Ter voorbereiding op tentamen, gebaseerd op het collegejaar 2014-2015
1. Welke stelling is juist?
Stelling 1: Volgens Locke is het doel van educatie het verwerven van kennis
Stelling 2: Volgens Locke zijn kinderen niet rationeel
- Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
- Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
- Beide stellingen zijn juist
- Beide stellingen zijn onjuist
2. Wat zegt Locke over de relatie tussen ouders en kinderen?
- Een kind is het bezit van de ouders dus de ouders hebben recht op het kind
- Een kind is een creatie van God en de ouder heeft recht op het kind
- Een kind is geproduceerd door de ouders, maar de ouders hebben geen recht op het kind
- Een kind is niet het bezit van de ouders, maar de ouders hebben wel recht op het kind
3. De stelling van Ariès houdt in dat:
- Pas vanaf de moderniteit sprake was van een concept van kindertijd
- In de middeleeuwen kinderen wreed werden behandeld
- Voor de 19de eeuw kinderen dezelfde kleding droegen als volwassenen
- Vanaf de moderniteit de kindersterfte af
4. Welke twee soorten rechten hebben kinderen in het Verdrag inzake van de Rechten van het Kind?
- Participatierechten en beschermingsrechten
- Morele rechten en wettelijke rechten
- A en C rechten
- Beschermingsrechten en vrijheidsrechten
5. Hoe denken kinder-liberationisten over de rechten van kinderen?
- Dat kinderen niet dezelfde rechten hebben als volwassenen is discriminatie
- Het onderscheid tussen de rechten van kinderen en de rechten van volwassenen, moet worden gemaakt op basis van leeftijd
- Kinderen moeten alle rechten hetzelfde als volwassenen hebben, behalve stemrecht
- Alle bovenstaande zijn juist
6. Welke componenten bevat rationele autonomie?
- Rationaliteit, rijpheid en onafhankelijkheid
- Rationaliteit, onafhankelijkheid en beschaafdheid
- Rijpheid, redelijkheid en ruimdenkendheid
- Beschaafdheid, redelijkheid en ruimdenkendheid
7. Wat is geen argument voor de stelling dat biologische ouders het recht hebben hun kind op te voeden?
- Het eigendoms-argument
- Het bloedbanden-argument
- Het belangen-argument
- Het gezinsargument
8. Wat wordt bedoeld met grote en kleine verhalen?
- Een groot verhaal is een verhaal waar iedereen het mee eens is, een klein verhaal is onderdeel van het grote verhaal
- Een groot verhaal is een verhaal waar iedereen het mee eens is, een klein verhaal vertelt een eigen verhaal, los van het grote verhaal
- Een groot verhaal is een verhaal waar niemand het mee eens is, een klein verhaal is een verhaal waar mensen het mee eens kunnen zijn
- Een groot verhaal is een verhaal waar niemand het mee eens is, een klein verhaal is onderdeel van het grote verhaal
9. Wat stelt het utiliteitsbeginsel van Mill?
- Je moet altijd geluk nastreven voor jezelf
- Je moet altijd geluk nastreven voor mensen die veel voor
.....read more
Add new contribution