HvJ 11-03-1986, 121/85, nr. 1007
Onderwerp
Een prejudiciële beslissing over de uitlegging van de artikelen 36 en 234 EEG-verdrag.
Casus (feiten)
Bij beschikking van 30 november 1984 heeft the High Court of Justice van Engeland een aantal prejudiciële vragen gesteld over de uitlegging van artikelen 36 en 234 EEG-verdrag teneinde te bepalen of de nationale douanewetgeving in overeenstemming is met het Gemeenschapsrecht.
Bij een douanecontrole op de luchthaven kwam men tot de ontdekking dat er een aantal goederen van sexuele aard waren ingevoerd. De douane beschouwde deze goederen als ‘aanstotelijke of ontuchtige voorwerpen’, waarvan de invoer in het Verenigd Koninkrijk is verboden krachtens de nationale wetgeving.
Conegate was van mening dat de verbeurdverklaring van de goederen inbreuk maakte op artikel 30 EEG-verdrag, zonder dat dit kon worden gerechtvaardigd uit hoofde van openbare zedelijkheid in de zin van artikel 36 van het Verdrag. Conegate haalde een eerdere uitspraak van het Hof aan, waarin het Hof had bepaald dat een dergelijk invoerverbod niet kan worden gerechtvaardigd en een vorm van willekeurige discriminatie is indien de handel in zulke goederen in het land zelf niet verboden is (Henn en Darby).
Prejudiciële vragen
Indien er in een lidstaat een invoerverbod op ontuchtige of aanstotelijke goederen bestaat, kan men dan aannemen dat er in die lidstaat géén geoorloofde handel in die goederen is als ze wel uitgevaardigd en verhandeld mogen worden maar er een volstrekt verbod ze per post te verzenden en ze in het openbaar uit te stallen bestaat, behoudens het al dan niet aanwezig zijn van een vergunning, of moet er een totaal verbod op verhandeling en uitvaardiging bestaan?
Vormt een dergelijk invoerverbod een middel tot willekeurige discriminatie en een verkapte beperking van handel tussen lidstaten?
Is een dergelijk invoerverbod in overeenstemming met artikel 234 EEG-verdrag?
Hof van Justitie
Het Hof bepaalt met betrekking tot de eerste vraag dat goederen niet geacht kunnen worden in die mate aanstootgevend te zijn in de zin van artikel 36 EEG-verdrag dat een invoerverbod gerechtvaardigd is, indien de lidstaat op zijn eigen grondgebied geen maatregelen neemt om verspreiding van die goederen te voorkomen.
Het Hof besluit met betrekking tot de tweede vraag dat die niet beantwoord hoeft te worden met het oog op het uitgebreide antwoord op de eerste vraag.
Met betrekking tot de derde vraag besluit het Hof dat artikel 234 EEG-verdrag niet van toepassing is op deze casus omdat het hier handel tussen lidstaten betreft, en het artikel alleen ziet op handel tussen lidstaten en derde-staten.
Conclusie
Het Hof besluit dat een invoerverbod niet gerechtvaardigd is indien de lidstaat op zijn eigen grondgebied geen maatregelen neemt om verspreiding van die goederen te voorkomen.
Arresten en jurisprudentie
- Arresten en jurisprudentie : waar vind je meer uittreksels en samenvattingen op WorldSupporter?
- Arresten en jurisprudentie: hoe kan je ze lezen, begrijpen en bestuderen?
- Arrestsamenvattingen: waar vind je per vakgebied arresten verzameld op WorldSupporter?
Samenvattingen en studiehulp
Studie in het buitenland
- Recht & Bestuur: opleiding tot studeren in het buitenland
- Juridische en bestuurlijke vaardigheden: leren of versterken
Vacatures en Stage in het buitenland
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution