Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 7140 keer gelezen
Verplichting tot het stellen van prejudiciële vragen
Art. 267 VWEU
Het ging hier om een geschil tussen een aantal vennootschappen, importeurs van wol, en het Italiaanse Ministerie van Volksgezondheid betreffende de betaling van een vast recht voor sanitaire keuring van uit derde landen ingevoerde wol. Het probleem in de procedure was de uitleg van het begrip ‘producten van dierlijke oorsprong’.
Het Ministerie stelt dat er over de uitleg van het begrip geen twijfel mogelijk is en dat een prejudiciële vraag dus niet is vereist. De vennootschappen stellen daarentegen dat nu het gaat om een vraag over de uitlegging van een verordening die is voorgelegd aan de nationale rechter, deze verplicht een prejudiciële vraag moet stellen, omdat er geen hoger beroep mogelijk is (art. 267 VWEU).
Wanneer moet en/of wanneer mag een nationale rechter een prejudiciële vraag voorleggen aan het Europese Hof?
Allereerst bepaalt het Hof dat nationale rechters de bevoegdheid hebben om een prejudiciële vraag te stellen om te voorkomen dat nationale rechters het gemeenschapsrecht te uiteenlopend toepassen. Daarbij merkt het Hof op dat een prejudiciële vraag geen rechtsmiddel is voor partijen. Het feit dat een van de partijen een vraag over het gemeenschapsrecht opwerpt, betekent niet dat de rechter ook verplicht moet verwijzen.
Daarna bepaalt het Hof dat de hoogste rechterlijke instanties over dezelfde beoordelingsvrijheid beschikken als de andere rechterlijke instanties bij de vraag of ze moeten verwijzen. Daarbij stelt het Hof als hoofdregel dat verwijzing verplicht is als het gaat om een uitlegvraag die van belang kan zijn voor het geschil.
Vervolgens geeft het Hof de uitzonderingen op de hoofdregel weer. Een nationale rechter hoeft namelijk niet te verwijzen als het gaat om een vraag die geen invloed heeft op de oplossing van het geschil. Ook hoeft er niet verwezen te worden als er al in een andere zaak over hetzelfde is beslist (acte éclairé) of als er vaste rechtspraak van het Hof op een bepaald punt is. Daarnaast geeft het Hof aan dat er ook geen verwijzing noodzakelijk is als er geen twijfel kan bestaan over de juiste toepassing van het gemeenschapsrecht (acte clair).
Voor het ontbreken van twijfel dient gekeken te worden naar de eigen kenmerken van het gemeenschapsrecht, de bijzondere moeilijkheden bij de uitlegging ervan en het gevaar van te uiteenlopende rechtspraak binnen de gemeenschap. Hiervoor is het van belang om naar de verschillende taalversies van de bepaling te kijken en deze te vergelijken, de bepaling te plaatsen in de context van het Verdrag en de bepaling uit te leggen in het licht van het recht in zijn geheel, zijn doelstellingen en zijn ontwikkelingsstand op het ogenblik waarop de bepaling wordt toegepast.
In dit arrest geeft het Hof de omvang van de verwijzingsplicht voor nationale rechters weer. De verwijzingsplicht moet worden gezien in het kader van de samenwerking tussen de nationale rechterlijke instanties en het Hof van Justitie, ter verzekering van de juiste toepassing en de eenvormige uitlegging van het gemeenschapsrecht in alle lidstaten.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution