Materieel Strafrecht Hoorcollege 9 - UL Rechten B2

Materieel Strafrecht Hoorcollege 9 - UL Rechten B2 - Rechtspersonen

1. Welke onderwerpen worden in het hoorcollege behandeld?

  • Weblecture A - De rechtspersoon in het Nederlands strafrecht: wettelijk kader
  • Weblecture B - Strafrechtelijke aansprakelijkheid van een rechtspersoon
  • Weblecture C - Strafrechtelijke aansprakelijkheid van de 'feitelijk leidinggever'

Weblecture A - De rechtspersoon in het Nederlands strafrecht: wettelijk kader

In de strafzaak tegen het bedrijf Chemie-Pack werden zowel rechtspersonen als natuurlijke personen vervolgd. Deze natuurlijke personen waren bij de rechtspersoon betrokken, het ging om de directeur, de veiligheidscoördinator en de productieleider. Hen werd verweten dat ze feitelijk leiding hadden gegeven aan het verwijtbaar laten ontstaan van een brand en aan een aantal milieudelicten. Zowel de rechtspersoon als de natuurlijke personen werden hiervoor veroordeeld. Wanneer een rechtspersoon verantwoordelijk gehouden wordt voor een gedraging sluit dit dus niet uit dat ook natuurlijke personen voor dezelfde gedraging verantwoordelijk gehouden worden.

Wat is de achterliggende motivatie van deze aansprakelijkheid? Eén van de redenen is het feit dat de rol van bedrijven steeds groter is geworden, ze hebben steeds meer invloed op hoe wij leven. Hierbij hoort een grotere verantwoordelijkheid, soms dus zelfs een strafrechtelijke. Daarnaast is er in het strafrecht een ontwikkeling van een fysiek handelingsbegrip naar een meer functioneel handelingsbegrip. Men richt zich nu dus minder op de persoon die fysiek een feit pleegt, en heeft nu ook aandacht voor degene die de handeling niet fysiek verricht maar er wellicht wel verantwoordelijk voor is.

Art. 51 Sr.

Aansprakelijkheid van rechtspersonen is geregeld in art. 51 Sr. Ook rechtspersonen kunnen dader zijn (hieronder valt ook deelneming, medeplegen, etc.). Dit geldt voor alle strafbare feiten. Hiervoor zijn alle straffen en maatregelen mogelijk, mits zij daarvoor in aanmerking komen. Je kunt rechtspersonen bijvoorbeeld niet opsluiten. Meestal worden boetes opgelegd. De strafrechtelijke aansprakelijkheid kan gelden voor de rechtspersoon, daarbij betrokken natuurlijke personen, of beiden. Ten slotte blijkt uit lid 3 dat het strafrecht een ruimer begrip van rechtspersoonlijkheid heeft dan het civiele recht.

Art. 51 zegt niets over de vraag hoe strafrechtelijke aansprakelijkheid van een rechtspersoon wordt vastgesteld. De invulling hiervan is overgelaten aan de rechtspraak. Daarnaast is dit leerstuk vooral van belang voor privaatrechtelijke rechtspersonen. Voor overheden (publiekrechtelijke rechtspersonen) geldt immers in beginsel strafrechtelijke immuniteit.

Weblecture B - Strafrechtelijke aansprakelijkheid van een rechtspersoon

Hoe moet deze strafrechtelijke aansprakelijkheid vastgesteld worden? Ten eerste moet daderschap van de rechtspersoon vastgesteld worden. Daarna moet vastgesteld worden dat de rechtspersoon daar ook aansprakelijk voor is.

Daderschap van de rechtspersoon

De Hoge Raad gebruikt hiervoor het criterium van de redelijke toerekening. In het arrest Drijfmest heeft de Hoge Raad daar handvaten voor gegeven.  Redelijke toerekening is mogelijk als de gedraging plaatsvond 'in de sfeer van de rechtspersoon'. Dit is het zogenaamde oriëntatiepunt. Om dat vast te stellen zijn vier omstandigheden relevant, alhoewel er ook andere relevante omstandigheden kunnen zijn die hier niet tussen staan:

  1. Het betreft een gedraging van een persoon werkzaam ten behoeve van de rechtspersoon. Als hiervan sprake is, is het niet meer dan een indicatie. Deze omstandigheid is relatief van minder belang.
  2. De gedraging past in de normale bedrijfsvoering of taakuitoefening van de rechtspersoon. Dit vormt een steviger aanwijzing in de richting dat de gedraging plaats heeft gevonden in de sfeer van de rechtspersoon.
  3. De gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in bedrijf of taakuitoefening. Dit is niet meer of minder dan een indicatie, en deze omstandigheid is van minder belang dan de tweede en vierde omstandigheid.
  4. Er is sprake van beschikking en aanvaarding van de rechtspersoon. De rechtspersoon kon dus ingrijpen, maar aanvaardde de gedraging. Dit gebeurt volgens de IJzerdraad-criteria.

Beschikking en aanvaarding

Allereerst moet vastgesteld worden of de rechtspersoon feitelijke zeggenschap had over de handeling, en of hij had kunnen ingrijpen. Bij het vaststellen van de aanvaarding gaat het erom of de rechtspersoon de gedraging blijkbaar gebillijkt heeft. Als de rechtspersoon het door de vingers heeft gezien bijvoorbeeld. Ook kan dit vastgesteld worden als duidelijk wordt dat niet de maximale zorg betracht is om te voorkomen dat een bepaalde gedraging verricht zou worden. Zo is het criterium van de redelijke toerekening een open criterium, er kunnen meer dan de vier hierboven genoemde omstandigheden meewegen.

In het arrest Drijfmest was het onduidelijk wat de afspraken tussen de betrokkenen waren. Daarom kon in die casus volgens de Hoge Raad onder meer geen beschikking en aanvaarding vastgesteld worden.

Aansprakelijkheid van de rechtspersoon

Deze aansprakelijkheid moet alleen separaat vastgesteld worden als er sprake is van een misdrijf. Bij een overtreding is met daderschap de aansprakelijkheid gegeven. Hoe wordt opzet of culpa van de rechtspersoon vastgesteld? Dit kan allereerst door opzet of culpa van een natuurlijk persoon aan de rechtspersoon toe te rekenen. Daarnaast kan het vastgesteld worden op basis van het beleid, bedrijfspolitiek of feitelijke gang van zaken binnen de rechtspersoon. Deze manier past vooral bij culpoze delicten waarin sprake is van het schenden van bepaalde zorgplichten. Bijvoorbeeld als het binnen een bedrijf de gewoonte is dat bepaalde apparatuur niet volgens de geldende regels gebruikt wordt.

Als in de eerste stap van daderschap wordt vastgesteld dat er sprake is van opzet van de rechtspersoon, kom je aan de tweede stap niet toe. Dan is aansprakelijkheid gegeven.

Weblecture C - Strafrechtelijke aansprakelijkheid van de 'feitelijk leidinggever'

Ook natuurlijke personen kunnen verantwoordelijk gehouden worden voor een gedraging die ook aan de rechtspersoon ten laste gelegd is. Art. 51 noemt twee specifieke vormen van deelnemen: opdracht geven en feitelijk leiding geven. In de rechtspraktijk is vooral de tweede vorm van belang. De kern van het verwijt dat deze feitelijk leidinggever wordt gemaakt is dat hij de door de rechtspersoon begane strafbare feiten bevorderd heeft. De betreffende persoon hoeft niet per se juridisch een leidinggevende functie te hebben, het gaat erom dat hij de gedraging heeft beïnvloed. Er bestaan actieve en passieve verschijningsvormen.

Overzichtsarrest feitelijk leidinggeven: Het ging hier om een samenwerkingsverband voor sociaal werk, met een waarnemend voorzitter (de verdachte) en een directeur. Zij werden verdacht van het feitelijk leidinggeven aan belastingfraude. Dit deden zij middels een schijnconstructie, waarbij de directeur op papier niet in dienst was van het samenwerkingsverband. De waarnemend voorzitter had het initiatief tot deze schijnconstructie genomen. Daarom stelde de Hoge Raad dat hij schuldig was aan feitelijk leidinggeven. In dit arrest heeft de Hoge Raad ook een aantal verschijningsvormen van feitelijk leidinggeven opgenoemd.

De eerste vorm is het actief en effectief handelen op een manier die past binnen de gewone betekenis van feitelijk leidinggeven. Een tweede manier is dat er op zo'n manier leidinggegeven wordt waarbij het strafbare gedrag daar het onvermijdelijke gevolg van is. Ten derde kan er een complex aan gedragingen zijn waaraan de feitelijk leidinggever een zodanige bijdrage geleverd dat zijn gedragingen neerkomen op feitelijk leidinggeven. Dit zijn allen actieve verschijningsvormen.

Er bestaan ook passieve verschijningsvormen. Hiervan is sprake als de leidinggevende bijvoorbeeld nalaat in te grijpen.

Aan welke vereisten moet nu zijn voldaan? Feitelijk leidinggeven is een vorm van deelneming. Dit betekent dat de daarvoor bestaande vereisten van toepassing zijn: accessoriteit en dubbel opzet. De accessoriteit houdt in dat er vastgesteld moet zijn dat de rechtspersoon een strafbaar feit heeft begaan (daderschap + aansprakelijkheid). Het dubbel opzet houdt in dat er opzet moet zijn op het feitelijk leidinggeven en opzet op het grondfeit (als sprake is van een doleus delict). 

2. Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.

3. Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

Er worden geen recente ontwikkelingen in het vakgebied besproken.

4. Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Er worden geen opmerkingen gedaan met betrekking tot het tentamen.

5.Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? 

Er worden geen vragen behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:
This content is also used in .....

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: 2250269182
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1728