Kindergeneeskunde
Notes bij Kindergeneeskunde - UU (week 1)
Gebaseerd op het collegejaar 2014-2015 van het masterprogramma Geneeskunde aan de UU. Zie voor de overige aantekeningen:
- Notes bij Kindergeneeskunde - UU (week 2)
- Notes bij Kindergeneeskunde - UU (week 3)
- Notes bij Kindergeneeskunde - UU (week 4)
MTE Kinderen met koorts
Koorts is een centraal gemedieerde verhoging van de lichaamstemperatuur tot minstens 38,5 graden Celcius. Het is belangrijk na te gaan hoe de koorts is gemeten. Rectale metingen en metingen in het oor zijn het meest betrouwbaar. Axillaire metingen zijn erg onbetrouwbaar. Vraag dus naar de meetwijze als ouders vertellen dat hun kind koorts heeft (gehad).
Een neonaat met koorts moet altijd worden doorgestuurd naar een kinderarts. De neonatale periode bestaat uit de eerste 28 levensdagen van het kind. Andere redenen om door te sturen zijn alarmsymptomen. Een aantal belangrijke alarmsymptomen zijn sufheid en petechiën. Ook wanneer het kind erg hangerig is, moet je hem of haar laagdrempelig zien.
Bij een neonaat presenteren infecties zich vaak atypisch. Bij een zieke pasgeborene moet de DD dan ook niet alleen uit infecties bestaan:
Infecties
Aangeboren (hart)afwijkingen
Stofwisselingsziekten
Pijn
Aandoeningen van het centraal zenuwstelsel
Als een kind vitaal bedreigd is, ga je te werk via het ABCDE systeem. Dit is hetzelfde als bij volwassenen. Het kind moet altijd helemaal worden nagekeken. Een aantal belangrijke aspecten uit het lichamelijk onderzoek zijn:
Vitale functies: ademhalingsfrequentie, pols, saturatie
Meningeale prikkeling: Brudzinski (wanneer bij een liggende patiënt het hoofd passief wordt geflecteerd, heft de patiënt zijn benen) en Kernig (de patiënt ligt met de heup en knieën in 90 graden flexie. Bij het strekken van de benen ontstaat pijn).
Petechiën
Tekenen van dehydratie
Zoeken naar een oorzaak: vlekjes (maculopapulaire huiduitslag), inspectie luchtwegen, inspectie KNO gebied, onderzoek van het gehele abdomen inclusief de nierloges.
Fontanel (bij zuigelingen): een ingezonken fontanel past bij dehydratie. Een bomberende fontanel is een teken van meningitis.
Wanneer geen duidelijk focus wordt gevonden, moet een urineweginfectie worden overwogen.
Bij jonge kinderen komen veel oorontstekingen voor. Een otitis media acuta is een acute ontsteking. Deze wordt behandeld met 2 medicijnen:
Neusdruppels xylomethazoline 0.05%
Paracetamol oraal of rectaal
Antibiotica wordt gegeven wanneer het kind ernstig ziek is of steeds zieker wordt. In sommige ander gevallen wordt het overwogen:
Kind onder de 2 jaar met een dubbelzijdige OMA
Het trommelvlies is bij presentatie reeds geperforeerd
Er is geen verbetering na 3 dagen
.....read more
Notes bij Kindergeneeskunde - UU (week 2)
Gebaseerd op het collegejaar 2014-2015 van het masterprogramma Geneeskunde aan de UU. Zie voor de overige aantekeningen:
- Notes bij Kindergeneeskunde - UU (week 1)
- Notes bij Kindergeneeskunde - UU (week 3)
- Notes bij Kindergeneeskunde - UU (week 4)
MTE Voeding in het eerste levensjaar
Al tijdens de zwangerschap moet op voeding gelet worden. Het is goed als een vrouw al voor ze zwanger is, begint met het gebruik van foliumzuur. De man doet er goed aan geen alcohol te gebruiken voor de conceptie. Hierdoor verbetert de kwaliteit van het sperma. Tijdens de zwangerschap gebruik de vrouw foliumzuur, om de aanleg van het centraal zenuwstelsel bij het kind te optimaliseren, en vitamine D, wat goed is voor de botaanleg van het ongeboren kind.
Het geboortegewicht van een Nederlands kind is ongeveer 3000-3500 gram. Het gewicht van het kind neemt de eerste 12 maanden snel toe:
In de eerste 3 maanden groeit het kind 700-800 gram per maand.
In maand 4 tot 6 groeit het 500 gram per maand.
In maand 7 tot 12 groeit het 400 gram per maand.
Na een jaar is het kind dus gemiddeld 6 tot 6.5 kg aangekomen en weegt het 9 tot 10 kilogram.
De lengte bij de geboorte is 50-54 cm. De lengtegroei is ook erg groot in het eerste jaar. Het kind is na een jaar ongeveer 1.5 keer zo lang als bij de geboorte: er komt zo’n 27 cm per jaar bij.
De eerste 3 maanden groeit het 3 cm per maand.
In maand 4-12 groeit het 2 cm per maand.
Het aantal en soort voedingen veranderd veel gedurende het eerste levensjaar. De eerste 6 maanden krijgt het kind borstvoeding of volledige zuigelingenvoeding (speciale flesvoeding voor kinderen tot 6 maanden). In maand 6-12 eet het kind steeds meer verschillende dingen, maar blijft er ook nog borstvoeding en/of opvolgmelk in het dieet. Na 12 maanden hoort het kind met de pot mee te eten.
Maand 1: 7 en later 6 voedingen per dag (borstvoeding of volledige zuigelingenvoeding).
Maand 2-4: 5 voedingen per dag
Maand 4-6: afbouwen tot 4 voedingen per dag. Daarnaast fruitmix, groente en aardappelen introduceren. De reden dat nu kan worden gestart met bijvoeding is dat de mondmotoriek van het kind inmiddels voldoende is ontwikkeld om gemalen voeding te kunnen eten.
Tussen de 6 en 12 maanden worden steeds minder melkvoedingen gegeven en wordt meer groente, aardappelen, vlees, fruit, vruchtensap, volle yoghurt en uiteindelijk brood met beleg geïntroduceerd in het
.....read more
Notes bij Kindergeneeskunde - UU (week 3)
Gebaseerd op het collegejaar 2014-2015 van het masterprogramma Geneeskunde aan de UU. Zie voor de overige aantekeningen:
MTE Casus convulsies
Een koortsconvulsie wordt ook wel een koortsstuip of febrile seizure (engelse literatuur) genoemd.
Casus 1
Een meisje van 1,5 jaar komt op de SEH. Ze ziet er niet ziek uit, maar is wel hangerig. Thuis heeft ze een 5 minuten durende stuip gehad, waarbij er trekkingen waren aan beide armen en benen. Voor het begon draaide eerst haar beide ogen weg naar rechts. De ouders hebben thuis geen temperatuursverhoging bemerkt, maar op de SEH heeft ze een temperatuur van 38,4 graden Celsius.
Dit is een vrij typisch verhaal voor een koortsstuip. De koorts hoeft voor de koortsstuip nog niet aanwezig te zijn. Typisch zijn de symmetrische trekkingen en korte duur van de stuip. Bovendien zijn er geen aanwijzingen voor een andere oorzaak (bij lichamelijk onderzoek werden geen andere symptomen gevonden en het meisje maakt een niet zieke indruk).
Casus 2
Jongetje van 6 maanden komt op de SEH nadat hij aanvallen heeft gehad. Zijn ogen draaiden weg, waarna hij schokken kreeg in zijn rechter lichaamshelft. Later gingen ook zijn linkerarm en -been meedoen. De aanval duurde 30 minuten. Op de SEH had hij een temperatuur van 38,8 graden Celsius. De familieanamnese is positief voor koortsconvulsies.
Op de SEH maakte dit jongetje een zieke indruk. Er moet daarom verder onderzoek worden gedaan. Er kan natuurlijk een infectie spelen. Het CRP werd bepaald en deze was hoog. Meningitis moet hier absoluut in de DD staan (koorts, hoog CRP, convulsie, jong kind), dus is een LP verricht. Hierbij werd geen meningitis aangetroffen. Vanwege de afwezigheid van een infectie van het centraal zenuwstelsel kon hier de diagnose koortsconvulsie worden gesteld.
De presentatie van de koortsconvulsie is hier minder duidelijk dan bij casus 1. Er was een asymmetrisch begin en de convulsie duurde lang. Het was daarom belangrijk de DD uit te breiden en meer onderzoek te doen. Bij deze presentatie wordt gesproken van een complexe koortsconvulsie. De exacte criteria hiervoor worden in het volgende MTE (koortsconvulsies) besproken.
De positieve familieanamnese draagt bij aan het vermoeden van de diagnose. Het is namelijk aangetoond dat een positieve familieanamnese bij 1e of 2e.....read more
Notes bij Kindergeneeskunde - UU (week 4)
Gebaseerd op het collegejaar 2014-2015 van het masterprogramma Geneeskunde aan de UU. Zie voor de overige aantekeningen:
- Notes bij Kindergeneeskunde - UU (week 1)
- Notes bij Kindergeneeskunde - UU (week 2)
- Notes bij Kindergeneeskunde - UU (week 3)
MTE Invloed van chronische ziekte op de ontwikkeling van kind en gezin
Een kind met een chronische ziekte heeft een 2 keer zo hoog risico om later in het leven psychische klachten te ontwikkelen dan gezonde personen. Het gaat dan niet alleen om psychiatrische problemen. Met name klachten als gedrags- en aanpassingsproblemen komen veel voor.
Vanaf de geboorte totdat het kind 4,5 jaar is, moeten onderstaande taken door het gezin worden uitgevoerd. Bij een chronische ziekte in deze periode komt dit in het gedrang.
Hechting: tot de leeftijd van 6 maanden hecht een kind zich met name aan degene die hem/haar verzorgt. Dit kunnen verschillende mensen zijn. Vanaf 6 maanden wordt de hechting specifieker naar 1 persoon gericht. Voor een goede hechting is een goede afstemming tussen verzorger en kind nodig. De verzorger moet bijvoorbeeld adequaat reageren op slaap en honger. Hechting vindt plaats in een kritische periode. Dit betekent dat er een bepaalde window is wanneer het kind goed kan hechten. Als dit door bijvoorbeeld ziekte dan niet gebeurt, is de kans groot dat het kind later in het leven ook hechtingsproblemen ontwikkelt.
Interactie en sociale feedback
Co-regulatie: de volwassene moet zich aanpassen aan het kind
Aanmoedigen interactie met andere kinderen
Na de leeftijd van 4,5 jaar staan andere gezinstaken op de voorgrond:
Bevorderen van zelfcontrole
Bevorderen van zelfwaardering
Bevorderen van onafhankelijkheid en initiatief
Open communicatie en tolerantie
Toekomstperspectief
Niet alleen bij objectief ernstige ziekten ontwikkelen kinderen psychische problemen. Acne kan voor pubers bijvoorbeeld erg invaliderend zijn. De ernst van een aandoening speelt wel mee in de kans op latere psychische problemen, maar er zijn veel meer factoren.
Deze factoren zijn: aard van de ziekte, stadium van ziekte, leeftijd kind, sociaal-emotionele ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling en gezinsfactoren.
Kinderen hebben vaak last van zichtbare ziektes. Moeheid en pijn kunnen leiden tot veel schoolverzuim (bijvoorbeeld bij reuma).
Een lange ziekteduur is gerelateerd aan het ontwikkelen van somberheid.
Kinderen moeten hun ziekte kunnen verwerken. Deze verwerking is een soort rouwproces. Hierbij rouwen ze om het toekomstbeeld dat ze zich hadden voorgesteld (en dat ze door ziekte niet meer kunnen bereiken). Langzaam wordt dan acceptatie bereikt.
Ziekte bij een jong kind heeft met name invloed op:.....read more
Stamplijst Kindergeneeskunde
Stamplijst met belangrijke begrippen en toelichting bij het vak Kindergeneeskunde. De stamplijst is online beschikbaar met een abonnement 2 of als hardcopy verkrijgbaar in het JoHo Center Utrecht (gecombineerd met week 3 en 4)
Tekenen van dehydratie |
|
ORS | Oral rehydration solution, bevat natrium, kalium en glucose. Door de actieve absorptie van glucose samen met natrium en vocht kan de absorptie van water, suiker en zouten gelijk worden aan het verlies of zelfs groter worden.
|
Toddlers diarrhoea (peuterdiarree) | Pathofysiologie: vertraagde ontwikkeling van de darmmotiliteit + het eten van veel suikers spelen een rol Behandeling: geen
|
Coeliakie | Pathofysiologie: gliadine in gluten veroorzaken een immunologische respons in de mucosa van het jejenum. Cellen migreren in toenemende maten van de crypten naar de villi, de compensatie is echter niet groot genoeg en er ontstaat door verlies van cellen een platte mucosa. Diagnostiek: Serologie. Jejunumbiopt. Eventueel kijken of glutenvrij dieet klachten vermindert. Behandeling: glutenvrij dieet
|
Post gastro-enteritis syndroom | Tijdelijke lactose-intolerantie t.g.v. een doorgemaakt gastro-enteritis |
Oorzaken voor huilen | -E.c.i.: tanden krijgen (kinderen krijgen rond de 8 maanden tanden), psychisch (relatie-problemen moeder en kind), krampen -Gastro-intestinale problematiek: reflux, darmkrampen, voedselallergie, obstipatie -Infectie: UWI, OMA, luchtweginfectie of meningitis -Neurologische oorzaken: zeldzame stoornissen |
Normaal huilgedrag | 6 weken is piekleeftijd, 2 tot 2,5 uur per dag Excessief huilen: 3 uur per dag, 3 dagen in de week gedurende 3 weken |
Koemelkallergie | Symptomen: Dunne ontlasting, failure to thrive, diarree, overgeven, huilen, urticaria, jeuk en oedeem in het gezicht. Door aantasting van villi kan er lactose-intolerantie ontstaan. Diagnostiek: eliminatie provocatietest en dubbelblinde provocatietest. |
Pathofysiologie functionele obstipatie | -Door ophouden van faeces zet het rectum uit, hierdoor vermindert het gevoel van aandrang -Continue druk op de sfincter kan leiden tot incontinentie -Druk van het uitgezette colon/rectum op de blaas kan leiden tot enuresis -Stase van urine kan leiden tot UWI’s |
Soorten diarree | -Osmotische diarree: hypertone darminhoud zorgt ervoor dat water zich naar het lumen verplaatst -Secretoire diarree: secretie van water en elektrolyten in de darm, door bijv. virale of bacteriële infecties -Exsudatieve diarree: door ontsteking van de darmwand vindt er meer vochtsecretie plaats, bijv. bij colitis ulcerosa en M. Crohn -Gestoorde motiliteit van de darm: bijv. bij IBS(= irritable bowl syndrome) |
Pylorus stenose | Pathofysiologie: is geassocieerd met hypochloremische alkalose en komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Symptomen: projectiel braken, palpabele massa en |
Oefenvragen Kindergeneeskunde
Oefenvragen voor het voorbereidend vak Kindergeneeskunde (incl antwoorden). De oefenvragen zijn online beschikbaar met een abonnement 2 of als hardcopy verkrijgbaar in het JoHo Center Utrecht (gecombineerd met week 3 en 4).
Vraag 1
U bent huisarts en ziet Bas, een peuter van 16 maanden oud, en zijn moeder. Hij was kerngezond tot de leeftijd van 9 maanden. Moeder klaagt dat Bas sinds een maand of vier niet meer goed in gewicht aankomt, terwijl hij wel goed eet. Hij heeft vier tot zesmaal per dag dunne ontlasting, maar braakt niet. Verder vindt moeder hem hangerig en humeurig.Bij lichamelijk onderzoek ziet u een dystroof kind met een opvallend bolle buik. Het gewicht van 9,5 kg is beneden het gewicht op het consultatiebureau bij 12 maanden.
Vraag Antwoord
1. Noem de 2 meest waarschijnlijke diagnoses. | 1. Coeliakie-parasitaire infectie en/of Giardia Lamblia infectie |
2. Noem voor elk de gangbare behandeling. | 2. Glutenvrij dieet (bij keuze voor coeliakie)-Antibiotica (Flagyl of tinidazol) (bij keuze voor Giardia infestatie) |
Vraag 2
U bent huisarts en wordt voor een spoedvisite geroepen bij de 18-maanden oude Jeremy. Hij was kerngezond tot gisteren. Hij spuugt sinds 1 dag elke voeding uit en heeft elk uur waterdunne diarree. Het is onduidelijk of hij nog geplast heeft. Andere kinderen op de crèche zijn ook ziek met spugen en diarree. U houdt er rekening mee dat u een ernstig gedehydreerd kind zult aantreffen.
Vraag Antwoord
1. Noem zes symptomen waarop u zult letten om dehydratie vast te stellen | 1. -Droge slijmvliezen -Ingezonken ogen en ingezonken fontanel -Daling van het gewicht -Hypotensie (in laat stadium) -Tachycardie -Verlengde capillary refill -Afgenomen perifere pulsaties -Verminderde turgor -Snelle en diepe ademhaling |
Orale Rehydration Solution (ORS) bevat naast electrolyten ook glucose. | |
1. Waarom? | 1. De glucose is toegevoegd om de absorptie van natrium- en chloride-ionen te bevorderen. |
Vraag 3
Op uw spreekuur ziet u een jongetje van 6 weken oud. Moeder vertelt dat hij de laatste weken meer en meer is gaan spugen, steeds kort nadat hij de fles heeft opgedronken. Na het spugen heeft hij direct weer honger. Opvallend is verder dat het braaksel er met zeer krachtige golven uitkomt. In de eerste weken na de geboorte is hij goed gegroeid, van 3150 gram bij de geboorte tot 3400 gram; sindsdien niet meer. Het ontlastingspatroon is niet wezenlijk veranderd: 3-4x per dag wordt een luier geproduceerd.
Vraag Antwoord
1. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose. | 1. Pylorushypertrofie. |
2. Geef tenminste één alternatieve diagnose. | 2. Reflux, voedselallergie, gastritis, adrenogenitaal syndroom, malrotatie. |
Vraag 4
Als poortarts in een algemeen ziekenhuis ziet u de 10- weken oude ex-prematuur Osman, wegens ontroostbaar huilen. Hij.....read more
Samenvatting IARC's (Kindergeneeskunde)
Uitwerkingen van de Interactieve Colleges tijdens het coschap Kindergeneeskunde. Gebaseerd op augustus 2012, inhoud van het vak gelijk aan 2013-2014.
- Inhoudsopgave
- IARC 1 Floppy infant
- IARC 2 Het kind met een ontwikkelingsachterstand
- IARC 3 Het kind met diabetes mellitus
- IARC 4 Geslachtsdifferentiatie
- IARC 5 Kindermishandeling
- IARC 6 Kinderorthopaedie
- IARC 7 Brandwonden
- IARC 8 Chronische en recidiverende koorts
- IARC 9 Farmacotherapie bij kinderen
- IARC 10 Het kind met hematurie
- IARC 11 Nefrotisch syndroom
- IARC 12 Het kind met urologische afwijkingen
- IARC 13 Verdrinking
- IARC 14 Acuut zieke kinderen
- IARC 15 Aangeboren afwijkingen
- IARC 16 Syndroom van Down
- IARC 17 Cholestase
- IARC 18 Chronische diarree op de kinderleeftijd
- IARC 19 Chronische functionele obstipatie
- IARC 20 Artritis
- IARC 21 Vasculitis
- IARC 22 LUTS bij schoolkinderen
- IARC 23 Voeding bij kinderen
- IARC 24 Voedingsproblemen bij zuigelingen en braken
- IARC 25 Klinische betekenis van bloedgroepantistoffen in de zwangerschap
Inhoudsopgave
IARC 1 Floppy infant
IARC 2 Het kind met een ontwikkelingsachterstand
IARC 3 Het kind met diabetes mellitus
IARC 4Geslachtsdifferentiatie
IARC 5 Kindermishandeling
IARC 6 Kinderorthopaedie
IARC 7 Brandwonden
IARC 8 Chronische en recidiverende koorts
IARC 9 Farmacotherapie bij kinderen
IARC 10 Het kind met hematurie
IARC 11 Nefrotisch syndroom
IARC 12 Het kind met urologische afwijkingen
IARC 13 Verdrinking
IARC 14 Acuut zieke kinderen
IARC 15 Aangeboren afwijkingen
IARC 16 Syndroom van Down
IARC 17 Cholestase
IARC 18 Chronische diarree op de kinderleeftijd
IARC 19 Chronische functionele obstipatie
IARC 20 Artritis
IARC 21 Vasculitis
IARC 22 LUTS bij schoolkinderen
IARC 23 Voeding bij kinderen
IARC 24 Voedingsproblemen bij zuigelingen en braken
IARC 25 Klinische betekenis van bloedgroepantistoffen in de zwangerschap
IARC 1 Floppy infant
Tonus
Tonus is de spierspanning in rust, zonder actief bewegen. Tonus heeft iemand onbewust, er is sprake van een partiële spiercontractie van zowel de flexoren als de extensoren. Tonus zorgt uiteindelijk voor de houding. De tonus is afhankelijk van de leeftijd, hoe meer prematuur hoe lager de tonus.
Hypotonie
Een verminderde tonus kan veroorzaakt worden door een centraal of perifeer probleem, het is belangrijk hierin onderscheid te maken aangezien de differentiaal diagnose van floppy infant erg uitgebreid is. Bij een hypotoon kind met hoge reflexen is de oorzaak meest waarschijnlijk gelegen in de hersenen. Primaire klacht van de ouders is een slap kind, andere problemen zijn voedingsproblemen, later is er sprake van een ontwikkelingsachterstand. In de anamnese moet gevraagd worden naar familieanamnese, zwangerschap, partus, neonatale periode, parese, motorische ontwikkeling en mentale ontwikkeling. Lichamelijk onderzoek bestaat uit een algemeen onderzoek en het neurologisch onderzoek.
|
Add new contribution