Samenvattingen: de beste jurisprudentie en arresten voor Europees recht en recht van de Europese Unie samengevat

Europees recht en recht van de Europese Unie: De beste arresten en jurisprudentie samengevat

Image

Check summaries and supporting content in full:
Cassis de Dijon - HvJ EU - 1979 - Arrest

Cassis de Dijon - HvJ EU - 1979 - Arrest

Casus

Rewe Zentral verzoekt aan de Duitse overheid om Cassis de Dijon te mogen importeren. De invoervergunning wordt geweigerd, omdat Cassis de Dijon een te laag alcoholpercentage heeft (15-20%) om het als een likeur op de markt te brengen. De Duitse wetgeving hanteert een minimum alcoholpercentage van 25%. Rewe vindt dit een maatregel van gelijke werking. De rechter stelt prejudiciële vragen aan het Hof.

Rechtsvraag

Gaat het bij de Duitse regeling om een verboden kwantitatieve invoerbeperking?

HvJ

Wanneer nog geen gemeenschappelijke Europese regeling inzake de handel in alcohol tot stand is gekomen, staat het de lidstaten vrij om regelingen te treffen ten aanzien van de productie en handel in alcohol. Belemmeringen van het tussenstaats handelsverkeer ten gevolge van deze verschillende nationale regelingen moeten worden aanvaard voor zover dringende behoeften die noodzakelijk maken en die verband houden met de doeltreffendheid van fiscale controles, de bescherming van de volksgezondheid, de eerlijkheid van de handelingstransacties en de bescherming van de consument. De bescherming van de volksgezondheid en de consument als rechtvaardiging voor de Duitse regeling kan niet geaccepteerd worden.

De regeling is derhalve een kwantitatieve beperking in de zin van art. 30 EG. Immers, de regeling is niet gericht op de verwezenlijking van een doel van algemeen belang, maar is een middel om likeuren met een laag alcoholpercentage buiten de grenzen te houden.

Access: 
Public
Costa/ENEL - HvJ EU - 1964 - Arrest

Costa/ENEL - HvJ EU - 1964 - Arrest

Casus

Italië heeft in 1962 de particuliere ondernemingen die elektriciteit produceren en distribueren bij wet genationaliseerd (verplichte overdracht aan de Staat). Een aandeelhouder van één van die genationaliseerde ondernemingen vecht in een procedure voor een Italiaanse rechter de rechtmatigheid van die nationalisatie aan, onder andere met een beroep op het EEG-verdrag. De Italiaanse rechter verzoekt het Hof van Justitie van de EEG om het EG-oprichtingsverdrag op dit punt uit te leggen. Het Hof doet dit in een zogenaamde prejudiciële beslissing (art. 177 EG-oprichtingsverdrag, inmiddels art. 267 VWEU).

HvJ

Het Hof overweegt dat het EEG-verdrag voorrang heeft boven het nationale recht van de lidstaten. Het EEG-verdrag heeft een eigen rechtsorde in het leven geroepen, die bij haar inwerkingtreding van rechtswege (automatisch) in de rechtsordes van de lidstaten is opgenomen. Hierin onderscheidt het EEG-verdrag zich van gewone internationale verdragen. De eigen rechtsorde heeft tot gevolg dat lidstaten niet tegen Europese wetgeving in kunnen gaan met een later, eenzijdig afgekondigd, wettelijk voorschrift. Nationale wetten die onverenigbaar zijn met het EEG-verdrag dient de nationale rechter buiten toepassing te laten. Het EEG-verdrag heeft dus voorrang boven het nationale recht.

Indien een nationale bepaling en een Europese bepaling tegenstrijdig zijn, heeft de Europese bepaling voorrang ten aanzien van de nationale bepaling. Dat is nodig omdat het Europees recht vereist dat de regels in alle lidstaten op dezelfde wijze moeten worden toegepast, omdat anders haar doelstellingen in gevaar zouden komen. Dit geldt in zowel monistische als dualistische lidstaten. Vandaar dat het Europees recht een eigen autonome rechtsorde in het leven heeft geroepen.

Access: 
Public
Spaanse aardbeien - HvJ EU - 1997 - Arrest

Spaanse aardbeien - HvJ EU - 1997 - Arrest

Casus

De interne markt ligt zeer gevoelig in de Franse landbouwsector. In de jaren '90 braken er geregeld protesten uit, waarbij boze Franse boeren geweld en intimidaties niet schuwden. Zo werden Spaanse trucks tegengehouden, chauffeurs mishandeld en producten vernield. De Europese Commissie was van mening dat de Franse autoriteiten te weinig deden om deze acties tegen te gaan. Dit zou schending van het EG-recht betekenen.

Rechtsvraag

Heeft Frankrijk nagelaten om te voldoen aan art. 30 EG jo art. 5 EG en de gemeenschappelijke marktordeningen voor landbouwproducten?

HvJ

De gemeenschapsinstellingen kunnen een lidstaat niet voorschrijven welke maatregelen zij moeten toepassen om het vrij verkeer van goederen op hun grondgebied te verzekeren. Het Hof toetst - rekening houdend met de beoordelingsvrijheid van de lidstaat - slechts of de betrokken lidstaat maatregelen heeft getroffen die geschikt zijn om het vrij verkeer van goederen te garanderen. In casu heeft Frankrijk nagelaten om geschikte maatregelen te treffen. Zo kwam het voor dat de politie bij acties niet ingreep en werd vervolging van de daders onvoldoende uitgevoerd. De Franse regering heeft een aantal rechtsvaardigingsgronden aangevoerd voor (eventuele) overtreding van art. 30 EG jo art. 5 EG en de gemeenschappelijke marktordeningen voor landbouwproducten, welke worden afgewezen. Geen rechtvaardigingsgronden zijn: vrees voor binnenlandse moeilijkheden, overwegingen van economische aard, schending van het gemeenschapsrecht door een andere lidstaat.

De enige ontsnappingsmogelijkheid in deze zaak zou zich hebben voorgedaan als wel optreden gevolgen zou hebben gehad voor de openbare orde, waaraan Frankrijk met de ter beschikking bestaande middelen niet het hoofd had kunnen bieden. Die situatie deed zich volgens het Hof echter niet voor.

Access: 
Public
Van Gend & Loos - HvJ EU - 1963 - Arrest

Van Gend & Loos - HvJ EU - 1963 - Arrest

Casus

In 1960 gold in de Europese Gemeenschap de regel dat lidstaten in het onderlinge verkeer geen nieuwe in- of uitvoerrechten mochten invoeren of bestaande rechten mochten verhogen. Dit had als doel om het vrije verkeer van goederen binnen de EG te stimuleren. De regel was neergelegd in art. 12 van het toenmalige EG-verdrag. Vervoersbedrijf Van Gend en Loos importeerde uit Duitsland in september 1960 goederen, waarover door de belastingdienst 8% invoerrechten werd geheven, terwijl dit volgens Van Gend en Loos maximaal 3% had mogen zijn. Van Gend en Loos maakte een zaak aanhangig voor de zgn. Tariefcommissie, die over dit soort zaken oordeelde.

De Tariefcommissie zag zich geplaatst voor de lastige vraag, of aan bepaalde artikelen van het EG-verdrag directe werking kan worden verbonden. Directe werking brengt met zich mee dat personen (dus ook de rechtspersoon Van Gend en Loos) rechtstreeks een beroep kunnen doen op wetsartikelen uit een verdrag.

De Tariefcommissie legde de zaak voor aan het Europees Hof van Justitie in Luxemburg.

Rechtsvraag

Kan aan art. 12 toenmalig EG-verdrag directe werking worden ontleend?

HvJ

Het Hof concludeerde dat het oogmerk van het EG-verdrag, het instelling van een gemeenschappelijke markt, rechtstreeks betrekking heeft op de ingezetenen van de EG. Dat brengt mee dat het EG-verdrag méér is dan een overeenkomst die slechts wederzijdse verplichtingen schept tussen de lidstaten. De ingezetenen werken mee aan de EG en haar werkzaamheden, onder andere door te gaan stemmen voor het Europees Parlement. Bovendien werd door art. 177 van het toenmalige EG-verdrag gestreefd naar zoveel mogelijk eenheid in de interpretatie van het EG-verdrag door de lidstaten. Deze omstandigheden wezen er volgens het Hof op dat de lidstaten ervan uit zijn gegaan dat de gelding van het gemeenschapsrecht door hun ingezetenen voor het Hof van Justitie kan worden ingeroepen. Het Hof redeneerde dat dit met zich mee bracht, dat de EG in het volkenrecht een nieuwe rechtsorde vormde. Ten gunste van deze nieuwe rechtsorde leverden de lidstaten een deel van hun soevereiniteit in en zijn niet slechts de lidstaten, maar ook de ingezetenen gerechtigd om een beroep te doen op het recht van de EG.

Dit alles overwegend, concludeerde het Hof dat, omdat het gemeenschapsrecht ook verplichtingen ten laste van de ingezetenen in het leven roept, de EG ook gerechtigd is om rechten te scheppen die de ingezetenen uit eigen hoofde konden inroepen. Dit geldt zelfs indien het betreffende artikel geen expliciete bepaling bevat die zegt dat het directe werking heeft. Dit zou volgens het Hof met name het geval zijn wanneer een artikel een duidelijke en onvoorwaardelijke verplichting jegens de overheid in het leven roept om iets na te laten.

Oefenvragen bij het arrest Van Gend & Loos

De arresten Gend & Loos en Costa/ENEL zijn van belang voor het Nederlandse staatsrecht, omdat:

a. Hierin is bepaald dat de rechten die zijn opgenomen in het EVRM in het Nederlandse recht zowel op interne als rechtstreekse werking toekomt.

b. Hierin is bepaald dat het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen het laatste woord heeft over zowel de uitlegging van het EVRM als de geldigheid van handelingen van EU-instellingen.

c. Hierin is bepaald dat EU-recht automatisch doorwerkt in de nationale rechtsorde en bij eventuele strijd met Nederlandse wetgeving voorrang heeft.

d. Hierin is bepaald dat Nederland een dualistisch uitgangspunt dient in te nemen ten aanzien van de doorwerking van bepalingen van internationaal recht.

Vraag 2

Uit het arrest Van Gend en Loos (HvJ EG 5 februari 1963, zaak 26/62, Jur. 1963, 8) blijkt dat het EU- recht:

a. rechtstreeks doorwerkt in het Nederlandse recht op grond van artikel 93 en 94 GW voor zover het EU-recht een ieder verbindende bepalingen bevat;

b. onderdeel vormt van een autonome rechtsorde en daarom rechtstreeks, los van de nationale (grond)wet, doorwerkt in het recht van de lidstaten;

c. de grondslag biedt voor de mogelijkheid van een rechtstreeks beroep bij het Hof van Justitie tegen een uitspraak van de hoogste nationale rechters in de lidstaten voor zover de zaak over EU-recht gaat;

d. onmiddellijk van toepassing is in de gehele Europese Unie, ongeacht of het een regel betreft die is neergelegd in een verordening, richtlijn, besluit, aanbeveling of advies.

Vraag 3

Bepalingen van de verdragen betreffende de Europese Unie hebben in Nederland verbindende kracht omdat een daartoe strekkende bepaling in de Grondwet te vinden is.

a. Dit is juist.

b. Dit is onjuist.

Vraag 4

De uitspraak in het Van Gend & Loos-arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is vooral van belang in dualistische stelsels.

a. Dit is juist.

b. Dit is onjuist.

Antwoorden oefenvragen bij het arrest Van Gend & Loos

1. C

2. B

3. B

4. A

Access: 
Public
Check summaries and supporting content in teasers:
Adeneler (Case C-212/04) - Arrest

Adeneler (Case C-212/04) - Arrest

Adeneler (HvJ 04-07-2006, Zaak C-212/04)

Het Hof beoordeelde in deze zaak in hoeverre tijdelijke arbeidsovereenkomsten onbeperkt toegepast mogen worden. De betreffende lidstaat had een Richtlijn dat betrekking had op dit onderwerp te laat omgezet. De nationale rechter vroeg zich af vanaf welk moment hij de Richtlijn moet toepassen in zijn rechtspraak. Het Hof stelt dat de nationale rechter altijd zoveel mogelijk uitleg moet geven dat overeenkomt met het doel en de bewoording van de Richtlijn. Hoewel er begrenzing is door de rechtszekerheid en het verbod op terugwerkende kracht, moet hij toch alles doen wat hij kan om richtlijnconform te oordelen. Deze verplichting geldt vooral wanneer er geen rechtstreekse werking uitgaat van de Richtlijn.

 

Access: 
Public
Adoui en Cornuaille (Cases 115 & 116/80) - Arrest

Adoui en Cornuaille (Cases 115 & 116/80) - Arrest

Adoui en Cornuaille (HvJ 18-05-1982, Zaken 115 & 116/80)

Een lidstaat mag niet de onderdanen van een andere lidstaat verwijderen of de toegang tot zijn grondgebied ontzeggen krachtens het openbare orde - voorbehoud van artikel 39 EG verdrag, wegens gedragingen die, indien door onderdanen van de eerste lidstaat begaan, geen aanleiding geven tot repressieve maatregelen, noch ook tot andere daadwerkelijke, op bestrijding van zulke gedragingen, gerichte maatregelen. Nogmaals; persoonlijk gedrag is uitsluitend het bepalend aspect.

 

Access: 
Public
Adria Wien (Case C-143/99) - Arrest

Adria Wien (Case C-143/99) - Arrest

Adria Wien (HvJ 08-11-2001, Zaak C-143/99)

Een door een lidstaat verleend economisch voordeel heeft alleen het karakter van een steunmaatregel indien het wegens een zekere mate van ‘selectiviteit’ bepaalde ondernemingen of bepaalde producties begunstigt. Een maatregel van een staat die zonder onderscheid alle ondernemingen op het nationale grondgebied begunstigt, kan geen staatssteun in de zin van artikel 107 VWEU zijn.

Niet van belang is of de situatie van de veronderstelde begunstigde van de maatregel vergeleken met de eerdere situatie beter of slechter is geworden of juist in de loop van de tijd niet is gewijzigd. Er hoeft alleen te worden vastgesteld of een overheidsmaatregel binnen het kader van een bepaalde rechtsregeling bepaalde ondernemingen of bepaalde producties kan begunstigen ten opzichte van andere ondernemingen die zich in een feitelijk en juridisch vergelijkbare situatie bevinden, gelet op de doelstelling van de betrokken maatregel. Een maatregel voldoet echter niet aan deze

.........Read more
Access: 
Public
A.G.M.-COS.MET - Arrest

A.G.M.-COS.MET - Arrest

A.G.M.-COS.MET (HvJ 17-04-2007, zaak C-470/03)

Rechtsvraag

Wanneer kunnen opvattingen van een ambtenaar aan de staat worden toegerekend?

HvJ

Verklaringen van een ambtenaar die wegens hun vorm of de omstandigheden bij de adressaten ervan de indruk wekken dat het om een officieel standpunt van de staat en niet om een persoonlijke opvatting van een ambtenaar gaat, kunnen aan de staat worden toegerekend. Het doorslaggevende element om de verklaringen van een ambtenaar aan de staat te kunnen toerekenen, is de vraag of de adressaten van deze verklaringen er in de betrokken context redelijkerwijs van mogen uitgaan dat het standpunten betreft die de ambtenaar met het aan zijn ambt verbonden gezag inneemt. Voor zover zij aan de staat kunnen worden toegerekend, leveren

.........Read more
Access: 
Public
Akerberg Fransson (Case C-617/10) - Arrest

Akerberg Fransson (Case C-617/10) - Arrest

Akerberg Fransson (HvJ EU 26-02-2013, Zaak C-617/10)

Casus

I.c. ging het om de zelfstandige Hans Åkerberg Fransson, uit Zweden, die zich met name bezighoudt met visvangst en de verkoop van zijn vangsten. Hij is actief in de Zweedse rivier Kalix, hoewel hij zijn vangsten zowel in Zweden als in Finland verkoopt.

De Zweedse belasting heeft Åkerberg Fransson beschuldigd van het feit dat hij in de jaren 2004 en 2005 zijn aangifteverplichtingen op belastinggebied niet is nagekomen. Daardoor zou er door de Staat belasting zijn misgelopen. In mei 2007 heeft de Zweedse belastingdienst aan Åkerberg Fransson belastingboetes opgelegd voor de belastingjaren 2004 en 2005.

Enkele jaren later, in 2009, is strafvervolging tegen Åkerberg Fransson ingesteld. Het OM beschuldigt hem van het plegen van het strafbare feit belastingfraude (in 2004 en 2005). Volgens Zweeds recht kan dit worden bestraft met een gevangenisstraf. Men baseert de procedure op het verstrekken van

.........Read more
Access: 
Public
AKZO/ECS (Case C-62/86) - Arrest

AKZO/ECS (Case C-62/86) - Arrest

Akzo/ECS (HvJ 03-07-1991, Zaak C-62/86)

Zeer aanzienlijke marktaandelen, uitzonderingsomstandigheden daargelaten, leveren op zichzelf reeds het bewijs van een machtspositie. Dit is het geval bij een marktaandeel van (meer dan) 50%. De bewijslast van het bestaan van een machtspositie wordt dus omgekeerd.

Artikel 102 VWEU verbiedt een onderneming met een machtspositie een concurrent uit te schakelen, en dus haar positie te versterken, met behulp van ‘andere middelen dan die welke berusten op een mededinging op basis van kwaliteit’. Niet elke prijsconcurrentie kan dan ook als rechtmatig worden beschouwd.

Prijzen die beneden de gemiddelde variabele kosten (dat wil zeggen de kosten die variëren naargelang van de geproduceerde hoeveelheden) liggen en waarmee een onderneming met een machtspositie een concurrent tracht uit te schakelen, moeten worden geacht misbruik op te leveren. Een onderneming met een machtspositie heeft er namelijk slechts belang bij dergelijke prijzen te hanteren, indien zij haar concurrenten wil uitschakelen

.........Read more
Access: 
Public
Alokpa (Case C-86/12) - Arrest

Alokpa (Case C-86/12) - Arrest

Alokpa (HvJ 10-10-2013, Zaak C-86/12)

Casus

Adzo Alokpa, Togolees onderdaan, heeft op 21 november 2006 de Luxemburgse autoriteiten verzocht om internationale bescherming op basis van het recht op asiel en op aanvullende vormen van bescherming, Dit verzoek is door deze autoriteiten echter afgewezen en dit afwijzende besluit is door de Luxemburgse rechterlijke instanties bevestigd. Alokpa heeft vervolgens om een gedoogstatus verzocht. Dit werd in eerste instantie afgewezen maar toen heroverwogen omdat de tweeling van wie ze was bevallen wegens voortijdige geboorte verzorging nodig had. Bij de opstelling van de geboorteakte heeft Moudoulou, Frans onderdaan, Alokpa’s kinderen erkend. Zij hebben de Franse nationaliteit en kregen op respectievelijk 15 mei en 4 juni 2009 een Frans paspoort en een Franse identiteitskaart. Alokpa heeft vervolgens een verblijfsvergunning aangevraagd. In antwoord op een verzoek om bijkomende inlichtingen van de minister heeft Alokpa te kennen gegeven dat zij en haar kinderen zich niet

.........Read more
Access: 
Public
Alpine Investments (Case 384/93) - Arrest

Alpine Investments (Case 384/93) - Arrest

Alpine Investments (HvJ 10-05-1995, Zaak 384/93)

Casus

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft een aantal prejudiciële vragen gesteld over de uitlegging van art.59, die zijn gerezen in een beroep dat Alpine Investments BV heeft ingesteld tegen het haar door de Nederlandse overheid opgelegde verbod om particulieren zonder hun voorafgaande toestemming telefonisch te benaderen om verschillende financiële diensten aan te bieden ('cold calling') als gevolg van de Wet Effectenhandel, art.6, lid 1, waarin het verboden wordt om zonder vergunning bemiddeling bij effectentransacties aan te bieden.

Rechtsgang

Ten eerste wenst de verwijzende rechter te vernemen of het verbod op 'cold calling' binnen de werkingssfeer van art.59 valt.

Het Hof stelt dat voor de toepasselijkheid van de bepalingen m.b.t. het vrij verrichten van diensten niet als voorwaarde kan worden gesteld dat van te voren vaststaat ten behoeve van wie de diensten worden verricht. Vervolgens gaat het ook om het

.........Read more
Access: 
Public
Altmark (Case C-280/00) - Arrest

Altmark (Case C-280/00) - Arrest

Altmark (HvJ 24-07-2003, zaak C-280/00)

Casus

Deze zaak betreft een verwijzing naar het Hof van Justitie krachtens artikel 234 EG van het Bundesverwaltungsgericht (Duitsland) om een ​​prejudiciële beslissing te nemen in het aldaar aanhangig geding tussen Altmark Trans GmbH, Regierungspräsidium Magdeburg en Nahverkehrsgesellschaft Altmark GmbH, de derde partij is: Oberbundesanwalt beim Bundesverwaltungsgericht.Prejudiciële beslissing

Rechtsvraag

Het Bundesverwaltungsgericht stelde de volgende vraag aan het Hof voor een ​​prejudiciële beslissing: Sluiten de artikelen [77 en 92 van het EG-Verdrag], gelezen in samenhang met Verordening ( EEG ) nr. 1191/69, zoals gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr. 1893 / 91, de toepassing uit, van een nationale bepaling die vergunningen voor lijndiensten maakt in het openbaar vervoer met betrekking tot diensten die noodzakelijkerwijs afhankelijk zijn van overheidssubsidies zijn staan ​​zonder de afdelingen II , III en IV van deze verordening in acht te nemen?

HvJ

De verordening (EEG) nr. 1191/ 69 betreffende

.........Read more
Access: 
Public
Angonese (Case C-281/98) - Arrest

Angonese (Case C-281/98) - Arrest

Angonese (HvJ 06-06-2000, Zaak C-281/98)

Casus

Angonese, is een Italiaanse onderdaan die in de provincie Bolzano woont. Bolzano is een regio in Noord Italië waar men tweetalig is. Angonese heeft Duits als moedertaal. In augustus 1997 solliciteerde hij naar aanleiding van een vacature bij de Cassa di Risparmio, een particuliere bankinstelling in Bolzano. Een van de voorwaarden om te worden toegelaten, was het bezit van een tweetaligheidsattest (Italiaans/Duits). Zo’n attest wordt door een overheidsdienst afgegeven na een examen dat alleen in Bolzano wordt georganiseerd.

Cassa di Risparmio deelde aan Angonese mee, dat hij niet aan het onderzoek voor de sollicitatieprocedure mocht deelnemen, omdat hij het attest niet had overgelegd.

Angonese heeft de rechter in Bolzano (Pretore di Bolzano) verzocht, de voorwaarde dat hij in het bezit moet zijn van het attest, onwettig te verklaren. Hij acht die voorwaarde van de tweetaligheidsattest immers in strijd met het communautaire beginsel

.........Read more
Access: 
Public
Arbeidstijdenrichtlijn (Case C-84/94) - Arrest

Arbeidstijdenrichtlijn (Case C-84/94) - Arrest

Arbeidstijdenrichtlijn (HvJ 12-11-1996, Zaak C-84/94)

Feiten

I.c. gaat het om een zaak tussen het Verenigd Koninkrijk tegen de Raad van de EU. Het Verenigd Koningrijk heeft een verzoekschrift ingediend bij het Hof (krachtens artikel 173 EG-Verdrag) en verzocht om nietigverklaring van richtlijn 93/104/EG van de Raad van 23 november 1993 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd. Deze richtlijn is vastgesteld op basis van artikel 118 A EG-Verdrag en reguleert de arbeidstijden ter verbetering van het arbeidsmilieu en de veiligheid en de gezondheid van de werknemers. De richtlijn stelt de minimumvoorschriften vast die geleidelijk zullen worden toegepast, met inachtneming van de in elke van de lidstaten bestaande omstandigheden en technische voorschriften.

Het Verenigd Koninkrijk voert 4 middelen aan: verkeerde rechtsgrondslag van de richtlijn, schending van het evenredigheidsbeginsel, misbruik van bevoegdheid en schending van wezenlijke vormvoorschriften. De belangrijkste vraag was welke artikel van het EG-Verdrag moest

.........Read more
Access: 
Public
Association de médiation sociale (Case C-176/12) - Arrest

Association de médiation sociale (Case C-176/12) - Arrest

Assocation de médiation sociale (HvJ 15-01-2014, Zaak C-176/12)

Relevant artikel

Artikel 27 Handvest

Casus

De AMS is een vereniging in de Marseille, het is betrokken bij het opzetten van voorzieningen voor sociale bemiddeling en het voorkomen van criminaliteit. Er ontstaat een geschil op het moment dat de vakbond (Laboubi) een gewone werknemer van AMS aanstelt als vertegenwoordiger van de vakbondsvereniging die binnen AMS is opgericht. De AMS stelt dat dit in strijd is met de in Frankrijk geldende verenigingswet. De vraag is of deze wet in strijd is met het Unierecht. De Franse rechter stelt prejudiciële vragen aan het Hof: of de Franse regel kan worden getoetst aan het grondrecht op informatie en raadpleging van werknemers en zo ja, is de Franse regel daarmee in strijd?

Uitspraak & rechtsregel

Aangezien de in het hoofdgeding aan de orde zijnde regeling een richtlijn uitvoert, kan artikel 27 van het Handvest

.........Read more
Access: 
Public
Banco Exterior (Case C-387/92) - Arrest

Banco Exterior (Case C-387/92) - Arrest

Banco Exterior (HvJ 15-03-1994, Zaak C-387/92)

Het begrip ‘steun’ heeft een algemenere strekking dan het begrip ‘subsidie’, daar het niet alleen positieve prestaties omvat zoals de subsidie zelf, maar ook maatregelen welke, in verschillende vormen, de lasten verlichten, die normaliter op het budget van een onderneming drukken en daardoor – zonder nog subsidies in de strikte zin van het woord te zijn – van gelijke aard zijn en tot identieke gevolgen leiden.

Een maatregel waarbij de overheid aan bepaalde ondernemingen een belastingvrijstelling verleent die, hoewel in dat kader geen staatsmiddelen worden overgedragen, de financiële situatie van de begunstigden verbetert ten opzichte van de andere belastingplichtigen, is dan ook als een steunmaatregel van de staat in de zin van artikel 107 lid 1 VWEU aan te merken.

 

Access: 
Public
Baumbast (Case C-413/99) - Arrest

Baumbast (Case C-413/99) - Arrest

Baumbast (HvJEG 17-09-2002, zaak 413/99)

Drie prejudiciële vragen

Als eerste werd besloten dat kinderen van een burger van de Europese Unie die zich in een lidstaat hebben gevestigd terwijl hun ouder in die lidstaat rechten van verblijf als migrerende werknemer uitoefende, volgens art. 12 van verordening nr. 1612/68 aldaar mogen verblijven om er algemeen onderwijs te volgen. Het feit dat de ouders inmiddels zijn gescheiden, dat slechts één van hen burger van de Unie is en die ouder in het gastland niet langer migrerende werknemer is of dat de kinderen zelf geen burger van de Unie zijn heeft daarop geen enkele invloed.

Ten tweede werd besloten dat wanneer kinderen overeenkomstig art. 12 een recht van verblijf in een gastland genieten teneinde aldaar algemeen onderwijs te volgen, dit artikel aldus moet worden uitgelegd dat het de ouder die deze kinderen daadwerkelijk verzorgt, ongeacht zijn nationaliteit, toestaat bij hen te

.........Read more
Access: 
Public
Bayerische HNL (Cases 83 & 94/76, 4, 15 & 40/77) - Arrest

Bayerische HNL (Cases 83 & 94/76, 4, 15 & 40/77) - Arrest

Bayerische HNL (HvJ 25-05-1987, Zaken 83 en 94/76, 4, 15 en 40/77)

Feiten

Het Hof van Justitie had een verordening over de verplichting tot aankoop van magere melkpoeder (bedoeld voor verwerking in diervoeder) ongeldig verklaard omdat de verplichting tot aankoop tegen een zo onevenredig hoge prijs was opgelegd. Hierdoor was er sprake van een discriminerende lastenverdeling in de landbouwsector.

I.c. betoogden de verzoeksters dat zij schade hadden geleden door de inmiddels via een prejudiciële procedure ongeldig verklaarde verordening. Daarom eisten zij schadevergoeding van de Raad en van de Commissie.

Wetgevende handelingen kunnen tot aansprakelijkheid van de Unie leiden, als sprake is van een voldoende gekwalificeerde schending van een ter bescherming van particulieren gegeven hogere rechtsregel. In deze zaak moet het Hof dan oordelen over het criterium van de voldoende gekwalificeerde schending.

Hof van Justitie

Het Hof hanteert een strenge maatstaf. Het Hof oordeelt dat aansprakelijkheid voor normatieve handelingen

.........Read more
Access: 
Public
Belgische houtzaak (Case 77/69) - Arrest

Belgische houtzaak (Case 77/69) - Arrest

Belgische houtzaak (HvJ 05-05-1970, Zaak 77/69)

Feiten

Dit betreft een inbreukprocedure uit 1970. De Europese Commissie had deze procedure ingesteld tegen België. In België werd belasting geheven op ingevoerd hout. In beginsel was deze belasting hetzelfde als voor binnenlands hout, echter het berustte op een andere grondslag. De Europese Commissie meende dat België de verplichtingen op grond van artikel 95 van het EEG-Verdrag (nu art. 110 VWEU) inzake het verbod op discriminerende binnenlandse belastingen had geschonden.

Nadat de Europese Commissie navraag had gedaan, had België in juni 1967 een wetsontwerp ingediend om genoemde inbreuk op te heffen. Wegens nationale aangelegenheden, had die procedure vertraging opgelopen. Een jaar later werd het wetsontwerp opnieuw ingediend. Toen had de Commissie al een met redenen omkleed advies uitgebracht (art. 258 VWEU). Het termijn werd verlengd omdat er een wetsontwerp liep. Toen in juni 1969 het ontwerp nog niet was aangenomen heeft de

.........Read more
Access: 
Public
Bergaderm tegen Commission (Case C-352/98) - Arrest

Bergaderm tegen Commission (Case C-352/98) - Arrest

Bergaderm tegen Commission (HvJ 04-07-2000, Zaak C-352/98)

Feiten

Bergaderm produceerde parafarmaceutische en cosmetische producten. Waaronder Bergasol. Dit was een zonnebrandolie die naast plantaardige olie en filters ook bergamotolie bevat. Bergamotolie bevat bepaalde bestanddelen die potentieel kankerverwekkend zijn. Dit leidde tot wetenschappelijke controverse. In maart 1987 verzocht de Duitse regering de Commissie de maximumconcentratie van bepaalde bestanddelen te beperken. Op 10 juli 1995 stelde de Commissie de aanpassingsrichtlijn vast.

Bergaderm stelde beroep in tegen de Commissie omdat het meende dat de Commissie bij de voorbereiding en de vaststelling van de aanpassingsrichtlijn fouten had gemaakt. Hierdoor had zij grote financiële schade geleden en Bergaderm had haar faillissement moeten aanvragen. Volgens Bergaderm was de richtlijn te beschouwen als een administratieve handeling, aangezien zij uitsluitend betrekking had op het product Bergasol. Zij verweten de Commissie procedurele gebreken, kennelijk onjuiste beoordeling, schending van het evenredigheidsbeginsel, en misbruik van bevoegdheid.

Hof van Justitie

Wat

.........Read more
Access: 
Public
Bewaring van gegevens (Case C-301/06) - Arrest

Bewaring van gegevens (Case C-301/06) - Arrest

Bewaring van gegevens (HvJ 10-02-2009, zaak C-301/06)

Casus

In deze zaak verzoekt Ierland om nietigverklaring van richtlijn 2006/24/EG van het Europees Parlement en Raad van de Europese Unie. Deze richtlijn betrof de bewaring van gegevens die zijn gegenereerd of verwerkt in verband met het aanbieden van openbaar beschikbare elektronische communicatiediensten of van openbare communicatienetwerken.

Ierland stelt dat art. 95 EG als onjuiste rechtsgrondslag voor richtlijn 2006/24 is gebruikt. Volgens Ierland kan art. 95 EG noch enige andere bepaling van het EG-Verdrag een passende rechtsgrondslag vormen voor deze richtlijn. Daarbij geeft Ierland aan dat het hoofddoel van de richtlijn bestaat in het vergemakkelijken van het onderzoeken, opsporen en vervolgen van ernstige criminaliteit, terrorisme daaronder begrepen. Zodoende zou de rechtsgrondslag voor de in deze richtlijn besloten liggende maatregelen alleen worden gevonden in titel VI van het EU-Verdrag. Bovendien zou de bewaring van persoonsgegevens in de door deze richtlijn vereiste mate leiden

.........Read more
Access: 
Public
Bidar (Case C-209/03) - Arrest

Bidar (Case C-209/03) - Arrest

 

Bidar (HvJ 15-03-2005, Zaak C-209/03)

Bidar is Frans onderdaan. Hij is in augustus 1998 het Verenigd Koninkrijk binnengekomen. Daar heeft hij middelbaar onderwijs gevolgd, terwijl hij bij zijn grootmoeder woonde, van wie hij afhankelijk was. Hij heeft nooit een beroep op de sociale bijstand gedaan.

In september 2001 is Bidar economie gaan studeren in Londen. Bidar ontvangt steun uit hoofde van zijn collegegeld. Zijn verzoek om financiële steun in de vorm van een studielening ter dekking van zijn kosten voor levensonderhoud, is geweigerd, met als motivatie hij niet in het Verenigd Koninkrijk gevestigd was. Bidar gaat hiertegen in beroep op grond van artikel 18 juncto 12 EG en voert aan dat de toekenning van een studielening niet

.........Read more
Access: 
Public
Biotechnologie (Case C-377/98) - Arrest

Biotechnologie (Case C-377/98) - Arrest

Biotechnologie (HvJ 09-10-2001, Zaak C-337/98)

Feiten

Op 6 juli 1998 hebben het Europees Parlement en de Raad een richtlijn (98/44/EG) vastgesteld die de lidstaten verplicht biotechnologische uitvindingen door middel van hun nationale octrooirecht te beschermen. In richtlijn 98/44/EG wordt voornamelijk aangegeven welke uitvindingen met betrekking tot planten, dieren en het menselijk lichaam al dan niet octrooieerbaar zijn. Lidstaten zijn verplicht om onder bepaalde voorwaarden industrieel toepasbare uitvindingen octrooieerbaar te maken waarmee biologisch materiaal wordt verkregen, bewerkt of gebruikt.

Omdat Nederland zich verzet tegen genetische manipulatie van dieren en planten en het octrooieren van levend biologisch materiaal dat zichzelf kan reproduceren niet is toegestaan, acht het de octrooiverlening waartoe de lidstaten worden verplicht, niet aanvaardbaar. Volgens de Nederlandse staat behoren planten, dieren en menselijk biologisch materiaal niet octrooieerbaar te zijn. Daarom verzoekt de Nederlandse regering het Hof van Justitie de richtlijn nietig te verklaren. Deze vordering wordt door Italië

.........Read more
Access: 
Public
Bosman (Case C-415/93) - Arrest

Bosman (Case C-415/93) - Arrest

Bosman (HvJEG 15-12-1995, case C-415/93)

Casus

Het Hof van Beroep te Luik heeft een aantal prejudiciële vragen inzake uitlegging van de artikelen 48, 85 en 86, die zijn gerezen in verschillende gedingen van de voetballer Bosman met de Koninklijk Belgische Voetbal Bond, Royal Club Liégeois SA (RCL), club Duinkerken en de UEFA. Bosman vorderde in de gedingen dat de rechtbank de RCL en de KBVB zou veroordelen tot een voorschot per maand totdat hij een nieuwe werkgever gevonden zou hebben, dat het hen verboden zou worden zijn indienstneming te beletten en dat er aan het Hof een prejudiciële vraag gesteld zou worden over de uitlegging van art. 48 ten aanzien van de transferregels bij beroepsvoetballers. De UEFA en KBVB betoogden daarentegen dat de hoofdgedingen een opgezet spel zijn om van het Hof een prejudiciële beslissing te vragen over vragen die objectief gezien niet noodzakelijk zijn voor beslechting van

.........Read more
Access: 
Public
Bouchereau (Case 30/77) - Arrest

Bouchereau (Case 30/77) - Arrest

Bouchereau (HvJ 27-10-1977, Zaak 30/77)

Casus

De heer Bouchereau, een Fransman woonachtig in het Verenigd Koninkrijk, wordt verdacht van drugsbezit. Het Verenigd Koninkrijk is van plan hem uit het land te zetten maar is niet zeker of het Gemeenschapsrecht dit wel toestaat. Het HvJEG gaat in op art. 3 lid 2 van richtlijn 64/221.

HvJEG

De woorden “”het bestaan van strafrechtelijke veroordelingen op zichzelf geen motivering vormt van deze maatregel” moeten zo worden opgevat dat zij van de nationale autoriteiten een specifieke beoordeling eisen vanuit een oogpunt van de belangen, verbonden met de handhaving van de openbare orde, welke beoordeling niet noodzakelijkerwijze samenvalt met de beoordeling die ten grondslag ligt aan de strafrechtelijke veroordeling. Het bestaan van een strafrechtelijke veroordeling doet dus slechts ter zake voor zover uit de omstandigheden die tot deze veroordeling hebben geleid het bestaan blijkt van een persoonlijk gedrag dat een actuele bedreiging van

.........Read more
Access: 
Public
Brasserie du Pêcheur SA - HvJ EU - 1996 - Arrest

Brasserie du Pêcheur SA - HvJ EU - 1996 - Arrest

Casus

In deze gevoegde zaken worden twee verzoeken ingediend bij het Hof op basis van art. 177 EEG-Verdrag. Het eerste verzoek komt van het Bundesgerichtshof (zaak C-46/93), en het tweede verzoek van de High Court of Justice, Queen's Bench Division, Divisional Court (zaak C-48/93), in de aldaar aanhangige gedingen tussen respectievelijk Brasserie du pêcheur SA en Bondsrepubliek Duitsland en tussen The Queen en Secretary of State for Transport.

In het eerste geval moet de Franse vennootschap Brasserie du Pêcheur zijn exporten (bier) vanuit Duitsland stopzetten, omdat het bier niet aan het Reinheitsgebot zou voldoen. Brasserie du Pecheur is van mening dat deze regels in strijd zijn met artikel 34 VWEU, zij krijgt hierin gelijk van het HvJ. Brasserie wil vervolgens schadevergoeding van

.........Read more
Access: 
Public
Brentjens - Arrest

Brentjens - Arrest

HvJ EU 21 september 1999, C-115/97 en C-117/97

Onderwerp

Mededingingsrecht, overheidsmaatregelen en diensten van algemeen economisch belang.

Relevante wetsartikelen en beginselen

Art. 3 sug g EG-Verdrag, artt. 5, 85, 86 en 90 EG-Verdrag.

Casus

Het ging hier om een pensioenfonds, opgericht in 1958. Bij Besluit is de deelneming van werknemers tussen de 23 en 64 jaar die werken in een groothandel in bouwmaterialen verplicht gesteld. Het pensioen bedraagt 70% van het laatstverdiende loon. Het bedrijf Brentjens is actief sinds 1963 en heeft in 1968 een pensioenverzekering afgesloten bij de particuliere verzekeraar Generali. Over de periode vóór haar deelneming betaalde Brentjens geen pensioenpremie. Deze regeling was gunstiger dan de regels van het pensioenfonds. Het verzoek tot vrijstelling werd echter afgewezen door het pensioenfonds. Het bezwaar van Brentjens werd eveneens afgewezen. Het pensioenfonds vaardigde drie dwangbevelen uit tegen Brentjens. Volgens Brentjens was verplichte deelneming in het pensioenfonds strijdig met het

.........Read more
Access: 
Public
British Telecommunications (Case C-392/93) - Arrest

British Telecommunications (Case C-392/93) - Arrest

British Telecommunications (HvJ 26-03-1996, Zaak C-392/93)

Het Verenigd Koninkrijk had een richtlijn verkeerd omgezet. Het beginsel van aansprakelijkheid van lidstaten is inherent aan het verdrag. De voorwaarden zijn:

  1. toekenning van rechten aan een particulier voldoende gekwalificeerde verdragsschending causaal verband.
  2. De tweede voorwaarde moet worden bepaald aan de hand van duidelijkheid en nauwkeurigheid van de geschonden regel.

Het gaat dan bijvoorbeeld om een ernstige miskenning van de bevoegdheid. Het Hof oordeelde dat artikel 8 lid 1 van de richtlijn onnauwkeurig is. De uitleg van het Verenigd Koninkrijk druist namelijk niet kennelijk in tegen de letter of het doel van de richtlijn. In casu is er niet voldaan aan de voorwaarden voor voldoende verdragsschending.

 

Access: 
Public
Bruno Schnitzer (Case C-215/01) - Arrest

Bruno Schnitzer (Case C-215/01) - Arrest

Schnitzer (strafzaak tegen Bruno Schnitzer) (HvJEG 11-12-2003, C-215/01)

Onderwerp

In Duitsland wordt Schnitzer vervolgd op grond van de Wet ter bestrijding van zwartwerk, omdat hij de wettelijke vertegenwoordiger is van een Portugese onderneming, en deze opdroeg werkzaamheden in Duitsland te verrichten. Omdat zij niet was ingeschreven in het Duitse ambachtsregister, had zij niet de vereiste vergunning. De verwijzende rechter stelt een vraag, namelijk of het vrije verkeer van diensten in dit geval van toepassing is.

Het Hof

Op de werkzaamheden van het bedrijf van Schnitzer zijn de bepalingen uit het EG-verdrag over diensten van toepassing, tenzij het bedrijf moest worden geacht in Duitsland te zijn gevestigd. Dan zouden de werkzaamheden vallen onder art. 43 tot en met 48 EG, met betrekking tot het recht van vestiging.

Art. 50 lid 3 EG brengt met zich mee dat het mogelijk is dat de werkzaamheden tijdelijk in een andere lidstaat worden

.........Read more
Access: 
Public
Carbonati (Case C-72/03) - Arrest

Carbonati (Case C-72/03) - Arrest

Carbonati (HvJ 09-09-2004, Zaak C-72/03)

Casus

De gemeente Carrara heeft een belastingheffing ingevoerd op marmer dat op haar grondgebied wordt gewonnen en buiten dit grondgebied wordt gebracht. Deze heffing wordt door de gemeente toegepast en geïnd wanneer het marmer het grondgebied van de gemeente verlaat. De verzoekster in deze zaak is bij de Commissione tributaria provinciale di Massa Carrara opgekomen tegen deze heffing op het moment dat de gemeente Carrara haar over de maand mei 2001 verschuldigde heffing op het marmer had vastgesteld. Omdat de Commissione tributaria provinciale di Massa Carrara van mening was dat de heffing op marmer als een douanerecht of een heffing van gelijke werking als een douanerecht zou kunnen worden aangemerkt, en dat de toepassing van deze heffing de mededinging zou kunnen vervalsen, heeft zij de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vraag voorgelegd: 

Rechtsvraag

De verwijzende rechter wil

.........Read more
Access: 
Public
Cases C-181/91 and C-248/91, Bangladesh - Arrest

Cases C-181/91 and C-248/91, Bangladesh - Arrest

Cases C-181/91 and C-248/91, Bangladesh - Arrest

Feiten

I.c. verzoekt het Parlement krachtens art. 173 EEG-Verdrag om nietigverklaring van een besluit dat is genomen tijdens een zitting van de Raad om hulp aan Bangladesh te verlenen (C-181/91) en de maatregelen die de Commissie ter uitvoering van dit besluit heeft genomen (C-248/91).

Na de wervelstorm die Bangladesh verwoestte in de nacht van 29 op 30 april 1991 heeft de Commissie onmiddellijk voor 10 miljoen ECU hulp aan Bangladesh verleend en een plan voor 60 miljoen ECU speciale hulp opgesteld. Dit plan is allereerst besproken door de ministers van Financiën van de Lidstaten. Het plan van de Commissie is onderzocht door de Raad tijdens een zitting in Brussel op 13/14 mei 1991, die bijgewoond werd door de ministers van Buitenlandse zaken van de Lidstaten. Op 14 mei, tijdens een werklunch waaraan de ministers en een lid van de Commissie deelnamen,

.........Read more
Access: 
Public
Cassis de Dijon - HvJ EU - 1979 - Arrest

Cassis de Dijon - HvJ EU - 1979 - Arrest

Casus

Rewe Zentral verzoekt aan de Duitse overheid om Cassis de Dijon te mogen importeren. De invoervergunning wordt geweigerd, omdat Cassis de Dijon een te laag alcoholpercentage heeft (15-20%) om het als een likeur op de markt te brengen. De Duitse wetgeving hanteert een minimum alcoholpercentage van 25%. Rewe vindt dit een maatregel van gelijke werking. De rechter stelt prejudiciële vragen aan het Hof.

Rechtsvraag

Gaat het bij de Duitse regeling om een verboden kwantitatieve invoerbeperking?

HvJ

Wanneer nog geen gemeenschappelijke Europese regeling inzake de handel in alcohol tot stand is gekomen, staat het de lidstaten vrij om regelingen te treffen ten aanzien van de productie en handel in alcohol. Belemmeringen van het tussenstaats handelsverkeer ten gevolge van deze verschillende nationale regelingen moeten worden aanvaard voor zover dringende behoeften die noodzakelijk maken en die verband houden met de doeltreffendheid van fiscale controles, de bescherming van de volksgezondheid, de

.........Read more
Access: 
Public
Centros Ltd (Case C-212/97) - Arrest

Centros Ltd (Case C-212/97) - Arrest

Centros Ltd (HvJ 09-03-1999, Zaak C-212/97)

Casus

Deze casus gaat over een zaak tussen Centros Ltd en Styrelse, een onderneming die valt onder het Deense Ministerie van Handel. Centros wil een filiaal in Denemarken inschrijven. Het blijkt dat Centros sinds haar oprichting geen enkele activiteit heeft ontplooid. In Denemarken wordt Centros gezien als een buitenlandse vennootschap. Buitenlandse vennootschappen die in een lidstaat van de Europese Gemeenschap zijn gevestigd kunnen in Denemarken via een filiaal activiteiten uitoefen. Het Styrelse weigerde de inschrijving onder meer op grond dat Centros, die geen enkele bedrijfsactiviteit in het Verenigd Koninkrijk ontplooide, in werkelijkheid trachtte in Denemarken niet een filiaal, maar een hoofdvestiging op te richten, met omzeiling van de nationale voorschriften inzake onder meer de storting van een minimumkapitaal, dat bij wet nr. 886 van 21 december 1991 op 200 000 DKR was gesteld. In het kader van deze procedure stelt Centros, dat

.........Read more
Access: 
Public
Chen (Case C-200/02) - Arrest

Chen (Case C-200/02) - Arrest

Chen (HvJ 19-10-2004, Zaak C-200/02)

Onderwerp

Vrij verkeer van personen, artikel 18 EG, Richtlijn 90/364, verordening nummer 1612/68, zelfstandige rol van het burgerschap van de Unie

Casus

Chen bezit de Chinese nationaliteit. In mei 2000 is zij het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk binnengekomen. Zij was toen zes maanden zwanger. In juli 200 reist Chen naar Ierland, Belfast, waar zij op 16 december bevalt van een dochter, Catherine.

Chen en Catherine wonen thans in Wales, Verengid Koninkrijk. Op grond van de Ierse wet, kan iedereen die in Ierland is geboren de Ierse nationaliteit verkrijgen. Ingevolge de Ierse wet is een in Ierland geboren persoon Iers onderdaan vanaf de geboorte als hij geen recht heeft op de nationaliteit van een ander land.

De Secretary of State for the Home Department heeft geweigerd om verzoeksters, Chen en Catherine, een vergunning voor langdurig verblijf te verlenen. Dit motiveerde zij met de

.........Read more
Access: 
Public
Chernobyl (Case C-70/88) - Arrest

Chernobyl (Case C-70/88) - Arrest

Chernobyl (HvJ 22-05-1990, Zaak C-70/88)

Feiten

In deze zaak gaat het om het beginsel van institutioneel evenwicht. In maart 1988 heeft het Europees Parlement een verzoekschrift ingediend op grond van art. 173 EEG-Verdrag om een nietigverklaring van de verordening van de Raad van 22 december 1987 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar. In deze verordening wordt de procedure omschreven voor het bepalen van de maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting. Levensmiddelen en diervoeders die de niveaus overschrijden mogen niet op de markt worden gebracht.

Tijdens de procedure tot vaststelling van de bestreden verordening was het Europees Parlement door de Raad geraadpleegd. Het Europees Parlement liet toen weten dat het niet akkoord ging met de door de Commissie gekozen rechtsgrondslag. Het EP verzocht de Commissie een nieuw voorstel voor te leggen, gebaseerd op

.........Read more
Access: 
Public
CILFIT - HvJ EU - 1982 - Arrest

CILFIT - HvJ EU - 1982 - Arrest

 

Onderwerp

Verplichting tot het stellen van prejudiciële vragen

Relevant artikel

Art. 267 VWEU

Casus

Het ging hier om een geschil tussen een aantal vennootschappen, importeurs van wol, en het Italiaanse Ministerie van Volksgezondheid betreffende de betaling van een vast recht voor sanitaire keuring van uit derde landen ingevoerde wol. Het probleem in de procedure was de uitleg van het begrip ‘producten van dierlijke oorsprong’.

Het Ministerie stelt dat er over de uitleg van het begrip geen twijfel mogelijk is en dat een prejudiciële vraag dus niet is vereist. De vennootschappen stellen daarentegen dat nu het gaat om een vraag over de

.........Read more
Access: 
Public
CNSD (Case C-35/96) - Arrest

CNSD (Case C-35/96) - Arrest

CNSD (HvJ 18-06-1998, Zaak C-35/96)

Italië heeft een tariefafspraak van douane-exporteurs gelegaliseerd in de vorm van een wet. Deze regeling valt onder artikel 81 EG verdrag. De CNSD (douanevereniging) heeft in strijd ermee gehandeld. Hoewel het verdrag slechts betrekking heeft op het gedrag van ondernemingen en niet op wettelijke of bestuursrechtelijke maatregelen van de lidstaten, volgt niettemin uit artikel 10 EG verdrag dat de lidstaten geen maatregelen, zelfs niet van wettelijke of bestuursrechtelijke aard, mogen nemen of handhaven, die het nuttig effect van de op de ondernemingen toepasselijke mededingingsregels ongedaan kunnen maken.

Dit is met name het geval, indien een lidstaat de totstandkoming van met artikel 101 VWEU strijdige mededingingsregelingen oplegt of stimuleert dan wel de werking ervan versterkt of aan zijn eigen regeling het overheidskarakter ontneemt door de verantwoordelijkheid voor het nemen van besluiten tot interventie op economisch gebied aan particuliere marktdeelnemers over te dragen.

 

Access: 
Public
Comet (Case 45/76) - Arrest

Comet (Case 45/76) - Arrest

Comet (HvJ 16-12-1976, Zaak 45/76)

Feiten

I.c. ging het om een zaak tussen Comet B.V. en het Produktschap voor siergewassen.

Het ging hier om een heffing, die op grond van verordening van het Produktschap, toegepast werd op de uitvoer van bollen en knollen van bloemgewassen naar Duitsland. De bedoeling van deze heffing was om de in Duitsland gemaakte reclame voor de genoemde Nederlandse producten te financieren. Het Produktschap vorderde bij heffingsnota's van juli en september 1969 van Comet betaling van heffingen over uitvoeren naar Duitsland in de herfst van 1968 en het voorjaar van 1969.

Comet had 30 dagen om beroep in te stellen maar had dit niet gedaan. Comet betaalde de heffingen en voerde pas in1975 aan dat dit onverschuldigd betaald was. Er was immers een bepaling in het leven geroepen dat stelde dat toepassing van enig douanerecht of enige heffing van gelijke werking in het handelsverkeer

.........Read more
Access: 
Public
Commissie v Duitsland (Volkswagen I) - Arrest

Commissie v Duitsland (Volkswagen I) - Arrest

Commissie v Duitsland (Volkswagen I) (HvJ zaak C-112/05, 23/10/2007)

Casus

Op 4 maart 2005 heeft de Commissie beroep tegen de Bondsrepubliek Duitsland ingesteld. De Commissie meende dat de Volkswagenwet een beperking van het vrije kapitaalverkeer en van de vrijheid van vestiging vormde. De uit 1960 stammende Volkswagenwet schrijft o.a. voor dat een individuele aandeelhouder van Volkswagen niet meer meer dan 20% van het stemrecht mag uitoefenen, ongeacht de grootte van het belang. De Commissie stelde dat drie bepalingen in de Volkswagenwet directe investeringen kunnen ontmoedigen en dus een beperking van het vrije kapitaalverkeer in de zin van artikel 56 EG vormen.

Hof van Justitie

Het Hof oordeelde dat de drie bepalingen van de Volkswagenwet waartegen bezwaar werd gemaakt, elk afzonderlijk schending van het vrije kapitaalverkeer vormden. Het Hof wijst erop dat de Volkswagenwet, als uitdrukking van de wetgevende bevoegdheid van de staat, een nationale maatregel vormt. De in

.........Read more
Access: 
Public
Commissie tegen Polen (Order C-441/17) - Arrest

Commissie tegen Polen (Order C-441/17) - Arrest

Commissie tegen Polen (HvJ 20-11-2017, beschikking C-441/17)

Casus

Polen werd in een “met redenen omkleed advies” opgeroepen door de Europese Commissie om af te zien van grootschalige houtkap in een van de laatste oerbossen van Europa. Polen kreeg een maand de tijd om hier aan te voldoen. Toch is Polen begonnen met de uitvoering van zijn plan. De Commissie richtte zich daarom tot het Europese Hof om zo voorlopige maatregelen te verzoeken om de houtkap te staken.

Volgens de Commissie zou de Poolse houtkap (inclusief de verwijdering van eeuwenoude bomen) een grote bedreiging vormen voor de integriteit van het Natura 2000-gebied. Het Natura 2000-gebied beschermt soorten en habitats die afhankelijk zijn van oerbos, inclusief de beschikbaarheid van dood hout. De Poolse maatregelen zouden niet stroken met de instandhoudingsdoelstellingen van het gebied. Daarnaast zouden deze verder gaan dan die welke noodzakelijk zijn om een duurzaam gebruik van het bos

.........Read more
Access: 
Public
Commissie tegen Verenigd Koninkrijk (wijn/bier) (Case 170/178) - Arrest

Commissie tegen Verenigd Koninkrijk (wijn/bier) (Case 170/178) - Arrest

Commissie tegen Verenigd Koninkrijk (wijn/bier) (HvJ 27-02-1980, Zaak 170/78)

Relevant artikel

Artikel 95 EEG-verdrag.

Casus

In het Verenigd Koninkrijk wordt op licht mousserende, uit verse druiven bereide wijn, een verhoudingsgewijs hogere belasting geheven dan op bier. De commissie stelt een beroep in tegen het Verenigd Koninkrijk omdat zij vindt dat op deze manier er oneerlijke concurrentie is, nu het in het Verenigd Koninkrijk gebrouwen bier minder belast wordt. Dat zou betekenen dat door de hoge fiscale last op wijn, wijn geen alternatief kan zijn voor het in het Verenigd Koninkrijk gebrouwen bier. Zij is van mening dat het Verenigd Koninkrijk hiermee  de verplichtingen van artikel 95, tweede alinea EEG-verdrag niet nakomt.

Uitspraak

Partijen hebben beide onderzoek gedaan en informatie verstrekt aan het Hof. Op basis van deze informatie is het Hof tot de overtuiging gekomen dat wijnen die wegens hun prijs het meest met de nationale bierproductie concurreren,

.........Read more
Access: 
Public
Consten en Grundig (Cases 56 & 58/64) - Arrest

Consten en Grundig (Cases 56 & 58/64) - Arrest

Consten en Grundig (HvJ 13-07-1966, Zaken 56 en 58/64)

Relevant artikel

Het artikel dat in dit arrest centraal staat is art. 101 VWEU.

Casus

Grundig had een overeenkomst gesloten met Consten. In deze overeenkomst was bepaald dat Consten het alleenrecht kreeg Grundig-producten in te voeren in Frankrijk. Ook werd er bepaald dat het Consten verboden was de Grundig-producten naar andere landen van de gemeenschappelijke markt uit te voeren. De vraag was nu of dit een beperking van de mededinging was die onder art. 101 VWEU viel.

Rechtsvraag

Kan mededinging alleen worden vervalst door overeenkomsten gesloten tussen partijen in dezelfde productielaag?

HvJ

Allereerst bepaalt het Hof, dat art. 101 VWEU zich ook uitstrekt tot overeenkomsten die de handel tussen een der partijen en een derde verhinderen of beperken. Er wordt dus niet alleen acht geslagen op de onderlinge relatie tussen partijen.

Vervolgens geeft het Hof het criterium om vast

.........Read more
Access: 
Public
Conegate / HM Customs & Excise - Arrest

Conegate / HM Customs & Excise - Arrest

HvJ 11-03-1986, 121/85, nr. 1007

Onderwerp

Een prejudiciële beslissing over de uitlegging van de artikelen 36 en 234 EEG-verdrag.

Casus (feiten)

Bij beschikking van 30 november 1984 heeft the High Court of Justice van Engeland een aantal prejudiciële vragen gesteld over de uitlegging van artikelen 36 en 234 EEG-verdrag teneinde te bepalen of de nationale douanewetgeving in overeenstemming is met het Gemeenschapsrecht. 

Bij een douanecontrole op de luchthaven kwam men tot de ontdekking dat er een aantal goederen van sexuele aard waren ingevoerd. De douane beschouwde deze goederen als ‘aanstotelijke of ontuchtige voorwerpen’, waarvan de invoer in het Verenigd Koninkrijk is verboden krachtens de nationale wetgeving. 

Conegate was van mening dat de verbeurdverklaring van de goederen inbreuk maakte op artikel 30 EEG-verdrag, zonder dat dit kon worden gerechtvaardigd uit hoofde van openbare zedelijkheid in de zin van artikel 36 van het Verdrag. Conegate haalde een eerdere uitspraak van

.........Read more
Access: 
Public
Corbeau (Case C-320/91) - Arrest

Corbeau (Case C-320/91) - Arrest

Corbeau (HvJ 19-05-1993, Zaak C-320/91)

Artikel 106 (lid 2) VWEU staat de lidstaten toe om aan ondernemingen die zij belasten met het beheer van diensten van algemeen economisch belang, alleenrechten te verlenen die de toepassing van de mededingingsregels van het verdrag kunnen belemmeren, voor zover beperkingen van de mededinging ‘of zelfs een uitsluiting van elke mededinging’ van andere marktdeelnemers ‘noodzakelijk’ zijn om te verzekeren, dat de houders van de alleenrechten de hun opgedragen bijzondere taak kunnen vervullen.

Het gaat dus om de vraag in hoeverre een beperking van de mededinging of zelfs een uitsluiting van elke mededinging van andere marktdeelnemers noodzakelijk is om de houder van het alleenrecht in staat te stellen, zijn taak van algemeen belang te vervullen en zulks met name onder economisch aanvaardbare omstandigheden.

Bij dit onderzoek moet worden uitgegaan van de premisse, dat de verplichting van degene die met die taak is belast, zijn

.........Read more
Access: 
Public
Costa/ENEL - HvJ EU - 1964 - Arrest

Costa/ENEL - HvJ EU - 1964 - Arrest

Casus

Italië heeft in 1962 de particuliere ondernemingen die elektriciteit produceren en distribueren bij wet genationaliseerd (verplichte overdracht aan de Staat). Een aandeelhouder van één van die genationaliseerde ondernemingen vecht in een procedure voor een Italiaanse rechter de rechtmatigheid van die nationalisatie aan, onder andere met een beroep op het EEG-verdrag. De Italiaanse rechter verzoekt het Hof van Justitie van de EEG om het EG-oprichtingsverdrag op dit punt uit te leggen. Het Hof doet dit in een zogenaamde prejudiciële beslissing (art. 177 EG-oprichtingsverdrag, inmiddels art. 267 VWEU).

HvJ

Het Hof overweegt dat het EEG-verdrag voorrang heeft boven het nationale recht van de lidstaten. Het EEG-verdrag heeft een eigen rechtsorde in het leven geroepen, die bij haar inwerkingtreding van rechtswege (automatisch) in de rechtsordes van de lidstaten is opgenomen. Hierin onderscheidt het EEG-verdrag zich van gewone internationale verdragen. De eigen rechtsorde heeft tot gevolg dat lidstaten niet tegen Europese

.........Read more
Access: 
Public
Cowan (Case C-186/87) - Arrest

Cowan (Case C-186/87) - Arrest

Cowan (HvJ 02-02-1989, Zaak C-186/87)

Een prejudiciële vraag, gesteld door de Commission d'indemnisation des vistimes d'infraction van het Tribunal de grande te Parijs, ter uitlegging van met name het in art. 7 neergelegde anti-discriminatiebeginsel, om te kunnen bepalen of een bepaling van de Franse 'code de procédure pénale' met het gemeenschapsrecht verenigbaar is. De vraag is gerezen in een geschil tussen de Franse Trisor public en de Britse onderdaan Cowan, over een schadevergoeding als gevolg van een geweldsmisdrijf waarvan Cowan het slachtoffer was aan de uitgang van een metrostation tijdens een kort verblijf in Parijs. Volgens de Commission d'indemnisation kwam Cowan echter niet in aanmerking voor de gebruikelijke schadeloosstelling krachtens art. 706 van de code de procédure pénale, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden, volgens welke slechts personen die de Franse nationaliteit bezitten en personen die een andere nationaliteit bezitten, en kunnen aantonen dat zij of onderdaan

.........Read more
Access: 
Public
Courage, Case C-453/99 - Arrest

Courage, Case C-453/99 - Arrest

C-453/99 Courage

Dit betreft een verwijzing naar het Europees Hof van de Court of Appeal (England & Wales) voor een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 85 EG-Verdrag (thans art. 81 EG), in het daar aanhangige geding tussen Courage Ltd en Bernard Crehan .In 1991 Crehan sloot een cafe-eigenaar twee 20-jarige huurcontracten met IEL (het bedrijf van Courage) die een verplichting tot aankoop van Courage oplegden(een brouwerij bedrijf). Crehan moest een vast minimumbedrag van bepaalde bieren kopen en IEL stemde in om gespecificeerd bier te leveren aan de huurder van Courage, voor de prijs zoals die op de prijslijst stond.

In 1993 deed Courage, verzoekster in het hoofdgeding, een beroep tot de betaling

bij Crehan voor 15 266 GBP wegens onbetaalde leveringen van bier. Crehan betwistte het argument dat de afnameverplichting strijdig was met artikel 85 van het Verdrag. Hij vorderde schadevergoeding in reconventie.

Crehan stelde dat

.........Read more
Access: 
Public
Cristini (Case 32/75) - Arrest

Cristini (Case 32/75) - Arrest

Cristini (HvJ 30-09-1975, Zaak 32/75)

Mevrouw Cristini is de echtgenote van een overleden migrerende werknemer. Zij vraagt een gezinsreductiekaart aan voor de trein, die haar wordt geweigerd omdat zij niet Frans is. Het Hof overweegt: “dat het zou indruisen tegen het doel en geest van de gemeenschapsregeling voor het vrije verkeer van werknemers om de nabestaanden na het overlijden van een werknemer een dergelijk voordeel te ontzeggen, indien dit voordeel wel aan nabestaanden van een nationale onderdaan worden toegekend”. De verwijzing naar sociale voordelen in lid 2 van artikel 7 richtlijn 1612/68 niet limitatief mag worden uitgelegd; dat bijgevolg met het oog op de in deze bepaling beoogde gelijkheid van behandeling het materiële toepassingsgebied aldus moet worden afgebakend dat het alle, wel of niet met het arbeidscontract verbonden sociale en fiscale voordelen omvat, dus ook gezinsreductiekaarten voor het openbar vervoer.

 

Access: 
Public
C-282/10 Dominguez - Arrest

C-282/10 Dominguez - Arrest

C-282/10 Dominguez - Arrest

Feiten

De richtlijn 2003/88/EG betreffende de organisatie van de arbeidstijd verplicht de lidstaten, de maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn opdat aan alle werknemers jaarlijks een vakantie met behoud van loon van ten minste vier weken wordt toegekend. Mevrouw Domínguez heeft in november 2005 een ongeval gehad op het traject tussen haar woning en haar arbeidsplaats. Hierdoor was zij van 3 november 2005 tot en met 7 januari 2007 met ziekteverlof. Zij claimde via de Franse rechter 22,5 vakantiedagen over die periode, die haar werkgever, het Centre informatique du Centre Ouest Atlantique („CICOA”), haar had geweigerd.

Ook vorderde zij een schadevergoeding van € 1970. Domínguez voerde aan dat het ongeval op het traject tussen haar woning en haar werk een arbeidsongeval was waarvoor de regeling voor arbeidsongevallen geldt. Voor de berekening van haar vakantie met behoud van loon moet volgens haar het tijdvak waarin de arbeid onderbroken is na een ongeval op

.........Read more
Access: 
Public
C-448/98 Guimont - Arrest

C-448/98 Guimont - Arrest

 

Feiten

De fransman J.P. Guimont, technisch directeur van de vennootschap "laiterie d'Argis", wordt in Frankrijk veroordeeld tot betaling van een boete door de departementale directie voor mededinging, consumptie en fraudebestrijding van het departement Vaucluse. Hij zou kazen zonder korst als emmentalerkazen hebben verkocht, terwijl een Frans decreet van 1988 de benaming emmentaler voorbehoudt aan kazen met een goudkleurige tot lichtbruine harde en droge korst.

Voor de Franse rechter (Tribunal de police de Belley) beroept Guimont zich op de onverenigbaarheid van de Franse wetgeving met het Europese recht. De Franse rechter vraagt het Hof van Justitie of het Franse verbod op de verhandeling van korstloze emmentaler verenigbaar is met het vrij verkeer van goederen.

Hof van Justitie

Het Hof acht zich bevoegd te oordelen over deze zaak omdat de betrokken regeling kan worden toegepast op ingevoerde producten en een kwantitatieve beperking van het intracommunautair handelsverkeer of een maatregel

.........Read more
Access: 
Public
C-2/90 Commissie t. België (Waalse Afvalstoffen) - Arrest

C-2/90 Commissie t. België (Waalse Afvalstoffen) - Arrest

Feiten

De Europese Commissie had deze procedure aangespannen tegen België, vanwege een Waals afvaldecreet waarin de invoer van afvalstoffen uit zowel andere Belgische Gewesten als uit andere lidstaten werd verboden.

Het Waalse gewenst in België had een volledig verbod in het leven geroepen om vreemd afval te laten opslaan, storten of lozen. De Europese Commissie startte een procedure tegen België wegens schending van de artikelen art. 28 en 30 EG-Verdrag. De Belgische Staat rechtvaardigde de belemmeringen van het vrije verkeer van afvalstoffen door zich te beroepen op de dwingende vereiste van milieubescherming. 

Hof van Justitie

Het Hof stelt dat afvalstoffen goederen zijn als zij over grens worden vervoerd teneinde onderwerp te vormen van handelstransacties, zoals dat van recycling of verwijdering. Daarnaast maakt het Hof onderscheid tussen gevaarlijke afvalstoffen en niet gevaarlijke afvalstoffen. In het geval van gevaarlijke afvalstoffen is Richtlijn 84/631 inzake grensoverschrijdende overbrenging van toepassing. De Richtlijn

.........Read more
Access: 
Public
Da Costa (Cases 28-30/62) - Arrest

Da Costa (Cases 28-30/62) - Arrest

Da Costa (HvJ 27-03-1963, Gevoegde zaken 28-30/62)

Feiten

I.c. was er sprake van een geding uit 1962 tussen Da Costa en Schaake N.V. en andere Nederlandse bedrijven tegen de Nederlandse Belastingdienst over het toepasselijke invoertarief. De douanerechten waren verhoogd door een gewijzigde rubricering. De bedrijven maakten hiertegen bezwaar bij de Belastingdienst. Zij werden niet in het gelijk gesteld en richtten zij zich tot de Tariefcommissie. De ondernemingen doen dan een beroep op het verbod van verhoging van douanerechten (art. 12 EEG, thans art. 30 VwEU).

In datzelfde jaar heeft de Tariefcommissie een viertal soortgelijke zaken bij het Hof aangemeld voor een prejudiciële beslissing. Dit bestond steeds uit vrijwel dezelfde prejudiciële vragen. Waaronder het arrest Van Gend en Loos. In deze zaak waarin verschillende geschillen zijn gevoegd, speelt een andere rechtsvraag.

Uit Van Gend en Loos blijkt dat art. 12 EEG-verdrag directe werking heeft en dat een verhoging van

.........Read more
Access: 
Public
Dansk Industri (Case C-441/14) - Arrest

Dansk Industri (Case C-441/14) - Arrest

Dansk Industri (HvJ 19-04-2016, Zaak C-441/14)

Feiten

De aanleiding voor deze uitspraak is een zaak uit Denemarken tussen een werknemer en een particuliere werkgever en de betaling van een vertrekvergoeding bij ontslag.

De Deen Rasmussen, die destijds 60 jaar was, werd na vele jaren in hetzelfde concern te hebben gewerkt, in mei 2009 ontslagen door zijn werkgever. Normaliter hebben werknemers in Denemarken recht op een speciale ontslagvergoeding om zodoende de herintreding te bemoedigen. Hierop is echter een uitzondering gemaakt in de wet. De werknemer kan geen aanspraak maken op de ontslagvergoeding als hij bij vertrek 60 jaar oud is, en als hij al recht had op een door de werkgever betaald ouderdomspensioen.

In de EU kennen wij echter een verbod op de leeftijdsdiscriminatie. Dit vinden we terug in de Richtlijn 2000/78 inzake discriminatie bij arbeid en beroep. De richtlijnen gelden echter niet tussen twee particulieren, zoals werknemers en

.........Read more
Access: 
Public
Dassonville - HvJ EU - 1974 - Arrest

Dassonville - HvJ EU - 1974 - Arrest

Relevant artikel

Art. 34 VWEU centraal

Casus

Een tweetal handelaren heeft langs de reguliere weg een partij Scotch Whisky gekocht in Frankrijk. Deze hebben zij in België geïmporteerd, zonder in bezit te zijn van een certificaat van echtheid. Nu dit certificaat voor buitenlandse importeurs is vereist, worden zij door de Belgische overheid vervolgd. Deze procedure geeft aanleiding tot het stellen van een prejudiciële vraag over de reikwijdte van art. 34 VWEU.

Rechtsvraag

Is een nationale maatregel die de invoer van een bepaald product verbindt aan het hebben van een certificaat van echtheid, als een maatregel van gelijke werking als een kwantitatieve beperking in de

.........Read more
Access: 
Public
Deborah Lawrie-Blum (Case 66/85) - Arrest

Deborah Lawrie-Blum (Case 66/85) - Arrest

Deborah Lawrie-Blum (HvJ 03-07-1986, zaak 66/85)

Feiten

I.c. gaat het om de Britse Deborah Lawrie-Blum. Zij slaagde aan het staatsexamen voor leraar aan het hoger onderwijs in Duitsland. Hierna wilde zij een stage volgen. Dan zou zij een tweede staatsexamen kunnen doen. Uiteindelijk zou dit leiden tot een loopbaan als docent. De toegang tot de stage werd echter geweigerd vanwege haar Britse nationaliteit. Hierdoor zou zij dus nooit als leraar in Duitsland kunnen werken.

In de procedure die volgt moet het Hof van Justitie zich buigen over de vraag of een kandidaat-leraar die stage loopt, kan worden gezien als EU werknemer (als hij dit doet als ambtenaar en ook een vergoeding krijgt voor de stage).

Hof van Justitie

Het Hof stelt dat er moet worden gekeken naar de objectieve criteria die kenmerkend zijn voor de arbeidsverhouding. Bij een EU werknemer geldt dat gedurende een bepaalde tijd voor een

.........Read more
Access: 
Public
Deense flessen (Case 302/86) - Arrest

Deense flessen (Case 302/86) - Arrest

Deense flessen (HvJ 20-09-1988, Case 302/86)

In Denemarken is in 1981 een regeling van kracht geworden op grond waarvan bier en frisdranken alleen op de markt mogen worden gebracht in verpakkingen die hergebruikt kunnen worden.

De verpakkingen moeten hiertoe worden goedgekeurd door het nationaal bureau voor milieubescherming. In 1984 is de regeling zo gewijzigd dat ook niet goedgekeurde verpakkingen mogen worden gebruikt als het gaat om in het buitenland normaal gebruikte verpakkingen waarmee een buitenlandse producent de Deense markt wil verkennen. Voorwaarde is wel dat deze een hergebruiksysteem opzet en een normaal statiegeld heft. De Commissie stelt echter dat de Deense regeling inbreuk maakt op het vrije verkeer van goederen. Het instandhouden van een effectief inzamelingssysteem van statiegeldflessen voor buitenlandse producten is wegens de door de afstand tot de Deense markt veroorzaakte extra logistieke kosten extra nadelig voor buitenlandse producenten die hierdoor moeilijk de Deense markt kunnen betreden.

.........Read more
Access: 
Public
Defrenne (Case 43/75) - Arrest

Defrenne (Case 43/75) - Arrest

Defrenne (HvJ 08-04-1976, Zaak 43/75)

Casus

I.c. gaat het om een zaak tussen Gabrielle Defrenne, voormalig stewardess, wonende te Brussel, en de Belgische Luchtvaartmaatschappij NV Sabena, in een prejudiciële beslissing inzake de uitleg van artikel 119 EEGVerdrag,

Artikel 119 bevatte het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers. Dit betreft het verbod van discriminaties in wettelijke bepalingen of collectieve arbeidsovereenkomsten, alsmede in geval van ongelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers voor gelijke arbeid wanneer deze in een zelfde (particuliere of openbare) onderneming of dienst wordt verricht.

Defrenne werkte sinds de jaren 50 als stewardess bij Sabena. In 1968 werd zij op non actief gesteld omdat zij de leeftijd van 40 jaar had bereikt (deze leeftijdgrens was aangegeven in haar contract). Voor mannelijke collega´s gold dit niet. 

Defrenne begon een juridische procedure om gelijkheid te eisen omtrent de ongelijke verloning. 

Hof van Justitie

Het Europees Hof van Justitie oordeelde dat de lidstaten, door ondertekening van het verdrag en dus van

.........Read more
Access: 
Public
Delimitis (Case C-234/89) - Arrest

Delimitis (Case C-234/89) - Arrest

Delimitis (HvJ 28-02-1991, Zaak C-234/89)

Wanneer een overeenkomst niet tot doel heeft de mededinging te beperken in de zin van artikel 101 lid 1 VWEU, moet niettemin worden onderzocht of deze niet ten gevolge heeft dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst. Bij de beoordeling van de (‘merkbare’) gevolgen van een dergelijke overeenkomst moet rekening worden gehouden met de economische en juridische context waarbinnen deze overeenkomst geldt.

Een verticale overeenkomst (leverancier – distributeur) waarbij een exclusief recht wordt overeenkomen heeft op zichzelf niet de strekking de mededing te beperken. Bestaan ‘bundels’ van dergelijke verticale overeenkomsten naast elkaar, dan kan niettemin de toetreding een markt nagenoeg onmogelijk worden gemaakt, waardoor er een of meerdere verticale overeenkomsten van invloed op de handel tussen de lidstaten zijn.

Een bierleveringscontract wordt door artikel 101 lid 1 VWEU verboden indien aan twee cumulatieve voorwaarden is voldaan:

  1. de nationale markt voor

.........Read more
Access: 
Public
Digital Righs Ireland Ltd (Cases C-293/12 & C-594/12) - Arrest

Digital Righs Ireland Ltd (Cases C-293/12 & C-594/12) - Arrest

Digital Righs Ireland Ltd (HvJ 08-04-2014, Gevoegde zaken C-293/12 & C-594/12)

I.c. gaat het om de gevoegde zaken C-293/12 en C-594/12 Digital Rights Ireland en Seitlinger en betreft de geldigheid van de EU-richtlijn die de bewaarplicht regelt van klantgegevens van telecomaanbieders ten behoeve van politie- en veiligheidsdiensten (richtlijn 2006/24/EG).

De High Court of Ireland (Ierland) en het Verfassungsgerichtshof (Grondwettelijk Hof, Oostenrijk) hadden prejudiciele vragen gesteld aan het Europese Hof. In Ierland betrof het een geschil tussen Digital Rights Ireland Ltd (die tot doel heeft de burgerrechten en de mensenrechten te bevorderen en te beschermen, met name op het gebied van de moderne communicatietechnologieën) en de Ierse Staat. In Oostenrijk ging het om drie beroepen die respectievelijk waren ingesteld door de Kärtner Landesregierung, Michael Seitlinger en 11 130 verzoekers die betogen dat de Oostenrijkse wet op de telecommunicatie strijdig is met de Oostenrijkse grondwet.

De Europese richtlijn 2006/24/EG zou

.........Read more
Access: 
Public
Dillenkofer (Cases C-178/94 - C179/94, C-188/94, C-189/94 & C-190/94) - Arrest

Dillenkofer (Cases C-178/94 - C179/94, C-188/94, C-189/94 & C-190/94) - Arrest

Dillenkofer (HvJ 08-10-1996, Zaken CC-178/94 - C179/94, C-188/94, C-189/94 & C-190/94)

Casus

Het is een verzoek om een prejudiciële beslissing van het 'Landgericht Bonn'. De zaak gaat over particulieren die bij verschillende reisoperators een pakketreis hadden gekocht, maar de reisorganisaties gingen failliet. De verzoekers willen nu een schadevergoeding voor de gemaakte kosten van de Staat Duitsland, aangezien de Staat richtlijn 90/314, waarin de bescherming van reizigers tegen een faillissement van een reisorganisatie/ touroperator is geregeld, voor 1-1-1993 omgezet had moeten worden.

De burgers doen een beroep op het arrest Francovich. In dat arrest heeft het Hof aangenomen dat burgers recht hebben op een schadevergoeding wanneer een Lidstaat niet voldoet aan zijn plicht om een richtlijn om te zetten in nationale wetgeving op grond van art. 189 EG-Verdrag.

De Bondsrepubliek Duitsland verzet zich tegen deze stelling er moet sprake zijn van een kennelijke en ernstige schending van het gemeenschapsrecht

.........Read more
Access: 
Public
Diego Cali (Case C-343/95) - Arrest

Diego Cali (Case C-343/95) - Arrest

Diego Cali (HvJ 18-03-1997, Zaak C-343/95)

Milieu - inspectie in een haven is een taak van algemeen belang die behoort tot de kerntaken van de staat op het gebied van de bescherming van het marinemilieu. Wegens de aard en het doel en de regels waaraan zij zijn onderworden, komen dergelijke inspectiewerkzaamheden dan ook neer op het uitoefenen van prerogatieven inzake de bescherming van het milieu. Dit zijn typisch overheidsprerogatieven. Zij hebben geen economisch karakter dat de toepassing van de mededingingsregels van het verdrag zou kunnen rechtvaardigen.

 

Access: 
Public
Dorsch Consult (Case C-54/96) - Arrest

Dorsch Consult (Case C-54/96) - Arrest

Dorsch Consult (HvJ 17-09-1997, Zaak C-54/96)

Feiten

I.c. gaat het om een uitspraak van het Hof van Justitie in een zaak die speelde tussen Dorsch Consult Ingenieurgesellschaft mbH en de Bundesbaugesellschaft Berlin mbH (aanbestedende dienst) over een procedure voor de gunning van een opdracht voor dienstverlening. In juni 1995 was een aankondiging van aanbesteding gepubliceerd voor een dienstverleningsopdracht voor architecten en bouwkundig ingenieurs. Op 25 augustus 1995 diende Dorsch Consult haar inschrijving in bij de aanbestedende dienst.

Dorsch Consult werd afwezen voor de dienstverleningsopdracht voor architecten en bouwkundige ingenieurs van het Bundesbaugesellschaft Berlin. Dorsch ging in bezwaar tegen deze afwijzing bij het controle orgaan (op gunningen van opdrachten). Dit controlerende orgaan stelde onbevoegd te zijn. Hierop richtte Dorsch zich tot de Federale commissie en vorderde een verklaring dat het controle orgaan zich onterecht niet bevoegd had verklaard. Omdat de EU Richtlijn Dienstverlening 92/50 EEG nog niet was omgezet

.........Read more
Access: 
Public
Energy Claim - Arrest

Energy Claim - Arrest

Feiten

 

I.c. gaat het om een schadeclaim van Stichting EnergyClaim (e.a.) tegen de Nederlands Staat wegens het niet uitkomen van de verwachtingen rond de energielabel-markt. Bedrijven uit de energiebesparingsbranche hadden zich verenigd in deze claim tegen de Staat.

De Stichting EnergyClaim stelt een vordering in namens meer dan 75 gedupeerde ondernemingen uit de energiebesparingsbranche. Volgens EnergyClaim heeft de Nederlandse Staat in strijd gehandeld met het Europees recht en/of art. 6:162 BW doordat de EPBD richtlijn (2002/91/EG en vervangen door 2010/13/EU) niet correct is geïmplementeerd in de Nederlandse wet.

Volgens EnergyClaim had de Staat eerst met subsidieregelingen een vraagmarkt gecreëerd waarna al deze betrokken ondernemingen bedrijfsactiviteiten hebben afgestemd. Zo hebben zij investeringen gedaan en zijn zij lange termijnverplichtingen aangegaan. In 2007 heeft de Staat een energielabel ingevoerd, maar volgens EnergyClaim voldoet dit niet aan de Richtlijn 2002/91. De Staat stelt daarentegen dat de vereiste (Europese) relativiteit en dat

.........Read more
Access: 
Public
Egenberger (Case C-414/16) - Arrest

Egenberger (Case C-414/16) - Arrest

Egenberger (HvJ 17-04-2018, Zaak C-414/16)

Casus

In november 2012 publiceerde Evangelisches Werk een vacature voor een tijdelijke baan ten behoeve van een project in het kader van de opstelling van het parallel rapport over de toepassing van het Internationaal Verdrag van de Verenigde Naties inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie. De vacature bevatte vereisten voor de sollicitanten. Een van de vereisten was dat de sollicitant lid moest zijn van de evangelische kerk of een kerk die behoort tot de Arbeisgemeinschaft christlicher Kirchen in Duitsland en zich vereenzelvigt met de diaconale opdracht. In hun CV moeten de sollicitanten vermelden tot welke geloofsgemeenschap zij behoren. Egenberger, die niet tot een geloofsgemeenschap behoorde, solliciteerde op de bekendgemaakte vacature. Hoewel haar sollicitatie na een eerste schifting door Evangelisches Werk nog in de selectieprocedure werd gehouden, werd zij niet uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Daar zij van mening was dat haar sollicitatie

.........Read more
Access: 
Public
Elisabeta Dano/Jobcenter Leipzig (Case C-333/13) - Arrest

Elisabeta Dano/Jobcenter Leipzig (Case C-333/13) - Arrest

Elisabeta Dano tegen Jobcenter Leipzig (HvJ 11-11-2014, zaak C-333/13)

Onderwerp

Vrij verkeer van personen en uitsluiting van EU burgers van uitkeringen krachtens verordening 883/2004

Casus

Elisabetha Dano en haar zoon zijn Roemenen die in Duitsland wonen en een verblijfsverklaring van onbeperkte duur hebben. Dano heeft geen opleiding en kan geen Duits lezen of schrijven. Zij is dan ook werkloos en wil graag een uitkering voor werkzoekenden ontvangen. Zij ontvangt daarnaast kindergeld en een toeslag van bureau jeugdzorg. Zij heeft tweemaal om deze uitkering verzocht en deze is tweemaal afgewezen. Tegen de tweede weigering is zij in beroep gegaan bij het Socialgericht Leipzig. Deze heeft de zaak geschorst en het hof verzocht een aantal prejudiciële vragen te beantwoorden.

Hof van Justitie

De rechter vraagt het hof van justitie over de uitleg van verordening 883/2004. Hij wil weten of deze verordening toelaat dat niet economisch actieve burgers van andere lidstaten

.........Read more
Access: 
Public
ERT (Case C-260/89) - Arrest

ERT (Case C-260/89) - Arrest

ERT (HvJ 18-06-1991, Zaak C-260/89)

Relevante artikelen

Artikel 90 EEG-verdrag, artikel 59 EEG-verdrag, artikel 66 EEG-verdrag.

Casus

Het gaat om een geschil tussen een Griekse radio en televisie-omroeponderneming (ERT) en een door de gemeente onderhouden nieuwsdienst (DEP). ERT is opgericht bij wet. ERT heeft tot taak het organiseren, exploiteren en ontwikkelen van radio en televisie en een bijdrage te leveren aan de informatie, de cultuur en de verstrooiing van het Griekse volk, alles zonder winst als oogmerk te hebben. De ERT heeft exclusieve rechten verkregen op dit gebied, zij is van mening van DEP en de burgemeester van Thessaloniki zich met hun activiteiten hebben begeven op het terrein van hun exclusieve rechten. ERT vorderde daarom een verbod op iedere verdere uitzingen van DEP en daarnaast inbeslagname en sekwestratie van de technische uitrusting. DEP en de burgemeester verdedigen zich met een beroep op het gemeenschapsrecht en op het Europees

.........Read more
Access: 
Public
Familiapress (Case C-368/95) - Arrest

Familiapress (Case C-368/95) - Arrest

Familiapress (HvJ 26-06-1997, Zaak C-368/95)

Een Oostenrijkse uitgever heeft bij het Handelsgericht in Wenen een vordering ingediend tegen een Duitse uitgever tot beëindiging van het in Oostenrijk publiceren van een blad, waarin een prijsvraag was opgenomen. Volgens Oostenrijks recht (wet inzake oneerlijke mededinging, hierna te noemen "UWG") geldt een algeheel verbod op de aanbieding van deelname aan een loterij in de schrijvende pers. Het Handelsgericht stelt dat deze bepaling een beperking van het intracommunautaire handelsverkeer zou kunnen vormen. Dit valt onder meer af te leiden uit het feit dat een dergelijk verbod (of een maatregel van gelijke werking) niet in het Duitse recht is te vinden. Dus stelt het Handelsgericht het Hof van Justitie de navolgende prejudiciële vraag.

Is een nationale wettelijke bepaling van lidstaat A, inhoudende een verbod op distributie in die lidstaat van een door een in lidstaat B gevestigde ondernemer uitgegeven tijdschrift - waarin opgenomen

.........Read more
Access: 
Public
Faccini Dori - HvJ EU - 1994 - Arrest

Faccini Dori - HvJ EU - 1994 - Arrest

Casus

Het Hof wordt een prejudiciële vraag gesteld over de uitleg van de richtlijn. Don had een overeenkomst gesloten met Interdiffusion buiten de ruimten van de vennootschap, om een cursus Engels te volgen. Enige dagen later wil Don van de overeenkomst af. De vennootschap had haar vordering inmiddels al gecedeerd aan Recreb. Don meldt aan Recreb dat ze gebruik maakt van de mogelijkheid tot het doen van afstand als bedoeld in de richtlijn buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten. Italië had ten tijde van de feiten geen maatregel tot omzetting van de richtlijn genomen.
Zijn de richtlijnbepalingen onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig, en kan er in het geding tussen consument en handelaar een beroep worden gedaan op de richtlijn?

.........Read more
Access: 
Public
Factortame (Case C-213/89) - Arrest

Factortame (Case C-213/89) - Arrest

Factortame (HvJ 10-07-1989, Zaak C-213/89)

In dit arrest staat het samenwerkingsbeginsel van artikel 10 EG centraal. De nationale rechter moet rechtsbescherming voor justitiabelen verzekeren.

Aan de volle werking van gemeenschapsrecht wordt afgedaan wanneer een rechter die uitspraak moet doen in een door gemeenschapsrecht beheerst geding, door een regel van nationaal recht wordt belet voorlopige maatregelen te gelasten ter verzekering van de volle werking van de uitspraak die moet worden gedaan over het bestaan van de rechten waarop krachtens het gemeenschapsrecht beroep wordt gedaan. Deze regel van nationaal recht moet dan buiten toepassing worden gelaten.

 

Access: 
Public
Fédération Charbonnière de Belgique (Case 8/55) - Arrest

Fédération Charbonnière de Belgique (Case 8/55) - Arrest

Fédération Charbonnière de Belgique (HvJ 29-11-1956, Zaak 8/55)

Feiten

I.c. gaat het om een zaak uit november 1956 van de Belgische Steenkoolfederatie. De hoge autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal had in een beschikking een bepaalde prijsschaal ingesteld voor kolen. Dit raakte verschillende Belgische kolenmijnen.

De Belgische Steenkoolfederatie meende dat de beschikking een individuele beschikking betrof omdat de gevolgen van de prijsschaal voor Belgische kolenmijnen verschillend zou uitpakken.

Hof

Volgens het Hof is de beschikking over de prijsschaal een gedetailleerde en concrete regeling die van toepassing is op onderling verschillende situaties en een algemeen karakter heeft.

Een eisende partij is bevoegd om in geval van algemene beschikkingen een beroep te doen tot nietigverklaring tegen de beschikking indien het meent dat er sprake is geweest van "detournement de pouvoir”. Volgens het Hof maakt een instelling misbruik van de bevoegdheid die haar toekomt, als zij hiermee andere

.........Read more
Access: 
Public
Federcoopesca (Case T-312/14) - Arrest

Federcoopesca (Case T-312/14) - Arrest

Federcoopesca (HvJ (het Gerecht) 07-07-2015, Case T-312/14)

Feiten

I.c. gaat het om de EG Verordening tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen.

De Europese Commissie houdt zicht op eventuele onregelmatigheden en de naleving van de regels betreffende het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Op 17 december 2012 heeft de Europese Commissie de Italiaanse Republiek ervan in kennis gesteld dat zij onregelmatigheden had vastgesteld die afbreuk deden aan de naleving van bepaalde regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid. Het ging hier om de regels betreffende de visserij op over grote afstanden trekkende vissoorten in de Middellandse Zee. Hierna volgde een administratief onderzoek. Aangezien de Commissie meende dat het administratieve onderzoek niet had geleid tot de opheffing van de onregelmatigheden, heeft zij met de Italiaanse autoriteiten een voorstel voor een actieplan uitgewerkt.

Hierna hebben verzoeksters, Federazione nazionale delle cooperative della pesca (Federcoopesca), Associazione

.........Read more
Access: 
Public
Fedesa (Case C-331/88) - Arrest

Fedesa (Case C-331/88) - Arrest

Fedesa (HvJ 13-11-1990, Zaak C-331/88)

Feiten

I.c. gaat het om een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de High Court of Justice, Queen' s Bench Division, in het aldaar aanhangig geding tussen de Britse regering en o.a. de Fédération européenne de la santé animale (Fedesa). Het betrof hier een zaak over de geldigheid van richtlijn 88/146/EEG van de Raad van 7 maart 1988 tot instelling van een verbod op het gebruik van bepaalde stoffen met hormonale werking in de veehouderij.

De noodzaak voor de prejudiciële vragen was gerezen omdat de Minister of Agriculture, Fisheries and Food voor de nationale rechterlijke instantie de ongeldigheid aanvoerde van richtlijn en de nationale wettelijke regeling die daarop gebaseerd was. De Raad had het noodzakelijk geacht een regeling vast te stellen, waarbij aan alle consumenten zou worden gegarandeerd dat zij de betrokken producten onder vrijwel identieke omstandigheden kunnen aanschaffen.

.........Read more
Access: 
Public
Fidium Finanz (Case C-452/04) - Arrest

Fidium Finanz (Case C-452/04) - Arrest

Fidum finanz (HvJ 03-10-2006, Zaak C-452/04)

Relevante artikelen

Artikelen 49 en 56 EG-verdrag

Casus

Fidium finanz is een vennootschap waarvan de zetel en het hoofdbestuur gevestigd zijn in St. Gallen, Zwitserland. Zij verstrekt kredieten aan buiten Zwitserland gevestigde cliënten. Het gaat vooral om in Duitsland wonende personen, zo’n 90% van de verstrekte kredieten gaat naar Duitsland. De kredieten worden via een vanuit Zwitserland beheerde website aangeboden. Fidum finanz beschikt echter niet over een vergunning om in Duitsland banktransacties en financiële diensten te verrichten. Fidium Finanz vindt dit de vrijheid van kapitaal, als bedoeld in artikel 56 EG-verdrag beperkt. Het gerecht in Frankfurt stelt voor uitlegging van dit artikel prejudiciële vragen aan het Hof.

Uitspraak

Met het verzoek dient de rechter te beantwoorden of het bedrijfsmatig verstrekken van kredieten een dienstverrichting is, en of die activiteit onder artikel 49 en volgende en/of binnen de werkingssfeer van de artikelen 56

.........Read more
Access: 
Public
Foto-Fost/Hauptzollamt Lübeck-Ost - Arrest

Foto-Fost/Hauptzollamt Lübeck-Ost - Arrest

 

Foto-frost (HvJ 22-10-1987, zaak 314/85)

Onderwerp

Toetsing van geldigheid van een vordering/beschikking van de Commissie door nationale rechter. Betreffende de navordering van In- of uitvoerrechten, art. 5 EEG-verdrag.

Casus

Foto-frost, een Duits bedrijf in fotomateriaal, werd bij beschikking door de commissie nagevorderd voor de betaling van invoerrechten van oorspronkelijk uit Duitsland afkomstige goederen, maar ingevoerd via vestigingen uit derde landen. Art. 5 lid 2 van de in casu belangrijke verordening geeft 3 voorwaarden waaraan de bevoegde autoriteiten van een navordering kunnen afzien. De Duitse rechter vraagt zich af of hij bevoegd is de ongeldigheid van de beschikking van de commissie vast te stellen. Wanneer hij niet bevoegd is dit te doen, is de beschikking

.........Read more
Access: 
Public
Foto Frost (Case 314/85) - Arrest

Foto Frost (Case 314/85) - Arrest

Foto Frost (HvJ 22-10-1987, Zaak 314/85)

Casus

Fotofrost, een bedrijf dat zich bezighoudt met de in- en uitvoer van fotografische artikelen, is gevestigd in de BRD. De prismakijkers van Fotofrost, afkomstig uit de DDR, moesten ingevoerd worden in de BRD. Op een gegeven moment kreeg Fotofrost een navordering van invoerrechten ten aanzien van die prismakijkers. Omdat de goederen oorspronkelijk uit de DDR kwamen, had de douane ze aanvankelijk ingeklaard met vrijstelling van invoerrechten. Na een controle was Hauptzollamt Lübeck-Ost van oordeel dat Fotofrost wel invoerrechten aan de douane was verschuldigd. Aangezien Fotofrost voldeed aan de voorwaarden van artikel 5 lid 2 Verordening nr. 1697/79, hoefde de bevoegde autoriteit niet over te gaan tot navordering van het bedrag, gezien het hier ging om een vergissing van de douane die de belastingschuldige zelf redelijkerwijs niet kon ontdekken en hij dus te goeder trouw heeft gehandeld. Gezien het feit dat Fotofrost

.........Read more
Access: 
Public
Francovich (Cases C-6/90 & 9/90) - Arrest

Francovich (Cases C-6/90 & 9/90) - Arrest

Francovich (HvJ 19-11-1991, Zaken C-6/90 & 9/90)

Casus

De zaak betreft de niet-omzetting van richtlijn 80/987 door Italië. Deze harmonisatierichtlijn beoogt werknemers te beschermen in geval van insolventie van hun werkgever. De lidstaten zijn verplicht om onvervulde aanspraken van werknemers uit hun arbeidsovereenkomst door waarborgfondsen te honoreren. Wegens niet-nakoming van deze verplichting heeft het Hof de Italiaanse staat bij arrest van 2 februari 1989 veroordeeld. Italië had verkozen deze uitspraak te negeren (daarmee tevens inbreuk op art 171 EEG). In twee afzonderlijke procedures stelden Francovich en Bonifaci bij de pretura beroep in tegen de Italiaanse staat.
 
De twee prejudiciële procedures werden door het Hof samengevoegd. De belangrijkste prejudiciële vraag stelt twee kwesties aan de orde: directe werking van de onderhavige richtlijn en aansprakelijkheid voor non-implementatie.

Directe werking van de richtlijn werd afgewezen. Wil een richtlijn directe werking hebben, d.w.z. willen individuen subjectieve rechten voor de

.........Read more
Access: 
Public
Fratelli Costanzo (Case C-103/88) - Arrest

Fratelli Costanzo (Case C-103/88) - Arrest

Fratelli Constanzo (HvJ 22-06-1989, Zaak C-103/88)

Relevante artikelen

Artikel 29 lid 5 van richtlijn 71/305/EEG van de Raad

Casus

In dit arrest gaat het om de vierde vraag. Met de vierde vraag moet worden beantwoord of een overheidsinstantie, daarmee ook bedoeld een gemeentelijke instantie, evenals de nationale rechter, verplicht is om artikel 29 lid 5 van richtlijn 71/305/EEG van de Raad toe te passen en bepalingen van nationaal recht die daarmee niet verenigbaar zijn, buiten toepassing te laten.

Uitspraak

In eerdere uitspraken heeft het Hof genoemd dat in alle gevallen dat wanneer de bepalingen van een richtlijn inhoudelijk gezien onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig zijn, particulieren zich voor de nationale rechter op die bepalingen kunnen beroepen tegenover de Staat. Wanneer er door de staat is verzuimd de richtlijn binnen de juiste termijn om te zetten naar nationaal recht of dit op een onjuiste wijze is gedaan. In de hiervoor

.........Read more
Access: 
Public
Geraets-Smits en Peerbooms (Case C-157/99) - Arrest

Geraets-Smits en Peerbooms (Case C-157/99) - Arrest

Geraets-Smits en Peerbooms (HvJ 12-07-2001, Zaak C-157/99)

Relevante artikelen

Artikel 59 EEG-verdrag.

Casus

Het gaat om Smits en Peerbooms. Smits lijdt aan de ziekte van Parkinson. Zij vroeg het VGZ een vergoeding voor de kosten die zij had gemaakt bij een kliniek in Duitsland. Het VGZ deelt mevrouw Smits mee dat haar geen vergoeding toekomst op grond van de ZFW. Volgens het VGZ zijn er in Nederland prima behandeling en was er geen noodzaak om naar Duitsland te gaan. Peerbooms is na een ongeval in coma geraakt, na enige tijd is hij in vegetatieve toestand opgenomen in een Kliniek in Oostenrijk. Hij ondergaat daar een behandeling die hij in Nederland niet had kunnen ondergaan, omdat deze hier slechts experimenteel is. De neuroloog vraagt vergoeding van de kosten van het CZ, deze wijst de aanvraag af omdat er in Nederland adequate behandelingen voor handen zijn.

De rechtbank Roermond stelt

.........Read more
Access: 
Public
Gebhard (Case C-55/94) - Arrest

Gebhard (Case C-55/94) - Arrest

Gebhard (HvJ 30-11-1995, zaak C-55/94)

Onderwerp

Onderscheid vestiging en diensten, ‘rule of reason’.

Relevante artikelen

In dit arrest staan art. 49 en 57 VWEU centraal.

Casus

Gebhard is een advocaat met de Duitse nationaliteit en mocht zich Rechtsanwalt noemen.

Hij oefent zijn beroepsactiviteit uit in Italië, eerst als advocaat in een advocatenkantoor en daarna in zijn eigen kantoor. Met betrekking tot zijn eigen kantoor wordt hem verweten dat hij zich onterecht als ‘avvocato’ heeft uitgegeven. Hij staat namelijk niet ingeschreven bij de Consiglio dell’ Ordine. Gebrard verzoekt vervolgens om deze inschrijving, nu hij een beroepsstage van 10 jaar in Italië heeft gelopen en hij ook daadwerkelijk een diploma heeft, maar hier wordt formeel niet over geoordeeld. Gebhard wordt geschorst. Tegen deze beide besluiten stelt hij beroep in. In deze procedure rijzen een aantal prejudiciële vragen die worden voorgelegd aan het Hof.

Rechtsvraag

Wat is het onderscheid tussen het

.........Read more
Access: 
Public
Gevoegde zaken C‑340/14 en C‑341/14, Trijber en Harmsen - Arrest

Gevoegde zaken C‑340/14 en C‑341/14, Trijber en Harmsen - Arrest

HvJ gevoegde zaken C‑340/14 en C‑341/14, Trijber en Harmsen ECLI:EU:C:2015:641

I.c. gaat het om twee gevoegde zaken waarin de Raad van State aan het Europees Hof van Justitie gevraagd heeft om verduidelijking van de Europese Dienstenrichtlijn (2006/123/EG).

C-340/14 Trijber (rederij)

Trijber is eigenaar van een boot, een open sloep aangedreven door een elektromotor, waarmee maximaal 34 personen kunnen worden vervoerd. Hij heeft bij de gemeente Amsterdam een vergunning gevraagd voor passagiersvervoer (rondleidingen/pleziervaart) over water. De vergunning wordt geweigerd. Volgens het Amsterdamse College van B&W is er volgens het volumebeleid namelijk maar een beperkt aantal vergunningen te verstrekken hiervoor en was de aanvraag van de betreffende rederij gedaan buiten de uitgifteronde van de beschikbare exploitatievergunningen.

Uitspraak HvJ

Het Hof concludeert dat de vergunningen niet voor onbepaalde tijd kunnen worden verleend wanneer het aantal beschikbare vergunningen beperkt is. Deze beperking is legitiem door dwingende reden van algemeen belang, namelijk de

.........Read more
Access: 
Public
Golden Shares KPN en TPG (Cases C-282/04 & C-283/04) - Arrest

Golden Shares KPN en TPG (Cases C-282/04 & C-283/04) - Arrest

Golden Shares KPN en TPG (Commissie tegen Nederland) (HvJEG 28-09-2006, Zaken C-282/04 en C-283/04)

Onderwerp

Strijd met het vrije verkeer van kapitaal en vestiging, door bijzondere aandelen in KPN en TPG te handhaven.

Casus

Volgens de Commissie zijn de bijzondere aandelen een beperking van het vrij verkeer in kapitaal ex art. 56 lid 1 EG. De speciale rechten welke aan de aandelen zijn verbonden, zijn volgens haar onevenredig.

Volgens de Nederlandse regering vormen de aandelen in kwestie geen belemmering voor het vrij kapitaalverkeer, omdat zij niet vallen onder ‘staatsmaatregelen’ als in art. 56 lid 1 EG, omdat ze geen invloed hebben op het verkrijgen van aandelen in die vennootschappen, omdat zij investeerders of investeringen niet ontmoedigt. M.b.t. het bijzondere aandeel in TPG wordt aangevoerd dat dit een dwingende reden van algemeen belang is, omdat het gaat om een universele postdienst.

Het Hof

Art. 56 lid 1 EG verbiedt

.........Read more
Access: 
Public
Gourmet (Case C-405/98) - Arrest

Gourmet (Case C-405/98) - Arrest

Gourmet (HvJ 08-03-2001, Zaak C-405/98)

Het is op basis van Zweedse regelgeving verboden in tijdschriften te adverteren voor alcoholhoudende dranken (>2,25% alcohol). Op grond van deze regelgeving stelde de KO een vordering in tegen Gourmet, omdat zij in haar blad had geadverteerd voor whiskey en rode wijn.

Hof

Er werden prejudiciële vragen gesteld, waarmee werd gevraagd of de verdragsbepalingen m.b.t. het vrije verkeer van goederen in de weg staan aan een verbod op reclame voor alcoholhoudende dranken. De nadelige invloed van het reclameverbod op de verkoop van alcoholhoudende dranken is toegegeven door de KO en de regeringen, omdat de Zweedse regelgeving de alcoholconsumptie wil verminderen.
De KO en de regeringen stellen dat in dit geval niet aan de voorwaarden van het arrest Keck is voldaan, zodat er geen sprake is van belemmering voor de handel tussen de lidstaten.
Wanneer nationale bepalingen de toegang tot de markt

.........Read more
Access: 
Public
Grad (Case 9/70) - Arrest

Grad (Case 9/70) - Arrest

Grad (HvJ 06-10-1970, Case 9/70)

Niet slechts verordeningen, maar ook richtlijnen en beschikkingen kunnen rechtstreekse werking hebben. Artikel 249 EG sluit dat niet uit.

Het is in strijd met de dwingende werking die in artikel 249 EG aan een beschikking wordt toegekend, indien in beginsel wordt uitgesloten dat een daarbij opgelegde verplichting kan worden ingeroepen door personen op wie zij betrekking heeft. De werking van een beschikking is niet identiek aan een verordening, maar dat neemt niet weg dat het resultaat, het op een beschikking in rechte een beroep kunnen doen, hetzelfde kan zijn als dat waartoe een rechtstreeks toepasselijke bepaling van een verordening leidt. In ieder afzonderlijk geval zal aan de hand van de aard, opzet en bewoordingen van het voorschrift moeten worden bepaald of er rechtstreekse werking toekomt.

 

Access: 
Public
Graf (Case C-190/98) - Arrest

Graf (Case C-190/98) - Arrest

Graf (HvJ 27-01-2000, Zaak C-190/98)

Relevant artikel

Artikel 48 EG-verdrag

Casus

Het gaat om een geschil tussen Graf, Duits onderdaan en een bedrijf gevestigd in Wels, Oostenrijk. Het gaat om de weigering van een ontslagvergoeding, het bedrijf wil deze niet uitkeren nu Graf zijn arbeidsovereenkomst beëindigde om in Duitsland te gaan werken. Het werd ook voor de rechtbank afgewezen omdat twee maand salaris niet van dien aard is dat het vrije verkeer van werknemers erdoor wordt belemmerd. Door het Hof moet beantwoord worden of artikel 48 EG verdrag eraan in de weg een nationale regeling volgens welke een werknemer die onderdaan is van een lidstaat, bij beëindiging van zijn dienstbetrekking geen recht heeft op een ontslagvergoeding om de enkele reden dat hij die dienstbetrekking zelf door opzegging heeft beëindigd om in een andere lidstaat in loondienst te gaan werken.

Uitspraak

Het Hof is van mening dat een regeling

.........Read more
Access: 
Public
Groupement des Cartes Bancaires (Case C-67/13) - Arrest

Groupement des Cartes Bancaires (Case C-67/13) - Arrest

Groupement des Cartes Bancaires (HvJ 11-09-2014, Zaak C-67/13)

Rechtsoverwegingen

Ro. 79 en 79.

Uitspraak

Volgens de Commissie waren de vergoedings- en tariefregelingen omtrent uitgifte betaalkaarten bewust in het voordeel van de grote banken en in het nadeel van nieuwe toetreders. De samenwerking tussen de belangrijkste Franse banken was in strijd met het kartelverbod.

Er is alleen sprake van een overtreding van een kartelverbod indien uit een eerste analyse blijkt dat een afspraak tussen ondernemingen de concurrentie in voldoende mate verstoort. Is hier geen blijk van, dan moeten de gevolgen van de afspraak eerst grondig worden onderzocht.

Een strekkingsbeding kan dan ook niet zomaar zonder nader onderzoek worden aangenomen.

Behalve dat een gedraging negatieve gevolgen voor de concurrentie “kan hebben” (T-Mobile), is voortaan vereist dat de gedraging de concurrentie in voldoende mate (lees: merkbaar) verstoort. Strekkingsbedingen die dan ook niet “merkbaar” zijn in de markt, blijven buiten het kartelverbod.

.........Read more
Access: 
Public
Grzelczyk (Case C-184/99) - Arrest

Grzelczyk (Case C-184/99) - Arrest

Grzelczyk (HvJ 20-09-2001, Zaak C-184/99)

Casus

In deze zaak was een geding tussen Rudy Grzelczyk en het Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn te Ottignies-Louvain-la-Neuve (hierna: OCMW) aanhangig bij de Arbeidsrechtbank te Nijvel (België). De rechtbank heeft het Hof op basis van art. 234 EG, twee prejudiciële vragen gesteld over de uitleg van art. 6, 8 en 8 A EG-Verdrag (thans, na wijziging, art. 12 EG, 17 EG en 18 EG) en van richtlijn 93/96/EEG van de Raad van 29 oktober 1993 inzake het verblijfsrecht voor studenten.

Grzelczyk heeft de Franse nationaliteit en begon in 1995 aan een universitaire studie lichamelijke opvoeding aan de Université Catholique de Louvain-la-Neuve in België, waar hij sindsdien verblijft. Tijdens de eerste drie jaar van zijn studie droeg hij zelf zijn kosten van levensonderhoud en woon- en studiekosten, door verschillende kleine werkzaamheden in loondienst uit te oefenen en met aangepaste betalingsvoorwaarden. Aan het begin

.........Read more
Access: 
Public
Hansestadt Lübeck (Case C-524/14) - Arrest

Hansestadt Lübeck (Case C-524/14) - Arrest

Hansestadt Lübeck (HvJ 21-12-2016, Zaak C-524/14)

Feiten

I.c. gaat het om een zaak tussen de Europese Commissie tegen Hansestadt Lübeck over vermeende staatsteun. De luchthaven van Lübeck werd tot eind 2012 geëxploiteerd door Flughafen Lübeck GmbH. Dit was tot eind 2005 voor 100% in handen van de stad Lübeck. Hierna is het een periode mede in handen geweest van een Nieuw-Zeelandse onderneming. De luchthaven van Lübeck is later verkocht aan een ander bedrijf.

De stad was dus aanvankelijk eigenaar van de luchthaven. Echter na de privatisering van deze luchthaven is het risico gelopen dat een nationale rechter de terugvordering gelast van de steun die was verleend tijdens de periode waarin die overheidsinstantie de onderneming bezat die eigenaar was van de luchthaven.

In de loop van 2007 heeft de Commissie een onderzoeksprocedure geïnitieerd. Omdat er mogelijkerwijs sprake was geweest van staatssteun (art. 107 lid 1 VWEU) waardoor de onderzoeksprocedure

.........Read more
Access: 
Public
Höfner en Elser - HvJ EU - 1991 - Arrest

Höfner en Elser - HvJ EU - 1991 - Arrest

Onderwerp

Mededingingsrecht, overheidsmaatregelen en diensten van algemeen economisch belang.

Relevante wetsartikelen en beginselen

Artt. 7, 55, 56, 59, 60, 66, 86, en 90 EEG-Verdrag. Mededinging, vrij verkeer van diensten.

Casus

Höfner en Elser zijn medewerkers van de personeelsafdeling van een Duits bedrijf. Zij krijgen hiervoor een honorarium. Dit honorarium vormde een vergoeding voor de werving en selectie voor het hoofd van de verkoopafdeling, waartoe Höfner en Elser zich hadden verplicht. De Bundesanstalt is het orgaan dat ervoor moet zorgen dat de werkgelegenheid verbeterd wordt en de economische groei wordt bevorderd. De Bundesanstalt heeft hierbij een exclusief recht tot arbeidsbemiddeling,

.........Read more
Access: 
Public
Humanplasma GmbH tegen Oostenrijk (Case C-421/09) - Arrest

Humanplasma GmbH tegen Oostenrijk (Case C-421/09) - Arrest

Humanplasma GmbH tegen Oostenrijk (HvJ 09-12-2010, Zaak C-421/09)

Casus

In deze zaak is het volgende aan de orde. Oostenrijk heeft een nationale regeling die de invoer en het in de handel brengen van bloed en bloedbestanddelen verbiedt die zijn verkregen uit bloeddonaties waarvoor een vergoeding is betaald. De grond voor problemen in deze zaak was dat ook Oostenrijk ook bloeddonaties tegenhield voor welke een onkostenvergoeding was betaald (zoals vervoer en tijdens de transfusie geven van kleine versnaperingen). In sommige landen wordt wel degelijk een onkostenvergoeding betaald. Humanplasma GmbH, die inderdaad een vergoeding betaalt, maakt bezwaar tegen de nationale regeling. De regeling belemmert de intracommunautaire handel op een niet te rechtvaardigen wijze. 

Rechtsvraag

Het Hof van Justitie krijgt de vraag of een dergelijke regeling in strijd is met artikel 28 en artikel 30 EG. 

HvJ

Vast staat dat een regeling zoals in deze zaak aan de orde de intracommunautaire handel kan

.........Read more
Access: 
Public
Humblot (Case C-112/84) - Arrest

Humblot (Case C-112/84) - Arrest

Humblot (HvJ EG, 09-05-1985, C-112/84)

Onderwerp

Europees recht. Discriminatie op grond van ingevoerde en nationale motorrijtuigen. Moet artikel 95 EEG-Verdrag zo worden uitgelegd dat het in de weg staat aan de heffing van een specifieke belasting?

Relevante wetsartikelen en beginselen

Art. 95 EEG-Verdrag, nondiscriminatiebeginsel.

Casus

In Frankrijk zijn er twee verschillende motorrijtuigenbelastingen. De eerste wordt geheven op motorrijtuigen met een fiscaal vermogen van 16 pk of minder. De tweede wordt geheven op motorrijtuigen met een fiscaal vermogen van meer dan 16 pk. De eerste belasting heeft een progressief tarief dat gelijkmatig stijgt naar mate van het vermogen van het motorrijtuig. De tweede belasting heeft een vast tarief, maar dit ligt aanzienlijk hoger dan dat van de eerste belasting. In 1981 kocht belanghebbende (de heer Humblot) een motorrijtuig met een fiscaal vermogen van 36 pk. Hierover moest hij 5000 Franse francs belasting betalen. Na betaling vorderde Humblot het verschil

.........Read more
Access: 
Public
HvJ EU 15 oktober 1987, C-222/86 (Heylens) - Arrest

HvJ EU 15 oktober 1987, C-222/86 (Heylens) - Arrest

HvJ EU 15 oktober 1987, C-222/86 (Heylens) - Arrest

Onderwerp

Kwaliteit van nationale rechtsgangen

Relevante wetsartikelen en beginselen

Artikel 48 EEG-Verdrag, vrij verkeer van werknemers.

Casus

In Frankrijk is er een diploma nodig voor de toegang tot het beroep voetbaltrainer. Dit kan gaan om een binnenlands diploma van voetbaltrainer of een gelijkwaardig erkend buitenlands diploma. Heylens woont in België en bezit een Belgisch diploma van voetbaltrainer. Een Franse voetbalclub werft hem aan als trainer. Zijn Belgische diploma werd door Frankrijk om niet-gemotiveerde redenen niet erkend. Aangezien Heylens het beroep van voetbaltrainer bleef uitvoeren werd hij voor het gerecht gedaagd. Het gerecht twijfelde of een dergelijke regeling verenigbaar is met het vrije verkeer van werknemers. Daarom werd aan het HvJ EU een prejudiciële vraag voorgelegd, namelijk de vraag of een dergelijke regeling een belemmering vormt van de artikelen 48-51 van het EEG-Verdrag inzake het vrije verkeer van werknemers.

De

.........Read more
Access: 
Public
IMS Health (Case C-418/01) - Arrest

IMS Health (Case C-418/01) - Arrest

IMS Health (HvJ 01-01-2014, Zaak C-418/01)

Feiten

I.c. gaat het om een prejudiciële vraag over de uitleg van artikel 82 EG. De vraag is gerezen in een geding tussen IMS Health GmbH & Co. OHG en NDC Health GmbH & Co. betreffende het gebruik door NDC van een door IMS ontwikkelde bouwsteenstructuur voor de verstrekking van regionale verkoopgegevens inzake geneesmiddelen in Duitsland.

IMS heeft gewerkt aan een bouwsteenstructuur voor de farmaceutische industrie. Op verzoek van IMS heeft het Landgericht Frankfurt am Main, NDC verboden de structuur van bouwstenen van IMS afgeleide bouwsteenstructuur te gebruiken. In 2000 heeft NDC bij de Europese Commissie een klacht ingediend waarin zij stelde dat de weigering van IMS om haar een gebruikslicentie voor de structuur van 1860 bouwstenen te verlenen, een inbreuk op artikel 82 EG vormt. Naar aanleiding hiervan heeft de Commissie IMS gelast een licentie voor het gebruik van de structuur

.........Read more
Access: 
Public
Internationale Handelsgesellschaft (Case 11/70) - Arrest

Internationale Handelsgesellschaft (Case 11/70) - Arrest

Internationale Handelsgesellschaft (HvJ 17-12-1970, Zaak 11/70)

Het verdragsrecht vindt zijn oorsprong in een autonome rechtsbron. Wil het zijn communautaire karakter niet verliezen en de rechtsgrondslag van de Gemeenschap niet in gevaar brengen, dan mag in rechte geen beroep op een hiermee strijdige nationale rechtsregel worden gedaan. Zelfs als een handeling van de Gemeenschap strijdt met de grondrechten die in een land (lidstaat) gelden, doet dit aan de rechtsgeldigheid niet af.

 

Access: 
Public
Inuit Tapiriit Kanatami (Case T-312/14) - Arrest

Inuit Tapiriit Kanatami (Case T-312/14) - Arrest

Inuit Tapiriit Kanatami (HvJ 03-10-2013, Zaak T-312/14)

Relevant artikel

Artikel 263 VWEU

Casus

Het gaat in deze zaak om specifieke clausules in een verordening die de invoer en verkoop van zeehondenproducten stopt, de specifieke clausules moeten worden geïnterpreteerd. In de verordening zijn specifieke uitzonderingen opgenomen die gaan over de producten die voortkomen uit traditionele jacht van de inheemse volkeren. De zeehondenjagers vinden de uitzonderingen nog steeds te belemmerend, zij zijn van mening dat zij hierdoor amper kunnen voorzien in hun levensonderhoud. Zij starten een beroep tot nietigverklaring van de clausules. De vraag is of de zeehondenjagers ontvankelijk zijn in het kader van artikel 263 VWEU. Om die vraag te beantwoorden moet er eerst gekeken worden of er sprake is van regelgevingshandhaving, zoals bedoeld in de vierde alinea van artikel 263 VWEU.

Uitspraak

Er moet worden geconcludeerd dat het doel van de bepaling is om een beroepsmogelijkheid te scheppen

.........Read more
Access: 
Public
Irish Beef (Case C-209/07) - Arrest

Irish Beef (Case C-209/07) - Arrest

Irish Beef (HvJ 20-10-2008, Zaak C-209/07)

Relevant artikel

Artikel 81 EG-verdrag

Casus

In 1998 werd er een rapport naar buiten gebracht over de rundvleessector, dezelfde conclusies werden in 1999 bevestigd door een ingestelde werkgroep van het ministerie van landbouw en voedselvoorziening. In overeenstemming met deze conclusies hebben de tien belangrijkste verwerkers het BIDS opgericht. BIDS heeft een ontwerprationalisatieplan voorbereid waar onder meer in staat dat de verwerkingscapaciteit moet worden verlaagd met ongeveer 25%. BIDS wilde deze doelstellingen verwezenlijken door overeenkomsten die tussen de ondernemingen die de markt moeten verlaten en ondernemingen die op de markt zullen blijven. De vraag is of een dergelijke overeenkomst in strijd is met artikel 81 EG-verdrag.

Uitspraak

De vraag die moet worden beantwoord is of een dergelijke overeenkomst vanuit artikel 81 lid 1 EG-verdrag aanzienlijke gevolgen kan hebben voor het handelsverkeer tussen lidstaten en moet een dergelijke afspraak dan worden beschouwd als daartoe

.........Read more
Access: 
Public
Italiaanse aanhangwagens (Case C-110/05) - Arrest

Italiaanse aanhangwagens (Case C-110/05) - Arrest

 

Commissie tegen Italië (HvJ 10-02-2009, zaak C-110/05)

Onderwerp

Maatregelen van gelijke werking als kwantitatieve invoerbeperkingen. Het gevolg de niet naleving van artikel 34 VWEU (28 EG oud).

Casus

Italië heeft een wet opgenomen in de Wegenverkeerswet waarin het verboden wordt om met een motorfiets een aanhanger te trekken en daarmee deel te nemen aan het verkeer. De commissie van de gemeenschap stelt dat dit een niet-nakoming is van art. 28 EG-verdrag. Het zou namelijk het gebruik van speciaal voor bromfietsen geproduceerde aanhangers verbieden, dit is een belemmering van de interne markt, namelijk het vrije verkeer van goederen. Italië rechtvaardigt deze wet door te stellen dat het een algemeen belang dient, namelijk de verkeersveiligheid.

.........Read more
Access: 
Public
Jany (Case C-268/99) - Arrest

Jany (Case C-268/99) - Arrest

Jany (HvJ 20-10-2001, Zaak C-268/99)

Relevante artikelen

Artikelen 59 en 60 EEG-verdrag.

Casus

Het gaat om zes verzoekers, waaronder Jany, die zich in Nederland hebben gevestigd op basis van de vreemdelingenwet. Zij werken alle zes als raamprostituees in Amsterdam. Ze hebben alle zes verblijfsvergunningen aangevraagd met als doel het verrichten van arbeid als zelfstandige prostituees. De aanvragen zijn door de staatssecretaris afgewezen. Zij hebben bezwaar ingediend en deze zijn ongegrond verklaard omdat prostitutie een verboden activiteit is thans geen maatschappelijke aanvaarde vorm van arbeid en het daarom niet kan worden beschouwd als regelmatige arbeid of als vrij beroep. Mag een dergelijk besluit hierop berusten?

Uitspraak

Prostitutie is niet in alle lidstaten verboden. Toch wordt het in de meeste lidstaten geduld en zelfs gereglementeerd, ook in Nederland. In die omstandigheden mogen autoriteiten niet op grond van de moeilijkheden die zij  ondervinden definitief aannemen dat elke activiteit van dien aard

.........Read more
Access: 
Public
Janecek (Case C-237/07) - Arrest

Janecek (Case C-237/07) - Arrest

Janecek (HvJ 25-07-2008, Zaak C-237/07)

Het gaat in dit arrest om een prejudiciële beslissing naar aanleiding van een voor de Duitse rechter verschenen zaak. In deze zaak wil een particulier, de heer Janecek, de lokale overheid aan een vastgestelde richtlijn houden.  De Duitse rechter weet niet of dit mogelijk is en vraagt hulp aan het Europees Hof van justitie.

De heer Janecek woont in een drukke straat in Duitsland waar de bij richtlijn bepaalde maximaal toegestane uitstoot van fijnstof ruim wordt overschreden. In richtlijn 96/62/EG wordt bepaald dat de lidstaten actieplannen moeten opstellen om de overschrijding van de uitstoot maxima te voorkomen. De vraag is nu of de richtlijn een subjectief recht toekent aan derden wiens gezondheidstoestand wordt aangetast, en zo ja of die derde dan recht heeft op een actieplan waarin op korte termijn maatregelen worden getroffen om te zorgen dat de maxima strikt in acht worden

.........Read more
Access: 
Public
Jego-Quere (Case C-263/02P) - Arrest

Jego-Quere (Case C-263/02P) - Arrest

Jego-Quere (HvJ 01-04-2004, zaak C-263/02P)

Feiten

Jégo-Quéré was een Frans vissersbedrijf dat ten zuiden van Ierland op wijting viste. De Europese Commissie nam in 2001 een verordening aan waarin voor de vangst in bepaalde gebieden de minimummaaswijdte van de visnetten werd vastgesteld. Omdat de visnetten van Jégo-Quéré niet aan deze minimumwijdte voldeden, werd het bedrijf aanzienlijk gedupeerd.
Jégo-Quéré vocht de verordening aan bij het Gerecht, door zich te beroepen op de vernietigingsactie van artikel 230 EG-Verdrag. Dit artikel geeft particulieren niet de mogelijkheid een verordening te kunnen aanvechten. Het Gerecht was echter, op grond van een redenering waarin het recht op toegang tot de rechter een belangrijke rol speelde, wel bereid de zaak te behandelen. Omdat de Commissie het hiermee niet eens was, legde het de zaak in een hogere voorziening voor aan het Hof van Justitie.

Hof van Justitie

Het Hof stelde het volgende “De voorwaarde

.........Read more
Access: 
Public
Josemans (Case C-137/09) - Arrest

Josemans (Case C-137/09) - Arrest

Josemans (HvJ 16-12-2010, Case C-137/09)

Onderwerp

Discriminatie

Casus

Josemans is de eigenaar van de coffeeshop 'Easy Going' in Maastricht. Om drugstoerisme tegen te gaan is er een APV in werking gesteld die het verbied om aan niet Nederlanders drugs te verkopen. Het blijkt dat Josemans dit toch doet en de coffeeshop wordt gesloten. Meneer Josemans gaat hier tegenin en procedeert tot aan de Raad van State met het argument dat het verbod om drugs aan niet-Nederlanders te verkopen indirecte discriminatie is.

De Raad van State besluit prejudiciële vragen te stellen aan het Europese hof. Een van deze vragen is onder andere of deze zaak überhaupt onder het verdrag valt en zo ja of hier sprake is van discriminatie.

Rechtsgang

European Court of Justice: Het begint ermee dat hoewel het belangrijkste verkooppunt van een coffeeshop drugs is er ook non-alcoholische dranken en eten wordt verkocht. Deze verkopen worden gezien

.........Read more
Access: 
Public
Keck - HvJ EU - 1993 - Arrest

Keck - HvJ EU - 1993 - Arrest

 

Onderwerp

Verkoopmodaliteiten, maatregel van gelijke werking.

Relevant artikel

Dit arrest draait om art. 34 VWEU.

Casus

Keck en Mitouard staan terecht omdat zij kun producten verkopen tegen een lagere prijs, dan hun daadwerkelijke inkoopprijs. Deze wederverkoop met verlies wordt door de Franse wet verboden. Keck en Mitouard beroepen zich echter op de vrij verkeerbepalingen uit het Werkingsverdrag. Deze situatie heeft aanleiding gegeven tot het stellen van een prejudiciële vraag aan het Hof.

Rechtsvraag

Moet de betreffende Franse wetgeving die wederverkoop met verlies verbiedt, gezien worden als een maatregel van gelijke werking als

.........Read more
Access: 
Public
Kempter (Case C-2/06) - Arrest

Kempter (Case C-2/06) - Arrest

Kempter (HvJ 12-02-2008, Zaak C-2/06)

Kempter exporteert van 1990 tot en met 1992 runderen naar derde landen. Op grond van een toen geldende verordening nr. 3665/87 heeft Kempter uitvoerrestituties aangevraagd en ook gekregen. In 1995 zijn een aantal van de uitgegeven restituties terug gevorderd, omdat een aantal runderen het derde land niet levend hadden bereikt. Kempter ging hiertegen in beroep, maar deed geen beroep op het gemeenschapsrecht. Zijn beroep werd dan ook afgewezen. Ook het hoger beroep werd afgewezen, zodat de beslissing van de terugvorderrestituties vast stond.
21 maanden na het besluit verzoekt Kempter de zaak nog een keer te onderzoeken en het besluit te wijzigen door een in die tussentijd gewezen arrest. Naar aanleiding van deze zaak worden prejudiciële vragen gesteld.

Ten eerste de vraag: vereisen het heronderzoek en de intrekking van een definitief geworden bestuursbesluit, om rekening te houden met de uitlegging die het Hof

.........Read more
Access: 
Public
Köbler (Case C-224/01) - Arrest

Köbler (Case C-224/01) - Arrest

Köbler (HvJ 30-09-2003, Zaak C-224/01)

Casus

Köbler meent, als gewoon hoogleraar in Oostenrijk, recht te hebben op een bijzondere anciënniteittoelage, welke wordt toegekend na vier jaar de anciënniteittoelage te hebben ontvangen en 15 jaar de functie van hoogleraar te hebben vervuld aan Oostenrijkse universiteiten of hogescholen.

Köbler meent dat de regel van 15 jaar dienstverband bij een Oostenrijkse universiteit een ongerechtvaardigde discriminatie oplevert. Köbler meent aanspraak te maken op de bijzondere anciënniteittoelage, aangezien hij de vereiste 15 jaar dienstverband wel heeft verricht indien de jaren diensttijd aan universiteiten van andere lidstaten werden meegeteld.

Het Verwaltungsgerichtshof stelt een prejudiciële vraag. In de tussentijd wees het Hof een ander arrest met een beslissing die positief uitviel voor Köbler. Echter het Verwaltungsgerichtshof verwierp, in strijd met deze uitkomst, het beroep van Köbler. Het Verwaltungsgerichtshof noemde als grond dat de toelage een premie voor trouwe dienst vormt die een afwijking van de

.........Read more
Access: 
Public
Kolpinghuis (Case C-80/86) - Arrest

Kolpinghuis (Case C-80/86) - Arrest

Kolpinghuis (HvJ 08-10-1987, C-80/86)        

In alle gevallen waarin de bepalingen van een richtlijn inhoudelijk gezien onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig zijn, zijn particulieren gerechtigd om hierop een beroep te doen tegenover de staat, wanneer deze       

  • hetzij verzuimt de richtlijn binnen de gestelde termijnen in nationaal recht om te zetten,
  • hetzij dit op onjuiste wijze doet.

Volgens artikel [288 VWEU] bestaat het dwingende karakter van een richtlijn – waarop de mogelijkheid om er voor de nationale rechter beroep op te doen, is gebaseerd – evenwel slechts ten aanzien van elke lidstaat waarvoor zij bestemd is; een richtlijn kan uit zichzelf geen verplichtingen aan particulieren opleggen en dat een bepaling van een richtlijn als zodanig niet voor een nationale rechterlijke instantie tegen een particulier kan worden ingeroepen.

Bij de toepassing van het nationale recht en met name van de bepalingen van een speciaal ter uitvoering van de richtlijn vastgestelde

.........Read more
Access: 
Public
Kohll v Union des caisses de maladie (Case C-158/96) - Arrest

Kohll v Union des caisses de maladie (Case C-158/96) - Arrest

Kohll v. Union des caisses de maladie (HvJ 28-04-1998, zaak C-158/96)

Relevante artikelen

Art 49 EG, art 50 EG

Casus

De Luxemburgse Kohll is verzekerd bij een Luxemburgse (staats-)verzekeringsmaatschappij. Een in Luxemburg gevestigde arts heeft de verzekeringsmaatschappij verzocht om toestemming te verlenen voor een orthodontische behandeling van Kohlls minderjarige dochter in Duitsland. Dit verzoek is afgewezen op de grond dat de voorgenomen behandeling niet spoedeisend was en ook in Luxemburg kon worden verleend.

In Luxemburg is er een regeling die bepaalt dat  verzekerden behoudens in geval van spoedeisende hulp wegens een ongeval in het buitenland of een aldaar optredende ziekte, zich uitsluitend na voorafgaande toestemming van het bevoegde sociale-zekerheidsorgaan in het buitenland mogen laten behandelen of zich mogen wenden tot een buitenlandse zorginstelling of leverancier van hulpmiddelen.

Rechtsvraag

Is deze nationale regeling in strijd met de artikelen 49 en 50?

HvJ

Het Hof blijkt ook voor het dienstenverkeer

.........Read more
Access: 
Public
Konle (Case C-302/97) - Arrest

Konle (Case C-302/97) - Arrest

Konle (HvJ 01-06-1999, Zaak C-302/97)

Relevante artikelen

Artikelen 54 en 67 EG-verdrag

Casus

Het gaat in de zaak om Oostenrijk, een land die een federale structuur heeft. Een Tiroler regeling regelde de vergunningsvereisten voor de aankoop van een stuk grond. Eén van die vereisten was dat aangetoond moest worden dat de aankoop niet zou dienen voor een verkrijging van een tweede huis. Maar Oostenrijkers werden van deze vergunningsplicht vrijgesteld. De vraag rees of deze vergunningsvereisten niet in strijd waren met de Verdragsbepalingen over de vrijheid van vestiging van EU-onderdanen.

Uitspraak

Het Hof spreekt uit dat lidstaten ervoor dienen te zorgen dat de schade die aan particulieren wordt toegebracht door schending van het Europese recht dient te worden vergoed. Ongeacht welk overheidsorgaan dit recht heeft geschonden en welk overheidsorgaan in beginsel de schade zou moeten vergoeden volgens de regels van het nationale recht die in de casus van

.........Read more
Access: 
Public
Kraaijeveld (Case C-72/95) - Arrest

Kraaijeveld (Case C-72/95) - Arrest

Kraaijeveld (HvJ 24-10-1996, Zaak C-72/95)

De Nederlandse rechter vraagt enerzijds of de artikelen 2 lid 1 en 4 lid 2 MER Richtlijn dienen te worden uitgelegd dat, indien een Lidstaat in zijn nationale uitvoeringswetgeving onjuiste specificaties of criteria als bedoelt in art. 4 lid 2 heeft vastgesteld voor een project genoemd in bijlage II, er een verplichting ingevolge art. 2 lid 1 bestaat om dit project aan een milieu-effectreportage te onderwerpen, indien deze een ‘aanzienlijk milieu-effect met name gezien de aard, omvang en ligging’ als bedoeld in lid 1 kan hebben. Het HvJEG besluit dat indien de grenzen zijn overschreden en de nationale bepalingen derhalve buiten toepassing moeten worden gelaten, de instanties van de Lidstaat binnen het kader van hun bevoegdheden alle maatregelen dienen te treffen, die nodig zijn om te verzekeren dat de projecten worden onderzocht om vast te stellen of zij aanzienlijke milieu-effecten kunnen hebben en,

.........Read more
Access: 
Public
Krantz (Case C-69/88) - Arrest

Krantz (Case C-69/88) - Arrest

Krantz (HvJ 07-03-1990, Zaak C-69/88)

Relevante artikelen

Artikel 117 EEG-verdrag, artikel 30 EEG-verdrag.

Casus

H. Krantz GmbH & Co is gevestigd in Aken (Bondsrepubliek Duitsland), dit is de ene partij, aan de andere kant staan de ontvanger der directe belastingen en de Staat der Nederlanden. Het geschil gaat over een beslag gelegd door de ontvanger op de invorderingen van ’s Rijks belastingen, gelegd op machines toebehorend aan Krantz. Deze machines zijn op afbetaling en met eigendomsvoorbehoud verkocht aan J.J. Krantz & Zoon NV, welke gevestigd is in Leiden. Krantz & Zoon heeft deze machines op hun beurt geplaatst in de fabriek van haar dochtervennootschap genaamd Vaalser Textielfabriek gevestigd in Vaals.

Krantz & Zoon en haar dochtermaatschappij zijn failliet verklaard. De ontvanger legde met het oog op de invordering van een belastingschuld van Vaalser Textielfabriek beslag op alle roerende goederen die zich in de Vaalser Textielfabriek fabriek bevonden. Krantz

.........Read more
Access: 
Public
Krizan (Case C-416/10)- Arrest

Krizan (Case C-416/10)- Arrest

Krizan (HvJ EU 15-01-2013, Zaak C-416/10)

Een nationale rechter is ex artikel 267 VWEU (ook dan) verplicht ambtshalve een prejudiciële vraag te stellen wanneer de zaak na de vernietiging van zijn eerste beslissing en terugverwijzing door de constitutionele rechter van de betrokken lidstaat aan hem wordt voorgelegd en hij op grond van een nationaal voorschrift verplicht is om bij zijn beslissing de rechtsopvatting te volgen van die constitutionele rechter:

  • het feit dat partijen in het hoofdgeding voor de verwijzende rechter geen vraag van Unierecht hebben opgeworpen, verzet zich er niet tegen dat de verwijzende rechter zich tot het Hof wendt;
  • het bestaan van een nationale procedureregel doet niet af aan de bevoegdheid van de nationale rechterlijke instanties om het Hof prejudiciële vragen te stellen wanneer zij twijfels koesteren over de uitleg van het Unierecht;
  • een regel van nationaal recht op grond waarvan het rechtsoordeel van een hogere
.........Read more
Access: 
Public
Kücükdeveci (Case C-555/07) - Arrest

Kücükdeveci (Case C-555/07) - Arrest

Kücükdeveci (HvJ 19-01-2010, Zaak C-555/07)

Casus

I.c. gaat het om mevrouw Kücükdeveci die op 4 juni 1996, als zij 18 jaar is, in dienst treedt bij Swedex. Na een dienstverband van zo’n 14 jaar wordt zij ontslagen. Het ontslag wordt aangezegd op 19 december 2006, en met toepassing van de opzegtermijn eindigt de arbeidsovereenkomst op 31 januari 2007. Swedex had het opzegtermijn uitgerekend aan de hand van § 622, lid 2 van het Burgerliches Gesetzbuch (BGB). Het BGB ging uit van een getrapte opbouw van de opzegtermijn. Hiermee werd het opzegtermijn verlengt van werknemers die langer werkzaam zijn bij een onderneming. De uitsluiting van opgebouwde dienstjaren van vóór 25 jaar is relevant voor mevrouw Kücükdeveci omdat zij door de Duitse wetgeving, ondanks haar tienjarige dienstverband, slechts één maand opzegtermijn had.

Zij gaat daarom naar de rechter en zij stelt dat het opzegtermijn minstens 4 maanden had moeten bedragen

.........Read more
Access: 
Public
Laval un Partneri (Case C-341/05) - Arrest

Laval un Partneri (Case C-341/05) - Arrest

Laval un Partneri (HvJ 18-12-2007, Zaak C-341/05)

Casus

In deze zaak betrof het de bouw van een school in Vaxholm (Zweden) door een bedrijf uit Letland; Laval un Partneri. Laval rekruteerde haar eigen werknemers in Letland, die tijdelijk ter beschikking werden gesteld voor de bouw van de school. De werknemers werden volgens een Letse cao betaald. Laval weigerde een cao met de Zweedse bond af te sluiten of tot een bestaande Zweedse cao toe te treden. Ook weigerde de onderneming de in Zweden gangbare lonen te betalen. Toen de onderhandelingen tot niets hadden geleid, zetten de Zweedse bonden Laval onder druk door middel van een blokkade van de bouwplaats. Het een en ander resulteerde in een faillissement voor de Letse bouwonderneming.

Het Europese Hof van Justitie moest hierna uitspraak doen over o.a. de vraag of en in hoeverre collectieve actie door vakbonden is toegestaan als dit een belemmering

.........Read more
Access: 
Public
Leonesio (Case 93/71) - Arrest

Leonesio (Case 93/71) - Arrest

Leonesio (HvJ 17-05-1972, Case 93/71)

Mevrouw Leonesio, boerin, had in 1970 vijf koeien laten slachten waarna zij de bevoegde autoriteiten had verzocht om toekenning van een premie. Op grond van een verordening van de EG meende zij daar recht op te hebben. Het Italiaanse ministerie van landbouw plaatste daar kanttekeningen bij. De zaak werd voorgelegd aan het Hof van Justitie.

Zijn de bepalingen van de betreffende verordeningen binnen de nationale rechtsorde rechtstreeks toepasselijk en zo ja, hebben zij ten behoeve van particulieren subjectieve rechten doen ontstaan welke de nationale rechter dient te handhaven.

Hof van Justitie

Een gemeenschapsverordening heeft rechtstreekse werking en kan als zodanig aan particulieren rechten verlenen, die de nationale rechter verplicht is te beschermen, Zodra alle in de betreffende verordeningen genoemde voorwaarden waren vervuld, hadden de boeren krachtens deze verordeningen recht op betaling van de premie door de lidstaat, welk recht door de nationale rechter

.........Read more
Access: 
Public
Luisi en Carbone (Cases 286/82 & 26/83) - Arrest

Luisi en Carbone (Cases 286/82 & 26/83) - Arrest

Luisi en Carbone (HvJ 31-01-1984, gevoegde zaken 286/82 en 26/83)

Relevante artikelen

Artikel 67 EEG-verdrag en artikel 106 EEG-verdrag

Casus

In deze zaak zijn twee zaken van Italiaanse ingezetenen gevoegd. De twee inwoners van Italie werden boetes opgelegd omdat zij deviezen (buitenlands geld) voor gebruik in het buitenland hadden gekocht voor een hogere tegenwaarde in Italiaanse lire dan op dat moment door de Italiaanse wetgeving was toegestaan. Beide betwisten zij de geldigheid van de Italiaanse regelgeving door te stellen dat de bepalingen onverenigbaar zijn met het gemeenschapsrecht.

Luisi verklaarde dat zij de deviezen had uitgevoerd in verband met een toeristische reis naar Duitsland en Frankrijk met het oog op een geneeskundige behandeling in Duitsland. Carbone verklaart dat hij de deviezen gebruikt heeft voor een toeristisch verblijf van drie maanden in Duitsland. Beide betogen ze dat de beperking op de uitvoer van deviezen, namelijk betaalmiddelen die voor toerisme of

.........Read more
Access: 
Public
Lütticke (Case 48/65) - Arrest

Lütticke (Case 48/65) - Arrest

Lütticke (I) (HvJ 01-03-1966, Zaak 48/65)

Het Hof oordeelt dat particulieren de Commissie niet kunnen dwingen door middel van beroep een verdrag inbreukprocedure te beginnen tegen een nalatige lidstaat, omdat de Commissie gedurende de administratieve fase wanneer de Commissie aan de staat een advies uitbrengt, niet verplicht is tot het verrichten van enige verbindende rechtshandelingen. Tegen niet verbindende besluiten is een beroep tot nietigheid niet ontvankelijk. Ten tweede blijkt uit artikel 232 EG verdrag een beroep wegens nalaten tegen de Commissie alleen ontvankelijk is, wanneer de betrokken instelling ook na het verstrijken van de termijn van twee maanden vanaf de dag waarop zij werd uitgenodigd tot handelen, haar standpunt nog niet heeft bepaald. De Commissie heeft een standpunt bepaald en daarmee aan haar verplichtingen voldaan en dus is een beroep wegens nalaten niet ontvankelijk.

 

Access: 
Public
Magill (Cases C-241/91 en C-242/91) - Arrest

Magill (Cases C-241/91 en C-242/91) - Arrest

Magill (HvJ 06-04-1995, Gevoegde zaken C-241/91 en C-242/91)

Casus

Ten tijde van dit arrest konden de meeste woningen in Ierland in ieder geval yes televisiezenders ontvanger. RTE1 en RTE2, verzorgd door RTE, die een wettelijk monopolie bezit op nationale radio- en televisie-uitzendingen in Ierland. In het Verenigd Koninkrijk bestaat een duopolie van BBC en IBA voor de verzorging van de nationale televisie-uitzendingen. Op het ogenblik van de feiten was op de Ierse en Noord-Ierse markt geen enkele wekelijks verschijnende alomvattende tv-gids verkrijgbaar. Elk tv-station gaf een tv-gids uit waarin uitsluitend zijn eigen programma' s werden vermeld, en maakte op grond van de Ierse en de Britse wetgeving aanspraak op auteursrechtelijke bescherming van zijn wekelijkse programmaoverzichten, teneinde publicatie ervan door derden te verhinderen. TP, RTE en BBC volgden met betrekking tot de verspreiding van hun programmaoverzichten het navolgende beleid. Zij voorzagen dagbladen en tijdschriften op aanvraag kosteloos van hun

.........Read more
Access: 
Public
Manfredi (Cases C-295-298/04) - Arrest

Manfredi (Cases C-295-298/04) - Arrest

Manfredi (HvJ 13-07-2006, Cases C-295-298/04)

Op een mededingingsregeling of ongeoorloofde praktijk zijn slechts de communautaire mededingingsregels van toepassing indien zij de handel tussen lidstaten ongunstig kan beïnvloeden. Bij de uitlegging en toepassing van deze voorwaarde betreffende de invloed op de handel tussen lidstaten, dient het uitgangspunt te zijn dat zij tot doel heeft, op het gebied van de mededingingsregels het toepassingsgebied van het gemeenschapsrecht af te bakenen ten opzichte van het recht van de lidstaten. Zo is het gemeenschapsrecht van toepassing op elke mededingingsregeling en elke gedraging die de handel tussen lidstaten ongunstig kan beïnvloeden op een wijze die schadelijk kan zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van een gemeenschappelijke markt tussen de lidstaten, in het bijzonder door afscherming van de nationale markten of door wijziging van de mededingingsstructuur op de gemeenschappelijke markt. Wil van een ongunstige beïnvloeding van de handel tussen lidstaten sprake zijn, dan moeten

.........Read more
Access: 
Public
Mangold (Case C-144/04) - Arrest

Mangold (Case C-144/04) - Arrest

Mangold (HvJ 22-11-2005, Zaak C-144/04)

Casus

De heer Mangold, toen 56 jaar, sloot in juni 2003 een arbeidsovereenkomst met advocaat Helm voor een bepaalde periode. De Duitse wetgeving stelt dat met oudere werknemers alleen arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd zijn toegestaan. Tijdens de omzettingsperiode van de richtlijn betreffende gelijke behandeling in arbeid en beroep, wijzigde men de leeftijdsgrens voor oudere werknemers van 58 naar 52 jaar.

Het gaat hier dus om een leeftijdsgrens in een Duitse wettelijke maatregel van nationaal werkgelegenheidsbeleid. Deze maatregel hield in dat geen rechtvaardiging voor een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd nodig was als deze werd gesloten met werknemers van 52 jaar en ouder. De reden voor de Duitse wetgever was verlaging van de bescherming van deze werknemers met als doel hun arbeidsparticipatie te vergroten. De heer Mangold was van mening dat zo’n verlaging van bescherming o.a. in strijd is met het verbod op discriminatie naar

.........Read more
Access: 
Public
Mars (Case C-470/93) - Arrest

Mars (Case C-470/93) - Arrest

Mars (HvJ 11-11-1993, Zaak C-470/93)

Casus

Deze casus gaat over het gebruik van een bepaalde verpakking waarin ijsrepen onder de merken Mars, Snickers, Bounty en Milky Way worden verkocht. Mars voert ijsrepen in vanuit Frankrijk, waar zij door een onderneming van het Marsconcern, Mc Lean, in een uniforme wikkel worden verpakt voor distributie in geheel Europa. Ten tijde van deze zaak werden de ijsrepen aangeboden in een verpakkingen waar de vermelding + 10 % op was aangebracht. Dit was een korte reclameactie waar de ijsrepen daadwerkelijk 10% waren vergroot. Hiertoe was besloten in het kader van een korte reclameactie die in geheel Europa werd gevoerd en waarbij de hoeveelheid van ieder product met 10 % was vergroot. Verzoekster in deze zaak stelt een vordering in om het gebruik van de vermelding "+ 10 %" in Duitsland te stoppen. Zij doet dit op basis van meerdere gronden. Ten eerste

.........Read more
Access: 
Public
Marshall (Case 152/84) - Arrest

Marshall (Case 152/84) - Arrest

Marshall (HvJ 26-02-1986, Zaak 152/84)

Een lidstaat die de door een richtlijn voorgeschreven uitvoeringsmaatregelen niet tijdig heeft getroffen, kan het feit, dat hij zijn verplichtingen voortvloeiend uit die richtlijn niet is nagekomen, niet tegenwerpen aan particulieren. Verder kan een particulier, ongeacht in welke hoedanigheid de staat optreedt, overheid of werkgever, zich op een richtlijn beroepen tegenover de staat. In beide gevallen gaat het er immers om, dat de staat geen voordeel heeft van zijn miskenning van het gemeenschapsrecht.

 

Access: 
Public
Martinez Sala, Case C-85/96 - Arrest

Martinez Sala, Case C-85/96 - Arrest

Case C-85/96 Martinez Sala, 13-05-1998

Casus

De Spaans onderdaan Martínez Sala woont sinds 1968 in Duitsland. Waar zij met bepaalde onderbrekingen verschillende werkzaamheden heeft verricht tussen 1976-1986 en ook van 12 september 1989 tot en met 24 oktober 1989. Hierna heeft zij sociale bijstand op grond van Bundessozialhilfegesetz ontvangen. Tot 19 mei 1984 kreeg zij van de bevoegde instanties vrijwel zonder onderbreking verblijfsvergunningen. Daarna heeft zij enkele verklaringen ontvangen, dat verlenging van haar verblijfsvergunning was aangevraagd. Zij kon echter op grond van het Europees Verdrag betreffende sociale en medische bijstand van 11 december 1953 niet worden uitgewezen. In januari 1993, in de periode dat zij niet over een verblijfsvergunning beschikte, verzocht Martínez Sala de Freistaat Bayern om een ouderschapsuitkering voor haar in die maand geboren kind. Dit werd afgewezen op grond van het feit dat zij geen Duits onderdaan was en niet beschikte over een vestigings- of verblijfsvergunning.

.........Read more
Access: 
Public
Mary Carpenter (Case 60/00) - Arrest

Mary Carpenter (Case 60/00) - Arrest

Mary Carpenter (HvJ 11-07-2002, Zaak 60/00)

Artikelen

Art. 49 EG, 8 lid 1 EVRM

Onderwerp

Vrij verkeer van personen

Casus

De Philipijnse Mary Carpenter is gehuwd met een Engelsman. Zij verblijft in het Verenigd Koninkrijk ook nadat haar vergunning verlopen is en zij het land moet verlaten. Nationale wetgeving bevat een bepaling, inhoudende dat een persoon die geen Brits onderdaan is uit het Verenigd Koninkrijk kan worden gezet.

Ze beroept zich op art. 49 EG. Scheiding van Mary en haar man zou schade berokkenen aan het hun toekomende recht op ´family life´, ex art. 8 lid 1 EVRM. Met het verzoek haar het land te laten verlaten wordt dus een inbreuk op dit recht gemaakt. Van uitzonderingen die gemaakt kunnen worden als het belang van de openbare orde in het geding is, is hier geen sprake.

Hof

De man van Mary is dienstverrichter in het Verenigd Koninkrijk. Hij

.........Read more
Access: 
Public
McCarthy (Case C-434/09) - Arrest

McCarthy (Case C-434/09) - Arrest

McCarthy (HvJ 05-05-2011, C-434/09)

Richtlijn 2004/38/EG (de ‘verblijfsrichtlijn’) is niet van toepassing op een Unieburger die

  • zijn recht van vrij verkeer nooit heeft uitgeoefend,
  • die altijd heeft verbleven in een lidstaat waarvan hij de nationaliteit bezit en
  • die ook de nationaliteit van een andere lidstaat bezit.

Artikel 21 VWEU is niet van toepassing op een Unieburger die

  • zijn recht van vrij verkeer nooit heeft uitgeoefend,
  • die altijd heeft verbleven in een lidstaat waarvan hij de nationaliteit bezit en
  • die ook de nationaliteit van een andere lidstaat bezit,

voor zover de situatie van deze burger niet leidt tot toepassing van maatregelen van een lidstaat die tot gevolg hebben dat hem het effectieve genot wordt ontzegd van de belangrijkste aan de status van Unieburger verbonden rechten of de uitoefening wordt belemmerd van zijn recht om vrij te reizen en te verblijven op het grondgebied van de lidstaten.  

.........Read more
Access: 
Public
Meilicke, Case C-83/91 - Arrest

Meilicke, Case C-83/91 - Arrest

Meilicke, Case C-83/91

Vermeend misbruikelijke koppelverkoop kan objectief gerechtvaardigd worden. Hier werd de koppeling geacht verder te gaan dan hetgeen noodzakelijk was en deze ertoe strekte de machtspositie te versterken door afnemers economisch nog afhankelijker te maken.

Weliswaar kan het aanvaardbaar zijn dat een onderneming met een machtspositie onder bepaalde omstandigheden met verlies verkoopt, maar niet ingeval zij op uitschakeling zijn gericht. Ofschoon het communautaire mededingingsrecht erkent dat een onderneming met een machtspositie het recht heeft om haar commerciële belangen te verdedigen, staat het geen gedragingen van die onderneming toe die juist dienen ter versterking van die machtspositie en tot misbruik ervan leiden. In het bijzonder verbiedt artikel 102 VWEU een onderneming met een machtspositie een concurrent uit te schakelen door een prijsconcurrentie die niet berust op mededinging op basis van kwaliteit.

Bij het bestaan van negatieve (semi-)brutomarges, verkregen door van de verkoopprijs de directe variabele kosten of

.........Read more
Access: 
Public
Melkpoeder (Cases 90 & 91/63) - Arrest

Melkpoeder (Cases 90 & 91/63) - Arrest

Melkpoeder (HvJ 13-11-1964, Zaken 90 & 91/63)

Het EG-verdrag beperkt zich niet tot het in het leven toepen van wederkerige verplichtingen tussen de verschillende rechtsgenoten waarop het van toepassing is, maar stelt een nieuwe rechtsorde in, die de bevoegdheden, rechten en verplichtingen van genoemde justitiabelen regelt, evenals de procedures welke tot het vaststellen en sanctioneren van eventuele verdragsschendingen moeten worden gevolgd. Verder brengt de structuur van het verdrag voor de lidstaten een verbod van eigenrichting met zich mee. Tot slot betekent het niet uitvoeren van de Raad van haar verplichtingen, geen ontheffing voor een lidstaat in de nakoming haar verplichtingen.

 

Access: 
Public
Melloni Tampere European Council (Case C-399/11) - Arrest

Melloni Tampere European Council (Case C-399/11) - Arrest

Melloni Tampere European Council (HvJ 26-02-2013, Zaak C-399/11)

Casus

Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen S. Melloni en het Spaanse Ministerio Fiscal over de tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel dat door de Italiaanse autoriteiten is uitgevaardigd ter uitvoering van de tegen hem bij verstek uitgesproken veroordeling tot een gevangenisstraf.

De verzoeker, Stefano Melloni, is een Italiaan die in 1993 in Spanje is veroordeeld tot overlevering aan Italië. Hij wordt verdacht van onregelmatigheden waarvan hij het zelf niet wist dat dit strafrechtelijk vervolgd zou kunnen worden (hij meende dat deze alleen civielrechtelijke aansprakelijkheid tot gevolg zouden hebben). Hij beloofde vrijwillig naar Italië te zullen teruggaan en werd op borgtocht vrijgelaten (voor 5 miljoen peseta’s). Hij nam echter de benen en ging niet richting Italië. Omdat hij dus was verdwenen kon hij niet aan de Italiaanse autoriteiten worden overgeleverd.
In maart 1997 is hij bij

.........Read more
Access: 
Public
Metock - Arrest

Metock - Arrest

Metock (HvJ 25 juli 2008, C-127/08, JV 2008, 291)         

Richtlijn 2004/38/EG (de ‘verblijfsrichtlijn’) staat in de weg aan een wettelijke regeling van een lidstaat die aan een persoon met de nationaliteit van een derde land die de echtgenoot is van een burger van de Unie die in die lidstaat verblijft maar niet de nationaliteit ervan bezit, de eis stelt dat hij vóór zijn komst naar de gastlidstaat legaal verblijf heeft gehouden in een andere lidstaat, om rechten te kunnen ontlenen aan de bepalingen van die richtlijn.

Artikel 3 lid 1 van Richtlijn 2004/38/EG moet zo worden uitgelegd dat      

  • een persoon met de nationaliteit van een derde land
  • die de echtgenoot is van een burger van de Unie die verblijft in een lidstaat waarvan hij niet de nationaliteit bezit en
  • die deze burger van de Unie begeleidt of zich bij hem voegt

rechten kan ontlenen aan de bepalingen

.........Read more
Access: 
Public
Metro I (Case C-26/76) - Arrest

Metro I (Case C-26/76) - Arrest

Metro 1 (HvJ 25-10-1977, Case 26/76)

De in het VWEU gestelde voorwaarde dat de mededinging niet wordt vervalst, gaat uit van het bestaan van een werkzame mededinging (‘workable competition’) op de markt, dat wil zeggen: de mate van mededinging die noodzakelijk is voor de naleving van de fundamentele vereisten en het bereiken van de doelstellingen van het VWEU, in het bijzonder de totstandbrenging van een markt met soortgelijke voorwaarden als een interne markt. Dit vereiste gaat ervan uit dat de aard en intensiteit van de mededinging kunnen variëren naar gelang van de betrokken producten of diensten en de economische structuur van de betrokken marktsectoren. Prijsconcurrentie is van groot belang en kan dan ook nooit volledig kan worden uitgeschakeld, maar is toch niet de enige doeltreffende vorm van mededinging en evenmin die vorm van mededinging waaraan onder alle omstandigheden absolute voorrang moet worden verleend.

Selectieve verkoopsystemen vallen buiten artikel

.........Read more
Access: 
Public
Michelin (Case 322/81) - Arrest

Michelin (Case 322/81) - Arrest

Michelin (HvJ 09-10-1983, Zaak 322/81)

Relevant artikel

Artikel 86 EEG-verdrag

Casus

Michelin is een in Nederland gevestigde NV die werkzaam is in de bandenindustrie. Michelin bood haar klanten een algemeen kortingssysteem gekoppeld aan het aantal banden die de klanten afnamen. Daarnaast voorzag zij in 1977 in een extra bonus gekoppeld aan het behalen van een verkoopdoel voor banden van personenauto’s. De commissie was van oordeel dat Michelin haar afnemers daarmee ongelijk van elkaar behandeld en de toegang van andere producenten op de markt beperkt. De commissie stelt dat dit een misbruik van machtspositie oplevert in de zin van artikel 86 EEG-verdrag. Michelin stelt dat zij geen machtspositie bezat en verweet de commissie dat zij de markt onjuist had afgebakend. Daarnaast werd door Michelin gesteld dat het door haar gebruikte kortingssysteem niet misleidend was.

Uitspraak

Artikel 86 verbiedt dat een onderneming misbruik maakt van een machtspositie op de gemeenschappelijke

.........Read more
Access: 
Public
Micheletti (Case C-369/90) - Arrest

Micheletti (Case C-369/90) - Arrest

Micheletti (HvJ 07-07-1992, Zaak C-369/90)

Casus

Voor afloop van die periode van zes maanden verzocht Micheletti de Spaanse autoriteiten om afgifte van een definitieve verblijfskaart voor EG-onderdanen, teneinde zich als tandarts in Spanje te kunnen vestigen. Nadat dit verzoek en vervolgens ook het administratief beroep waren afgewezen, heeft Micheletti een beroep in rechte ingesteld bij de verwijzende rechter, strekkende tot nietigverklaring van de beschikking van de administratie, tot erkenning van zijn recht op een verblijfskaart voor EG-onderdanen teneinde zich als tandarts te kunnen vestigen, en tot afgifte van een verblijfskaart voor zijn gezinsleden. 

De weigering van de Spaanse administratie was gebaseerd op artikel 9 van het Spaans burgerlijk wetboek, dat in geval van dubbele nationaliteit en indien geen van beide de Spaanse nationaliteit is, voorrang geeft aan de nationaliteit van het land waar de belanghebbende vóór zijn komst naar Spanje zijn gewone verblijfplaats had. In het geval van

.........Read more
Access: 
Public
Mickelsson en Roos (Case C-142/05) - Arrest

Mickelsson en Roos (Case C-142/05) - Arrest

Mickelsson en Roos (HvJ 04-06-2009, Zaak C-142/05)

In casu wordt een prejudiciële vraag gesteld of de artt. 34 en 36 VWEU of de pleziervaartuigenrichtlijn in de weg staan aan een Zweedse regeling over het gebruik van waterscooters. Er moet worden bekeken in hoeverre nationale bepalingen die het gebruik van producten beperken, aan art. 34 VWEU dienen te worden getoetst.
Het gaat om twee verdachten; hun wordt verweten dat zij de Zweedse waterscooterverordening hebben overtreden. Deze verordening verbiedt het gebruik van waterscooters buiten de openbare vaarwegen en de watergebieden waarvoor de plaatselijke overheidsinstantie het gebruik van waterscooters heeft toegestaan. Verder geeft dit verzoek om een prejudiciële beslissing aanleiding tot uitlegging van de informatierichtlijn.

Hof

De richtlijn was niet van toepassing toen de feiten zich hebben voorgedaan. De richtlijn staat er niet aan in de weg dat lidstaten bepalingen vaststellen over de vaart op bepaalde wateren met het oog

.........Read more
Access: 
Public
Microban - HvJ EU - 2011 - Arrest

Microban - HvJ EU - 2011 - Arrest

Relevant artikel

Artikel 263 VWEU

Casus

Deze zaak betrof een beschikking van de Commissie betreffende de niet-opneming van Triclosan in de lijst van de Europese lijst van additieven, die kunnen worden gebruikt bij de vervaardiging van kunststof materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen. Het beroep is ingesteld door twee ondernemingen die het betrokken additief gebruikten voor de vervaardiging van hun producten. Als gevolg van deze beslissing van de Commissie, is het niet langer toegestaan om Triclosan gebruik in levensmiddelen. In het kader van gedelegeerde bevoegdheden is aan het besluit van de Commissie uitvoering gegeven.

HvJ

Het Hof geeft een definitie van "rechtstreeks geraakt',

.........Read more
Access: 
Public
Microsoft (Case T-201/04) - Arrest

Microsoft (Case T-201/04) - Arrest

Microsoft (HvJ 27-06-2012, Zaak T-201/04)

Relevant artikel

Artikel 86 EEG-verdrag

Casus

De Microsoft zaak is een ingewikkelde en lange zaak, maar wel een van de belangrijkste zaken als het gaat om de ontwikkeling van het mededingingsrecht. Na ruim vijf jaar procederen concludeerde de commissie in maart 2004 dat Microsoft misbruikt had gemaakt van haar machtspositie op de markt van pc-besturingssystemen, omdat:

  • Microsoft geweigerd heeft om informatie over interoperabiliteit te verstrekken die noodzakelijk was voor haar concurrenten op de markt om effectief te kunnen concurreren.
  • Omdat Microsoft de Windows Media Player technisch koppelde aan het windowsbesturingssysteem waardoor concurrenten van de media player niet effectief konden concurreren.

Microsoft stelde bij het Hof een nietigverklaring in tegen dit besluit van de commissie.

Uitspraak & rechtsregel

Microsoft heeft geen enkel argument aangevoerd dat kan afdoen aan de gegrondheid van de vaststellingen van de commissie in de bestreden beschikking met betrekking

.........Read more
Access: 
Public
Mitteldeutsche Flughafen tegen Europese Commissie (Case C-288/11) - Arrest

Mitteldeutsche Flughafen tegen Europese Commissie (Case C-288/11) - Arrest

Mitteldeutsche Flughafen tegen Europese Commissie (HvJ 19-12-2012, zaak C-288/11)

Onderwerp

Staatsteun, begrippen ‘onderneming’ en ‘economische activiteit’

Casus

Luchthaven Leipzich wordt geëxploiteerd door Flughafen Leipzich-Halle (hierna: LFH), een dochteronderneming van Mitteldeutsche Flughafen (heirna: MF), waarvan de aandelen in handen zijn van de deelstaten Sachsen en Sachsen-Anhalt en de steden Dresden, Leipzich en Halle. Pakketbezorger DHL sloot met FLH een overeenkomst om haar vrachthub van Brussel naar Leipzig-Halle te verplaatsen. Op grond van deze overeenkomst moest FLH een nieuwe landingsbaan aanleggen die zou worden gefinancierd met een kapitaalinjectie van 350 miljoen euro door de publieke aandeelhouders van in MF en FLH. Ter zekerheid heeft de Freistaat Sachsen een patronaatsverklaring voor FLH en DHL afgegeven waarin zij de financiële levensvatbaarheid van FLH garandeert. Duitland heeft deze overeenkomst aangemeld bij de Europese Commissie. Deze besloot dat de kapitaalinjectie wel verenigbaar was met de gemeenschappelijk markt, maar dat de patronaatsverklaring en onbeperkte garanties

.........Read more
Access: 
Public
Mobistar (Case C-544/03 & C-545/03) - Arrest

Mobistar (Case C-544/03 & C-545/03) - Arrest

Mobistar (HvJ 13-07-2006, gevoegde zaken C-544/03 en C-545/03)

Relevante artikelen

Artikel 59 EG-verdrag

Casus

De gemeenteraad van Fléron (België) heeft een belastingreglement vastgesteld waarbij belasting wordt geheven over pylonen, masten en antennes voor GSM-ontvangst. De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast, pyloon of antenne. De exploitanten van mobiele telefonie in België, Belgacom en Mobistar hebben opheffing van de belastingregeling verzocht. Mobistar heeft bij de Raad van State een beroep tot nietigverklaring van het belastingreglement ingesteld.

De Belgische rechter stelt een prejudiciële vraag aan het Hof over de uitlegging van artikel 59 EG-verdrag. En of deze zo moet worden uitgelegd dat het zich er tegen verzet dat een nationale autoriteit of een plaatselijke overheid bij reglement een belasting instelt op de infrastructuur voor mobiele en persoonlijke communicatie die bij de exploitatie van de in de vergunningen en machtigen bepaalde werkzaamheden wordt gebruikt.

Uitspraak

Volgens de rechtspraak

.........Read more
Access: 
Public
Molkerei–Zentrale (Case 28/67) - Arrest

Molkerei–Zentrale (Case 28/67) - Arrest

Molkerei–Zentrale (HvJ 03-04-1968, Zaak 28/67)

Er worden twee prejudiciële vragen gesteld:

  1. Handhaaft het Hof een eerdere uitspraak met betrekking tot de interpretatie van art. 110 VWEU als zijnde het produceren van directe effecten en individuele rechten die de nationale hoven moeten beschermen?

  2. Kan art. 110 VWEU individuen het recht geven teneinde voor nationale hoven af te dwingen dat hoewel de nationale wetgeving nog niet is aangepast, zij toch hetzelfde kan worden behandeld als ware de wet is aangepast?

Hof

De doelstelling van het EEG-verdrag is een gemeenschappelijke markt in het leven te roepen. Dit impliceert dat het verdrag niet een overeenkomst is die alleen tussen de verdragsluitende staten wederkerige verbintenissen doet ontstaan. De gemeenschap is een nieuwe rechtsorde waarbij de staten hun soevereine rechten hebben beperkt. Het gemeenschapsrecht brengt voor particulieren niet slechts verplichtingen mee, maar strekt er ook toe hun rechten

.........Read more
Access: 
Public
Morgan en Bucher (Cases C-11/06 & C-12/06) - Arrest

Morgan en Bucher (Cases C-11/06 & C-12/06) - Arrest

Morgan en Bucher (HvJ 23-10-2007, Zaken C-11/06 & C-12/06)

Morgan, van oorsprong Duitse, gaat na een jaar in het Verenigd Koninkrijk als au pair te hebben gewerkt toepaste genetica studeren (in het VK). Bij de Bezirksregiering Köln vraagt zij een studietoelage aan voor die opleiding waarbij ze aangeeft dat haar studie niet in Duitsland bestaat. Omdat Morgan niet aan de in paragraaf 5 lid 2 van de betreffende wet gestelde voorwaarden zou voldoen wordt haar aanvraag afgewezen. Een van de voorwaarden was dat ze tenminste één jaar in Duitsland had moeten studeren en dat ze haar studie in het buitenland zou voortzetten.

Het tweede geval gaat over Bucher, ook van oorsprong Duits, die in Nederland ergotherapie is gaan studeren. Tot 1 juli 2003 woonde ze bij haar ouders, daarna is ze in Duitsland gaan samenwonen met een vriend en dat werd haar eerste woonplaats. Daarna ging ze naar

.........Read more
Access: 
Public
Mostaza Claro (Case 168/05) - Arrest

Mostaza Claro (Case 168/05) - Arrest

Mostaza Claro (HvJ 26-10-2006, Zaak C-168/05)

Casus

Het geschil speelt tussen mevrouw Mostaza Claro en het Centro Movil Milenium. Inhoud van het geschil gaat over de niet- nakoming van een overeenkomst inzake mobiele telefonie. Omdat in het contract was geregeld dat men gebruik zou maken van een arbitrageprocedure werd deze gestart. Hoewel Mostaza Claro inhoudelijk verweer voerde is zij niet opgekomen tegen de vermeende nietigheid van het arbitrageprocedure. Daarnaast heeft zij niet afgezien van het gebruik van de arbitrageprocedure. Uiteindelijk werd vonnis gewezen in de procedure en daartegen kwam zij op bij de burgerlijke rechter omdat zij het vonnis nietig wilde laten verklaren. Daar kreeg zij te horen dat nietigverklaring slechts mogelijk was wanneer de arbitrageovereenkomst nietig is of wanneer het vonnis in strijd is met de openbare orde. Mostaza Claro doet een beroep op Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten.

Rechtsvraag

Zorgt de richtlijn er in

.........Read more
Access: 
Public
Muñoz (Case C-253/00) - Arrest

Muñoz (Case C-253/00) - Arrest

Muñoz (HvjEG 17-09-2002, Case C-253/00)

De Engelse rechter vraagt aan het HvJEG of aan bepalingen uit Verordeningen wel rechtstreekse werking toekwam tussen twee particulieren. Volgens de bewoordingen van art. 249 tweede alinea EG heeft een verordening algemene strekking en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Het hof antwoordde dus dat de verordeningen aldus moeten worden uitgelegd dat de naleving van de bepalingen m.b.t. de kwaliteitsnormen voor groente of fruit, moet kunnen worden verzekerd in een civiel proces van een marktdeelnemer tegen een concurrent.

 

Access: 
Public
Murat Dereci (Case C-256/11) - Arrest

Murat Dereci (Case C-256/11) - Arrest

 

Murat Dereci (HvJ 15-11-2011, Zaak C-256/11)

Onderwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing - Burgerschap van de Unie - Verblijfsrecht van staatsburgers van derde landen die familielid zijn van burgers van de Unie - Weigering op grond dat recht op vrij verkeer van burger niet is uitgeoefend - Mogelijk verschil in behandeling ten opzichte van burgers van de Unie die recht op vrij verkeer hebben uitgeoefend

Casus

De vijf verzoekers, alle onderdanen van derdewereldlanden, willen wonen in Oostenrijk met zijn/haar Oostenrijkse familielid. Geen van de familieleden van verzoekers heeft zijn/haar recht op vrij verkeer binnen de Unie uitgeoefend. De aard van de familieband, de huidige woonplaats en de regelmaat van de eerste binnenkomst in Oostenrijk

.........Read more
Access: 
Public
Nold (Case 4/73) - Arrest

Nold (Case 4/73) - Arrest

Nold (HvJ 11-01-1977, Zaak 4/73)

Casus

Vennootschap J. Nold die in Darmstadt een groothandel in steenkool en bouwmaterialen exploiteert heeft een beroep in gesteld tot vernietiging van de beschikking van de Europese Commissie ter goedkeuring van een nieuwe verkoopregeling van de Ruhrkohle AG. De Ruhrkohle-verkauf GmbH is gemachtigd om de rechtstreekse levering van steenkool afhankelijk te stellen van het sluiten van tweejarige overeenkomsten inzake een af te nemen minimumhoeveelheid van 6000 ton per jaar voor de huisbrand- en kleinverbruiksector welke hoeveelheid de jaaromzet van Nold ver te boven gaat waardoor zij als handelaar niet meer zou kunnen bestaan. Het betoog van Nold komt dus in feite neer op het inroepen van een schending wegens wezenlijke vormvoorschriften en schending van het verdrag of zijn uitvoerregelingen. Ook beroept zij zich op schendingen van fundamentele rechten, omdat de beperkingen in de regeling zozeer afdoen aan haar rentabiliteit en de vrijheid van

.........Read more
Access: 
Public
O en B tegen Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel (Case C-456/12) - Arrest

O en B tegen Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel (Case C-456/12) - Arrest

O en B tegen Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel (HvJ 11-04-2014, Zaak C-456/12)

Feiten

I.c. werd het verblijfsrecht geweigerd in een geval waarin de EU burger terugkeerde naar zijn lidstaat na verblijven van korte duur met het betrokken familielid in een ander lidstaat.

O., die de Nigeriaanse nationaliteit heeft, is in 2006 gehuwd met een Nederlandse en heeft tussen 2007 en 2010 in Spanje geleefd. In die periode heeft de echtgenote van O. twee maanden met hem in Spanje verbleven en heeft zij daar haar vakanties met hem doorgebracht.

B., die de Marokkaanse nationaliteit bezit, heeft vanaf 2002 in Nederland samengewoond met zijn Nederlandse partner. In 2005 is hij in België gaan wonen in een door zijn partner gehuurd appartement. Deze heeft elk weekend doorgebracht bij B. in België. In april 2007 is B. naar Marokko vertrokken en in juli 2007 is hij met de Nederlandse gehuwd.

.........Read more
Access: 
Public
O'Flynn (Case C-237/94) - Arrest

O'Flynn (Case C-237/94) - Arrest

O’Flynn (HvJ 23-05-1996, Zaak C-237/94)

Onderwerp

Indirecte discriminatie.

Casus

O' Flynn is een Iers onderdaan die als voormalig migrerend werknemer in het Verenigd Koninkrijk verblijft. Zijn zoon is op 25 augustus 1988 in het Verenigd Koninkrijk overleden. De begrafenis heeft plaatsgevonden in Ierland.

O' Flynn vroeg een begrafenisvergoeding aan. Deze werd afgewezen op grond dat de begrafenis niet in het Verenigd Koninkrijk had plaatsgevonden, zoals werd vereist in Section 7(1)(c), van de Regulations 1987.

O' Flynn stelde tegen deze weigering beroep in. Volgens O' Flynn werden migrerende werknemers door deze voorwaarde indirect gediscrimineerd. Het Verenigd Koninkrijk is echter van mening dat de voorwaarde slechts als discriminerend te beschouwen is, wanneer wordt aangetoond dat migrerende werknemers veel moeilijker aan de voorwaarde kunnen voldoen dan nationale werknemers.

Rechtsvraag

Is het verenigbaar met het communautaire beginsel van non-discriminatie op grond van nationaliteit, dat het Verenigd Koninkrijk de betaling van begrafeniskosten uit

.........Read more
Access: 
Public
Omega Spielhallen (Case C-36/02) - Arrest

Omega Spielhallen (Case C-36/02) - Arrest

Omega Spielhallen (HvJ 14-10-2004, zaak C-36/02)

Casus

Het gaat hier om een prejudiciële vraag, ingediend door het Duitse Bundesverwaltungsgericht in de procedure van Omega Spielhallen- und Automatenaufstellungs-GmbH tegen Oberbürgermeisterin der Bundesstadt Bonn. Het verzoek betreft de uitleg van de artt. 49 EG t/m 55 EG en 28 EG t/m 30 EG (oa. 56 VWEU: vrij verkeer van goederen en diensten).

Het Duitse bedrijf Omega biedt lasersport aan in Bonn. De politieautoriteit van Bonn had Omega een verbodsbeschikking opgelegd, omdat in het bedrijf "het doden van mensen zou kunnen worden gesimuleerd”. Dit deed de autoriteit op grond van een artikel van de politiewet Nordrhein-Westfalen. Het bezwaarschrift en hoger beroep van Omega werd afgewezen. Hierna heeft Omega bij het Bundesverwaltungsgericht beroep ingesteld en voerde

.........Read more
Access: 
Public
Onuekwere (Case C-378/12) - Arrest

Onuekwere (Case C-378/12) - Arrest

Onuekwere (HvJ 07-03-2014, Zaak C-378/12)

Casus

N. Onuekwere is Nigeriaans staatsburger. Op 2 december 1999 is hij getrouwd met een Ierse staatsburger die haar recht van vrij verkeer en verblijf in het Verenigd Koninkrijk uitoefende en met wie hij twee kinderen heeft gekregen. Op 5 september 2000 is hem als familielid van een burger van de Unie een vergunning voor verblijf in het Verenigd Koninkrijk verleend met een geldigheid van vijf jaar. Op 26 juni 2000 is Onuekwere veroordeeld tot negen maanden voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaar. Deze veroordeling heeft niet tot een daadwerkelijke detentie van de betrokkene geleid. Vier jaar later wordt hij weer veroordeeld. Ditmaal wel met een gevangenisstraf. In 2005 is hij in vrijheid gesteld. In november van dat wordt heeft de Secretary of State de uitzetting van Onuekwere in gang gezet. In 2008 wordt hij opnieuw gevangengenomen. Na zijn vrijlating wordt

.........Read more
Access: 
Public
Opinie A-G Jacobs in Zaak C-50/00P UPA - Arrest

Opinie A-G Jacobs in Zaak C-50/00P UPA - Arrest

Opinie A-G Jacobs in Zaak C-50/00P UPA (21-03-2002)

Feiten

I.c. gaat het om de conclusie van Advocaat-Generaal F.G. Jacobs van 21 maart 2002 in de zaak C-50/00 P (Unión de Pequeños Agricultores/Raad en Commissie). Unión de Pequeños Agricultores, een beroepsvereniging van kleine Spaanse landbouwondernemingen, heeft beroep ingesteld tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg waarbij haar beroep strekkende tot gedeeltelijke nietigverklaring van een verordening betreffende de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten, waaronder de markt van olijfolie, is verworpen. Het Gerecht heeft dit beroep als niet-ontvankelijk aangemerkt, omdat de leden van de vereniging niet individueel werden geraakt door de bepalingen van de betrokken verordening.

De vraag staat centraal of een particulier die niet individueel wordt geraakt door de bepalingen van een verordening, beroep tot nietigverklaring kan instellen, enkel en alleen omdat het recht op een daadwerkelijke rechtsbescherming zulks vereist, omdat er geen

.........Read more
Access: 
Public
Opinie 2/13 - Arrest

Opinie 2/13 - Arrest

Opinie 2/13 (HvJ 19-12-2014)

Opinie

Het resultaat van Opinie 2/94 was een domper voor diegenen die vonden dat de externe controle door middel van het EVRM noodzakelijk was om van de Europese rechtsorde een volwassen constitutionele orde te maken. Het hof ging echter niet akkoord met de toevoeging. In deze opinie analyseert het Hof grondig de verhouding tussen het EVRM en het Verdrag, haar eigen rol in dit geheel en het stelsel van mensenrechten zoals dat binnen de Europese unie haar vorm heeft. 

HvJ

Toch blijft het HvJ bij haar standpunt en wel om de volgende redenen: 

De overeenkomst: 

  • kan de specifieke kenmerken en de autonomie van het Unierecht kan aantasten, voor zover zij geen onderlinge afstemming tussen artikel 53 EVRM en artikel 53 van het Handvest verzekert, niet het risico wegneemt dat het beginsel van onderling vertrouwen tussen de lidstaten in het Unierecht wordt geschonden en

.........Read more
Access: 
Public
Outokumpu Oy (Case C-213/96) - Arrest

Outokumpu Oy (Case C-213/96) - Arrest

Outokumpu Oy (HvJ 02-04-1998, Zaak C-213/96)

Relevante artikelen

Artt. 9, 12 en 95 EG-Verdrag.

Casus

Een Finse elektriciteitsmaatschappij, die vanuit Zweden elektriciteit in Finland invoert, ontvangt van het regionale douanekantoor te Helsinki een belastingaanslag ter zake van deze ingevoerde elektriciteit. De op een Finse wet gebaseerde aanslag bestaat uit een basisbelasting van 1,3 p/k Wh en een aanvullende belasting van 0,9 p/k Wh voor ingevoerde elektrische energie.

De onderneming dient bij de bevoegde rechter een verzoek tot nietigverklaring van de aanslag in, stellende dat deze in strijd is met de artikelen 9 en 12 EG-Verdrag (verbod op heffing van gelijke werking als een douanerecht). Daarnaast was zij van mening (subsidiair) dat de betreffende accijns in strijd was art. 95 EG-Verdrag (discriminatieverbod ter zake van belanstingheffing) en vordert zij verlaging van de aanslag tot het laagste (Finse) accijnstarief. Dit tarief, te weten 0 p/k Wh, geldt voor elektriciteit die

.........Read more
Access: 
Public
Paola Faccini Dori/Recreb Srl (cases C-91/92) - Arrest

Paola Faccini Dori/Recreb Srl (cases C-91/92) - Arrest

HvJ 14-07-1994

Relevante wetgeving

Art. 177 EG-verdrag, richtlijn 86/577 van de Raad over consumentenbescherming

Casus

Het Hof wordt een prejudiciële vraag gesteld over de uitleg van de richtlijn. Don had een overeenkomst gesloten met Interdiffusion buiten de ruimte van de vennootschap, om een cursus Engels te volgen. Enige dagen later wil Don van de overeenkomst af. De vennootschap had haar vordering inmiddels al gecedeerd aan Recreb. Don meldt aan Recreb dat ze gebruik maakt van de mogelijkheid tot het doen van afstand als bedoeld in de richtlijn buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten. Italië had ten tijde van de feiten geen maatregel tot omzetting van de richtlijn genomen.

.........Read more
Access: 
Public
Peterbroeck (Case C-312/93) - Arrest

Peterbroeck (Case C-312/93) - Arrest

Peterbroeck (HvJ 14-12-1995, Zaak C-312/93)

Feiten

I.c. was er sprake van een geding tussen de vennootschap Peterbroeck en de Belgische Staat. Peterbroeck trad op voor eigen rekening en voor rekening van de Nederlandse vennootschap CBT. Peterbroeck meende dat de Belgische Staat onterecht een belasting voor niet-inwoners had geheven op de inkomsten die CBT van Peterbroeck ontving. Volgens Peterbroeck moest die belasting geheven worden tegen het tarief voor in België gevestigde vennootschappen. Peterbroeck diende daarom een bezwaarschrift in bij de Belasting en voerde aan dat in Nederland gevestigde vennootschappen in België niet zwaarder mogen worden belast dan Belgische vennootschappen die zich in dezelfde situatie bevinden.

Omdat het bezwaar werd afgewezen stelde Peterbroeck een voorziening in bij het Brusselse Hof van Beroep. Peterbroeck voerde toen voor het eerst aan dat het toepassen van een hogere aanslagvoet dan die voor een Belgische vennootschap zou hebben gegolden, strijdig zou zijn met de

.........Read more
Access: 
Public
Pfleger, Case C-390/12 - Arrest

Pfleger, Case C-390/12 - Arrest

Pfleger, Case C-390/12

Casus

I.c. gaat het om een prejudiciële vraag over de uitleg van art. 56 VWEU en het Handvest van de grondrechten van de EU. Dit verzoek is ingediend in het kader van beroepen die Pfleger, Autoart a.s., Vucicevic, Maroxx Software GmbH en Zehetner hebben ingesteld wegens de bestuurlijke sancties die hun waren opgelegd omdat zij kansspelautomaten hadden geëxploiteerd zonder vergunning. 

Op meerdere plaatsen in Oostenrijk waren kansspelautomaten in beslag genomen die werden geëxploiteerd zonder vergunning en dus hadden gediend om verboden kansspelen te organiseren. Tegen de inbeslagneming stelden de bovengenoemde eigenaren beroep in.

Zij voerden o.a. aan dat territoriale bevoegdheid ontbrak en dat gezien de voorrang van art. 56 VWEU het Oostenrijkse recht niet had mogen worden toegepast. De Oostenrijkse rechter vroeg het Hof of de nationale vergunningregeling in strijd was met het EU-recht (met name het vrije verkeer van diensten art. 56 VWEU) en

.........Read more
Access: 
Public
Pierre Fabre (Case C-439/09) - Arrest

Pierre Fabre (Case C-439/09) - Arrest

Pierre Fabre (HvJ 13-10-2011, Zaak C-439/09)

Een overeenkomst kan slechts onder het verbod van artikel 101 lid 1 VWEU vallen wanneer zij ertoe strekt of tot gevolg heeft dat de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst. Uit het alternatieve karakter van deze voorwaarde volgt dat in de eerste plaats moet worden gelet op de strekking van de overeenkomst in verband met de economische omstandigheden waarin zij moet worden toegepast. Wanneer de mededingingsbeperkende strekking van een overeenkomst vaststaat, behoeven de gevolgen daarvan voor de mededinging niet meer te worden onderzocht.

Een contractbepaling heeft de strekking de mededinging te beperken indien na een individueel en concreet onderzoek van de bewoordingen en het oogmerk van deze contractbepaling en de juridische en economische context waarbinnen zij moet worden geplaatst naar voren komt dat deze contractbepaling, gelet op de eigenschappen van de betrokken producten, niet objectief gerechtvaardigd is.

.........Read more
Access: 
Public
Plaumann - HvJ EU - 1963 - Arrest

Plaumann - HvJ EU - 1963 - Arrest

Casus

CV Plaumann & Co. heeft een beroep tot nietigverklaring ingesteld tegen de afwijzende beschikking van de Commissie van de Europese Economische Gemeenschap (22-05-1962) bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.

De beschikking wees het beroep van de Bondsrepubliek Duitsland om machtiging tot gedeeltelijke schorsing van de heffing van rechten op uid derde landen ingevoerde mandarijnen en clementines af. Tevens lag er een vordering van 39.414,01 Deutsche Mark. Het betrof hier het beroep tot nietigverklaring in artikel 263 van het Werkingsverdrag en kan worden ingesteld door lidstaten, het Europees Parlement, Commissie, Centrale Bank, Rekenkamer of Raad. Ook natuurlijke en rechtspersonen kunnen zo'n beroep instellen, maar alleen tegen handelingen die het individueel dan wel rechtstreeks raken of tegen hen gericht zijn.

.........Read more
Access: 
Public
Preussen Elektra - Arrest

Preussen Elektra - Arrest

Preussen Elektra (HvJ 15-12-2015, C-379/98)

Casus

PreussenElektra exploiteert in Duitsland meerdere elektriciteitscentrales en een hoogspanningsdistributienet. PreussenElektra levert elektriciteit aan elektriciteitsbedrijven en industriële ondernemingen. Schleswag is een regionaal elektriciteitsbedrijf, dat de elektriciteit voor haar klanten in de deelstaat Schleswig-Holstein nagenoeg uitsluitend van PreussenElektra afneemt. PreussenElektra bezit 65,3 % van de aandelen van Schleswag. De overige 34,7 % zijn in handen van verschillende gemeentelijke overheden van de deelstaat Schleswig-Holstein.

Op grond van het Stromeinspeisungsgesetz is Schleswag verplicht de elektriciteit af te nemen die in haar distributiegebied is geproduceerd uit hernieuwbare energiebronnen, waaronder windkracht. Krachtens deze Duitse wet worden elektriciteitsbedrijven verplicht tot afname van elektriciteit tegen minimumprijzen en daaruit voortvloeiende lasten worden verdeeld tussen deze bedrijven en exploitanten van toeleverende netten.

PreussenElektra vordert van Schleswag terugbetaling van een bedrag van 500 000 DEM, voor het gedeelte van het bedrag dat zij aan Schleswag had betaald ter compensatie van de door de

.........Read more
Access: 
Public
Procureur du Roi tegen Benoit en Gustave Dassonville (Zaak 8/74) - Arrest

Procureur du Roi tegen Benoit en Gustave Dassonville (Zaak 8/74) - Arrest

Procureur du Roi tegen Benoit en Gustave Dassonville (HvJ 11-07-1974, Zaak 8/74)

Relevante artikelen

In dit arrest staat art. 34 VWEU centraal.

Casus

Een tweetal handelaren heeft langs de reguliere weg een partij Scotch Whisky gekocht in Frankrijk. Deze hebben zij in België geïmporteerd, zonder in bezit te zijn van een certificaat van echtheid. Nu dit certificaat voor buitenlandse importeurs is vereist, worden zij door de Belgische overheid vervolgd. Deze procedure geeft aanleiding tot het stellen van een prejudiciële vraag over de reikwijdte van art. 34 VWEU.

Rechtsvraag

Is een nationale maatregel die de invoer van een bepaald product verbindt aan het hebben van een certificaat van echtheid, als een maatregel van gelijke werking als een kwantitatieve beperking in de zin van art. 34 VWEU te beschouwen?

Hof

In de visie van het Hof moet onder een maatregel van gelijke werking uit art. 34 VWEU worden verstaan: een

.........Read more
Access: 
Public
REWE (Case 33/76) - Arrest

REWE (Case 33/76) - Arrest

REWE (HvJ 16-12-1976, Zaak 33/76)

Casus

Twee Duitse importfirma’s voeren appels in vanuit Frankrijk naar Duitsland. Bij deze handel moeten zij inspectiekosten betalen voor de keuring van de appels. Nadat deze kosten door het Hof in een eerder vonnis als strijdig met het EG-verdrag waren verklaard eisen de firma’s het betaalde bedrag plus rente terug. De Duitse beroepstermijn voor dergelijke vorderingen was al verlopen en het verzoek wordt niet ontvankelijk verklaard. In hoger beroep vraag het Bundesverwaltungsgericht zich af of het gemeenschapsrecht in deze ook een rol speelt.

Rechtsvraag

Mag aan een rechtszoekende die een besluit van de nationale overheid dat strijdig is met het gemeenschapsrecht aanvecht bij de nationale rechter een nationaal geldend beroepstermijn worden tegengeworpen?

Hof van Justitie

Het gemeenschapsrecht in zijn huidige stand verbiedt niet dat aan de rechtzoekende die een besluit van een nationaal overheidslichaam bij de nationale rechter aanvecht, wegens strijd met het gemeenschapsrecht, het laten verlopen van volgens het nationale recht

.........Read more
Access: 
Public
Rheinmuhlen-Dusseldorf - Arrest

Rheinmuhlen-Dusseldorf - Arrest

 

Rheinmuhlen-Dusseldorf (HvJ 16-07-1974, zaak 166 -73)

Relevant artikel

Art. 177, tweede alinea EEG-verdrag

Onderwerp

Bevoegdheid nationale rechter tot het stellen van prejudiciële vragen

Casus

Een geschil over de verenigbaarheid van een regeling van nationaal Duits recht wordt middels een prejudiciële vraag voorgelegd aan het Hof van Justitie. Volgens art. 126, vijfde alinea Finanzgerichtsordnung echter, is de lagere rechter (dus de rechter die in casu vragen heeft gesteld), gebonden aan het rechtsoordeel van de hogere rechter in diens vonnis en kunnen er dus geen vragen gesteld worden.

Rechtsvraag

Wordt in artikel 177, tweede alinea, EEG-Verdrag aan de

.........Read more
Access: 
Public
Rottmann (Case C-135/08) - Arrest

Rottmann (Case C-135/08) - Arrest

 

Rottmann (HvJ 02-03-2010, Zaak C-135/08)

Relevante artikelen

Artikel 20 TFEU, artikel 17 EG

Casus

De heer Rottmann, oorspronkelijk een Oostenrijks staatsburger, heeft de Duitse nationaliteit verkregen. De deelstaat Beieren heeft besloten om deze verkrijging met terugwerkende kracht terug te vorderen, op grond van het feit dat zij op onrechtmatige wijze is verkregen, aangezien de heer Rottmann niet had bekendgemaakt dat hij het onderwerp was geweest van een gerechtelijk onderzoek in Oostenrijk. Volgens de Oostenrijkse wet had het feit dat de heer Rottmann de Duitse nationaliteit heeft gekregen, het effect dat hij zijn Oostenrijkse nationaliteit verloor, zonder dat de intrekking van de Duitse nationaliteit het gevolg had dat hij de Oostenrijkse nationaliteit weer

.........Read more
Access: 
Public
Ruiz Zambrano (Case C-34/09) - Arrest

Ruiz Zambrano (Case C-34/09) - Arrest

 

Ruiz Zambrano (HvJ 08-03-2011, Zaak C-34/09)

Relevant artikel

Artikel 20 VWEU

Casus

Louis Zambrano bezit de Colombiaanse nationaliteit. In 1999 zijn hij en zijn vrouw naar België gereisd om daar de status van vluchteling aan te vragen. Dat verzoek is afgewezen door België, maar vanwege de burgeroorlog die speelde in Colombia hoefden zij België nog niet te verlaten. Tijdens hun verblijf in België hebben zij twee kinderen gekregen, die op grond van het Belgische recht de Belgische nationaliteit hebben. Daarom hebben meneer Zambrano en zijn vrouw nogmaals een verblijfsvergunning aangevraagd in België om een andere grond, namelijk de nationaliteit van hun kinderen. Ook dit verzoek werd afgewezen. Dit verzoek eindigde met een

.........Read more
Access: 
Public
Säger (Case C-76/90) - Arrest

Säger (Case C-76/90) - Arrest

Säger (HvJ 25-07-1991, Zaak C-76/90)

Is het verenigbaar met artikel 59 EEG-verdrag, dat een vennootschap naar Engels recht die in Groot-Brittannië is gevestigd, een vergunning in de zin van het Duitse Rechtsberatungsgestetz behoeft wanneer zij, vanuit haar vestigingsplaats, ten behoeve van derden met het oog op de instandhouding van Duitse commerciële en industriële eigendomsrechten, waarvan de houder op het grondgebied van de Bondsrepubliek zijn gevestigd, het verschuldigd worden van de ter zake verschuldigde taksen bewaakt, de desbetreffende vervaldata aan die derden meedeelt en voor hun rekening deze taksen in de Bondsrepubliek betaalt, terwijl vaststaat dat deze werkzaamheden volgens het recht van veel Lidstaten kan worden verricht zonder dat daarvoor een vergunning noodzakelijk is?

Hof

Artikel 59 E.E.G.-verdrag verzet zich tegen een nationale wettelijke regeling die het een in een andere Lidstaat gevestigde vennootschap verbiedt, ten behoeve van octrooihouders in het binnenland diensten op het gebied van de bewaking

.........Read more
Access: 
Public
Santa Casa (Case C-42/07) - Arrest

Santa Casa (Case C-42/07) - Arrest

Santa Casa (HvJ 08-09-2009, Zaak C-42/07)

Relevant artikel

Artikel 49 EEG-verdrag

Casus

In Portugal bestaat een algemeen verbod op kansspelen. De staat heeft zich het recht voorgehouden om volgens een systeem die zij het geschikts acht vergunningen te verlenen. Kansspelen in de vorm van loterijen, lottospelen en sportweddenschappen zijn in Portugal bekend onder de naam ´jogos sociais´. De exploitatie daarvan wordt systematisch toegewezen aan Santa Casa. Elk door Santa Casa georganiseerd kansspel wordt afzonderlijk in het leven geroepen en de volledige organisatie van dit kansspel wordt bij overheidsbesluit geregeld.

Bwin is een kansspel dat gevestigd is in Gibraltar en online opereert door kansspelen aan te bieden op hun website. Haar servers bevinden zich in Gibraltar en Oostenrijk. Daarnaast hebben we de Liga, een privaatrechtelijk rechtspersoon die de vorm heeft van een vereniging, zonder oogmerk op winst. Alle professionele voetbalclubs zijn hierbij aangesloten. De Liga organiseert de hoogste afdeling

.........Read more
Access: 
Public
Sanz de Lera - Arrest

Sanz de Lera - Arrest

Sanz de Lera (HvJ zaak C-163/94, 14/12/1995)

Feiten

Het Spaanse Hof (Audiencia Nacional) heeft een aantal prejudiciële vragen gesteld over de uitleg van de artikelen 73 B, 73 C, lid 1, en 73 D, lid 1, sub b, EG-Verdrag. Die vragen zijn gerezen in een strafzaak. Sanz de Lera, van Spaanse nationaliteit en wonende in Spanje, werd op 27 oktober 1993 in Frankrijk aangehouden, toen hij met zijn voertuig naar Genève (Zwitserland) reed. Hoewel hij verklaarde dat hij niets had aan te geven, doorzochten de Franse beambten zijn voertuig, waarin zij voor een bedrag van 19 600 000 peseta's aan bankbiljetten ontdekten. Omdat geen vergunning voor de uitvoer van die bedragen was aangevraagd, werd Sanz de Lera voor de Spaanse strafrechter gedaagd en de rechter wendde zich tot het Hof van Justitie met de prejudiciële vragen.

Hof van Justitie

1) De artikelen 73 B, lid 1, en 73

.........Read more
Access: 
Public
Saunders v. United Kingdom - EHRM - 1996 - Arrest

Saunders v. United Kingdom - EHRM - 1996 - Arrest

 

Essentie

Informatie, vergaard in een bestuurlijke fase (toezicht), mag niet worden toegelaten als bewijs in de strafrechtelijke fase, nu in dat geval de plicht tot het verschaffen van inlichtingen in strijd komt met het verbod van 'zelfincriminatie' (het zwijgrecht) in art. 6 EVRM. Het zwijgrecht geldt reeds vóórdat sprake is van een criminal charge.

Feiten

Saunders is directeur van een Brits bedrijf. In deze functie heeft hij aandelenfraude gepleegd bij de overname van een ander bedrijf. Op last van het Britse ministerie van handel en industrie werd hiernaar een onderzoek ingesteld. Saunders werd in het kader van dat onderzoek gehoord en was daarbij wettelijk verplicht op de gestelde vragen te antwoorden. Deze verklaringen werden

.........Read more
Access: 
Public
Sayn-Wittgenstein (Case C-208/09) - Arrest

Sayn-Wittgenstein (Case C-208/09) - Arrest

Sayn-Wittgenstein (HvJ 22-02-2010, Zaak C-208/09)

Casus

Op 27 november 2003 deed het Verfassungsgerichtshof (Oostenrijk) uitspraak in een zaak over een situatie die overeenkwam met die van verzoekster in het hoofdgeding. Het Hof oordeelde in die zaak dat het ingevolge het Adelsaufhebungsgesetz, dat constitutionele rang heeft en op dit gebied het gelijkheidsbeginsel ten uitvoer legt, uitgesloten was dat een Oostenrijks staatsburger een achternaam zou kunnen krijgen die een vroegere adellijke titel bevatte op grond van adoptie door een Duits staatsburger die die adellijke titel rechtmatig als deel van zijn naam voert. Oostenrijkse staatsburgers hebben krachtens het Adelsaufhebungsgesetz immers niet het recht om adellijke titels te voeren, hetgeen ook geldt voor titels van buitenlandse herkomst. Dat arrest bevestigde voorts de eerdere rechtspraak volgens welke het Oostenrijkse recht, anders dan het Duitse recht, niet toestaat dat voor de vorming van achternamen verschillende regels gelden naargelang het mannen dan wel vrouwen betreft.

.........Read more
Access: 
Public
Schwarze (Case 16/65) - Arrest

Schwarze (Case 16/65) - Arrest

Schwarze (HvJ 01-12-196, Zaak 16/65)

Feiten

I.c. ging het om een geding tussen de Firma C. Schwarze uit Bremen en het Bureau voor de invoer en de opslag van granen en veevoeder uit Frankfurt. De aanleiding was een conflict over het uitvoeren van geoogste producten en het vrije verkeer.

Het Hessische finanzgericht richt zich tot het Hof van Justitie met een prejudiciële vraag. Niet zozeer omdat het uitleg van het verdrag wil verkrijgen maar vooral over de geldigheid van de handelingen en toegekende competenties aan de nationale rechters.

Hof van Justitie

De prejudiciële procedure is een samenwerking tussen de nationale rechter en het Hof van Justitie. Het Hof stelt hierover “(…) doch dat zulks niet geldt op het zeer bijzondere gebied van de door artikel 177 ingestelde rechterlijke samenwerking waarbij de nationale rechter en het Hof van Justitie (elk volgens hun eigen competentie) geroepen zijn om rechtstreeks en

.........Read more
Access: 
Public
S en G tegen Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel - Arrest

S en G tegen Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel - Arrest

S en G tegen Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel (HvJ 11-04-2014, Zaak 457/12)

Feiten

Deze zaak betreft (net als zaak C-456/12) de weigering van de Nederlandse autoriteiten om een verblijfsrecht toe te kennen aan een familielid van Nederlandse staatsburgers. In deze zaak hebben de betrokken burgers van de Unie echter niet met een familielid verbleven in een andere lidstaat dan die waarvan zij de nationaliteit bezitten.

S. heeft de Oekraïense nationaliteit. Zij wenst te kunnen verblijven bij haar schoonzoon, die de Nederlandse nationaliteit heeft. S. betoogt dat zij voor haar kleinzoon zorgt. Haar schoonzoon woont in Nederland maar begeeft zich in het kader van zijn arbeid in loondienst voor een Nederlandse werkgever minstens een keer per week naar België.

G., die de Peruaanse nationaliteit heeft, is in 2009 getrouwd met een Nederlands staatsburger. Laatstgenoemde woont in Nederland, maar werkt in loondienst voor een Belgisch bedrijf. Voor zijn

.........Read more
Access: 
Public
Servatius (Case C-567/07) - Arrest

Servatius (Case C-567/07) - Arrest

Servatius (HvJ 01-10-2009, zaak C-567/07)

Casus

In Nederland is het op grond van art. 22 Gw de taak van de overheid om het woningaanbod te bevorderen. Daartoe kunnen op grond van art. 70 lid 1 Woningwet verenigingen en stichtingen worden toegelaten. Sint Servatius is zo’n stichting. In Luik (België, 30 km van de Nederlandse grens) wil deze stichting een woningbouwproject realiseren. Daarom heeft Servatius twee vennootschappen naar Belgisch recht opgericht en de Nederlandse bevoegde minister om toestemming gevraagd. Voor de financiering van het project heeft Servatius geld geleend van één van haar Belgische dochterondernemingen (onder zeer gunstige voorwaarden). Op 5 december 2002 weigert de minister toestemming van het project omdat het plaatsvindt in België. Servatius had volgens de minister niet aannemelijk gemaakt dat het project ten goede kon komen aan de Nederlandse woningmarkt en meer in het bijzonder aan de behoefte van woningzoekenden in de regio Maastricht (Nederland).

.........Read more
Access: 
Public
Societé Technique Minière (Case 56/65) - Arrest

Societé Technique Minière (Case 56/65) - Arrest

Societé Technique Minière (HvJ 30-06-1966, Zaak 56/65)

Relevant artikel

Artikel 85 sub 1 EEG-verdrag

Casus

Het gaat om een overeenkomst tussen de firma Maschinenbau Ulm en de firma Societé Technique Minière. In de overeenkomst verbond STM zich om gedurende twee jaar 37 planeermachines van een bepaald type tegen een vastgestelde prijs af te nemen, de belangen van de verkoper in het algemeen te behartigen, een reparatiedienst te organiseren, een complete opslagplaats voor reserveonderdelen in te richten en te onderhouden, volledig te voldoen aan de vraag op het bij overeenkomst vastgestelde gebied en tot slot zonder toestemming van de verkoper geen concurrerende producten af te zetten. Daarvoor in de plaats kreeg zij het alleenverkooprecht voor de bedoelde machines in Frankrijk en overzeese gebieden. Er ontstonden moeilijkheden die volgens STM werden veroorzaakt doordat er op de Franse markt geen kopers te vinden waren voor het type machines dat in de

.........Read more
Access: 
Public
Society for the Protection of Unborn Children Ireland Ltd tegen Stephen Grogan (Case C-159/90) - Arrest

Society for the Protection of Unborn Children Ireland Ltd tegen Stephen Grogan (Case C-159/90) - Arrest

Society for the Protection of Unborn Children Ireland Ltd tegen Stephen Grogan (HvJ 04-10-1991. Zaak C-159/90)

Casus

Abortus is in Ierland steeds verboden geweest, eerst door de common law en vervolgens bij wet. In 1983 werd bij een bij referendum goedgekeurd constitutioneel amendement een derde alinea toegevoegd aan artikel 40, lid 3, van de Ierse grondwet, luidende als volgt: "De Staat erkent het recht op leven van het ongeboren kind en verbindt zich ertoe, met behoorlijke inachtneming van het gelijkwaardige recht op leven van de moeder, dat recht in zijn wetten te eerbiedigen en, voor zover doenlijk, door zijn wetten te verdedigen en te doen gelden." Volgens de Supreme Court in Ierland verbiedt artikel 40 lid 3 van de Ierse Grondwet eveneens om zwangere vrouwen te helpen bij het vinden van een kliniek in het buitenland. SPUC, verzoekster in het hoofdgeding, is een vennootschap naar Iers recht, die

.........Read more
Access: 
Public
Schmidberger (Case 112/00) - Arrest

Schmidberger (Case 112/00) - Arrest

 

Schmidberger (HvJ 26-06-2003, Zaak C-112/00)

Onderwerp

Schending gemeenschapsrecht. Vrije verkeer van goederen, art. 30 en 34 VEU.

Casus

In Oostenrijk vond er een demonstratie plaats tegen de vervuiling van het milieu door het toenemende vrachtverkeer in het land. Hierbij werd gedurende 30 uur een belangrijke doorstroomroute geblokkeerd, waardoor het Duitse transport bedrijf Schmidberger gedurende deze periode zijn transporten niet kon vervoeren. Dit zou in strijd zijn met het recht van het vrij verkeer van goederen, welke de interne markt van de gemeenschap moet bevorderen.

Rechtsvragen

  1. Is een, door bevoegde autoriteiten goedgekeurde, samenkomst waarvoor een weg voor langere tijd gesloten is een schending van

.........Read more
Access: 
Public
Scotch Whisky Association (Case C-333/14) - Arrest

Scotch Whisky Association (Case C-333/14) - Arrest

Scotch Whisky Association (HvJ 23-12-2015, Zaak C-333/14)

Casus

Schotland heeft in verband met de grote problemen rondom alcohol en daarmee de bescherming van de volksgezondheid een MPU-besluit vastgesteld. Het is een maatregel die voorziet in een minimumdetailhandelsprijs voor wijn op basis van het alcoholpercentage in het verkochte product. Dit wijkt af van de vrije prijsvorming door marktkrachten die anders aan de markt voor wijn ten grondslag ligt. Gezien dit laatste wordt tegen het besluit bezwaar gemaakt.  

Rechtsvraag

Er worden meerdere prejudiciële vragen gesteld in deze zaak

  1. De verwijzende rechter vraagt aan het HvJ of een dergelijke nationale regeling überhaupt ok is. Daarvoor is beantwoording van de volgende vragen nodig.  

  2. Zo ja, is een dergelijke regeling ook geoorloofd als er een minder ingrijpende regeling van toepassing kan zijn, zoals accijns of belastingheffing;

  3. Ook vraagt de rechter of hij bij de vaststelling van

.........Read more
Access: 
Public
Simmenthal II (Case 106/77) - Arrest

Simmenthal II (Case 106/77) - Arrest

 

Simmenthal II (HvJEG 09-03-1978, Zaak 106/77)

Casus

Simmenthal voerde een partij rundvlees in en werd aangeslagen om keuringsrechten te betalen. Simmenthal procedeerde hiertegen stellende dat het hier ging om een verboden heffing van gelijke werking . Via een prejudiciële beslissing van het Hof wordt hij in het gelijk gesteld. De Italiaanse rechter besliste daarop dat de keuringsgelden diende te worden terugbetaald aan Simmenthal. De Italiaanse autoriteiten weigerden dit, waarbij zij zich beriepen op een wet van latere datum dan de direct toepasselijke verdragsbepalingen inzake heffingen van gelijke werking. Daar kwam nog bij dat volgens Italiaans recht een lagere rechter niet de bevoegdheid heeft om een wet in strijd te verklaren met het EG recht- dat mag alleen de hoogste Italiaanse rechter doen. Daarom werden prejudiciële

.........Read more
Access: 
Public
Singh (Case C-370/90) - Arrest

Singh (Case C-370/90) - Arrest

Singh (Hvj 07-07-1992, Zaak C-370/90)

Casus

Singh, een man van Indiase nationaliteit, is door de Secretary of State for the Home Department uit het Verenigd Koninkrijk gezet. Singh is getrouwd met een Britse onderdaan. Van 1983 tot en met 1985 werkten de echtelieden Singh in de Bondsrepubliek Duitsland in loondienst. Eind 1985 keerden zij terug naar het Verenigd Koninkrijk om daar een zaak te beginnen. In 1986 kreeg Singh een tijdelijke vergunning om in het Verenigd Koninkrijk te verblijven als echtgenoot van een Brits onderdaan. In juli 1987 werd op vordering van zijn vrouw een voorlopig echtscheidingsvonnis (decree nisi) tegen hem uitgesproken. Naar aanleiding van deze uitspraak kortten de Britse autoriteiten de geldigheidsduur van zijn verblijfsvergunning en werd hem een permanente verblijfsvergunning als echtgenoot van een Brits onderdaan geweigerd. 

Rechtsvraag

Als een gehuwde vrouw die onderdaan is van een lidstaat (Verenigd Koninkrijk), in een andere Lidstaat (Duitsland) rechten

.........Read more
Access: 
Public
Siragusa (Case C-206/13) - Arrest

Siragusa (Case C-206/13) - Arrest

Siragusa (HvJ 06-03-2014, Zaak C-206/13)

Relevante artikelen

Artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie

Casus

Het gaat tussen Siragusa en de directie van cultureel en landschappelijk erfgoed van Palermo. De verzoeker in het hoofdgeding is eigenaar van een onroerend goed in een landschapsbeschermingsgebied. Hij heeft daarop aanwijzingen aangebracht zonder een van tevoren afgegeven toestemming om die aanwijzingen aan te brengen. Voor die wijziging heeft de Comune Tribia verzocht om een legalisatievergunning waarvoor de directie van cultureel en landschappelijk erfgoed van Palermo eerst toestemming moet geven. De directie heeft op 4 april 2011 een bevel gegeven waarbij Siragusa gelast werd om het terrein in de oorspronkelijke staat te herstellen door alle onrechtmatige verrichte werkzaamheden binnen een termijn van 120 dagen na ontvangst van het bevel omgedaan te maken. Siragusa heeft hiertegen beroep ingesteld. De vraag die opkomt is of artikel 17 van het Handvest

.........Read more
Access: 
Public
Somalische piraten - Arrest

Somalische piraten - Arrest

 

Somalische piraten (Rb. Rotterdam 17 juni 2010, LJN BM8116; NJFS 2010, 230)   

Nederland heeft universele rechtsmacht voor de vervolging van zeeroof/piraterij. Indien Nederland op geen enkele wijze concreet betrokken is en berechting om die reden volstrekt niet voor de hand ligt en ongewenst lijkt, is niet de rechtsmacht in geding, maar de opportuniteit van de vervolging. Denkbaar is dat vervolging dan niet toelaatbaar is vanwege strijd met beginselen van een goede procesorde.

 

Access: 
Public
Spaanse aardbeien - HvJ EU - 1997 - Arrest

Spaanse aardbeien - HvJ EU - 1997 - Arrest

Casus

De interne markt ligt zeer gevoelig in de Franse landbouwsector. In de jaren '90 braken er geregeld protesten uit, waarbij boze Franse boeren geweld en intimidaties niet schuwden. Zo werden Spaanse trucks tegengehouden, chauffeurs mishandeld en producten vernield. De Europese Commissie was van mening dat de Franse autoriteiten te weinig deden om deze acties tegen te gaan. Dit zou schending van het EG-recht betekenen.

Rechtsvraag

Heeft Frankrijk nagelaten om te voldoen aan art. 30 EG jo art. 5 EG en de gemeenschappelijke marktordeningen voor landbouwproducten?

HvJ

De gemeenschapsinstellingen kunnen een lidstaat niet voorschrijven welke maatregelen zij moeten toepassen om het vrij verkeer van goederen op hun grondgebied te verzekeren. Het Hof toetst - rekening houdend met de beoordelingsvrijheid van de lidstaat - slechts of de betrokken lidstaat maatregelen heeft getroffen die geschikt zijn om het vrij verkeer van goederen te garanderen. In casu heeft Frankrijk nagelaten om

.........Read more
Access: 
Public
Staat/Hoffmann La Roche (Case 85/76) - Arrest

Staat/Hoffmann La Roche (Case 85/76) - Arrest

Staat/Hoffmann La Roche  (HvJ 26-09-1986, Zaak 85/76)

Rechtsvraag

Heeft het overheidslichaam schuld?

Feiten

Indien een overheidslichaam een onrechtmatige daad pleegt door een beschikking te nemen die naderhand door de rechter wordt vernietigd wegens strijd met de wet, is daarmede de schuld van het overheidslichaam gegeven. (In beschikking waren aan La Roche aanzienlijk lagere prijzen voor tabletten voorgeschreven dan voorheen door La Roche in rekening was gebracht)

Uitspraak

Voor toepasselijkheid van artikel 102 VWEU is gedacht aan een economische machtspositie welke een onderneming in staat stelt de instandhouding van een daadwerkelijke mededinging in de relevante markt te verhinderen, en het haar mogelijk maakt zich, jegens haar concurrenten, haar afnemers en, uiteindelijk, de consumenten ‘in belangrijke mate’ onafhankelijk te gedragen. Zo’n een positie sluit, anders dan een monopolie of quasi-monopolie, het bestaan van een zekere mededinging niet uit, maar stelt het betrokken bedrijf in staat de voorwaarden waaronder bedoelde mededinging

.........Read more
Access: 
Public
Stardust Marine (Case C-482/99) - Arrest

Stardust Marine (Case C-482/99) - Arrest

Stardust Marine (HvJ 16-05-2002, Zaak C-482/99)

Geen onderscheid mag worden gemaakt tussen de gevallen waarin de steun rechtstreeks door de staat wordt verleend, en de gevallen waarin hij wordt verleend door van overheidswege ingestelde of aangewezen publiek- of privaatrechtelijke beheersorganen. Het gemeenschapsrecht verzet er zich immers tegen dat louter door de oprichting van autonome, met de verdeling van de steun belaste instanties de regels betreffende staatssteun zouden kunnen worden omzeild.

Voordelen kunnen evenwel enkel als ‘steunmaatregelen’ in de zin van artikel 107 lid 1 VWEU

worden beschouwd indien zij rechtstreeks of zijdelings met staatsmiddelen zijn bekostigd.
Het begrip ‘staatsmiddelen’ in artikel 107 lid 1 VWEU omvat alle geldelijke middelen die de overheid daadwerkelijk kan gebruiken om ondernemingen te steunen, ongeacht of deze middelen permanent deel uitmaken van het vermogen van de staat. Dus ook al zijn de bedragen die overeenkomen met een steunmaatregel van de staat, financiële

.........Read more
Access: 
Public
Stauder v. Stadt Ulm (Case 29/69) - Arrest

Stauder v. Stadt Ulm (Case 29/69) - Arrest

Stauder v. Stadt Ulm (Hvj 12-11-1969, Zaak 29/69)

Casus

In Duitsland werd gebruik gemaakt van een Europese bevoegdheid om waardebonnen af te geven voor boter. Deze bonnen moeten worden getoond en zijn slechts geding als daarop de naam en het adres van de begunstigde staan vermeld. De detaillist die de boter tegen een verlaagde prijs verkoopt mag dus ook alleen maar bonnen aannemen die de naam bevatten. Een oorlogsslachtoffer, dat gebruik maakt van deze bonnen, acht het onwettig dat zijn naam moet worden getoond om de boter tegen gereduceerd tarief te krijgen.

Rechtsvraag

Is het met de geldende algemene beginselen van gemeenschapsrecht verenigbaar dat de beschikking van de commissie der Europese gemeenschappen de verkoop van boter tegen verlaagde prijs aan consumenten die sociale bijstand ontvangen afhankelijk stelt van bekendmaking van de naam van de begunstigde aan de verkoper?

HvJ

Uit de nationale wetgeving blijkt dat de Duitse overheid

.........Read more
Access: 
Public
Tabaksreclamerichtlijn II (Case C-380/03) - Arrest

Tabaksreclamerichtlijn II (Case C-380/03) - Arrest

Tabaksreclamerichtlijn II (HvJ 12-12-2006, Zaak C-380/03)

Casus

Duitsland heeft bij het Hof van Justitie beroep ingesteld tot nietigverklaring van twee artikelen van de richtlijn 2003/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de reclame en sponsoring voor tabaksproducten inzake de reclame en sponsoring voor tabaksproducten in andere media dan de televisie.

Deze twee artikelen verbieden reclame voor tabaksproducten in de pers en andere gedrukte publicaties, in diensten van de informatiemaatschappij en radioprogramma's alsook de sponsoring van zulke programma's door tabaksbedrijven. Enkel publicaties die bestemd zijn voor personen die werkzaam zijn in de tabakshandel en publicaties die afkomstig zijn uit derde landen en die niet hoofdzakelijk voor de communautaire markt bestemd zijn, zijn van dit verbod uitgesloten.

Het beroep van de Bondsrepubliek Duitsland betrof met name formele gronden, zoals de grondslag van de Richtlijn, schending motiverinsplicht, schending van de regels inzake

.........Read more
Access: 
Public
Titaandioxyde (Case C-300/89) - Arrest

Titaandioxyde (Case C-300/89) - Arrest

Titaandioxyde (HvJ 11-06-1991, Zaak C-300/89)

De Commissie van de EG beroept zich in deze zaak op nietigverklaring van de richtlijn 89/428 (harmonisering door titaandioxide-afval) die door de Raad van de EG is ingesteld. De Commissie is van mening dat deze richtlijn geen geldige rechtsgrondslag heeft omdat deze is gebaseerd op art. 130S, terwijl dit art. 100A had moeten zijn. Is de richtlijn gebaseerd op een onjuiste grondslag?

Hof van Justitie

Art. 100A schrijft de in art. 149 lid 2 EEG-Verdrag geregelde samenwerkingsprocedure voor, terwijl dit volgens art. 130S, de Raad beslist met eenparigheid van stemmen na raadpleging van het Europees Parlement, moet zijn. Het doel van de samenwerkingsprocedure, versterking van het democratische gehalte in het wetgevingsproces van de EG zou bij handhaving van de richtlijn op lossen schroeven komen te staan. Art. 100A verplicht de Commissie om bij haar voorstellen voor maatregelen inzake de onderlinge aanpassing van

.........Read more
Access: 
Public
Trianel (Case C-115/09) - Arrest

Trianel (Case C-115/09) - Arrest

Trianel (HvJ 12-05-2011, Zaak C-115/09)

Casus

Duitse bestuursrechters zijn er om Duitse burgers te beschermen tegen een tirannie, en die heeft ook veel verdergaande bevoegdheden dan een bestuursrechter in Nederland. De Duitse bestuursrechter kan bijvoorbeeld herschrijven. Als je wordt geraakt in een van je individuele rechten, ben je ontvankelijk. Dat is anders dan het belanghebbende criteria dat er in Nederland wordt gehanteerd. Maar denk eens aan een natuurgebied. Er bestaat een probleem in Duitsland wanneer de Duitse overheid een grote kolencentrale wil plaatsen op een natuurgebied. Een milieuorganisatie is van mening dat dit grootse gevolgen zal hebben voor het natuurgebied en is het hier niet mee eens, zij gaat naar de bestuursrechter en vraagt vernietiging van het besluit van de Duitse overheid. De Duitse bestuursrechter mag hier over oordelen wanneer iemand rechtstreeks in haar belangen wordt geraakt, en hier doet zich het probleem voor. De milieuorganisatie wordt niet

.........Read more
Access: 
Public
Toetreding EG tot EVRM (Opinie 2/94) - Arrest

Toetreding EG tot EVRM (Opinie 2/94) - Arrest

Toetreding EG tot EVRM (HvJ 28-03-1996, Opinie 2/94)

Deze opinie betreft de toetreding van de Gemeenschap tot het EVRM. De toetreding van de Gemeenschap tot het EVRM riep voornamelijk twee vragen op. Enerzijds de vraag naar de bevoegdheid van de Gemeenschap om een dergelijk akkoord te sluiten, en anderzijds de vraag naar de verenigbaarheid ervan met de bepalingen van het Verdrag, in het bijzonder die betreffende de bevoegdheden van het Hof. 

Rechtsvraag

Kan de toetreding van de gemeenschap tot het EVRM op artikel 235 worden gebaseerd?

De bevoegdheid van de Gemeenschap om tot het EVRM toe te treden 

De Gemeenschap beschikt slechts over geattribueerde bevoegdheden, zo blijkt uit artikel §B van het verdrag, dat de Gemeenschap handelt binnen de grenzen van de haar door het Verdrag verleende bevoegdheden en toegewezen doelstellingen. Dit beginsel van attributie van bevoegdheid moet zowel bij het interne als het internationale optreden van de

.........Read more
Access: 
Public
Toufik Lounes (Case C-165/16) - Arrest

Toufik Lounes (Case C-165/16) - Arrest

Toufik Lounes (HvJ 14-11-2017, Zaak C-165/16)

Casus

In september 1996 is mevrouw Ormayabal, een Spaans staatsburger, naar het VK gegaan om daar te studeren. Sindsdien is werkt en woont zij daar voltijd. 10 jaar later krijgt zij het Britse staatsburgerschap en ook een Brits paspoort. Zij behield ook haar Spaanse nationaliteit. In 2013 is zij een relatie begonnen met Toufik Lounes, een Algerijns staatsburger, die op met een bezoekersvisum voor zes maanden het Verenigd Koninkrijk was binnengekomen en na het verstrijken van die periode illegaal in het Verenigd Koninkrijk is gebleven. Kort daarna zijn zij voor de wet getrouwd en verblijven ze in het VK. Op 15 april 2014 heeft Lounes de minister van Binnenlandse Zaken op grond van de regeling van 2006 verzocht om afgifte van een verblijfskaart als familielid van een staatsburger van de EER. Als antwoord wordt Toufik op de hoogste gesteld van het feit

.........Read more
Access: 
Public
Trojani (Case C-456/02) - Arrest

Trojani (Case C-456/02) - Arrest

Trojani (HvJ 07-09-2004, zaak C-456/02)

Feiten

Fransman Trojani werkt in 1972 kort als zelfstandig verkoper in België. In datzelfde jaar verlaat hij België weer, waarna hij in 2000 terugkeert. Omdat hij geen bestaansmiddelen heeft, verblijft hij op een camping in Blankenberge. Daarna verblijft hij nog een jaar in een jeugdherberg in Brussel, en later bij het Leger des Heils. Trojani neemt deel aan een maatschappelijk en beroepsintegratieproject waardoor hij zakgeld, voeding en huisvesting in het opvangtehuis krijgt. Hij doet een aanvraag bij het Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) voor het bestaansminimum (‘minimex’). Dit omdat hij 400 euro per maand moet betalen aan het opvangtehuis. Hij wil de mogelijkheid krijgen om het opvangtehuis te verlaten en zelfstandig te gaan wonen. De minimex wordt geweigerd omdat Trojani niet de Belgische nationaliteit heeft en omdat hij ook niet onder het toepassingsbereik van verordening (EG) nr. 1612/68 valt.  Trojani gaat in

.........Read more
Access: 
Public
United Brands - HvJ EU - 1978 - Arrest

United Brands - HvJ EU - 1978 - Arrest

Relevant artikel

In dit arrest draait het om art. 102 VWEU.

Casus

United Brands wordt verdacht van het hebben van een machtspositie en is daarvoor door de Commissie veroordeeld. De Commissie heeft vastgesteld dat United Brand een verbod tot doorverkoop van groene bananen heeft opgelegd aan dealers/rijpers die gevestigd zijn in de BLEU, Denemarken, Ierland, Nederland en Duitsland. Ook heeft zij in deze lidstaten onbillijke prijzen toegepast bij gelijkwaardige prestaties en heeft zij voor het verkopen van Chiquita-bananen aan haar klanten in de BLEU, Nederland en Duitsland, onbillijke verkoopprijzen toegepast.

Daarnaast heeft de Commissie vastgesteld dat United Brands haar leveranties van Chiquita-bananen aan de vennootschap Th. Olsen te Valby

.........Read more
Access: 
Public
Ullens de Schooten (C-268/15) - Arrest

Ullens de Schooten (C-268/15) - Arrest

Ullens de Schooten (HvJ 15-11-2016, zaak C-268/15)

Feiten

Fernand Ullens de Schooten exploiteerde in België een medisch laboratorium (Biorim) dat failliet is gegaan. Hij voldeed niet aan de Belgische wet en kon geen beroep doen op subsidie. Ullens de Schooten meent dat het faillissement te wijten is aan de Belgische wetgeving. In 1985 dient hij bij de Europese Commissie een klacht in wegens onverenigbaarheid van deze wetgeving met de vrijheden van verkeer en van vestiging. Dit leidde tot een niet-nakomingszaak tegen België. Het Hof verklaart dat de betrokken wetgeving niet in strijd is met de genoemde vrijheden.

Ullens de Schooten wordt intussen vervolgd vanwege belastingfraude. Hij zou een frauduleuze bedrijfsconstructie hebben opgezet. In 1998 leidde dit tot veroordeling van Ullens tot een gevangenisstraf van vijf jaar. Ook kreeg hij een geldboete.

Ullens de Schooten dient een vordering van niet-contractuele aansprakelijkheid in tegen de Belgische staat. Hij voert aan

.........Read more
Access: 
Public
Van Binsbergen (Case 33/74) - Arrest

Van Binsbergen (Case 33/74) - Arrest

Van Binsbergen (HvJ 03-12-1974, Zaak 33/74)

Casus

Deze zaak betreft een situatie waarin de verzoeker een gemachtigde had aangesteld voor de verdediging van zijn belangen. In de loop van de procedure verhuisde de gemachtigde van Nederland naar België. In deze zaak is de bevoegdheid om de verzoeker voor de Centrale Raad van Beroep te vertegenwoordigen betwist op grond van een Nederlandse wettelijke bepaling, In die Nederlandse bepaling staat dat alleen personen die in Nederland zijn gevestigd bij de de Centrale Raad van Beroep kunnen optreden. 

Rechtsvragen

  • Staan artikelen 59 en 60 van het EEG-verdrag in de weg aan een nationale bepaling volgens welke alleen op het nationale grondgebied gevestigde personen gerechtigd zijn als procesgemachtigde voor bepaalde rechterlijke instanties op te treden.

  • Hebben artikel 59 en 60 EEG-verdrag rechtstreekse werking en scheppen de artikelen rechten voor burgers die kunnen gehandhaafd voor de nationale rechter? 

.........Read more
Access: 
Public
Van Duyn (Case 41/74) - Arrest

Van Duyn (Case 41/74) - Arrest

Van Duyn (HvJ 04-12-1974, Zaak 41/74)

Artikel 39 EG is rechtstreeks toepasselijk in die zin, dat het voor particulieren rechten doet ontstaan, welke zij in een lidstaat in rechte geldend kunnen maken. Ook richtlijnen kunnen rechtstreekse werking hebben. Een lidstaat kan om redenen van openbare orde een onderdaan van een andere lidstaat verhinderen gebruik te maken van het beginsel van het vrije verkeer van werknemers om een bepaalde dienstbetrekking te aanvaarden, ook al legt zij haar eigen onderdanen geen analoge beperking op. In casu ging het om het lidmaatschap van de Church of Scientology.

Lidmaatschap levert persoonlijk gedrag op in de zin van artikel 3 richtlijn 64/221.

 

Access: 
Public
Van Gend & Loos - HvJ EU - 1963 - Arrest

Van Gend & Loos - HvJ EU - 1963 - Arrest

Casus

In 1960 gold in de Europese Gemeenschap de regel dat lidstaten in het onderlinge verkeer geen nieuwe in- of uitvoerrechten mochten invoeren of bestaande rechten mochten verhogen. Dit had als doel om het vrije verkeer van goederen binnen de EG te stimuleren. De regel was neergelegd in art. 12 van het toenmalige EG-verdrag. Vervoersbedrijf Van Gend en Loos importeerde uit Duitsland in september 1960 goederen, waarover door de belastingdienst 8% invoerrechten werd geheven, terwijl dit volgens Van Gend en Loos maximaal 3% had mogen zijn. Van Gend en Loos maakte een zaak aanhangig voor de zgn. Tariefcommissie, die over dit soort zaken oordeelde.

De Tariefcommissie zag zich geplaatst voor de lastige vraag, of aan bepaalde artikelen van het EG-verdrag directe werking kan worden verbonden. Directe werking brengt met zich mee dat personen (dus ook de rechtspersoon Van Gend en Loos) rechtstreeks een beroep kunnen doen op wetsartikelen

.........Read more
Access: 
Public
Verenigd Koninkrijk tegen Raad (Case 68/86) - Arrest

Verenigd Koninkrijk tegen Raad (Case 68/86) - Arrest

Verenigd Koninkrijk tegen Raad (HvJ 23-02-1988, Zaak 68/86)

Feiten

I.c. ging het om een geding van het Verenigd Koninkrijk (VK) tegen de Raad van de Europese Gemeenschappen. VK vorderde een nietigverklaring van Richtlijn 85/649 van de Raad waarin een verbod werd ingesteld op het gebruik van bepaalde stoffen met hormonale werking in de veehouderij. Volgens het VK zou er o.a. ontoereikende rechtsgrondslag bestaan en zou de Raad het reglement van de orde van de Raad hebben geschonden door o.a. het niet raadplegen van het Europees Parlement en het Economisch en sociaal comité.

Het Verenigd Koninkrijk wordt in deze zaak gesteund door Denemarken.

Volgens de Raad zijn consumentenbescherming en volksgezondheid een van de redenen voor de richtlijn. Maar dit zou geen reden zijn om te oordelen dat de richtlijn daardoor buiten het gemeenschappelijke landbouwbeleid valt. Hierdoor zou de richtlijn gedekt worden door art. 43 EEG en dus een juiste

.........Read more
Access: 
Public
Verkooijen (Case C-35/98) - Arrest

Verkooijen (Case C-35/98) - Arrest

Verkooijen (HvJ 06-06-2000, Zaak C-35/98)

Relevant artikel

Artikel 67 EG-verdrag

Casus

In 1991 was Verkooijen woonachtig in Nederland en in loondienst van een in Nederland gevestigde BV, waarvan de aandelen middellijk worden gehouden door een NV gevestigd en België en aldaar aan de beurs genoteerd. Verkooijen verwierf aandelen in de NV waarvoor hij dividend uitgekeerd kreeg. Daarop werd 25% Belgische bronbelasting ingehouden. In de Nederlandse belastingaangifte heeft Verkooijen het dividend bij zijn belastbare inkomen opgegeven. Omdat dit niet aan het Nederlandse belastingstelsel was onderworpen kreeg Verkooijen een aanslag van de belastinginspecteur. Verkooijen is van mening dat dit niet kan en dient bezwaar in. Uiteindelijk wordt door de staatssecretaris van financiën cassatie ingesteld. Daar stellen ze prejudiciële vragen aan het Hof. Het Hof zal moeten beantwoorden of de richtlijn die toepassing geeft aan artikel 67 van het verdrag in de weg staat aan een dergelijke regel.

Uitspraak

Het Hof

.........Read more
Access: 
Public
Viking (Case C-438/05) - Arrest

Viking (Case C-438/05) - Arrest

Viking (HvJ 11-12-2007, Case C-438/05)

Casus

In deze zaak gaat het om een verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Court of Appeal (England and Wales, Verenigd Koninkrijk) in de procedure tussen International Transport Workers’ Federation, Finnish Seamen’s Union tegen Viking Line ABP, OÜ Viking Line Eesti.

Het Finse Viking verzorgt ferrydiensten tussen Tallin (Estland) en Helsinki (Finland). De matrozen van Viking waren aangesloten bij FSU, een dochtervakbond van ITF (the International Federation of Transport Workers' Union). ITF probeert met acties eigenaars van rederijen te verplichten om onder juiste vlaggen te handelen.

Viking vaarde onder een andere vlag dan de Finse en daarom reageerde ITF hierop met een boycotcampagne.

De vraag van de Engelse rechter aan het Hof is of een oproep van de internationale vakvereniging ITF aan haar nationale leden (tevens vakorganisaties) om niet te onderhandelen met een bepaalde onderneming, in strijd was met de vrijheid

.........Read more
Access: 
Public
Vlassopoulou (Case C-340/89) - Arrest

Vlassopoulou (Case C-340/89) - Arrest

Vlassopoulou (HvJ 17-05-1991, zaak C-340/89)

Feiten

I.c. gaat het om een Griekse advocate Vlassopoulou die is afgestudeerd in Athene en daar toegelaten is tot de balie maar is gevestigd in Duitsland. Zij wilde toegelaten worden tot de balie van Mannheim en Heidelberg en deed hiervoor een beroep op artikel 52. Het Duitse Ministerie weigerde haar vergunning te verlenen tot de uitoefening van het beroep van advocaat. Het Ministerie wees het verzoek af, omdat Vlassopoulou niet de vereiste bekwaamheid had voor toelating tot de advocatuur. Zo had zij bijvoorbeeld de rechtenstudie niet in Duitsland afgelegd. Bovendien, zo stelde het Ministerie, gaf artikel 52 EEG-Verdrag betrokkene niet het recht, op grond van haar in Griekenland verworven beroepskwalificatie haar beroep in Duitsland uit te oefenen. Vlassoupoulou wende zich tot de rechter die de volgende prejudiciele vraag aan het Hof stelde: "Is het in strijd met de vrijheid van vestiging in de

.........Read more
Access: 
Public
Vodafone (Roaming (Case C-58/08) - Arrest

Vodafone (Roaming (Case C-58/08) - Arrest

Vodafone (Roaming) (HvJ 08-06-2010, Zaak C-58/08)

Feiten

In het Verenigd Koningkijk had Vodafone samen met andere telecomaanbieders beroep ingesteld bij het Britse High Court of Justice tegen de zogenaamde ‘roamingverordening’ (Verordening 717/2007). Op grond van deze Verordening werden maximumtarieven voor roaming binnen de EU vastgesteld. Bij roaming bieden de mobiele telecom providers een optie aan klanten die in het buitenland onderweg zijn de netwerkverbinding kunnen voortzetten buiten het gebied van het eigen abonnement. De EU vond dat de kosten die aan consumenten werden doorberekend veel te hoog waren en middels deze verordening werd daar een maximum aan verboden.

Volgens de providers ontbrak de rechtsgrondslag van de verordening en zou de verordening in strijd zijn met het evenredigheids- en subsidiariteitsbeginsel. De providers zijn naar het Europese Hof van Justitie gestapt met de vraag of de roamingregels wel legitiem zijn. Mag de Europese wetgever maximumtarieven vaststellen voor mobiele telefoondiensten tussen

.........Read more
Access: 
Public
Von Colson en Kamann - HvJ EU - 1984 - Arrest

Von Colson en Kamann - HvJ EU - 1984 - Arrest

 

Casus

De twee verzoeksters solliciteerden naar vacatures van maatschappelijk werkster in een strafinrichting. Uiteindelijk werden er twee mannelijke sollicitanten aangesteld, terwijl zij minder goede kwalificaties bezaten. Verzoeksters stelden beroep in tegen de deelstaat Nordrhein-Westfalen wegens discriminatie op grond van geslacht.

Rechtsvraag

Kan discriminatie op grond van geslacht bij een sollicitatieprocedure leiden tot de plicht voor een werknemer om een arbeidsovereenkomst te sluiten? Zo nee, hebben de bepalingen uit richtlijn 76/207/EEG met betrekking tot de sancties die op discriminatie kunnen worden gesteld directe werking? Zo nee, kan de nationale rechter dan tot verdragsconforme interpretatie overgaan?

HvJ

De richtlijn verplicht de discriminerende werkgever niet een arbeidsovereenkomst te sluiten noch

.........Read more
Access: 
Public
Walrave & Koch (Case 36/74) - Arrest

Walrave & Koch (Case 36/74) - Arrest

Walrave & Koch (HvJ 12-12-1974, Zaak 36/74)

De Arrondissementsrechtbank te Utrecht heeft verschillende vragen gesteld inzake de uitlegging van de artikelen 7, eerste alinea, 48 en 59, eerste alinea en daarnaast de Raad's verordening nr.1612/68, betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap.

De hoofdvraag in deze is of een reglementsbepaling van de Union Cycliste Internationale betreffende de wereldkampioenschappen wielrennen, die bepaalt dat de 'gangmaker' van dezelfde nationaliteit moet zijn als de wielrenner, onverenigbaar is met de inhoud van de genoemde artikelen.

HvJEG

Sportbeoefening is slechts onderwerp van het gemeenschapsrecht als zij een economische activiteit in de zin van art.2 van het Verdrag vormt en in dit verband doet de juiste aard van de rechtsrelatie krachtens welke de prestaties worden verricht niet ter zake (want de non-discriminatieregel bestrijkt zowel arbeidsprestaties als dienstverrichtingen). Dit verbod op discriminatie heeft echter geen betrekking op de samenstelling van sportploegen, omdat hun

.........Read more
Access: 
Public
Wells (Case C-201/02) - Arrest

Wells (Case C-201/02) - Arrest

Wells (HvJEG 07-01-2004, Zaak C-201/02)

Wells gaat naast een tot natuurgebied geworden steengroeve wonen, maar deze wordt weer in gebruik genomen. Wells stelt dat geen milieueffectrapportage heeft plaatsgevonden, wat wordt vereist door de mer- richtlijn. Daarop vroeg Wells tot stopzetting van de activiteiten, op grond van ontbreken van een milieueffectbeoordeling. Als dit werd toegekend, zou de vergunninghouder er slechter op worden, waardoor er sprake is van een driehoekssituatie. Kan een particulier zich ten opzichte van de overheid beroepen op een richtlijn, wanneer dit leidt tot rechtspositieverslechtering van andere particulieren? Daarnaast stelt de rechter een vraag over de procesrechtelijke effecten van rechtstreeks werking.

Het Hof

Volgens het Verenigd Koninkrijk zou het recht van een particulier om zich te beroepen op een richtlijn in dit geval inhouden dat de overheid de eigenaren van de steengroeve hun rechten moet ontnemen. Het rechtszekerheidsbeginsel verzet zich ertegen dat richtlijnen particulieren verplichtingen opleggen. Richtlijnen

.........Read more
Access: 
Public
Woud van Bialowieza (Case C-441/17 R) - Arrest

Woud van Bialowieza (Case C-441/17 R) - Arrest

Woud van Bialowieza (HvJ 17-04-2018, Zaak C-441/17 R)

Relevant artikel

Artikel 258 VWEU

Casus

De commissie is een verdragsschendingsprocedure begonnen tegen Polen. De rgering van Polen heeft besloten om het natuurgebied, het Woud van Bialowieza, dat onder de hoogste beschermingsgraad valt aan te tasten door middel van bosbeheersing als gevolg van een uitbrekende keverplaag. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat dergelijke maatregelen niet nodig zijn, omdat de keverplaag onder de natuurlijke cyclus van het bos valt. Deze zaak is een goed voorbeeld van de procedure zoals deze dient plaats te vinden onder artikel 258 VWEU. Wat heir echter nieuw is, is dat het Hof in de voorlopige voorziening oordeelt Polen een dwangsom op te leggen wanneer er gerede angst bestaat dat de gedraging die wordt betwist niet wordt stopgezet gedurende de procesvoering.

Uitspraak & rechtsregel

De beschikking wordt gegeven in het kader van een procedure die gaat over

.........Read more
Access: 
Public
Wouters (Case C-309/99) - Arrest

Wouters (Case C-309/99) - Arrest

Wouters (HvJ 19-02-2002, Zaak C-309/99)

Advocaten oefenen een economische activiteit uit en zijn dus ondernemingen. Een beroepsorganisatie als de Nederlandse Orde van Advocaten is daarmee in beginsel een ondernemersvereniging. De verordende bevoegdheid van de NOVA betreft op zichzelf geen economische activiteit, maar dit wil niet zeggen dat een verordening (‘besluit’) genomen op basis van deze bevoegdheid ‘aan de toepassing van artikel 101 VWEU kan ontsnappen’. Ofschoon de Samenwerkingsverordening aangaande deontologische verplichtingen voor advocaten niet te verwaarlozen gevolgen heeft voor de structuur van de markt voor juridische dienstverlening, en meer in het bijzonder voor de mogelijkheden om het beroep van advocaat tezamen met andere op die markt opererende beoefenaren van vrije beroepen uit te oefenen, kan deze verordening redelijkerwijs noodzakelijk worden geacht ter verzekering van de goede uitoefening van het beroep van advocaat, zoals dat in de betrokken lidstaat is georganiseerd.

Essentie

De verplichtingen omtrent hun beroep opgelegd aan

.........Read more
Access: 
Public
Wolzenburg - Arrest

Wolzenburg - Arrest

Case C-123/08, Wolzenburg, 6 oktober 2009

Casus

In deze zaak gaat het om een verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rechtbank Amsterdam in de procedure over de tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel dat werd uitgevaardigd tegen Dominic Wolzenburg (Duits onderdaan). Dit aanhoudingsbevel was ingediend door de Staatsanwaltschaft Aachen.

In 2002 hadden twee Duitse rechters aan Wolzenburg twee voorwaardelijke vrijheidsstraffen opgelegd voor meerdere gepleegde strafbare feiten, met name de invoer van marihuana in Duitsland. Aan Wolzenburg was één gecombineerde voorwaardelijke vrijheidsstraf van één jaar en negen maanden opgelegd.

Wolzenburg is begin juni 2005 Nederland binnengekomen en is toen in Venlo gaan wonen. In 2006 heeft de Duitse uitvaardigende rechterlijke autoriteit tegen Wolzenburg een Europees aanhoudingsbevel uitgevaardigd. Waarna hij later is aangehouden en in voorlopige hechtenis genomen. De Duitse uitvaardigende rechterlijke autoriteit heeft het uitgevaardigde Europees aanhoudingsbevel aan de Nederlandse autoriteit gezonden, met het verzoek om overlevering van

.........Read more
Access: 
Public
Access: 
Public

Image

This content refers to .....
Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
Recht en bestuur - Thema

Recht en bestuur - Thema

Image
Leren, studeren en kennis delen op het gebied van juridische zaken en bestuur Artikelen, oefenmateriaal, samenvattingen, buitenlandse stages en studiehulp, voor rechten, bestuurskunde, politicologie en internationale studies
Click & Go to more related summaries or chapters:
Join WorldSupporter!
This content is related to:
Samenvattingen: de beste studieboeken voor Europees recht en de Europese Unie samengevat
Samenvattingen: de beste wetenschappelijke artikelen voor Europees recht samengevat
Samenvattingen: startpagina voor arresten en jurisprudentie
Check more of topic:
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1996 1