dit wordt geregeld via de cliëntenraad die voor iedere gecertificeerde instelling en jeugdhulpaanbieder waar tien of meer personen werkzaam zijn, verplicht is (art. 4.2.4 van de Jeugdwet). Deze raad bestaat uit vertegenwoordigers van de cliënten en bestaat om de belangen van de cliënten te behartigen. Gaat het om belangrijke besluiten, dan is het bestuur van de instelling verplicht om advies te vragen aan de cliëntenraad (art. 4.2.6 van de Jeugdwet).
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Samenvattingen per hoofdstuk bij de 8e druk van Jeugdrecht begrepen van Janssen - Bundel
- Supersamenvatting Jeugdrecht begrepen - Chapter 0
- Welke plaats neemt jeugdrecht in het recht in? - Hoofdstuk 1
- Wie zijn de ouders van de jeugdige? - Hoofdstuk 2
- Hoe is gezag over de jeugdige geregeld? - Hoofdstuk 3
- Wat betekent de scheiding van de ouders voor de jeugdige? - Hoofdstuk 4
- Wat is de rechtspositie van de jeugdige? (Deel 1) - Hoofdstuk 5
- Wat is de rechtspositie van de jeugdige? (Deel 2) - Hoofdstuk 6
- Hoe werken kinderbeschermingsmaatregelen? - Hoofdstuk 7
- Hoe werkt beëindiging van het gezag? - Hoofdstuk 8
- Hoe is pleegzorg geregeld? - Hoofdstuk 9
- Hoe is het procesrecht bij personen- en familierecht geregeld voor jeugdigen? - Hoofdstuk 10
- Hoe zit het jeugdstrafrecht in elkaar? - Hoofdstuk 11
- Hoe is het materiële strafrecht geregeld? - Hoofdstuk 12
- Hoe is het strafprocesrecht geregeld? - Hoofdstuk 13
- Hoe verloopt de weg van strafbaar feit tot veroordeling voor de jeugdige? - Hoofdstuk 14
- Wat zijn de straffen en maatregelen voor jeugdigen? - Hoofdstuk 15
- Hoe is de organisatie van de jeugdhulp geregeld? - Hoofdstuk 16
- Wat zijn de regels omtrent privacy en dossier in de jeugdhulp? - Hoofdstuk 17
- Wat is de rechtspositie van de cliënten in de jeugdhulp? - Hoofdstuk 18
- Wat is het kinderrechtenverdrag? - Hoofdstuk 19

Contributions: posts
Spotlight: topics
Samenvattingen per hoofdstuk bij de 8e druk van Jeugdrecht begrepen van Janssen - Bundel
Dit is een bundel van de samenvattingen per hoofdstuk bij de 8e druk van het boek Jeugdrecht begrepen door L. Janssen.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution