Nimox/Van den End q.q. - Arrest

Nimox/Van den End q.q. (HR 08-11-1991, NJ 1992, 174)

Kern

Een faillissementscurator is bevoegd voor de belangen van de schuldeisers op te komen bij benadeling van die schuldeisers en kan ook een actie ex artikel 6:162 instellen tegen een derde die bij die benadeling betrokken is geweest. Hierop bestaat geen uitzondering indien slechts de crediteuren worden benadeeld wier vorderingen na de handeling van de derde zijn ontstaan. De curator heeft dan dus geen bijzondere volmacht nodig van die crediteuren. Indien een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders niet is aangetast op grond van art. 2:11 BW, volgt hieruit niet dat uitvoering van het besluit of het door uitoefening van het stemrecht bewerkstelligen van het besluit tegenover derden zoals schuldeisers niet onrechtmatig kan zijn.

De in de Faillissementswet met betrekking tot de verificatie getroffen voorzieningen staat niet in de weg aan een buiten die voorzieningen om gevoerd geding tussen de curator en een derde die een vordering op de gefailleerde pretendeert, waarbij inzet van het geding is of de vordering geverifieerd kan worden.

Casus

Nimox was enig aandeelhouder van Auditrade BV. Op 20 december 1983 besloot Nimox als enig aandeelhouder op de algemene vergadering van aandeelhouders van Auditrade zichzelf een dividend toe te kennen van ƒ 1.124.000,-. Een dag later verkocht Nimox 49% van de aandelen aan de directeur van Auditrade en 2% aan een derde. Op dezelfde dag verklaarden Nimox en Auditrade de dividendvordering om te zetten in een geldlening, onder o.a.de voorwaarde dat Nomix de tweede fiduciaire eigendom zou krijgen op de voorraden en debiteuren van Auditrade. Juni 1984 verkocht Nimox de vordering voor ƒ1.500.000,- aan NMB-Heller en stelde daarvoor een bankgarantie. NMB-Heller had de eerste fiduciaire eigendom van de voorraden en debiteuren van Auditrade. Op 7 augustus 1984 ging Auditrade failliet. De curator startte een actie uit onrechtmatige daad tegen Nimox.

Rechtbank en hof

De rechtbank wees de vordering van de curator toe op de volgende gronden. Nimox had onrechtmatig gehandeld jegens de schuldeisers door te stemmen voor het dividendbesluit, aangezien dit een ernstige aantasting van het eigen vermogen van Auditrade betekende; dit terwijl Auditrade op het punt stond zich te storten op een risicovol project (welk project zou mislukken waarna Auditrades faillissement volgde).

Nimox had zich de belangen van de overige schuldeisers onvoldoende aangetrokken; zij had het risico voor het mislukken van het project op zich moeten nemen en haar eigen vordering achter moeten stellen bij die van de andere schuldeisers. De schade bestaat hieruit, dat Nimox een concurrente in plaats van een achtergestelde vordering heeft. Die schade wordt goed gemaakt door de vordering van Nimox niet te verifiëren in het faillissement. De overdracht aan NMB-Heller was ook onrechtmatig, aangezien het NMB-Heller ingevolge art. 54 Faillissementswet niet vrijstond de van Nimox overgenomen vordering op Auditrade te verhalen op de haar door Auditrade verstrekte zekerheden indien NMB-Heller wist dat het faillissement van Auditrade te verwachten was. De meest passende vorm van schadevergoeding aan de schuldeisers is betaling van een bedrag door Nimox gelijk aan het bedrag dat NMB-Heller tot verhaal van de door haar van Nimox gekochte vordering ten laste van de zekerheden heeft gebracht.

Het Hof bekrachtigde dit vonnis en Nimox ging in cassatie.

Hoge Raad

Nimox had in een cassatiemiddel betoogd dat alle crediteuren van voor de gewraakte handeling van 20 december 1983 voor faillissementsdatum betaald waren en dat, nu de vordering van de curator slechts strekte tot vergoeding van de schade van crediteuren wiens vordering na 20 december 1983 waren ontstaan, de curator niet bevoegd zou zijn namens laatstgenoemde crediteuren een vordering in te stellen zonder volmacht van die crediteuren. Met die opvatting is de Hoge Raad het niet eens: een faillissementscurator is ook bevoegd voor de belangen van de schuldeisers op te komen en een actie ex art. 6:162 instellen tegen een derde die bij die benadeling betrokken is geweest. Er is geen grond hierop een uitzondering te maken voor het geval dat de vorderingen, die ten tijde van de benadelingsdatum reeds bestonden, voor het faillissement zijn voldaan, zodat benadeling alleen de schuldeisers raakt, wier vorderingen pas na die handeling zijn ontstaan.

Nimox betoogde eveneens dat het besluit tot dividenduitkering niet is aangevochten ex art. 2:11 en dus rechtsgeldig is en daarom niet onrechtmatig kan zijn. Ook deze opvatting wordt door de Hoge Raad verworpen: ook indien het besluit geldig is omdat het niet is aangevochten ex art. 2:11, volgt hieruit niet dat de uitvoering van het besluit tegenover derden (zoals schuldeisers) niet onrechtmatig kan zijn, noch dat het door uitoefening van het stemrecht bewerkstelligen van het besluit tegenover derden niet onrechtmatig kan zijn.

Ook de meer algemene stelling van Nimox dat het stemmen in de algemene vergadering van aandeelhouders een handeling van de vennootschap is en dus niet als een handeling van een aandeelhouder moet worden beschouwd is onjuist.

Volgens Nimox had het Hof eveneens moeten onderzoeken of de handeling van Nimox als onrechtmatige daad van Auditrade was aan te merken. Volgens de Hoge Raad doet dit er niet toe: het gewraakte besluit was geen puur "intern-vennootschappelijke rechtshandeling", maar tevens een "externe rechtshandeling", hetgeen een onrechtmatige daad kan opleveren. Indien het besluit geen aan Auditrade toe te rekenen onrechtmatige daad zou zijn, sluit dat niet uit dat het tot stand brengen van het besluit door de enige aandeelhouder onrechtmatig was jegens de schuldeisers van Auditrade.

Met betrekking tot de klacht dat de rechtbank en het Hof buiten de regeling van de Faillissementswet om hadden bepaald, dat de vordering niet voor verificatie in aanmerking kwam, overweegt de Hoge Raad, dat de in de Faillissementswet met betrekking tot de verificatie getroffen voorzieningen strekken tot een doelmatige afwikkeling van geschillen omtrent bestaan, omvang en eventuele preferentie van vorderingen op de gefailleerde. Met die strekking is niet onverenigbaar dat in een buiten de in die wet geregelde procesgang gevoerd geding tussen de curator en een derde wordt beoordeeld of de vordering van die derde van dien aard is dat zij niet geverifieerd behoort te worden. Volgt verwerping van het beroep.
 

 

Nimox/Van den End q.q. (HR 08-11-1991, NJ 1992, 174)

Kern

Een faillissementscurator is bevoegd voor de belangen van de schuldeisers op te komen bij benadeling van die schuldeisers en kan ook een actie ex artikel 6:162 instellen tegen een derde die bij die benadeling betrokken is geweest. Hierop bestaat geen uitzondering indien slechts de crediteuren worden benadeeld wier vorderingen na de handeling van de derde zijn ontstaan. De curator heeft dan dus geen bijzondere volmacht nodig van die crediteuren. Indien een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders niet is aangetast op grond van art. 2:11 BW, volgt hieruit niet dat uitvoering van het besluit of het door uitoefening van het stemrecht bewerkstelligen van het besluit tegenover derden zoals schuldeisers niet onrechtmatig kan zijn.

De in de Faillissementswet met betrekking tot de verificatie getroffen voorzieningen staat niet in de weg aan een buiten die voorzieningen om gevoerd geding tussen de curator en een derde die een vordering op de gefailleerde pretendeert, waarbij inzet van het geding is of de vordering geverifieerd kan worden.

Casus

Nimox was enig aandeelhouder van Auditrade BV. Op 20 december 1983 besloot Nimox als enig aandeelhouder op de algemene vergadering van aandeelhouders van Auditrade zichzelf een dividend toe te kennen van ƒ 1.124.000,-. Een dag later verkocht Nimox 49% van de aandelen aan de directeur van Auditrade en 2% aan een derde. Op dezelfde dag verklaarden Nimox en Auditrade de dividendvordering om te zetten in een geldlening, onder o.a.de voorwaarde dat Nomix de tweede fiduciaire eigendom zou krijgen op de voorraden en debiteuren van Auditrade. Juni 1984 verkocht Nimox de vordering voor ƒ1.500.000,- aan NMB-Heller en stelde daarvoor een bankgarantie. NMB-Heller had de eerste fiduciaire eigendom van de voorraden en debiteuren van Auditrade. Op 7 augustus 1984 ging Auditrade failliet. De curator startte een actie uit onrechtmatige daad tegen Nimox.

Rechtbank en hof

De rechtbank wees de vordering van de curator toe op de volgende gronden. Nimox had onrechtmatig gehandeld jegens de schuldeisers door te stemmen voor het dividendbesluit, aangezien dit een ernstige aantasting van het eigen vermogen van Auditrade betekende; dit terwijl Auditrade op het punt stond zich te storten op een risicovol project (welk project zou mislukken waarna Auditrades faillissement volgde).

Nimox had zich de belangen van de overige schuldeisers onvoldoende aangetrokken; zij had het risico voor het mislukken van het project op zich moeten nemen en haar eigen vordering achter moeten stellen bij die van de andere schuldeisers. De schade bestaat hieruit, dat Nimox een concurrente in plaats van een achtergestelde vordering heeft. Die schade wordt goed gemaakt door de vordering van Nimox niet te verifiëren in het faillissement. De overdracht aan NMB-Heller was ook onrechtmatig, aangezien het NMB-Heller ingevolge art. 54 Faillissementswet niet vrijstond de van Nimox overgenomen vordering op Auditrade te verhalen op de haar door Auditrade verstrekte zekerheden indien NMB-Heller wist dat het faillissement van Auditrade te verwachten was. De meest passende vorm van schadevergoeding aan de schuldeisers is betaling van een bedrag door Nimox gelijk aan het bedrag dat NMB-Heller tot verhaal van de door haar van Nimox gekochte vordering ten laste van de zekerheden heeft gebracht.

Het Hof bekrachtigde dit vonnis en Nimox ging in cassatie.

Hoge Raad

Nimox had in een cassatiemiddel betoogd dat alle crediteuren van voor de gewraakte handeling van 20 december 1983 voor faillissementsdatum betaald waren en dat, nu de vordering van de curator slechts strekte tot vergoeding van de schade van crediteuren wiens vordering na 20 december 1983 waren ontstaan, de curator niet bevoegd zou zijn namens laatstgenoemde crediteuren een vordering in te stellen zonder volmacht van die crediteuren. Met die opvatting is de Hoge Raad het niet eens: een faillissementscurator is ook bevoegd voor de belangen van de schuldeisers op te komen en een actie ex art. 6:162 instellen tegen een derde die bij die benadeling betrokken is geweest. Er is geen grond hierop een uitzondering te maken voor het geval dat de vorderingen, die ten tijde van de benadelingsdatum reeds bestonden, voor het faillissement zijn voldaan, zodat benadeling alleen de schuldeisers raakt, wier vorderingen pas na die handeling zijn ontstaan.

Nimox betoogde eveneens dat het besluit tot dividenduitkering niet is aangevochten ex art. 2:11 en dus rechtsgeldig is en daarom niet onrechtmatig kan zijn. Ook deze opvatting wordt door de Hoge Raad verworpen: ook indien het besluit geldig is omdat het niet is aangevochten ex art. 2:11, volgt hieruit niet dat de uitvoering van het besluit tegenover derden (zoals schuldeisers) niet onrechtmatig kan zijn, noch dat het door uitoefening van het stemrecht bewerkstelligen van het besluit tegenover derden niet onrechtmatig kan zijn.

Ook de meer algemene stelling van Nimox dat het stemmen in de algemene vergadering van aandeelhouders een handeling van de vennootschap is en dus niet als een handeling van een aandeelhouder moet worden beschouwd is onjuist.

Volgens Nimox had het Hof eveneens moeten onderzoeken of de handeling van Nimox als onrechtmatige daad van Auditrade was aan te merken. Volgens de Hoge Raad doet dit er niet toe: het gewraakte besluit was geen puur "intern-vennootschappelijke rechtshandeling", maar tevens een "externe rechtshandeling", hetgeen een onrechtmatige daad kan opleveren. Indien het besluit geen aan Auditrade toe te rekenen onrechtmatige daad zou zijn, sluit dat niet uit dat het tot stand brengen van het besluit door de enige aandeelhouder onrechtmatig was jegens de schuldeisers van Auditrade.

Met betrekking tot de klacht dat de rechtbank en het Hof buiten de regeling van de Faillissementswet om hadden bepaald, dat de vordering niet voor verificatie in aanmerking kwam, overweegt de Hoge Raad, dat de in de Faillissementswet met betrekking tot de verificatie getroffen voorzieningen strekken tot een doelmatige afwikkeling van geschillen omtrent bestaan, omvang en eventuele preferentie van vorderingen op de gefailleerde. Met die strekking is niet onverenigbaar dat in een buiten de in die wet geregelde procesgang gevoerd geding tussen de curator en een derde wordt beoordeeld of de vordering van die derde van dien aard is dat zij niet geverifieerd behoort te worden. Volgt verwerping van het beroep.
 

 

Image

Access: 
Public

Image

Click & Go to more related summaries or chapters

Samenvattingen: de beste jurisprudentie en arresten voor ondernemingsrecht en rechtspersonenrecht samengevat

Samenvattingen: de beste jurisprudentie en arresten voor insolventierecht en faillissement samengevat

Join WorldSupporter!
This content is related to:
Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
3060