Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 7194 keer gelezen
In deze zaak gaat men in op het Windmill arrest en wordt er bekeken of de toenmalige WRO aanknopingspunten bood voor de conclusie dat privaatrechtelijke gronduitgifte ontoelaatbaar was. Hierbij hecht de uitspraak waarde aan het feit dat de wetgever zich nooit had uitgelaten over de twee mogelijke wegen.
I.c. had de gemeente grond verkocht onder voorwaarden die de koper in de gebruiksmogelijkheden van de grond beperkten. De koper moest onder andere toestemming hebben van de gemeente voor verhuur van ruimten, welke in ieder geval zou worden geweigerd als verhuur zou plaatsvinden aan een bepaald soort bedrijven. De koper verhuurde toch aan zo’n bedrijf, waarna de gemeente nakoming van de overeenkomst (opzegging van de verhuur) eiste. De koper verzette zich tegen deze vordering door aan te voeren dat de publiekrechtelijke regeling, de WRO, die de mogelijkheid geeft bij bestemmingsplan planologische doeleinden na te streven, uitputtend is. Volgens de koper zou het met privaatrechtelijke middelen (contractuele voorwaarden) nastreven van zulke doeleinden niet geoorloofd zijn.
De Hoge Raad concludeerde het volgende: 'Bij deze stand van zaken moet worden aanvaard dat de WRO niet in de weg staat aan het opnemen van voorwaarden omtrent grondgebruik in overeenkomsten, ook niet als door of krachtens de voorwaarden in bepaalde gevallen gebruik van de grond wordt beperkt of verboden, respectievelijk kan worden beperkt of verboden dat volgende het vingerende bestemmingsplan in het algemeen geoorloofd is. Een andere opvatting zou bovendien tot resultaat leiden dat een algemeen gebruikelijke, reeds tientallen jaren bestaande gemeentelijke praktijk opeens door de rechter als ontoelaatbaar zou worden bestempeld, hetgeen met het oog op de zekerheid omtrent de rechtstoestand van onroerend goed uitermate bezwaarlijk zou zijn.' De Hoge Raad komt na een analyse van de wetgeschiedenis tot de conclusie dat zo’n handelswijze van de gemeente toegestaan was, nu zij nooit door de wetgever als strijdig met de strekking van de WRO aangemerkt was.
De Hoge Raad acht aanvaardbaar dat bij gemeentelijke gronduitgifte een nadere beperking van het in het bestemmingsplan toegelaten grondgebruik werd aangebracht. Volgens de Hoge Raad moet worden aanvaard dat de WRO aan het opnemen van voorwaarden omtrent grondgebruik in overeenkomsten niet in de weg staat, ook niet als deze voorwaarden in bepaalde gevallen kunnen leiden tot een beperking van het gebruik dat volgens het vigerende bestemmingsplan in het algemeen geoorloofd is.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution