Geldigheid dagvaarding
Vraag 1 beslissingsschema
Op het moment dat de OvJ een dagvaarding doet betekenen aan de verdachte neemt het rechtsgeding een aanvang (art. 258 lid 1 Sv). Een dagvaarding heeft vier functies:
Persoonsaanduiding van de verdachte door bijvoorbeeld de naam: de persoonsduidingdfunctie
Oproep aan verdachte om op een bepaalde datum en tijdstip voor de rechter te verschijnen: de oproepingsfunctie.
De dagvaarding bevat een tenlastelegging die de verdachte meedeelt waarvan hij wordt beschuldigd: de informatiefunctie.
Verdachte wordt door middel van de dagvaarding op de hoogte gesteld van bepaalde rechten (oproepen getuigen (art. 260 lid 3 Sv), verzoek om toevoeging raadsman), en welke getuigen door de officier van justitie al dan niet zijn opgeroepen (art 260 lid 2 Sv): de beschuldigingsfunctie.
Er zijn drie redenen voor nietigheid van de dagvaarding:
Indien aan één of meer van bovengenoemde vier functies niet is voldaan.
Als de dagvaarding niet juist is betekend aan verdachte of de oproeping onduidelijk is en als gevolg daarvan verdachte niet is verschenen ter terechtzitting.
De tenlastelegging niet voldoet aan de eis verdachte op de hoogte te brengen waarvan hij strafrechtelijk wordt beschuldigd.
Ad A Kleine ‘tikfoutjes’ in de dagvaarding, zoals een spelfout of verschrijving, leiden niet tot nietigheid. Het opgeven van de naam, een foto of slechts een vingerafdruk zijn voldoende om de persoon aan te duiden op de dagvaarding (HR 17 mei 1949, NJ 1950, 235 (Persoonsaanduiding dagvaarding)). Beslissend is dat voor de verdachte en voor de rechter duidelijk is om wie het gaat in de dagvaarding.
De dagvaarding bevat ook juridische informatie. Via voorgedrukte tekst wordt de verdachte medegedeeld dat hij bijvoorbeeld getuigen kan oproepen ( art. 260 lid 4 Sv).
Ad B De betekeningsvoorschriften bepalen hoe de dagvaarding aan de verdachte moet worden uitgereikt (art. 585 Sv e.v.). In artikel 588 Sv vindt je terug welke procedure gevolgd moet worden bij het betekenen. Buiten het geval dat de verdachte in voorlopige hechtenis zit, hoeft de dagvaarding niet in persoon te worden overhandigd.
De dagvaarding dient te worden uitgereikt op het adres waar de verdachte volgens de gegevens van de gemeentelijke basisadministratie staat ingeschreven, aan de verdachte zelf of aan een ander die belooft de dagvaarding aan de verdachte af te geven.
Alleen op het moment dat een verdachte niet op komt dagen op de zitting wordt nagegaan of de dagvaarding correct is betekend (art. 278 lid 1 Sv). Is dat het geval, wordt tegen de verdachte verstek verleend (art. 280 lid 1 Sv). De dagvaarding is echter nietig indien wordt vastgesteld dat de dagvaarding niet op de juiste wijze is betekend.
De dagvaarding is ook nietig als de oproep aan verdachte om voor de rechter te verschijnen dermate onbegrijpelijk is dat voor verdachte niet duidelijk.....read more