Samenvattingen en studiehulp voor Rechten Bachelor 1 aan de Rijksuniversiteit Groningen

 

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor de opleiding Rechtsgeleerdheid, jaar 1, aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Recht & Bestuur in Nederland: leren, studeren en kennis delen- startpagina

Bundle items:
Algemene Rechtswetenschap I: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
Rechtsgeschiedenis: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
Algemene Rechtswetenschap 2: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
Burgerlijk Recht 1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
Samenvattingen en studiehulp voor Rechten aan de Rijksuniversiteit Groningen
Image
Follow the author: Law Supporter
Content categories
This content is used in bundle:

Algemene Rechtswetenschap I: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Algemene Rechtswetenschap I - Samenvattingen en Studiehulp - Rijksuniversiteit Groningen

Algemene Rechtswetenschap I - Samenvattingen en Studiehulp - Rijksuniversiteit Groningen

Image

Samenvattingen en Studiehulp

Samenvattingen en studiehulp bij het vak eerstejaars rechtenvak Algemene Rechtswetenschappen I aan de Rijksuniversiteit Groningen

  • Samenvattingen en oefenvragen bij Inleiding tot het Nederlandse Recht van Verheugt
  • Oefententamens bij ARW 1
  • Hoorcollegeaantekeningen bij ARW 1
  • Werkgroepaantekeningen bij ARW 1
  • Oude tentamens en oefenmaterialen bij ARW 1
  • TentamenTickets bij ARW 1
Access: 
Public
Hoorcollegeaantekeningen bij ARW 1 - RUG

Hoorcollegeaantekeningen bij ARW 1 - RUG

Image

Deze collegeaantekeningen zijn gebaseerd op het vak ARW 1.



Hoorcollege 1 

Je mag jezelf vanaf het eerste college van je rechtenstudie een jurist noemen. Tijdens je rechtenstudie leer je juridisch denken, bijvoorbeeld door nooit meer zomaar iets voor waar aan te nemen.

Het recht wordt vaak beschreven als een systeem dat bestaat uit geschreven bronnen, ongeschreven bronnen en de rechtspraak. De uitleg van de rechter is hierbij heel erg belangrijk. Dit wordt ook wel de jurisprudentie genoemd.

Geschreven regels zijn onder te verdelen in 4 rangen. De hoogste rang is het internationaal recht, daarna volgt de grondwet. De grondwet is voor ons, als burger, de belangrijkste geschreven regel. Daarna volgen de wetten en als laatste de overige regelgeving.

Een voorbeeld van geschreven recht zijn beleidsregels. Wanneer je een evenement wilt organiseren, heb je hier een vergunning voor nodig. De burgemeester moet dan toestemming geven. Dit is een voorbeeld van een beleidsregel.

Ongeschreven recht bestaat ook nog steeds in Nederland. Al wordt er naar gestreefd om zo min mogelijk ongeschreven regels te hebben. Dit wordt ook wel het codificatie ideaal genoemd. Er wordt gestreefd naar zo min mogelijk ongeschreven recht omdat dit vanzelfsprekend kan leiden tot rechtsonzekerheid. Een voorbeeld van ongeschreven recht is een gewoonte.

Iets wat ook valt onder het ongeschreven recht zijn de fundamentele rechtsbeginselen. Een rechtsbeginsel is: een generalisatie van in andere rechtsregels geformuleerde voorschriften. Een voorbeeld hiervan is de ne bis in idem regel.

Naast al deze opties om het rechtsstelsel als systeem aan te duiden, blijft de vraag of het rechtsstelsel compleet is. Er zijn namelijk ook nog regels van moraal en fatsoen. Deze regels zijn niet afkomstig van bevoegd gezag. Toch doet de rechter soms een uitspraak waarin hij deze regels betrekt. Ook al mogen wij deze regels dus geen recht noemen!

Niet alleen het rechtsstelsel maar ook onze wetboeken zijn niet altijd compleet. Dit is vanuit een bepaalde visie gedaan. Door wetten discutabel te noteren, krijgt de rechter de kans er zijn eigen interpretatie aan te geven. Hieruit blijkt dat het recht niet uit één waarheid bestaat. Daarom is het recht een discursieve grootheid.

