ABRvS 16 maart 2016 (Inzet videoteam), AAJ, p. 577
Feiten
In een brief van 24 april 2014 heeft de burgemeester aan het 1 mei comité (appellant) medegedeeld dat tijdens een demonstratie van dat comité op 1 mei 2014 een videoteam wordt ingezet, dat aanwezig zal zijn bij de demonstratie. Het bezwaar van de appellant is door de burgemeester niet-ontvankelijk verklaard. Bij uitspraak van 28 april 2015 heeft de rechtbank het beroep van de appellant ongegrond verklaard.
Volgens de rechtbank heeft de burgemeester zich terecht op het standpunt gesteld dat de brief van 24 april 2014 geen besluit in de zin van artikel 1:3 lid 1 Awb is, omdat de brief slechts een mededeling van feitelijke aard bevat. Volgens de rechtbank is de inzet van een videoteam geen beperking van het recht op betoging, nu de vorm, de uitingen en de inhoud van de demonstratie daardoor niet worden beperkt. Hiertegen is hoger beroep ingesteld.
Volgens de appellant heeft de rechtbank ten onrechte overwogen dat de brief van 24 april 2014 geen besluit is. De inzet van een videoteam is volgens hem een beperking van het recht op betoging, omdat demonstranten en publiek door een videoteam worden afgeschrikt. De inzet van het videoteam is voorts een beperking als bedoeld in artikel 5 lid 1 van de Wet openbare manifestaties (de Wom).
ABRvS
Op grond van artikel 5 Wom kan de burgemeester naar aanleiding van een kennisgeving voorschriften en beperkingen stellen of een verbod geven. Dit moet zo spoedig mogelijk bekendgemaakt worden aan degene die de kennisgeving heeft gedaan.
De brief van 24 april 2014, waarin is medegedeeld dat een videoteam wordt ingezet, bevat geen omlijning van de betoging, nu in de brief niet de door de burgemeester toegestane groepering, dag of plaats wordt aangeduid, dan wel de betoging anderszins wordt omlijnd. De brief bevat dus geen beperking als bedoeld in artikel 5 van de Wom.
De brief van 24 april 2014 is niet gericht op een rechtsgevolg. De brief doet niet de bevoegdheid ontstaan tot het inzetten van een videoteam, noch doet de brief een recht of plicht ontstaan. De brief is dus niet gericht op rechtsgevolg, geen rechtshandeling en bevat alleen een mededeling van een voornemen tot feitelijk handelen.
De rechtbank heeft terecht overwogen dat de brief van geen besluit is in de zin van artikel 1:3, lid 1 Awb. Dat de inzet van een videoteam een afschrikkende werking zou hebben op demonstranten en het publiek, zoals de appellant stelt, doet daaraan niet af. De brief is slechts een voornemen tot feitelijk handelen. Hiertegen staat geen bezwaar en beroep bij de bestuursrechter open.
Kern
Een brief van gemeente waarin wordt medegedeeld dat een videoteam tijdens een demonstratie aanwezig zal zijn, is een mededeling van feitelijke aard en is niet op een rechtsgevolg gericht. Het betreft dus geen besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb.
Arresten en jurisprudentie
- Arresten en jurisprudentie : waar vind je meer uittreksels en samenvattingen op WorldSupporter?
- Arresten en jurisprudentie: hoe kan je ze lezen, begrijpen en bestuderen?
- Arrestsamenvattingen: waar vind je per vakgebied arresten verzameld op WorldSupporter?
Samenvattingen en studiehulp
Studie in het buitenland
- Recht & Bestuur: opleiding tot studeren in het buitenland
- Juridische en bestuurlijke vaardigheden: leren of versterken
Vacatures en Stage in het buitenland
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution