Wat is de opbouw van een civiel of privaatrechtelijk arrest?
De Hoge Raad heeft sinds 1982 een vast patroon in zijn civielrechtelijke arresten. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen vier onderdelen:
- Het geding in feitelijke instanties: de rol van partijen en beslissingen van lagere rechters in de voorgaande procedure worden hierin samengevat.
- Het geding in cassatie: hierin wordt kort aangegeven wat er tot nu toe in de cassatieprocedure is gebeurd.
- Beoordeling van het middel: dit gedeelte bevat de rechtsoverwegingen waarin de Hoge Raad het cassatiemiddel beoordeelt. De essentiële onderdelen van de uitspraken van de lagere rechters worden vermeld. Vervolgens komt het standpunt van de Hoge Raad over de rechtsvraag naar voren. Tot slot komt de Hoge Raad tot zijn conclusie ten aanzien van het cassatiemiddel: het middel faalt of treft doel.
- Beslissing: hierin doet de Hoge Raad uitspraak (het dictum). De Hoge Raad verwerpt het beroep of vernietigd de bestreden uitspraak. In het laatste geval doet de Hoge Raad de zaak zelf af ten principale of verwijst de zaak naar een lagere feitenrechter. Ook de beslissing over de proceskosten is hierbij te vinden.
Wat vormt een civiel of privaatrechtelijk arrest?
De bovenstaande onderdelen vormen het eigenlijke arrest van de Hoge Raad. Aan de arresten in de verschillende jurisprudentietijdschriften worden onderdelen toegevoegd. Bij uitspraken die niet bewerkt zijn, is ten minste de conclusie van de procureur-generaal of advocaat-generaal toegevoegd. Bij uitspraken die bewerkt zijn, zijn meestal samenvattingen, trefwoorden, wetsartikelen en noten toegevoegd.
Hoe bestudeer je civiel of privaatrechtelijke arresten
In een civiele procedure oordeelt de rechter in een geschil tussen twee burgerlijke partijen over een norm van privaatrecht. Als partijen kunnen optreden natuurlijke of rechtspersonen (bijv. een stichting, vereniging of BV). Let op: ook de overheid kan als burgerlijke partij optreden, bijvoorbeeld bij het aanbesteden van een bouwproject aan een aannemer. In kleine zaken oordeelt de sector kanton van de rechtbank. Het gaat dan om vorderingen tot 5.000 Euro of huur- en arbeidszaken.
De civiele procedure kent twee vormen: de dagvaardingsprocedure (over geschillen) en de verzoekschriftprocedure (over administratieve zaken als aanwijzing van een voogd). Een dagvaardingsprocedure speelt zich af tussen eiser en gedaagde en eindigt in een vonnis. Een dagvaarding bevat een vordering (petitum) en de grondslag ervoor (fundamentum petendi). Bij een verzoekschriftprocedure zijn een verzoeker (of rekwestrant) en verweerder (of gerekwestreerde) betrokken. De procedure eindigt in een beschikking.
Een civiele procedure kan tot verschillende uitkomsten leiden: de rechter kan zich onbevoegd verklaren, de eiser niet ontvankelijk vanwege redenen die buiten het eigenlijke geschil zijn gelegen als verloop van een termijn, de vordering afwijzen danwel geheel of gedeeltelijk toewijzen.