Overige informatie genoemd in college:

Op nestor verschijnen huiswerkopdrachten die gemaakt dienen te worden voorafgaand aan de werkgroepen. Wanneer dit niet gedaan wordt, wordt je geen toegang verschaft tot de wekelijkse.....read more

Access: 
Public
Werkgroepaantekeningen bij ARW 1 - RUG

Werkgroepaantekeningen bij ARW 1 - RUG

Image

Deze aantekeningen zijn gebaseerd op het vak Algemene Rechtswetenschappen (ARW) 1.



Werkgroep 1

  1. Wat is positief recht en waar kunnen we dat vinden?

Juist/Onjuist

  1. A. de Grondwet behoort tot het bestuursrecht

B. het Wetboek van Koophandel behoort tot het burgerlijk recht

C. het Wetboek van Strafvordering behoort tot het strafrecht

D. De Algemene wet inzake rijksbelasting behoort tot het staatsrecht

  1. A. het burgerlijk recht kent geen specifiek handhavingsrecht

B. het staatsrecht kent wel een specifiek handhavingsrecht

  1. Wanneer de gemeente Groningen met een groothandel in levensmiddelen overeenkomt dat elke week frisdrank moet worden geleverd, dan wordt hun rechtsverhouding geregeld in het publiekrecht.

  2. De wijze waarop een gemeente een autoverkoper via de rechter kan dwingen tot levering van de door hem aan de gemeente verkochte vuilniswagens, is geregeld in het formele bestuursrecht.

  3. De rechter is naar Nederlands recht niet verplicht de door de Hoge Raad geschapen precedenten toe te passen

  4. Rechterlijke uitspraken worden niet tot het geschreven recht gerekend.

  5. Tot het positieve recht behoren zowel gewoonterechtelijke regels als subjectieve rechten.

  6. In hoeverre heeft de leer van de Trias Politica in het Nederlandse staatsbestel doorgewerkt? Noem een aantal elementen van dat staatsbestel die minder goed in die leer passen.

  7. Welke rol heeft de koning binnen de wetgevende macht?

Juist/Onjuist

  1. A.. het benoemen van een commissaris van de koning gebeurt door een bestuursorgaan dat een bestuurshandeling verricht.

B. het benoemen van een curator over een geestelijk gestoorde gebeurt door een bestuursorgaan dat zich met een rechtspraak bezighoudt.

C. het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 jaar gebeurt door een rechter die zich met rechtspraak bezighoudt.

D. het vastleggen van algemene regels van bestuursrecht in de Awb gebeurt door een wetgever die een algemeen verbindend voorschrift maakt.

E. het wijzigen van de voornemen van Patty Koot en Beau ter Ham gebeurt door een rechter die een bestuurlijke taak verricht.

  1. Een uitspraak

  2. .....read more
Access: 
Public

Strafrecht 1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Sheetnotes (2017/2018) Strafrecht 1 - RUG

Sheetnotes (2017/2018) Strafrecht 1 - RUG


Week 1a

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges ten opzichte van voorgaande jaren?

  • Er zijn geen nieuwe onderwerpen besproken.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Alles wat wordt besproken, staat ook in de literatuur.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er worden geen nieuwe ontwikkelingen besproken.

Welke opmerkingen zijn er door de docent gemaakt over wat er belangrijk is voor het tentamen?

  • Voor het tentamen is het belangrijk te weten wat het "legaliteitsbeginsel" inhoudt. Namelijk dat geen feit strafbaar is dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. Hiervoor is art. 1 lid 1 Sr van belang. 

  • Voor het tentamen is het belangrijk de voorwaarden voor strafbaarheid te kunnen terug zien in het strafprocessueel beslissingsmodel van art. 350 Sv. De voorwaarden voor strafbaarheid zijn:

    • 1. een gedraging,

    • 2. die aan bestanddelen van toepasselijke en verbindende delictsomschrijving beantwoordt

    • 3. wederrechtelijkheid (geen rechtvaardigingsgrond) en

    • 4. aan schuld te weten (geen schulduitsluitingsgrond).

  • Indien vervolgens wordt gekeken naar het strafprocessueel beslissingsmodel van art. 350 Sv komt bij vraag 1 aan bod of het ten laste gelegde feit kan worden bewezen (dus of de gedraging kan worden bewezen). Vervolgens komt bij vraag 2 aan de orde of het bewezenverklaarde feit een strafbaar feit oplevert (dus een gedraging die aan de bestanddelen van een toepasselijke en verbindende delictsomschrijving beantwoordt). Bij vraag 3 is het de vraag of de dader strafbaar is (dus er moet geen sprake zijn van een rechtvaardingsgrond en geen schulduitsluitingsgrond. Ten slotte is het de vraag welke sanctie dient te worden opgelegd. 
  • Voor het tentamen is het belangrijk om de verschillende (materiële) einduitspraken van artikel 352 Sv te kunnen koppelen aan het beslissingsmodel van artikel 350 Sv. Indien het feit niet bewezen kan worden (vraag 1) volgt vrijspraak op grond van art. 352 lid 1 Sv. Indien het feit wel bewezen kan worden, maar het geen strafbaar feit oplevert, volgt er ontslag van alle rechtsgevolgen wegens niet strafbaarheid van het feit op grond van art. 352 lid 2 Sv. Indien het feit wel een strafbaar feit oplevert, maar de dader niet strafbaar is, volgt ontslag van alle rechtsgevolgen wegens niet strafbaarheid van de dader op grond van art. 352 lid 2 sv. Indien aan alle vragen wordt voldaan, zal een sanctie volgen. 

Week 1b

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges ten opzichte van

.....read more
Access: 
Public
Collegeaantekeningen (2016/2017) Strafrecht 1 - RUG

Collegeaantekeningen (2016/2017) Strafrecht 1 - RUG


Week 1A - Legaliteit en interpretatie, delictsoorten, structuur van het strafbare feit, art. 350 Sv

Voor moord/doodslag is vereist dat er sprake is van voorbedachte rade. Dit houdt in dat de dader de ander wilde doden. Het vraagstuk van causaliteit houdt in of er een oorzakelijk verband is tussen de gedraging van de verdachte en het uiteindelijke gevolg (dood van het slachtoffer).

Bronnen van het strafrecht

Het strafrecht heeft meerdere bronnen. De bronnen zijn het wetboek van strafrecht, het wetboek van strafvordering, bijzondere wetten: wegenverkeerswet, wet wapens en munitie, opiumwet enz, lagere regelgeving: amvb’s, gemeentelijke verordeningen enz, EVRM, EU-verdrag, EU-handvest en tal van andere verdragen

Wetboek van strafrecht

Het wetboek van strafrecht heeft drie boeken. Het eerste boek bevat algemene bepalingen. Volgens art. 91 Sr is titel 1 t/m 8 van het eerste boek ook van toepassing op bijzondere wetten. Het tweede boek bevat misdrijven en het derde boek overtredingen.

De strafbaarstelling en de verbodsbepaling staan in bijzondere wetten vaak in verschillende artikelen. Bijvoorbeeld in art. 2 Opiumwet staat de verbodsbepaling en in art. 10 Opiumwet wordt art. 2 strafbaar gesteld. In dit artikel moet je er ook rekening mee houden dat er een onderscheidt wordt gemaakt tussen opzettelijk handelen of niet opzettelijk handelen. In art. 13 Opiumwet wordt een onderscheidt gemaakt tussen de twee leden van art. 10, lid 1 is een overtreding en lid 2 een misdrijf. Je moet in bijzondere wetten dus goed opletten.

