HR 17/04/2009, ECLI:NL:HR:2009:BH1996, AA 2009, 646 (M/V Communicatie, Van de Brink)
Feiten
Een 47-jarige werkneemster overkomt op vrijdagmiddag (op haar vrije dag) een skateongeval tijdens een rollerskate-workshop gehouden in de hal van het bedrijfspand van
haar werkgever. Het ging hier om een (niet verplichte) personeelsactiviteit georganiseerd
door haar werkgever. Voor de organisatie van de activiteit was een evenementenbureau ingeschakeld. Nog voor de activiteit begint valt de werkneemster ongelukkig. Hierdoor breekt zij haar pols en loopt ernstig letsel op (posttraumatische dystrofie). Zij stelt hiervoor haar
werkgever aansprakelijk, op grond van het tekortschieten in de op hem rustende zorgplicht (artikel 7:658 BW) en subsidiair op grond van het tekortschieten in zijn verplichtingen als goed werkgever (artikel 7:611 BW).
De kantonrechter wijst beide vorderingen af. Het hof oordeelt dat de schade niet is opgelopen in de uitoefening van de werkzaamheden en dat de primaire vordering daarom niet kan worden toegewezen. Het Hof oordeelt dat de werkgever echter wel schadeplichting is op grond van 7:611 BW, omdat o.a. de workshop wel aan het werk was gerelateerd (personeelsactiviteit in hal van kantoor), de werkgever de activiteit mede had georganiseerd en de activiteit risicovol is. De werkgever gaat in cassatie tegen het oordeel van het hof.
Hoge Raad
De Hoge Raad volgt voor beide aansprakelijkheidsgrondslagen het oordeel van het hof.
De Hoge Raad oordeelt dat het uitgangspunt in de cassatieprocedure is dat geen aansprakelijkheid bestaat op grond van artikel 7:658 BW omdat (volgens het hof) géén sprake was van een ongeval dat plaatsvond in de uitoefening van de werkzaamheden.
Met betrekking tot het goed werkgeverschap overweegt de Hoge Raad dat een werkgever die activiteiten organiseert waaraan een bijzonder risico op schade voor de deelnemende werknemers is verbonden, gehouden is ter voorkoming van die schade de redelijkerwijs van hem te verlangen zorg te betrachten. Gezien de door het hof aangehaalde omstandigheden is aan deze zorg- en preventieplicht in deze zaak niet voldaan.
De werkgever is dus aansprakelijk voor de schadelijke gevolgen van het ongeval op grond van art. 7:611 BW juncto art. 6:74 BW. Het cassatieberoep wordt verworpen en de vordering van de werkneemster wordt toegewezen.
Kern: de Hoge Raad stelt in dit arrest dat de werkgever de ‘redelijkerwijs van hem te verlangen zorg moet betrachten.’ Het gaat dan om een ‘zorg- en preventieplicht’.
Een werkgever die voor zijn personeel een activiteit organiseert of doet organiseren
waaraan een bijzonder risico op schade voor de deelnemende werknemers is verbonden, is
op grond van goed werkgeverschap (art. 7:611 BW) gehouden de redelijkerwijs van hem te
verlangen zorg te betrachten ter voorkoming van schade.
Arresten en jurisprudentie
- Arresten en jurisprudentie : waar vind je meer uittreksels en samenvattingen op WorldSupporter?
- Arresten en jurisprudentie: hoe kan je ze lezen, begrijpen en bestuderen?
- Arrestsamenvattingen: waar vind je per vakgebied arresten verzameld op WorldSupporter?
Samenvattingen en studiehulp
Studie in het buitenland
- Recht & Bestuur: opleiding tot studeren in het buitenland
- Juridische en bestuurlijke vaardigheden: leren of versterken
Vacatures en Stage in het buitenland
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution