Materieel Strafrecht werkgroep 7 - UL Rechten B2 - Deelneming

Materieel Strafrecht werkgroep 7 - UL Rechten B2 - Deelneming

1. Welke onderwerpen worden in het hoorcollege behandeld?

  • Opmerkingen m.b.t. de theorie
  • Casus I
  • Casus II
  • Casus III

Opmerkingen m.b.t. de theorie

Deelneming gaat over de uitbreiding van de strafrechtelijke aansprakelijkheid: ook degene die bijvoorbeeld behulpzaam is kan aansprakelijk zijn. Deze werkgroep gaat vooral over medeplegen en medeplichtigheid.

Voor elke deelnemingsvorm gelden twee basisvereisten, die je altijd moet controleren. Is er sprake van accessoriteit (de link met het ten laste gelegde feit) en dubbel opzet?

Medeplegen

De wet geeft hiervan geen definitie. In het overzichtsarrest Medeplegen is een model gegeven dat je kunt gebruiken om te beoordelen of er sprake is van medeplegen. Zo moet er sprake zijn van een bijdrage van voldoende intellectuele en materiële omvang. Ook een spontaan ontstane taakverdeling kan vallen onder medeplegen. De Hoge Raad heeft een aantal gezichtspunten opgesteld om te kunnen beoordelen of sprake is van de nauwe (objectieve zijde) en bewuste (subjectieve zijde) samenwerking:

  • De intensiteit van de samenwerking. Hoe intenser, hoe eerder er sprake is van een nauwe samenwerking.
  • De onderlinge taakverdeling. Hoe duidelijker deze is, hoe eerder er sprake is van een nauwe samenwerking.
  • De rol in de voorbereiding, uitvoering en afhandeling van de aangeklaagde. Maakt het samenstel van de handelingen in deze fases dat er sprake is van medeplegen? (Moord op advocaat-arrest)
  • Het belang van de rol van de verdachte.
  • De aanwezigheid op belangrijke momenten van de verdachte. Als de verdachte op het moment suprême aanwezig is, vormt dit een belangrijke aanwijzing voor het aannemen van medeplegen.
  • Het zich niet distantiëren van het strafbare feit. Aan dit laatste punt komt echter in mindere mate betekenis toe.

Dan moet getoetst worden of de verdachte ook dubbel opzet had: zowel op het samenwerken als op het grondfeit.

Nog een aantal punten die ervoor kunnen zorgen dat de bovenstaande gezichtspunten anders ingevuld worden:

  • De aard van het delict. Het soort delict kan ervoor zorgen dat er sneller sprake is van medeplegen, of dat het strafwaardiger is. Bedreiging door twee personen is bijvoorbeeld ingrijpender dan bedreiging door één persoon.
  • De procesopstelling van de verdachte (arrest Tandprothetische praktijk). Als de verdachte niet met een aannemelijk verhaal over zijn rol komt, kan medeplegen toch worden aangenomen, ook al zijn de precieze feiten erg onduidelijk.

Medeplichtigheid

Ook hiervoor gelden de twee bovengenoemde vereisten. Belangrijk is echter dat er sprake moet zijn van een misdrijf (art. 52 Sr.). Daarnaast ben je als medeplichtige geen dader. Ook het strafmaximum voor medeplichtigheid is lager. Het gaat hier niet om een nauwe en bewuste samenwerking, maar om het feit dat de verdachte het misdrijf dat door een ander begaan is, bevorderd of vergemakkelijkt heeft. In omstandigheden kun je ook passief medeplichtig zijn, bijvoorbeeld als je een plicht om te handelen negeert (Honden Peter-arrest).

Wat nu als er sprake was van uiteenlopend opzet? In dit geval heeft de medeplichtige opzet op een ander misdrijf dan de dader uiteindelijk pleegt. In de jurisprudentie wordt vaak voldoende verband aangenomen als het misdrijf waar medeplichtige opzet op had onderdeel is van het uiteindelijk gepleegde misdrijf.

Casus I

In september 2017 wordt Johan door Willem benaderd voor het verbouwen van de badkamer in de woning van Willem. Johan neemt de opdracht aan. Willem doet een afgesproken vooruitbetaling van € 6000. Op de afgesproken dag dat de werkzaamheden zouden beginnen komt Johan echter niet opdagen. Het lukt Willem niet John te bereiken, omdat hij zijn telefoon niet opneemt. Hij wordt boos en vraagt zijn zoon Peter en diens vriend Kees om langs te komen, om een wraakplan te maken. Willem wil het bestelbusje van John in brand steken. Omdat Kees weet waar John woont, vraagt Willem aan hem of hij Peter naar de woning van John kan rijden, zodat hij daar het busje in brand kan steken. Kees stemt hiermee in. Op de avond van 15 december rijdt hij Peter naar de woning van John. In zijn auto heeft hij wat aanmaakblokjes, die Peter mag gebruiken. Als ze aangekomen zijn wijst hij Peter aan waar het busje van John staat. Vervolgens sticht Peter brand waardoor het busje volledig uitbrandt. Korte tijd later worden, dankzij een oplettende buurvrouw, Kees en Peter aangehouden. Samen met Willem worden zij vervolgd voor het medeplegen van brandstichting met gemeen gevaar voor goederen (art. 47 jo. art. 157, aanhef en sub 1).

Vraag: Tegenover de rechter ontkent Kees het tenlastegelegde feit. Hij was alleen maar de chauffeur van Peter, de eigenlijke brandstichter. Heeft zijn verweer gezien het geldend recht en de omstandigheden uit de casus kans van slagen?

Er is sprake van accessoriteit. De nauwheid van de samenwerking is lastiger vast te stellen. Kees is ingegaan op de uitnodiging op het maken van een wraakplan, ingestemd met het vervoeren van Peter, heeft het busje aangewezen en Peter zijn aanmaakblokjes laten gebruiken. Dit is een bijdrage van voldoende gewicht. Er is ook sprake van een duidelijke samenwerking, en had een rol in de voorbereiding en uitvoering. Een samenstel van medeplichtigheidshandelingen kan gezamenlijk aangemerkt worden als een handeling die leidt tot medeplegen. Dit leidt ertoe dat er in casu sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Ook was er sprake van dubbel opzet. Het verweer van Kees heeft dus geen kans van slagen.

Vraag: Ook Willem ontkent dat hij medepleger van de brandstichting is. Hij was er immers niet bij aanwezig. Heeft zijn verweer kans van slagen?

Er is duidelijk sprake van accessoriteit. Belangrijk is hier het gezichtspunt van de aanwezigheid op bepalende momenten. Het feit dat hij niet fysiek aanwezig was, is niet doorslaggevend. Op andere momenten heeft hij immers wel een belangrijke bijdrage geleverd: hij heeft een taakverdeling gemaakt, het plan van wraaak bedacht, etc. Dit maakt dat er nog steeds sprake is van een nauwe samenwerking. Daarnaast is het ook een bewuste samenwerking. Het verweer van Willem heeft dus geen kans van slagen.

Casus II

Op 2 maart 2018 ziet Anna twee mannen met een nogal onguur voorkomen voor de deur van haar woning staan. Nadat ze aangebeld hebben, doet Anna de deur open. De twee mannen, Bas en Cornelis, geven aan dat ze voor Anna's man Daan komen omdat hij hen nog geld verschuldigd is. Cornelis duwt Anna daarbij tegen de deur aan. Als Anna zegt dat Daan niet thuis is, laat Cornelis haar los. Bas geeft aan dat ze later op die dag terugkomen, als Daan wel thuis zal zijn. Anna is erg geschrokken van het voorval. Die avond ontvangt Daan van Bas een sms met de mededeling dat hij dringend moet gaan betalen. Op 3 maart komen Bas en Cornelis opnieuw langs, maar er is niemand thuis. Als teken dat ze langsgeweest zijn verplaatsen ze een bloembak in de tuin. De dag erna staan de mannen weer voor de deur, maar Anna besluit niet open te doen. Bas praat echter door de gesloten deur tegen haar. Hij benadrukt dat hij op zijn geld zit te wachten, en dat het erg zou zijn als de dochter van Anna iets zou overkomen. Hij doet een briefje door de deur waarop staat dat Daan binnen twee dagen € 30.000 moet overmaken. Terwijl ze weglopen zegt Bas dat het nog veel vervelender zal worden als hij en Cornelis nog een keer terug moeten komen. Anna en Daan doen aangifte van bedreiging door Bas en Cornelis in de periode 2-4 maart 2018.

Vraag: De officier van justitie twijfelt of hij Cornelis kan vervolgen voor medeplegen van bedreiging (art. 47 jo. 285 Sr.). Kan volgens u, gelet op de omstandigheden van de casus, het medeplegen door Cornelis worden bewezen?

In casu is er sprake van accessoriteit: de gedraging van Cornelis had betrekking op een strafbaar feit. De vraag is vervolgens of er sprake is van een nauwe samenwerking. Cornelis heeft medegedeeld dat Daan nog geld verschuldigd was, hij heeft Anna tegen de deur geduwd, geholpen met het verplaatsen van de bloembak en zjin voortdurende aanwezigheid naast Bas. Hiervan ging een zekere dreiging uit. In zekere zin waren de rollen van Bas en Cornelis inwisselbaar. Er was dus sprake van een nauwe samenwerking. Ook blijkt duidelijk dat Cornelis opzet had op de samenwerking en op het grondfeit. Er is dus sprake van medeplegen.

Casus III

Enzo en Thomas zijn bij elkaar bij Enzo thuis. Hij klaagt over financiële problemen. Thomas stelt voor om een ripdeal te plegen. Hij kent een cocaïnedealer die ze daarvoor kunnen benaderen. Er is wel wat geweld nodig, maar Thomas denkt dat de betreffende handelaar een makkelijk slachtoffer zal zijn. Enzo gaat op het idee in, omdat hij het als een goede kans ziet van zijn financiële problemen af te komen. Daarom regelt hij een auto, die ze zullen gebruiken om naar de woning van het slachtoffer te rijden. Vervolgens zal Thomas de ripdeal plegen. Enzo blijft in de auto, en zal Thomas na afloop weer wegrijden. Voor de zekerheid neemt Thomas een mes mee. Enzo is hiervan op de hoogte, maar zegt er niets van. De ripdeal verloopt echter minder spoedig dan gehoopt. De dealer, Ferdinand, verzet zich hevig waardoor Thomas zich genoodzaakt ziet zijn mes te gebruiken. Hij steekt Ferdinand neer en rent met de cocaïne naar de auto van Enzo toe. Samen rijden ze weg. Enkele dagen later overlijd Ferdinand aan de gevolgen van de steekpartij. De officier van justitie vervolgt Enzo voor medeplichtigheid aan doodslag (art. 48 jo. 287). Enzo ontkent dat hij iets te maken heeft met de dood van Ferdinand: hij wilde alleen maar zijn cocaïne hebben.

Vraag: Kan medeplichtigheid van Enzo aan de doodslag bewezenverklaard worden?

Het kernverwijt van medeplichtigheid is het vergemakkelijken of bevorderen van een misdrijf. In de casus bleef Enzo in de auto zitten, om zo snel weer weg te kunnen rijden. Daarnaast moet er voldaan zijn aan de accessoriteit en het dubbel opzet. In ieder geval heeft hij opzet op het deelnemen aan de ripdeal. Hij had echter niet voor ogen dat Thomas het slachtoffer zou doden: er is sprake van uiteenlopend opzet. In zo'n geval moet gekeken worden of er sprake is van voldoende verband tussen het opzet van de medeplichtige en het opzet van de dader (arrest Geef het mes!). Bevindt het gepleegde feit zich in dezelfde 'onrechtdimensie'? In eerste instantie heeft Enzo ingestemd met de situatie dat het een makkelijk slachtoffer was, en dat geweld dus waarschijnlijk niet nodig zou zijn. Anderzijds ging hij er niet tegenin dat Thomas een mes bij zich had. Gezien de situatie is het naïef om te denken dat een dealer zomaar zijn cocaïne af zal staan. Als hij daadwerkelijk veel waarde had gehecht aan een geweldloze actie, had hij moeten voorkomen dat Thomas een mes meenam. In dat geval is er sprake van een voldoende verband, waardoor hij medeplichtig is aan doodslag. Bij de strafoplegging zal er dan wel rekening gehouden worden met de omstandigheden (art. 49 lid 4 Sr.).

2. Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.

3. Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

Er worden geen recente ontwikkelingen in het vakgebied besproken.

4. Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Bij elke vraag of er sprake is van een deelnemingsvorm moet je controleren of aan de twee bovengenoemde basisvereisten voldaan is.

5. Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

Zie bovenstaande.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:
This content is also used in .....

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: 2250269182
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1925