Legaliteitsbeginsel

Art. 1 lid 1 Sr (art. 16 Gw en art. 7 lid 1 EVRM): “geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling”. ‘wettelijke strafbepaling’ houdt in dat het een geschreven strafbepaling in een wet moet zijn (hoeft niet perse een wet in formele zin te zijn). ‘voorafgegane strafbepaling’ wordt ook wel het verbod van terugwerkende kracht genoemd. Lex certa-beginsel noemen we ook wel de eis van bepaalbaarheid, de bepaling moet voldoende duidelijk zijn. Ook geldt er een verbod van analogie. Extensief (en restrictief) interpreteren is toegestaan maar naar analogie redeneren niet, het verschil hiertussen is soms lastig vast te stellen.

Objectieve en subjectieve bestanddelen

Subjectieve bestanddelen zeggen iets over de geestesgesteldheid van de dader. Objectieve bestanddelen zijn alle andere bestanddelen. Bijvoorbeeld art. 287 Sr, doodslag: “hij die opzettelijk een ander.....read more

Access: 
Public
TentamenTickets Strafrecht 1 aan de Rijksuniversiteit Groningen

TentamenTickets Strafrecht 1 aan de Rijksuniversiteit Groningen

TentamenTickets: Tips & Tricks bij het voorbereiden op de tentamens

  • Als er in een vraag op het tentamen geen informatie wordt gegeven over een bepaalde kwestie, dan mag je er vanuit gaan dat het geen probleem oplevert. Staat er bijvoorbeeld niets over betekenen, dan mag je aannemen dat dat goed gegaan is.

  • Bij strafrecht I is het van belang om de antwoorden op het tentamen uitgebreid te formuleren. Omdat het een inleidend vak is, moeten alle door jou gezette stappen in het antwoord voorkomen, anders kost het je al snel punten.

  • Maak en ken het onderscheid tussen het materiële strafrecht en het formele strafrecht. Ken ook de bijbehorende vragen.

  • Bij het materiële strafrecht moet je goed onderscheid kunnen maken tussen de verschillende delictsvormen.

  • Bij het formele strafrecht moet je vooral de schema’s goed kennen, bijvoorbeeld het culpa-schema. Hier worden bijna altijd vragen over gesteld.

  • Zorg dat je weet wat elementen en bestanddelen zijn en hoe deze in het strafrecht worden getoetst.

  • Ken het onderscheid tussen de straf- en schulduitsluitingsgronden, waarbij ook de ongeschreven gronden van belang zijn. Weet vervolgens ook het verschil tussen vrijspraak en ontslag van alle rechtsvervolging.

  • Als het om sancties gaat (straf/maatregel), kijk dan of alles klopt. Je moet letten op aard, duur/hoogte en combinatie. Kijk ook of er niets vergeten is (bijvoorbeeld het opleggen van vervangende hechtenis in geval van geldboete).

  • In de werkgroepen ligt het accent op het toepassen van de theorie op praktijkvoorbeelden die zullen lijken op de tentamenvragen. Er is aandacht voor jurisprudentie en oefenvragen; een goede oefening voor het tentamen.

  • Evenals bij alle andere vakken zorgen de hoorcolleges voor een goede basis voor het tentamen. Enkele vragen op het tentamen worden gemaakt aan de hand van de stof besproken in de hoorcolleges.

  • Vragen: Een typische tentamenvraag over een casus zal er ongeveer zo uit kunnen zien: “Kan de culpa als bestanddeel van het delict dood door schuld in de zin van art. 6 WVW 1994 worden bewezen? Maak gebruik van het culpa-schema dat is opgenomen in de digitale literatuur- en jurisprudentiebundel. Begin de bespreking van elk onderdeel op een nieuwe regel.”

Access: 
Public

Rechtsgeschiedenis: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Oefententamens Rechtsgeschiedenis - RUG - Recht - B1
Jaartallen Rechtsgeschiedenis
Chronologie Rechtsgeschiedenis

Samenvattingen en studiehulp voor Rechten aan de Rijksuniversiteit Groningen

Samenvattingen en studiehulp voor Rechten Bachelor 3 aan de Rijksuniversiteit Groningen

Staatsrecht 1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Aantekeningen, Sheetnotes en Werkgroepopdrachten - Staatsrecht 1 - RUG
Staatsrecht 1 Rechten RUG B1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - Studiebundel

Staatsrecht 1 Rechten RUG B1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - Studiebundel

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Staatsrecht 1 voor de opleiding Rechten Bachelor aan de Rijksuniversiteit Groningen

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor Staatsrecht 1 ga je naar de Recht & Bestuur in Nederland: leren, studeren en kennis delen- startpagina

Algemene Rechtswetenschap 2: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Algemene rechtswetenschappen 2 Rechten RUG B1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - Studiebundel

Algemene rechtswetenschappen 2 Rechten RUG B1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - Studiebundel

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Algemene Rechtswetenschap 2 voor de opleiding Rechten Bachelor aan de Rijksuniversiteit Groningen

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor Algemene Rechtswetenschap 2 ga je naar de Recht & Bestuur in Nederland: leren, studeren en kennis delen- startpagina

Bestuursrecht: Inleiding: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Study Notes & Sheet Notes Bestuursrecht: Inleiding - RUG
TentamenTickets Bestuursrecht: Inleiding - RUG

TentamenTickets Bestuursrecht: Inleiding - RUG

TentamenTickets: Tips & trucks voor het tentamen

  • Oefen het schema, zowel dat van bestuursorgaan als dat van belanghebbende, goed op verschillende instanties en personen. Je zal beide schema's op iedere instantie of persoon moeten kunnen toepassen. Op hoor- en werkcolleges krijg je veel voorbeelden waarmee je je schema's leert toepassen

  • de grondslagen van het Nederlandse bestuursrecht zijn van belang bij dit vak, met in het bijzonder:

    • legaliteitsvereiste

    • rechtmatigheidsbeginsel

    • toedelen en overdragen van bevoegdheden

  • Competentie: Je leert over bestuursrechtelijke processen en besluitvormings- en bezwaarprocedures en je leert de systematiek achter elke procedure. Systematisch en secuur werken is daarbij van belang.

  • Competentie: Je leert veel over de verhoudingen tussen bestuursorganen en burgers en vice versa. Verhoudingen waar je zelf als burger ook veel mee te maken hebt of krijgt in je dagelijks leven. Altijd goed om te weten of je wel of geen belanghebbende bent in een bepaalde situatie en welke procedures je dient te volgen voor bezwaar en beroep.

  • Competentie: Je leert te navigeren tussen de verschillende afdelingen van de Algemene wet Bestuursrecht (AwB). Goed je weg weten in de wet is een vaardigheid die niet alleen bij je tentamen en vervolgvakken van pas gaat komen, maar ook later in de juridische praktijk.

  • Inzicht: De bonusregeling zal niet streng worden beoordeeld. Het tentamen daarentegen wel. De bonusopdrachten geven je een goede basis voor het tentamen.

  • Inzicht: Bij dit vak zal het voornamelijk gaan om schema’s en begrippen.

  • Inzicht: Het tentamen zal bestaan uit een arrest met daarbij enkele vragen. De vragen zullen aansluiten bij de te leren stof en bij de vragen uit de werkgroepen.

  • Inzicht:  Oefen het schema, zowel dat van bestuursorgaan als dat van belanghebbende, goed op verschillende instanties en personen. Je zal beide schema's op iedere instantie of persoon moeten kunnen toepassen. Op hoor- en werkcolleges krijg je veel voorbeelden waarmee je je schema's leert toepassen

  • Inzicht: Het is van belang om de schema’s goed te kennen en deze op iedere casus te kunnen toepassen. Op het tentamen zullen ze vaak een lastige instantie kiezen om het schema op toe te passen

  • Leren: de grondslagen van het Nederlandse bestuursrecht zijn van belang bij dit vak, met in het bijzonder:

    • legaliteitsvereiste,

    • rechtmatigheidsbeginsel

    • toedelen en overdragen van bevoegdheden

  • Leren: de aard van de toegekende bestuursbevoegdheid is belangrijk, met in het bijzonder:

    • bevoegdheden met beleidsvrijheid,

    • met beoordelingsvrijheid en/of beoordelingsruimte,

    • maar ook gebonden bevoegdheden

  • Leren: de systematiek van de Algemene wet bestuursrecht is ook van belang, waarbij bijzondere aandacht bestaan voor de kernbegrippen van het algemene bestuursrecht:

    • bestuursorgaan,

    • besluit

    • belanghebbende

  • Leren: de belangrijkste inhoudelijke rechtsnormen in het bestuursrechtelijke besluitvormingsrecht zijn eveneens van belang:

    • specialiteitsbeginsel

    • evenredigheidsbeginsel

.....read more
Access: 
Public

Burgerlijk Recht 1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

TentamenTickets Burgerlijk Recht 1 - RUG

TentamenTickets Burgerlijk Recht 1 - RUG

TentamenTickets: Tips & Tricks bij het voorbereiden op de tentamens

  • Voor het leren van tentamen is het handig om onderscheid te maken tussen het goederenrecht, het verbintenissenrecht en het familie- en erfrecht. Een vraag op het tentamen zal telkens slechts over één van die onderwerpen gaan. Mixvragen komen niet voor, dus wanneer je het juiste onderwerp in de vraag weet te herkennen, zal je gemakkelijker en sneller de juiste artikelen kunnen toepassen.

  • Je dient te weten hoe je kennis uit arresten toepast zodat je deze naar analogie kunt toepassen op eventueel vergelijkbare tentamenvragen. Bovendien investeer je in de toekomst, daar alle arresten voor het vak Burgerlijk Recht II weer zijn voorgeschreven.

  • Vorm: het tentamen bevat open schriftelijke vragen

  • Vorm: naast het tentamen zijn er ook opdrachten waar punten mee gescoord kunnen worden

  • Competenties: Het vak biedt een inleiding in het personen- & familierecht (inclusief erfrecht) en het vermogensrecht.

  • Competenties: Het burgerlijk recht gaat, zoals de naam doet vermoeden, over rechtsverhoudingen tussen burgers onderling. Dit rechtsgebied staat heel dicht bij je dagelijks leven en je leert over je rechten en plichten ten aanzien van anderen, je verbintenissen met anderen en ten aanzien van goederen. Grote kans dat de kennis van pas gaat komen (trouwen / scheiden / contracteren / burenrelaties / etc.)

  • Competentie: Je leert te navigeren tussen de verschillende afdelingen van het Burgerlijk Wetboek (BW). Goed je weg weten in de wet is een vaardigheid die niet alleen bij je tentamen en vervolgvakken van pas gaat komen, maar ook later in de juridische praktijk.

  • Inzicht: Voor het leren van tentamen is het handig om onderscheid te maken tussen het goederenrecht, het verbintenissenrecht en het familie- en erfrecht. Een vraag op het tentamen zal telkens slechts over één van die onderwerpen gaan. Mixvragen komen niet voor, dus wanneer je het juiste onderwerp in de vraag weet te herkennen, zal je gemakkelijker en sneller de juiste artikelen kunnen toepassen.

  • Inzicht: Dit vak heeft een bonusregeling. Met het maken van de bonusopdrachten kan je reeds een deel van je tentamencijfer veiligstellen. Zo is de drempel om het tentamen te kunnen halen een stuk lager geworden. Doen dus!

  • Inzicht: Het oefenen van de vragen uit de bonusregeling, geeft je dan ook een goede basis voor het tentamen. Wees je ervan bewust dat aan je antwoorden op het tentamen zwaardere eisen worden gesteld.

  • Inzicht: ten aanzien van rechtsbescherming kunnen er nogal wat lastige wetsartikelen naar boven komen, met dubbele ontkenning en tenzij-formules. Lees die wetsartikelen van tevoren goed door, zodat je ze begrijpt. Zo voorkom je dat je op het tentamen niet snapt wat er in het wetsartikel staat.

  • Inzicht: Bij dit vak zal je overspoeld worden met veel informatie over verbintenissenrecht en goederenrecht. Het is hierbij van belang om de belangrijkste wetsartikelen goed te kennen. Het is daarvoor handig om de belangrijkste artikelen in

.....read more
Access: 
Public
Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1679
Last updated
24-01-2024